regels combinatie nCr statistiek uitleg klas 4 vwo wiskunde a

1. Klas 4 vwo wiskunde A h1: product en som regel bij combinatie

2. Klas 4 vwo wiskunde A h1: product en som regel bij combinatie
Wat ga je leren:
Toepassen van product regel bij combinatie (nCr)
Toepassen van som regel bij bij combinatie (nCr)

3. Klas 4 vwo wiskunde A h1: product en som regel bij combinatie
Op 1. Uit een groep van 7 meisjes en 9 jongens worden 6 leerlingen gekozen voor
het schoonmaak ploeg. Hoeveel zestallen zijn mogelijk als:

4. Klas 4 vwo wiskunde A h1: product en som regel bij combinatie
Op 1. Uit een groep van 7 meisjes en 9 jongens worden 6 leerlingen gekozen voor
het schoonmaak ploeg. Hoeveel zestallen zijn mogelijk als:
a. Je geen beperkingen hebt?
b. Er in de ploeg 4 jongens zitten en 2 meisjes?
c. Er in de ploeg geen jongens zitten?
d. Er in de ploeg minstens 5 jongens zitten?

5. Klas 4 vwo wiskunde A h1: product en som regel bij combinatie
Op 1. Uit een groep van 7 meisjes en 9 jongens worden 6 leerlingen gekozen voor
het schoonmaak ploeg. Hoeveel zestallen zijn mogelijk als:
a. Je geen beperkingen hebt?
b. Er in de ploeg 4 jongens zitten en 2 meisjes?
16
6 =
( )
c. Er in de ploeg geen jongens zitten?
d. Er in de ploeg minstens 5 jongens zitten?

6. Klas 4 vwo wiskunde A h1: product en som regel bij combinatie
Op 1. Uit een groep van 7 meisjes en 9 jongens worden 6 leerlingen gekozen voor
het schoonmaak ploeg. Hoeveel zestallen zijn mogelijk als:
a. Je geen beperkingen hebt?
b. Er in de ploeg 4 jongens zitten en 2 meisjes?
16
6 =8008
( )
c. Er in de ploeg geen jongens zitten?
d. Er in de ploeg minstens 5 jongens zitten?

7. Klas 4 vwo wiskunde A h1: product en som regel bij combinatie
Op 1. Uit een groep van 7 meisjes en 9 jongens worden 6 leerlingen gekozen voor
het schoonmaak ploeg. Hoeveel zestallen zijn mogelijk als:
a. Je geen beperkingen hebt?
16
6 =8008
( )
b. Er in de ploeg 4 jongens zitten en 2 meisjes?
jongens meisjes
( ) ( )
c. Er in de ploeg geen jongens zitten?
d. Er in de ploeg minstens 5 jongens zitten?

8. Klas 4 vwo wiskunde A h1: product en som regel bij combinatie
Op 1. Uit een groep van 7 meisjes en 9 jongens worden 6 leerlingen gekozen voor
het schoonmaak ploeg. Hoeveel zestallen zijn mogelijk als:
a. Je geen beperkingen hebt?
16
6 =8008
( )
b. Er in de ploeg 4 jongens zitten en 2 meisjes?
jongens meisjes
9
4
( ) ( )
c. Er in de ploeg geen jongens zitten?
d. Er in de ploeg minstens 5 jongens zitten?

9. Klas 4 vwo wiskunde A h1: product en som regel bij combinatie
Op 1. Uit een groep van 7 meisjes en 9 jongens worden 6 leerlingen gekozen voor
het schoonmaak ploeg. Hoeveel zestallen zijn mogelijk als:
a. Je geen beperkingen hebt?
16
6 =8008
( )
b. Er in de ploeg 4 jongens zitten en 2 meisjes?
jongens meisjes
9
7
4
2
( ) ( )
c. Er in de ploeg geen jongens zitten?
d. Er in de ploeg minstens 5 jongens zitten?

10. Klas 4 vwo wiskunde A h1: product en som regel bij combinatie
Op 1. Uit een groep van 7 meisjes en 9 jongens worden 6 leerlingen gekozen voor
het schoonmaak ploeg. Hoeveel zestallen zijn mogelijk als:
a. Je geen beperkingen hebt?
16
6 =8008
( )
b. Er in de ploeg 4 jongens zitten en 2 meisjes?
jongens meisjes
9
7

=
4
2
( )
c. Er in de ploeg geen jongens zitten?
d. Er in de ploeg minstens 5 jongens zitten?
( )

11. Klas 4 vwo wiskunde A h1: product en som regel bij combinatie
Op 1. Uit een groep van 7 meisjes en 9 jongens worden 6 leerlingen gekozen voor
het schoonmaak ploeg. Hoeveel zestallen zijn mogelijk als:
a. Je geen beperkingen hebt?
16
6 =8008
( )
b. Er in de ploeg 4 jongens zitten en 2 meisjes?
jongens meisjes
9
7

= 2646
4
2
( )
c. Er in de ploeg geen jongens zitten?
d. Er in de ploeg minstens 5 jongens zitten?
( )

12. Klas 4 vwo wiskunde A h1: product en som regel bij combinatie
Op 1. Uit een groep van 7 meisjes en 9 jongens worden 6 leerlingen gekozen voor
het schoonmaak ploeg. Hoeveel zestallen zijn mogelijk als:
a. Je geen beperkingen hebt?
16
6 =8008
( )
b. Er in de ploeg 4 jongens zitten en 2 meisjes?
jongens meisjes
9
7

= 2646
4
2
Product regel
( )
c. Er in de ploeg geen jongens zitten?
d. Er in de ploeg minstens 5 jongens zitten?
( )

13. Klas 4 vwo wiskunde A h1: product en som regel bij combinatie
Op 1. Uit een groep van 7 meisjes en 9 jongens worden 6 leerlingen gekozen voor
het schoonmaak ploeg. Hoeveel zestallen zijn mogelijk als:
a. Je geen beperkingen hebt?
16
6 =8008
( )
b. Er in de ploeg 4 jongens zitten en 2 meisjes?
jongens meisjes
9
7

= 2646
4
2
Product regel
( )
c. Er in de ploeg geen jongens zitten?
(7 ) = 7
6
d. Er in de ploeg minstens 5 jongens zitten?
( )

14. Klas 4 vwo wiskunde A h1: product en som regel bij combinatie
Op 1. Uit een groep van 7 meisjes en 9 jongens worden 6 leerlingen gekozen voor
het schoonmaak ploeg. Hoeveel zestallen zijn mogelijk als:
a. Je geen beperkingen hebt?
16
6 =8008
( )
b. Er in de ploeg 4 jongens zitten en 2 meisjes?
jongens meisjes
9
7

= 2646
4
2
Product regel
( )
c. Er in de ploeg geen jongens zitten?
meisjes
jongens
9
7
7
=7
of

0 =7
6
6
( )
( )
( )
d. Er in de ploeg minstens 5 jongens zitten?
( )

15. Klas 4 vwo wiskunde A h1: product en som regel bij combinatie
Op 1. Uit een groep van 7 meisjes en 9 jongens worden 6 leerlingen gekozen voor
het schoonmaak ploeg. Hoeveel zestallen zijn mogelijk als:
a. Je geen beperkingen hebt?
16
6 =8008
( )
b. Er in de ploeg 4 jongens zitten en 2 meisjes?
jongens meisjes
9
7

= 2646
4
2
Product regel
( )
( )
c. Er in de ploeg geen jongens zitten?
meisjes
jongens
9
7
7
=7
of

0 =7
6
6
( )
( )
( )
d. Er in de ploeg minstens 5 jongens zitten?
5 jongens en 1 meisje of 6 jongens en 0 meisjes

16. Klas 4 vwo wiskunde A h1: product en som regel bij combinatie
Op 1. Uit een groep van 7 meisjes en 9 jongens worden 6 leerlingen gekozen voor
het schoonmaak ploeg. Hoeveel zestallen zijn mogelijk als:
a. Je geen beperkingen hebt?
16
6 =8008
( )
b. Er in de ploeg 4 jongens zitten en 2 meisjes?
jongens meisjes
9
7

= 2646
4
2
Product regel
( )
( )
c. Er in de ploeg geen jongens zitten?
meisjes
jongens
9
7
7
=7
of

0 =7
6
6
( )
( )
( )
d. Er in de ploeg minstens 5 jongens zitten?
5 jongens en 1 meisje of 6 jongens en 0 meisjes
9
5
( ) (7 )
1
+

17. Klas 4 vwo wiskunde A h1: product en som regel bij combinatie
Op 1. Uit een groep van 7 meisjes en 9 jongens worden 6 leerlingen gekozen voor
het schoonmaak ploeg. Hoeveel zestallen zijn mogelijk als:
a. Je geen beperkingen hebt?
16
6 =8008
( )
b. Er in de ploeg 4 jongens zitten en 2 meisjes?
jongens meisjes
9
7

= 2646
4
2
Product regel
( )
( )
c. Er in de ploeg geen jongens zitten?
meisjes
jongens
9
7
7
=7
of

0 =7
6
6
( )
( )
( )
d. Er in de ploeg minstens 5 jongens zitten?
5 jongens en 1 meisje of 6 jongens en 0 meisjes
9
5
( ) (7 )
1
+
( 9 )  ( 7)
6
0

18. Klas 4 vwo wiskunde A h1: product en som regel bij combinatie
Op 1. Uit een groep van 7 meisjes en 9 jongens worden 6 leerlingen gekozen voor
het schoonmaak ploeg. Hoeveel zestallen zijn mogelijk als:
a. Je geen beperkingen hebt?
16
6 =8008
( )
b. Er in de ploeg 4 jongens zitten en 2 meisjes?
jongens meisjes
9
7

= 2646
4
2
Product regel
( )
( )
c. Er in de ploeg geen jongens zitten?
meisjes
jongens
9
7
7
=7
of

0 =7
6
6
( )
( )
( )
d. Er in de ploeg minstens 5 jongens zitten?
5 jongens en 1 meisje of 6 jongens en 0 meisjes
9
5
( ) (7 )
1
882
+
+
( 9 )  ( 7) =
6
0
84 = 966

19. Klas 4 vwo wiskunde A h1: product en som regel bij combinatie
Op 1. Uit een groep van 7 meisjes en 9 jongens worden 6 leerlingen gekozen voor
het schoonmaak ploeg. Hoeveel zestallen zijn mogelijk als:
a. Je geen beperkingen hebt?
16
6 =8008
( )
b. Er in de ploeg 4 jongens zitten en 2 meisjes?
jongens meisjes
9
7

= 2646
4
2
Product regel
( )
( )
c. Er in de ploeg geen jongens zitten?
meisjes
jongens
9
7
7
=7
of

0 =7
6
6
( )
( )
( )
d. Er in de ploeg minstens 5 jongens zitten?
5 jongens en 1 meisje of 6 jongens en 0 meisjes
9
5
( ) (7 )
1
882
+
+
( 9 )  ( 7) =
6
0
84 = 966

20. Klas 4 vwo wiskunde A h1: product en som regel bij combinatie
Op 1. De Pizzatent heeft pizza’s in drie groottes, namelijk small, medium en large.
Bij elke kan de klant de toppings samenstellen uit één of meer van de volgende
ingrediënten.
vlees
vis
groente
Kaas/zuivel
fruit
Bereken bij de
vragen hieronder
steeds het aantal
mogelijkheden
Salami
Gehakt
Shoarma
Ansjovis
Zalm
garnalen
Champignons
Uien
Paprika
Mais
knoflook
Parmezaans
mozzarella
Ananas
perzik
a. Quinten wil een medium pizza bestaand uit 2 vleessoorten en 1 kaassoorten.
b. Pepijn wil een large pizza met minder dan 3 vissoorten en 3 groentesoorten
c. Jeltje wil een small pizza met meer 1 vleessoorten, 4 groentesoorten en 2 kaassoorten
d.Marit wil een pizza met 2 vleessoorten, 1 groentesoort, 1 kaassoort en 2 fruitsoorten

21. Klas 4 vwo wiskunde A h1: product en som regel bij combinatie
Op 1. De Pizzatent heeft pizza’s in drie groottes, namelijk small, medium en large.
Bij elke kan de klant de toppings samenstellen uit één of meer van de volgende
ingrediënten.
vlees
vis
groente
Kaas/zuivel
fruit
Bereken bij de
vragen hieronder
steeds het aantal
mogelijkheden
Salami
Gehakt
Shoarma
Ansjovis
Zalm
garnalen
Champignons
Uien
Paprika
Mais
knoflook
Parmezaans
mozzarella
Ananas
perzik
a. Quinten wil een medium pizza bestaand uit 2 vleessoorten en 1 kaassoorten.
vlees
kaas
( ) ( )=
b. Pepijn wil een large pizza met minder dan 3 vissoorten en 3 groentesoorten
c. Jeltje wil een small pizza met meer 1 vleessoorten, 4 groentesoorten en 2 kaassoorten
d.Marit wil een pizza met 2 vleessoorten, 1 groentesoort, 1 kaassoort en 2 fruitsoorten

22. Klas 4 vwo wiskunde A h1: product en som regel bij combinatie
Op 1. De Pizzatent heeft pizza’s in drie groottes, namelijk small, medium en large.
Bij elke kan de klant de toppings samenstellen uit één of meer van de volgende
ingrediënten.
vlees
vis
groente
Kaas/zuivel
fruit
Bereken bij de
vragen hieronder
steeds het aantal
mogelijkheden
Salami
Gehakt
Shoarma
Ansjovis
Zalm
garnalen
Champignons
Uien
Paprika
Mais
knoflook
Parmezaans
mozzarella
Ananas
perzik
a. Quinten wil een medium pizza bestaand uit 2 vleessoorten en 1 kaassoorten.
vlees
kaas
3
2
(2 )  ( 1) =6
b. Pepijn wil een large pizza met minder dan 3 vissoorten en 3 groentesoorten
c. Jeltje wil een small pizza met meer 1 vleessoorten, 4 groentesoorten en 2 kaassoorten
d.Marit wil een pizza met 2 vleessoorten, 1 groentesoort, 1 kaassoort en 2 fruitsoorten

23. Klas 4 vwo wiskunde A h1: product en som regel bij combinatie
Op 1. De Pizzatent heeft pizza’s in drie groottes, namelijk small, medium en large.
Bij elke kan de klant de toppings samenstellen uit één of meer van de volgende
ingrediënten.
vlees
vis
groente
Kaas/zuivel
fruit
Bereken bij de
vragen hieronder
steeds het aantal
mogelijkheden
Salami
Gehakt
Shoarma
Ansjovis
Zalm
garnalen
Champignons
Uien
Paprika
Mais
knoflook
Parmezaans
mozzarella
Ananas
perzik
a. Quinten wil een medium pizza bestaand uit 2 vleessoorten en 1 kaassoorten.
vlees
kaas
3
2
(2 )  ( 1) =6
b. Pepijn wil een large pizza met minder dan 3 vissoorten en 3 groentesoorten
2 vlees en 3 groente of 1 vlees en 3 groente of 0 vlees en 3 groente
c. Jeltje wil een small pizza met meer 1 vleessoorten, 4 groentesoorten en 2 kaassoorten
d.Marit wil een pizza met 2 vleessoorten, 1 groentesoort, 1 kaassoort en 2 fruitsoorten

24. Klas 4 vwo wiskunde A h1: product en som regel bij combinatie
Op 1. De Pizzatent heeft pizza’s in drie groottes, namelijk small, medium en large.
Bij elke kan de klant de toppings samenstellen uit één of meer van de volgende
ingrediënten.
vlees
vis
groente
Kaas/zuivel
fruit
Salami
Gehakt
Shoarma
Bereken bij de
vragen hieronder
steeds het aantal
mogelijkheden
Ansjovis
Zalm
garnalen
Champignons
Uien
Paprika
Mais
knoflook
Parmezaans
mozzarella
Ananas
perzik
a. Quinten wil een medium pizza bestaand uit 2 vleessoorten en 1 kaassoorten.
vlees
kaas
3
2
(2 )  ( 1) =6
b. Pepijn wil een large pizza met minder dan 3 vissoorten en 3 groentesoorten
2 vis en 3 groente of 1 vis en 3 groente of 0 vis en 3 groente
( ) ( )
+
( ) ( )
+
( ) ( )
=
c. Jeltje wil een small pizza met meer 1 vleessoorten, 4 groentesoorten en 2 kaassoorten
d.Marit wil een pizza met 2 vleessoorten, 1 groentesoort, 1 kaassoort en 2 fruitsoorten

25. Klas 4 vwo wiskunde A h1: product en som regel bij combinatie
Op 1. De Pizzatent heeft pizza’s in drie groottes, namelijk small, medium en large.
Bij elke kan de klant de toppings samenstellen uit één of meer van de volgende
ingrediënten.
vlees
vis
groente
Kaas/zuivel
fruit
Salami
Gehakt
Shoarma
Bereken bij de
vragen hieronder
steeds het aantal
mogelijkheden
Ansjovis
Zalm
garnalen
Champignons
Uien
Paprika
Mais
knoflook
Parmezaans
mozzarella
Ananas
perzik
a. Quinten wil een medium pizza bestaand uit 2 vleessoorten en 1 kaassoorten.
vlees
kaas
3
2
(2 )  ( 1) =6
b. Pepijn wil een large pizza met minder dan 3 vissoorten en 3 groentesoorten
2 vis en 3 groente of 1 vis en 3 groente of 0 vis en 3 groente
( 3 ) ( 5 )
2
3
+
( ) ( )
+
( ) ( )
=
c. Jeltje wil een small pizza met meer 1 vleessoorten, 4 groentesoorten en 2 kaassoorten
d.Marit wil een pizza met 2 vleessoorten, 1 groentesoort, 1 kaassoort en 2 fruitsoorten

26. Klas 4 vwo wiskunde A h1: product en som regel bij combinatie
Op 1. De Pizzatent heeft pizza’s in drie groottes, namelijk small, medium en large.
Bij elke kan de klant de toppings samenstellen uit één of meer van de volgende
ingrediënten.
vlees
vis
groente
Kaas/zuivel
fruit
Salami
Gehakt
Shoarma
Bereken bij de
vragen hieronder
steeds het aantal
mogelijkheden
Ansjovis
Zalm
garnalen
Champignons
Uien
Paprika
Mais
knoflook
Parmezaans
mozzarella
Ananas
perzik
a. Quinten wil een medium pizza bestaand uit 2 vleessoorten en 1 kaassoorten.
vlees
kaas
3
2
(2 )  ( 1) =6
b. Pepijn wil een large pizza met minder dan 3 vissoorten en 3 groentesoorten
2 vis en 3 groente of 1 vis en 3 groente of 0 vis en 3 groente
( 3 ) ( 5 )
2
3
+
( 3 ) ( 5 )
3
1
+
( ) ( )
=
c. Jeltje wil een small pizza met meer 1 vleessoorten, 4 groentesoorten en 2 kaassoorten
d.Marit wil een pizza met 2 vleessoorten, 1 groentesoort, 1 kaassoort en 2 fruitsoorten

27. Klas 4 vwo wiskunde A h1: product en som regel bij combinatie
Op 1. De Pizzatent heeft pizza’s in drie groottes, namelijk small, medium en large.
Bij elke kan de klant de toppings samenstellen uit één of meer van de volgende
ingrediënten.
vlees
vis
groente
Kaas/zuivel
fruit
Salami
Gehakt
Shoarma
Bereken bij de
vragen hieronder
steeds het aantal
mogelijkheden
Ansjovis
Zalm
garnalen
Champignons
Uien
Paprika
Mais
knoflook
Parmezaans
mozzarella
Ananas
perzik
a. Quinten wil een medium pizza bestaand uit 2 vleessoorten en 1 kaassoorten.
vlees
kaas
3
2
(2 )  ( 1) =6
b. Pepijn wil een large pizza met minder dan 3 vissoorten en 3 groentesoorten
2 vis en 3 groente of 1 vis en 3 groente of 0 vis en 3 groente
( 3 ) ( 5 )
2
3
+
( 3 ) ( 5 )
3
1
+
( 3 ) ( 5 )
3
0
= 70
c. Jeltje wil een small pizza met meer 1 vleessoorten, 4 groentesoorten en 2 kaassoorten
d.Marit wil een pizza met 2 vleessoorten, 1 groentesoort, 1 kaassoort en 2 fruitsoorten

28. Klas 4 vwo wiskunde A h1: product en som regel bij combinatie
Op 1. De Pizzatent heeft pizza’s in drie groottes, namelijk small, medium en large.
Bij elke kan de klant de toppings samenstellen uit één of meer van de volgende
ingrediënten.
vlees
vis
groente
Kaas/zuivel
fruit
Salami
Gehakt
Shoarma
Bereken bij de
vragen hieronder
steeds het aantal
mogelijkheden
Ansjovis
Zalm
garnalen
Champignons
Uien
Paprika
Mais
knoflook
Parmezaans
mozzarella
Ananas
perzik
a. Quinten wil een medium pizza bestaand uit 2 vleessoorten en 1 kaassoorten.
vlees
kaas
3
2
(2 )  ( 1) =6
b. Pepijn wil een large pizza met minder dan 3 vissoorten en 3 groentesoorten
2 vis en 3 groente of 1 vis en 3 groente of 0 vis en 3 groente
( 3 ) ( 5 )
2
3
+
( 3 ) ( 5 )
3
1
+
( 3 ) ( 5 )
3
0
= 70
c. Jeltje wil een small pizza met meer 1 vleessoorten, 4 groentesoorten en 2 kaassoorten
2 vlees 4 groente en 2 kaas of 3 vlees 4 groente en 2 kaas
d.Marit wil een pizza met 2 vleessoorten, 1 groentesoort, 1 kaassoort en 2 fruitsoorten

29. Klas 4 vwo wiskunde A h1: product en som regel bij combinatie
Op 1. De Pizzatent heeft pizza’s in drie groottes, namelijk small, medium en large.
Bij elke kan de klant de toppings samenstellen uit één of meer van de volgende
ingrediënten.
vlees
vis
groente
Kaas/zuivel
fruit
Salami
Gehakt
Shoarma
Bereken bij de
vragen hieronder
steeds het aantal
mogelijkheden
Ansjovis
Zalm
garnalen
Champignons
Uien
Paprika
Mais
knoflook
Parmezaans
mozzarella
Ananas
perzik
a. Quinten wil een medium pizza bestaand uit 2 vleessoorten en 1 kaassoorten.
vlees
kaas
3
2
(2 )  ( 1) =6
b. Pepijn wil een large pizza met minder dan 3 vissoorten en 3 groentesoorten
2 vis en 3 groente of 1 vis en 3 groente of 0 vis en 3 groente
( 3 ) ( 5 )
2
3
+
( 3 ) ( 5 )
3
1
+
( 3 ) ( 5 )
3
0
= 70
c. Jeltje wil een small pizza met meer 1 vleessoorten, 4 groentesoorten en 2 kaassoorten
2 vlees 4 groente en 2 kaas of 3 vlees 4 groente en 2 kaas
( )
( )
( ) + ( ) 
( ) ( ) =
d.Marit wil een pizza met 2 vleessoorten, 1 groentesoort, 1 kaassoort en 2 fruitsoorten

30. Klas 4 vwo wiskunde A h1: product en som regel bij combinatie
Op 1. De Pizzatent heeft pizza’s in drie groottes, namelijk small, medium en large.
Bij elke kan de klant de toppings samenstellen uit één of meer van de volgende
ingrediënten.
vlees
groente
Kaas/zuivel
fruit
Salami
Gehakt
Shoarma
Bereken bij de
vragen hieronder
steeds het aantal
mogelijkheden
vis
Ansjovis
Zalm
garnalen
Champignons
Uien
Paprika
Mais
knoflook
Parmezaans
mozzarella
Ananas
perzik
a. Quinten wil een medium pizza bestaand uit 2 vleessoorten en 1 kaassoorten.
vlees
kaas
(3 )  ( 2) =6
2
1
b. Pepijn wil een large pizza met minder dan 3 vissoorten en 3 groentesoorten
2 vis en 3 groente of 1 vis en 3 groente of 0 vis en 3 groente
( 3 ) ( 5 )
3
2
( 3 ) ( 5 )
3
1
+
+
( 3 ) ( 5 )
3
0
= 70
c. Jeltje wil een small pizza met meer 1 vleessoorten, 4 groentesoorten en 2 kaassoorten
2 vlees 4 groente en 2 kaas of 3 vlees 4 groente en 2 kaas
(3 )
( 5) 
(2 ) + ( ) 
( ) ( ) =
2
4
2
d.Marit wil een pizza met 2 vleessoorten, 1 groentesoort, 1 kaassoort en 2 fruitsoorten

31. Klas 4 vwo wiskunde A h1: product en som regel bij combinatie
Op 1. De Pizzatent heeft pizza’s in drie groottes, namelijk small, medium en large.
Bij elke kan de klant de toppings samenstellen uit één of meer van de volgende
ingrediënten.
vlees
groente
Kaas/zuivel
fruit
Salami
Gehakt
Shoarma
Bereken bij de
vragen hieronder
steeds het aantal
mogelijkheden
vis
Ansjovis
Zalm
garnalen
Champignons
Uien
Paprika
Mais
knoflook
Parmezaans
mozzarella
Ananas
perzik
a. Quinten wil een medium pizza bestaand uit 2 vleessoorten en 1 kaassoorten.
vlees
kaas
(3 )  ( 2) =6
2
1
b. Pepijn wil een large pizza met minder dan 3 vissoorten en 3 groentesoorten
2 vis en 3 groente of 1 vis en 3 groente of 0 vis en 3 groente
( 3 ) ( 5 )
3
2
( 3 ) ( 5 )
3
1
+
( 3 ) ( 5 )
3
0
+
= 70
c. Jeltje wil een small pizza met meer 1 vleessoorten, 4 groentesoorten en 2 kaassoorten
2 vlees 4 groente en 2 kaas of 3 vlees 4 groente en 2 kaas
(3 )
( 5) 
(2 ) + (3 ) 
( 5 )  (2 ) =
2
4
2
3
4
2
d.Marit wil een pizza met 2 vleessoorten, 1 groentesoort, 1 kaassoort en 2 fruitsoorten

32. Klas 4 vwo wiskunde A h1: product en som regel bij combinatie
Op 1. De Pizzatent heeft pizza’s in drie groottes, namelijk small, medium en large.
Bij elke kan de klant de toppings samenstellen uit één of meer van de volgende
ingrediënten.
vlees
groente
Kaas/zuivel
fruit
Salami
Gehakt
Shoarma
Bereken bij de
vragen hieronder
steeds het aantal
mogelijkheden
vis
Ansjovis
Zalm
garnalen
Champignons
Uien
Paprika
Mais
knoflook
Parmezaans
mozzarella
Ananas
perzik
a. Quinten wil een medium pizza bestaand uit 2 vleessoorten en 1 kaassoorten.
vlees
kaas
(3 )  ( 2) =6
2
1
b. Pepijn wil een large pizza met minder dan 3 vissoorten en 3 groentesoorten
2 vis en 3 groente of 1 vis en 3 groente of 0 vis en 3 groente
( 3 ) ( 5 )
3
2
( 3 ) ( 5 )
3
1
+
( 3 ) ( 5 )
3
0
+
= 70
c. Jeltje wil een small pizza met meer 1 vleessoorten, 4 groentesoorten en 2 kaassoorten
2 vlees 4 groente en 2 kaas of 3 vlees 4 groente en 2 kaas
(3 )
( 5) 
(2 ) + (3 ) 
( 5 )  (2 ) = 20
2
4
2
3
4
2
d.Marit wil een pizza met 2 vleessoorten, 1 groentesoort, 1 kaassoort en 2 fruitsoorten

33. Klas 4 vwo wiskunde A h1: product en som regel bij combinatie
Op 1. De Pizzatent heeft pizza’s in drie groottes, namelijk small, medium en large.
Bij elke kan de klant de toppings samenstellen uit één of meer van de volgende
ingrediënten.
vlees
groente
Kaas/zuivel
fruit
Salami
Gehakt
Shoarma
Bereken bij de
vragen hieronder
steeds het aantal
mogelijkheden
vis
Ansjovis
Zalm
garnalen
Champignons
Uien
Paprika
Mais
knoflook
Parmezaans
mozzarella
Ananas
perzik
a. Quinten wil een medium pizza bestaand uit 2 vleessoorten en 1 kaassoorten.
vlees
kaas
(3 )  ( 2) =6
2
1
b. Pepijn wil een large pizza met minder dan 3 vissoorten en 3 groentesoorten
2 vis en 3 groente of 1 vis en 3 groente of 0 vis en 3 groente
( 3 ) ( 5 )
3
2
( 3 ) ( 5 )
3
1
+
( 3 ) ( 5 )
3
0
+
= 70
c. Jeltje wil een small pizza met meer 1 vleessoorten, 4 groentesoorten en 2 kaassoorten
2 vlees 4 groente en 2 kaas of 3 vlees 4 groente en 2 kaas
(3 )
( 5) 
(2 ) + (3 ) 
( 5 )  (2 ) = 20
2
4
2
3
4
2
d.Marit wil een pizza met 2 vleessoorten, 1 groentesoort, 1 kaassoort en 2 fruitsoorten
grootte vlees groente kaas fruit

34. Klas 4 vwo wiskunde A h1: product en som regel bij combinatie
Op 1. De Pizzatent heeft pizza’s in drie groottes, namelijk small, medium en large.
Bij elke kan de klant de toppings samenstellen uit één of meer van de volgende
ingrediënten.
vlees
groente
Kaas/zuivel
fruit
Salami
Gehakt
Shoarma
Bereken bij de
vragen hieronder
steeds het aantal
mogelijkheden
vis
Ansjovis
Zalm
garnalen
Champignons
Uien
Paprika
Mais
knoflook
Parmezaans
mozzarella
Ananas
perzik
a. Quinten wil een medium pizza bestaand uit 2 vleessoorten en 1 kaassoorten.
vlees
kaas
(3 )  ( 2) =6
2
1
b. Pepijn wil een large pizza met minder dan 3 vissoorten en 3 groentesoorten
2 vis en 3 groente of 1 vis en 3 groente of 0 vis en 3 groente
( 3 ) ( 5 )
3
2
( 3 ) ( 5 )
3
1
+
( 3 ) ( 5 )
3
0
+
= 70
c. Jeltje wil een small pizza met meer 1 vleessoorten, 4 groentesoorten en 2 kaassoorten
2 vlees 4 groente en 2 kaas of 3 vlees 4 groente en 2 kaas
(3 )
( 5) 
(2 ) + (3 ) 
( 5 )  (2 ) = 20
2
4
2
3
4
2
d.Marit wil een pizza met 2 vleessoorten, 1 groentesoort, 1 kaassoort en 2 fruitsoorten
grootte vlees groente kaas fruit
 ( ) ( )  ( ) ( )

35. Klas 4 vwo wiskunde A h1: product en som regel bij combinatie
Op 1. De Pizzatent heeft pizza’s in drie groottes, namelijk small, medium en large.
Bij elke kan de klant de toppings samenstellen uit één of meer van de volgende
ingrediënten.
vlees
groente
Kaas/zuivel
fruit
Salami
Gehakt
Shoarma
Bereken bij de
vragen hieronder
steeds het aantal
mogelijkheden
vis
Ansjovis
Zalm
garnalen
Champignons
Uien
Paprika
Mais
knoflook
Parmezaans
mozzarella
Ananas
perzik
a. Quinten wil een medium pizza bestaand uit 2 vleessoorten en 1 kaassoorten.
vlees
kaas
(3 )  ( 2) =6
2
1
b. Pepijn wil een large pizza met minder dan 3 vissoorten en 3 groentesoorten
2 vis en 3 groente of 1 vis en 3 groente of 0 vis en 3 groente
( 3 ) ( 5 )
3
2
( 3 ) ( 5 )
3
1
+
( 3 ) ( 5 )
3
0
+
= 70
c. Jeltje wil een small pizza met meer 1 vleessoorten, 4 groentesoorten en 2 kaassoorten
2 vlees 4 groente en 2 kaas of 3 vlees 4 groente en 2 kaas
(3 )
( 5) 
(2 ) + (3 ) 
( 5 )  (2 ) = 20
2
4
2
3
4
2
d.Marit wil een pizza met 2 vleessoorten, 1 groentesoort, 1 kaassoort en 2 fruitsoorten
grootte vlees groente kaas fruit
3  ( ) ( )  ( ) ( )

36. Klas 4 vwo wiskunde A h1: product en som regel bij combinatie
Op 1. De Pizzatent heeft pizza’s in drie groottes, namelijk small, medium en large.
Bij elke kan de klant de toppings samenstellen uit één of meer van de volgende
ingrediënten.
vlees
groente
Kaas/zuivel
fruit
Salami
Gehakt
Shoarma
Bereken bij de
vragen hieronder
steeds het aantal
mogelijkheden
vis
Ansjovis
Zalm
garnalen
Champignons
Uien
Paprika
Mais
knoflook
Parmezaans
mozzarella
Ananas
perzik
a. Quinten wil een medium pizza bestaand uit 2 vleessoorten en 1 kaassoorten.
vlees
kaas
(3 )  ( 2) =6
2
1
b. Pepijn wil een large pizza met minder dan 3 vissoorten en 3 groentesoorten
2 vis en 3 groente of 1 vis en 3 groente of 0 vis en 3 groente
( 3 ) ( 5 )
3
2
( 3 ) ( 5 )
3
1
+
( 3 ) ( 5 )
3
0
+
= 70
c. Jeltje wil een small pizza met meer 1 vleessoorten, 4 groentesoorten en 2 kaassoorten
2 vlees 4 groente en 2 kaas of 3 vlees 4 groente en 2 kaas
(3 )
( 5) 
(2 ) + (3 ) 
( 5 )  (2 ) = 20
2
4
2
3
4
2
d.Marit wil een pizza met 2 vleessoorten, 1 groentesoort, 1 kaassoort en 2 fruitsoorten
grootte vlees groente kaas fruit
3  ( 3) ( )  ( ) ( )
2

37. Klas 4 vwo wiskunde A h1: product en som regel bij combinatie
Op 1. De Pizzatent heeft pizza’s in drie groottes, namelijk small, medium en large.
Bij elke kan de klant de toppings samenstellen uit één of meer van de volgende
ingrediënten.
vlees
groente
Kaas/zuivel
fruit
Salami
Gehakt
Shoarma
Bereken bij de
vragen hieronder
steeds het aantal
mogelijkheden
vis
Ansjovis
Zalm
garnalen
Champignons
Uien
Paprika
Mais
knoflook
Parmezaans
mozzarella
Ananas
perzik
a. Quinten wil een medium pizza bestaand uit 2 vleessoorten en 1 kaassoorten.
vlees
kaas
(3 )  ( 2) =6
2
1
b. Pepijn wil een large pizza met minder dan 3 vissoorten en 3 groentesoorten
2 vis en 3 groente of 1 vis en 3 groente of 0 vis en 3 groente
( 3 ) ( 5 )
3
2
( 3 ) ( 5 )
3
1
+
( 3 ) ( 5 )
3
0
+
= 70
c. Jeltje wil een small pizza met meer 1 vleessoorten, 4 groentesoorten en 2 kaassoorten
2 vlees 4 groente en 2 kaas of 3 vlees 4 groente en 2 kaas
(3 )
( 5) 
(2 ) + (3 ) 
( 5 )  (2 ) = 20
2
4
2
3
4
2
d.Marit wil een pizza met 2 vleessoorten, 1 groentesoort, 1 kaassoort en 2 fruitsoorten
grootte vlees groente kaas fruit
3  ( 3 )  (4)  ( )  ( )
2
1

38. Klas 4 vwo wiskunde A h1: product en som regel bij combinatie
Op 1. De Pizzatent heeft pizza’s in drie groottes, namelijk small, medium en large.
Bij elke kan de klant de toppings samenstellen uit één of meer van de volgende
ingrediënten.
vlees
groente
Kaas/zuivel
fruit
Salami
Gehakt
Shoarma
Bereken bij de
vragen hieronder
steeds het aantal
mogelijkheden
vis
Ansjovis
Zalm
garnalen
Champignons
Uien
Paprika
Mais
knoflook
Parmezaans
mozzarella
Ananas
perzik
a. Quinten wil een medium pizza bestaand uit 2 vleessoorten en 1 kaassoorten.
vlees
kaas
(3 )  ( 2) =6
2
1
b. Pepijn wil een large pizza met minder dan 3 vissoorten en 3 groentesoorten
2 vis en 3 groente of 1 vis en 3 groente of 0 vis en 3 groente
( 3 ) ( 5 )
3
2
( 3 ) ( 5 )
3
1
+
( 3 ) ( 5 )
3
0
+
= 70
c. Jeltje wil een small pizza met meer 1 vleessoorten, 4 groentesoorten en 2 kaassoorten
2 vlees 4 groente en 2 kaas of 3 vlees 4 groente en 2 kaas
(3 )
( 5) 
(2 ) + (3 ) 
( 5 )  (2 ) = 20
2
4
3
2
4
2
d.Marit wil een pizza met 2 vleessoorten, 1 groentesoort, 1 kaassoort en 2 fruitsoorten
grootte vlees groente kaas fruit
3  ( 3 )  ( 4 )  ( 2 )  (2 )
2
1
1
2

39. Klas 4 vwo wiskunde A h1: product en som regel bij combinatie
Op 1. De Pizzatent heeft pizza’s in drie groottes, namelijk small, medium en large.
Bij elke kan de klant de toppings samenstellen uit één of meer van de volgende
ingrediënten.
vlees
groente
Kaas/zuivel
fruit
Salami
Gehakt
Shoarma
Bereken bij de
vragen hieronder
steeds het aantal
mogelijkheden
vis
Ansjovis
Zalm
garnalen
Champignons
Uien
Paprika
Mais
knoflook
Parmezaans
mozzarella
Ananas
perzik
a. Quinten wil een medium pizza bestaand uit 2 vleessoorten en 1 kaassoorten.
vlees
kaas
(3 )  ( 2) =6
2
1
b. Pepijn wil een large pizza met minder dan 3 vissoorten en 3 groentesoorten
2 vis en 3 groente of 1 vis en 3 groente of 0 vis en 3 groente
( 3 ) ( 5 )
3
2
( 3 ) ( 5 )
3
1
+
( 3 ) ( 5 )
3
0
+
= 70
c. Jeltje wil een small pizza met meer 1 vleessoorten, 4 groentesoorten en 2 kaassoorten
2 vlees 4 groente en 2 kaas of 3 vlees 4 groente en 2 kaas
(3 )
( 5) 
(2 ) + (3 ) 
( 5 )  (2 ) = 20
2
4
3
2
4
2
d.Marit wil een pizza met 2 vleessoorten, 1 groentesoort, 1 kaassoort en 2 fruitsoorten
grootte vlees groente kaas fruit
3  ( 3 )  ( 4 )  ( 2 )  (2 ) = 72
2
1
1
2

40. Klas 4 vwo wiskunde a h1: product en som regel bij combinatie deel 2

41. Klas 4 vwo wiskunde a h1: product en som regel bij combinatie deel 2
Op 1. Voor het WK (wereldkampioenschap) voetbal beschikt de bondcoach over 3
doelverdedigers, 6 verdedigers, 7 middenvelders en 5 aanvallers.
a. De bondcoach besluit om volgens het 4-3-3 systeem te spelen. Dat betekent dat je 1
doelverdediger, 4 verdedigers, 3 middenvelders en 3 aanvallers hebt. Hoeveel
mogelijkheden zijn er voor het samenstellen van de elftal .
b. De geselecteerde middenvelders kunnen ook als verdediger spelen. Hoeveel
mogelijkheden zijn er nu voor het samenstellen van de elftal met het 4-3-3 systeem?

42. Klas 4 vwo wiskunde a h1: product en som regel bij combinatie deel 2
Op 1. Voor het WK (wereldkampioenschap) voetbal beschikt de bondcoach over 3
doelverdedigers, 6 verdedigers, 7 middenvelders en 5 aanvallers.
a. De bondcoach besluit om volgens het 4-3-3 systeem te spelen. Dat betekent dat je 1
doelverdediger, 4 verdedigers, 3 middenvelders en 3 aanvallers hebt. Hoeveel
mogelijkheden zijn er voor het samenstellen van de elftal .
doelman verdediger middenvelders aanvallers
b. De geselecteerde middenvelders kunnen ook als verdediger spelen. Hoeveel
mogelijkheden zijn er nu voor het samenstellen van de elftal met het 4-3-3 systeem?

43. Klas 4 vwo wiskunde a h1: product en som regel bij combinatie deel 2
Op 1. Voor het WK (wereldkampioenschap) voetbal beschikt de bondcoach over 3
doelverdedigers, 6 verdedigers, 7 middenvelders en 5 aanvallers.
a. De bondcoach besluit om volgens het 4-3-3 systeem te spelen. Dat betekent dat je 1
doelverdediger, 4 verdedigers, 3 middenvelders en 3 aanvallers hebt. Hoeveel
mogelijkheden zijn er voor het samenstellen van de elftal .
doelman verdediger middenvelders aanvallers
( ) 
( ) 
( )

( )
b. De geselecteerde middenvelders kunnen ook als verdediger spelen. Hoeveel
mogelijkheden zijn er nu voor het samenstellen van de elftal met het 4-3-3 systeem?

44. Klas 4 vwo wiskunde a h1: product en som regel bij combinatie deel 2
Op 1. Voor het WK (wereldkampioenschap) voetbal beschikt de bondcoach over 3
doelverdedigers, 6 verdedigers, 7 middenvelders en 5 aanvallers.
a. De bondcoach besluit om volgens het 4-3-3 systeem te spelen. Dat betekent dat je 1
doelverdediger, 4 verdedigers, 3 middenvelders en 3 aanvallers hebt. Hoeveel
mogelijkheden zijn er voor het samenstellen van de elftal .
doelman verdediger middenvelders aanvallers
3
(1 ) 
( ) 
( )

( )
b. De geselecteerde middenvelders kunnen ook als verdediger spelen. Hoeveel
mogelijkheden zijn er nu voor het samenstellen van de elftal met het 4-3-3 systeem?

45. Klas 4 vwo wiskunde a h1: product en som regel bij combinatie deel 2
Op 1. Voor het WK (wereldkampioenschap) voetbal beschikt de bondcoach over 3
doelverdedigers, 6 verdedigers, 7 middenvelders en 5 aanvallers.
a. De bondcoach besluit om volgens het 4-3-3 systeem te spelen. Dat betekent dat je 1
doelverdediger, 4 verdedigers, 3 middenvelders en 3 aanvallers hebt. Hoeveel
mogelijkheden zijn er voor het samenstellen van de elftal .
doelman verdediger middenvelders aanvallers
3
(1 ) 
6
( 4) 
( )

( )
b. De geselecteerde middenvelders kunnen ook als verdediger spelen. Hoeveel
mogelijkheden zijn er nu voor het samenstellen van de elftal met het 4-3-3 systeem?

46. Klas 4 vwo wiskunde a h1: product en som regel bij combinatie deel 2
Op 1. Voor het WK (wereldkampioenschap) voetbal beschikt de bondcoach over 3
doelverdedigers, 6 verdedigers, 7 middenvelders en 5 aanvallers.
a. De bondcoach besluit om volgens het 4-3-3 systeem te spelen. Dat betekent dat je 1
doelverdediger, 4 verdedigers, 3 middenvelders en 3 aanvallers hebt. Hoeveel
mogelijkheden zijn er voor het samenstellen van de elftal .
doelman verdediger middenvelders aanvallers
3
(1 ) 
6
( 4) 
7
( 3)

( )
b. De geselecteerde middenvelders kunnen ook als verdediger spelen. Hoeveel
mogelijkheden zijn er nu voor het samenstellen van de elftal met het 4-3-3 systeem?

47. Klas 4 vwo wiskunde a h1: product en som regel bij combinatie deel 2
Op 1. Voor het WK (wereldkampioenschap) voetbal beschikt de bondcoach over 3
doelverdedigers, 6 verdedigers, 7 middenvelders en 5 aanvallers.
a. De bondcoach besluit om volgens het 4-3-3 systeem te spelen. Dat betekent dat je 1
doelverdediger, 4 verdedigers, 3 middenvelders en 3 aanvallers hebt. Hoeveel
mogelijkheden zijn er voor het samenstellen van de elftal .
doelman verdediger middenvelders aanvallers
3
(1 )

(
6
4)

(
7
3)

(
5
3)
=
b. De geselecteerde middenvelders kunnen ook als verdediger spelen. Hoeveel
mogelijkheden zijn er nu voor het samenstellen van de elftal met het 4-3-3 systeem?

48. Klas 4 vwo wiskunde a h1: product en som regel bij combinatie deel 2
Op 1. Voor het WK (wereldkampioenschap) voetbal beschikt de bondcoach over 3
doelverdedigers, 6 verdedigers, 7 middenvelders en 5 aanvallers.
a. De bondcoach besluit om volgens het 4-3-3 systeem te spelen. Dat betekent dat je 1
doelverdediger, 4 verdedigers, 3 middenvelders en 3 aanvallers hebt. Hoeveel
mogelijkheden zijn er voor het samenstellen van de elftal .
doelman verdediger middenvelders aanvallers
3
(1 )

(
6
4)

(
7
3)

(
5
3)
=
3 
15
 35

10 = 15750 mogelijkheden
b. De geselecteerde middenvelders kunnen ook als verdediger spelen. Hoeveel
mogelijkheden zijn er nu voor het samenstellen van de elftal met het 4-3-3 systeem?

49. Klas 4 vwo wiskunde a h1: product en som regel bij combinatie deel 2
Op 1. Voor het WK (wereldkampioenschap) voetbal beschikt de bondcoach over 3
doelverdedigers, 6 verdedigers, 7 middenvelders en 5 aanvallers.
a. De bondcoach besluit om volgens het 4-3-3 systeem te spelen. Dat betekent dat je 1
doelverdediger, 4 verdedigers, 3 middenvelders en 3 aanvallers hebt. Hoeveel
mogelijkheden zijn er voor het samenstellen van de elftal .
doelman verdediger middenvelders aanvallers
3
(1 )

(
6
4)

(
7
3)

(
5
3)
=
3 
15
 35

10 = 15750 mogelijkheden
b. De geselecteerde middenvelders kunnen ook als verdediger spelen. Hoeveel
mogelijkheden zijn er nu voor het samenstellen van de elftal met het 4-3-3 systeem?
Kies eerst de de middenvelders.

50. Klas 4 vwo wiskunde a h1: product en som regel bij combinatie deel 2
Op 1. Voor het WK (wereldkampioenschap) voetbal beschikt de bondcoach over 3
doelverdedigers, 6 verdedigers, 7 middenvelders en 5 aanvallers.
a. De bondcoach besluit om volgens het 4-3-3 systeem te spelen. Dat betekent dat je 1
doelverdediger, 4 verdedigers, 3 middenvelders en 3 aanvallers hebt. Hoeveel
mogelijkheden zijn er voor het samenstellen van de elftal .
doelman verdediger middenvelders aanvallers
3
(1 )

(
6
4)

(
7
3)

(
5
3)
=
3 
15
 35

10 = 15750 mogelijkheden
b. De geselecteerde middenvelders kunnen ook als verdediger spelen. Hoeveel
mogelijkheden zijn er nu voor het samenstellen van de elftal met het 4-3-3 systeem?
Kies eerst de de middenvelders.
doelman verdediger middenvelders aanvallers

51. Klas 4 vwo wiskunde a h1: product en som regel bij combinatie deel 2
Op 1. Voor het WK (wereldkampioenschap) voetbal beschikt de bondcoach over 3
doelverdedigers, 6 verdedigers, 7 middenvelders en 5 aanvallers.
a. De bondcoach besluit om volgens het 4-3-3 systeem te spelen. Dat betekent dat je 1
doelverdediger, 4 verdedigers, 3 middenvelders en 3 aanvallers hebt. Hoeveel
mogelijkheden zijn er voor het samenstellen van de elftal .
doelman verdediger middenvelders aanvallers
3
(1 )

(
6
4)

(
7
3)

(
5
3)
=
3 
15
 35

10 = 15750 mogelijkheden
b. De geselecteerde middenvelders kunnen ook als verdediger spelen. Hoeveel
mogelijkheden zijn er nu voor het samenstellen van de elftal met het 4-3-3 systeem?
Kies eerst de de middenvelders.
v ma
doelman verdediger middenvelders aanvallers

52. Klas 4 vwo wiskunde a h1: product en som regel bij combinatie deel 2
Op 1. Voor het WK (wereldkampioenschap) voetbal beschikt de bondcoach over 3
doelverdedigers, 6 verdedigers, 7 middenvelders en 5 aanvallers.
a. De bondcoach besluit om volgens het 4-3-3 systeem te spelen. Dat betekent dat je 1
doelverdediger, 4 verdedigers, 3 middenvelders en 3 aanvallers hebt. Hoeveel
mogelijkheden zijn er voor het samenstellen van de elftal .
doelman verdediger middenvelders aanvallers
3
(1 )

(
6
4)

(
7
3)

(
5
3)
=
3 
15
 35

10 = 15750 mogelijkheden
b. De geselecteerde middenvelders kunnen ook als verdediger spelen. Hoeveel
mogelijkheden zijn er nu voor het samenstellen van de elftal met het 4-3-3 systeem?
Kies eerst de de middenvelders.
v ma
doelman verdediger middenvelders aanvallers
( )  ( ) 
( )

( )=

53. Klas 4 vwo wiskunde a h1: product en som regel bij combinatie deel 2
Op 1. Voor het WK (wereldkampioenschap) voetbal beschikt de bondcoach over 3
doelverdedigers, 6 verdedigers, 7 middenvelders en 5 aanvallers.
a. De bondcoach besluit om volgens het 4-3-3 systeem te spelen. Dat betekent dat je 1
doelverdediger, 4 verdedigers, 3 middenvelders en 3 aanvallers hebt. Hoeveel
mogelijkheden zijn er voor het samenstellen van de elftal .
doelman verdediger middenvelders aanvallers
3
(1 )

(
6
4)

(
7
3)

(
5
3)
=
3 
15
 35

10 = 15750 mogelijkheden
b. De geselecteerde middenvelders kunnen ook als verdediger spelen. Hoeveel
mogelijkheden zijn er nu voor het samenstellen van de elftal met het 4-3-3 systeem?
Kies eerst de de middenvelders.
v ma
doelman verdediger middenvelders aanvallers
( )  ( ) 
7
( 3)

( )=

54. Klas 4 vwo wiskunde a h1: product en som regel bij combinatie deel 2
Op 1. Voor het WK (wereldkampioenschap) voetbal beschikt de bondcoach over 3
doelverdedigers, 6 verdedigers, 7 middenvelders en 5 aanvallers.
a. De bondcoach besluit om volgens het 4-3-3 systeem te spelen. Dat betekent dat je 1
doelverdediger, 4 verdedigers, 3 middenvelders en 3 aanvallers hebt. Hoeveel
mogelijkheden zijn er voor het samenstellen van de elftal .
doelman verdediger middenvelders aanvallers
3
(1 )

(
6
4)

(
7
3)

(
5
3)
=
3 
15
 35

10 = 15750 mogelijkheden
b. De geselecteerde middenvelders kunnen ook als verdediger spelen. Hoeveel
mogelijkheden zijn er nu voor het samenstellen van de elftal met het 4-3-3 systeem?
Kies eerst de de middenvelders.
v ma
doelman verdediger middenvelders aanvallers
10
( )  (4 ) 
7
( 3)

( )=

55. Klas 4 vwo wiskunde a h1: product en som regel bij combinatie deel 2
Op 1. Voor het WK (wereldkampioenschap) voetbal beschikt de bondcoach over 3
doelverdedigers, 6 verdedigers, 7 middenvelders en 5 aanvallers.
a. De bondcoach besluit om volgens het 4-3-3 systeem te spelen. Dat betekent dat je 1
doelverdediger, 4 verdedigers, 3 middenvelders en 3 aanvallers hebt. Hoeveel
mogelijkheden zijn er voor het samenstellen van de elftal .
doelman verdediger middenvelders aanvallers
3
(1 )

(
6
4)

(
7
3)

(
5
3)
=
3 
15
 35

10 = 15750 mogelijkheden
b. De geselecteerde middenvelders kunnen ook als verdediger spelen. Hoeveel
mogelijkheden zijn er nu voor het samenstellen van de elftal met het 4-3-3 systeem?
Kies eerst de de middenvelders.
v ma
doelman verdediger middenvelders aanvallers
3
10
(1)  (4 ) 
7
( 3)

( )=

56. Klas 4 vwo wiskunde a h1: product en som regel bij combinatie deel 2
Op 1. Voor het WK (wereldkampioenschap) voetbal beschikt de bondcoach over 3
doelverdedigers, 6 verdedigers, 7 middenvelders en 5 aanvallers.
a. De bondcoach besluit om volgens het 4-3-3 systeem te spelen. Dat betekent dat je 1
doelverdediger, 4 verdedigers, 3 middenvelders en 3 aanvallers hebt. Hoeveel
mogelijkheden zijn er voor het samenstellen van de elftal .
doelman verdediger middenvelders aanvallers
3
(1 )

(
6
4)

(
7
3)

(
5
3)
=
3 
15
 35

10 = 15750 mogelijkheden
b. De geselecteerde middenvelders kunnen ook als verdediger spelen. Hoeveel
mogelijkheden zijn er nu voor het samenstellen van de elftal met het 4-3-3 systeem?
Kies eerst de de middenvelders.
v ma
doelman verdediger middenvelders aanvallers
3
10
(1)  (4 ) 
7
( 3)

5
( 3) =

57. Klas 4 vwo wiskunde a h1: product en som regel bij combinatie deel 2
Op 1. Voor het WK (wereldkampioenschap) voetbal beschikt de bondcoach over 3
doelverdedigers, 6 verdedigers, 7 middenvelders en 5 aanvallers.
a. De bondcoach besluit om volgens het 4-3-3 systeem te spelen. Dat betekent dat je 1
doelverdediger, 4 verdedigers, 3 middenvelders en 3 aanvallers hebt. Hoeveel
mogelijkheden zijn er voor het samenstellen van de elftal .
doelman verdediger middenvelders aanvallers
3
(1 )

(
6
4)

(
7
3)

(
5
3)
=
3 
15
 35

10 = 15750 mogelijkheden
b. De geselecteerde middenvelders kunnen ook als verdediger spelen. Hoeveel
mogelijkheden zijn er nu voor het samenstellen van de elftal met het 4-3-3 systeem?
Kies eerst de de middenvelders.
v ma
doelman verdediger middenvelders aanvallers
3
10
7

 35

(1)  (4 ) 
3 
210
( 3)
5
( 3) =
10 = 220500

58. Klas 4 vwo wiskunde a h1: product en som regel bij combinatie deel 2
Regels voor combinatie nCr
(
n
a)
= (
)
( ) =
( )=

59. Klas 4 vwo wiskunde a h1: product en som regel bij combinatie deel 2
Regels voor combinatie nCr
(
n
a)
=
n
( n−a)
( ) =
( )=

60. Klas 4 vwo wiskunde a h1: product en som regel bij combinatie deel 2
Regels voor combinatie nCr
(
n
a)
=
n
( n−a)
n
(1)
=
( )=

61. Klas 4 vwo wiskunde a h1: product en som regel bij combinatie deel 2
Regels voor combinatie nCr
(
n
a)
=
n
( n−a)
n
(1)
=n
( )=

62. Klas 4 vwo wiskunde a h1: product en som regel bij combinatie deel 2
Regels voor combinatie nCr
(
n
a)
=
n
( n−a)
n
(1)
=n
n
0
( )=

63. Klas 4 vwo wiskunde a h1: product en som regel bij combinatie deel 2
Regels voor combinatie nCr
(
n
a)
=
n
( n−a)
n
(1)
=n
n
0
( ) =1

64. Klas 4 vwo wiskunde a h1: product en som regel bij combinatie deel 2
Regels voor combinatie nCr
(
n
a)
=
n
( n−a)
n
(1)
=n
Regels voor combinatie nCr
n
0
( ) =1
neem n = 5 en a=3

65. Klas 4 vwo wiskunde a h1: product en som regel bij combinatie deel 2
Regels voor combinatie nCr
(
n
a)
=
n
( n−a)
n
(1)
=n
Regels voor combinatie nCr
(
5
3)
= (
)
( ) =
n
0
( ) =1
neem n = 5 en a=3
( )=

66. Klas 4 vwo wiskunde a h1: product en som regel bij combinatie deel 2
Regels voor combinatie nCr
(
n
a)
=
n
( n−a)
n
(1)
=n
Regels voor combinatie nCr
5
( 3)
10
= (
)
( ) =
n
0
( ) =1
neem n = 5 en a=3
( )=

67. Klas 4 vwo wiskunde a h1: product en som regel bij combinatie deel 2
Regels voor combinatie nCr
(
n
a)
=
n
( n−a)
n
(1)
=n
Regels voor combinatie nCr
5
( 3)
10
=
5
( 2
10
)
( ) =
n
0
( ) =1
neem n = 5 en a=3
( )=

68. Klas 4 vwo wiskunde a h1: product en som regel bij combinatie deel 2
Regels voor combinatie nCr
(
n
a)
=
n
( n−a)
n
(1)
=n
Regels voor combinatie nCr
5
( 3)
10
=
5
( 2
10
)
5
(1
) =
n
0
( ) =1
neem n = 5 en a=3
( )=

69. Klas 4 vwo wiskunde a h1: product en som regel bij combinatie deel 2
Regels voor combinatie nCr
(
n
a)
=
n
( n−a)
n
(1)
=n
Regels voor combinatie nCr
5
( 3)
10
=
5
( 2
10
)
5
(1
) =5
n
0
( ) =1
neem n = 5 en a=3
( )=

70. Klas 4 vwo wiskunde a h1: product en som regel bij combinatie deel 2
Regels voor combinatie nCr
(
n
a)
=
n
( n−a)
n
(1)
=n
Regels voor combinatie nCr
5
( 3)
10
=
5
( 2
10
)
5
(1
) =5
n
0
( ) =1
neem n = 5 en a=3
5
(0
)=

71. Klas 4 vwo wiskunde a h1: product en som regel bij combinatie deel 2
Regels voor combinatie nCr
(
n
a)
=
n
( n−a)
n
(1)
=n
Regels voor combinatie nCr
5
( 3)
10
=
5
( 2
10
)
5
(1
) =5
n
0
( ) =1
neem n = 5 en a=3
5
(0
) =1

72. Klas 4 vwo wiskunde a h1: product en som regel bij combinatie deel 2
Regels voor combinatie nCr
(
n
a)
=
n
( n−a)
n
(1)
=n
n
0
( ) =1
deze regel toepassen
bij de volgend regels levert
Regels voor combinatie nCr
5
( 3)
10
=
5
( 2
10
)
5
(1
) =5
neem n = 5 en a=3
5
(0
) =1

73. Klas 4 vwo wiskunde a h1: product en som regel bij combinatie deel 2
Regels voor combinatie nCr
(
n
a)
=
n
( n−a)
deze regel toepassen
bij de volgend regels levert
n
(1)
=n
=
5
( 2
10
)
( ) =1
( ) =n
Regels voor combinatie nCr
5
( 3)
10
n
0
5
(1
) =5
neem n = 5 en a=3
5
(0
) =1

74. Klas 4 vwo wiskunde a h1: product en som regel bij combinatie deel 2
Regels voor combinatie nCr
(
n
a)
=
n
( n−a)
deze regel toepassen
bij de volgend regels levert
n
(1) = n
n
(n−1) = n
Regels voor combinatie nCr
5
( 3)
10
=
5
( 2
10
)
5
(1
) =5
n
0
( ) =1
neem n = 5 en a=3
5
(0
) =1

75. Klas 4 vwo wiskunde a h1: product en som regel bij combinatie deel 2
Regels voor combinatie nCr
(
n
a)
=
n
( n−a)
deze regel toepassen
bij de volgend regels levert
n
(1) = n
n
(n−1) = n
Regels voor combinatie nCr
5
( 3)
10
=
5
( 2
10
)
5
(1
) =5
( ) =5
n
0
( ) =1
neem n = 5 en a=3
5
(0
) =1

76. Klas 4 vwo wiskunde a h1: product en som regel bij combinatie deel 2
Regels voor combinatie nCr
(
n
a)
=
n
( n−a)
deze regel toepassen
bij de volgend regels levert
n
(1) = n
n
(n−1) = n
Regels voor combinatie nCr
5
( 3)
10
=
5
( 2
10
)
5
(1 )
(5 )
4
n
0
( ) =1
neem n = 5 en a=3
=5
=5
5
(0
) =1

77. Klas 4 vwo wiskunde a h1: product en som regel bij combinatie deel 2
Regels voor combinatie nCr
(
n
a)
=
n
( n−a)
deze regel toepassen
bij de volgend regels levert
n
(1) = n
n
(n−1) = n
Regels voor combinatie nCr
5
( 3)
10
=
5
( 2
10
)
5
(1 )
(5 )
4
n
0
( ) =1
( ) =1
neem n = 5 en a=3
=5
=5
5
(0
) =1

78. Klas 4 vwo wiskunde a h1: product en som regel bij combinatie deel 2
Regels voor combinatie nCr
(
n
a)
=
n
( n−a)
deze regel toepassen
bij de volgend regels levert
n
(1) = n
n
(n−1) = n
Regels voor combinatie nCr
5
( 3)
10
=
5
( 2
10
)
5
(1 )
(5 )
4
n
(0
n
(n
) =1
) =1
neem n = 5 en a=3
=5
=5
5
(0
) =1

79. Klas 4 vwo wiskunde a h1: product en som regel bij combinatie deel 2
Regels voor combinatie nCr
(
n
a)
=
n
( n−a)
deze regel toepassen
bij de volgend regels levert
n
(1) = n
n
(n−1) = n
Regels voor combinatie nCr
5
( 3)
10
=
5
( 2
10
)
5
(1 )
(5 )
4
n
(0
n
(n
) =1
) =1
neem n = 5 en a=3
=5
=5
5
(0
) =1
( ) =1

80. Klas 4 vwo wiskunde a h1: product en som regel bij combinatie deel 2
Regels voor combinatie nCr
(
n
a)
=
n
( n−a)
deze regel toepassen
bij de volgend regels levert
n
(1) = n
n
(n−1) = n
Regels voor combinatie nCr
5
( 3)
10
=
5
( 2
10
)
5
(1 )
(5 )
4
n
(0
n
(n
) =1
) =1
neem n = 5 en a=3
=5
=5
5
(0
(5
5
) =1
) =1