SlideShare a Scribd company logo
1 of 44
Klas 3

h4: Berekening procent, toenamen/afname in procenten en totaal
Klas 3

h4: Berekening procent, toenamen/afname in procenten en totaal

Op 1. In klas 3 vwo zitten 31 leerlingen. 7 daarvan zitten op voetbal. Hoeveel % is dat?
Klas 3

h4: Berekening procent, toenamen/afname in procenten en totaal

Op 1. In klas 3 vwo zitten 31 leerlingen. 7 daarvan zitten op voetbal. Hoeveel % is dat?

Procent = deel/ totaal100
Klas 3

h4: Berekening procent, toenamen/afname in procenten en totaal

Op 1. In klas 3 vwo zitten 31 leerlingen. 7 daarvan zitten op voetbal. Hoeveel % is dat?

Procent = deel/ totaal100

7/31 100 ≈22,6%

Procent altijd afronden
op 1 decimaal, tenzij
anders wordt gevraagd
Klas 3

h4: Berekening procent, toenamen/afname in procenten en totaal

Op 1. In klas 3 vwo zitten 31 leerlingen. 7 daarvan zitten op voetbal. Hoeveel % is dat?

Procent = deel/ totaal100

7/31 100 ≈22,6%

Procent altijd afronden
op 1 decimaal, tenzij
anders wordt gevraagd

Op 2. Een ring kost € 90 in 2010. Door de toenemende prijzen van edelmetalen kost
de ring € 107 in 2011. Bereken de toename in %.
Klas 3

h4: Berekening procent, toenamen/afname in procenten en totaal

Op 1. In klas 3 vwo zitten 31 leerlingen. 7 daarvan zitten op voetbal. Hoeveel % is dat?

Procent = deel/ totaal100

7/31 100 ≈22,6%

Procent altijd afronden
op 1 decimaal, tenzij
anders wordt gevraagd

Op 2. Een ring kost € 90 in 2010. Door de toenemende prijzen van edelmetalen kost
de ring € 107 in 2011. Bereken de toename in %.

Procentuele toename/afname = (nieuw – oud)/oud 100
Klas 3

h4: Berekening procent, toenamen/afname in procenten en totaal

Op 1. In klas 3 vwo zitten 31 leerlingen. 7 daarvan zitten op voetbal. Hoeveel % is dat?

Procent = deel/ totaal100

7/31 100 ≈22,6%

Procent altijd afronden
op 1 decimaal, tenzij
anders wordt gevraagd

Op 2. Een ring kost € 90 in 2010. Door de toenemende prijzen van edelmetalen kost
de ring € 107 in 2011. Bereken de toename in %.

Procentuele toename/afname = (nieuw – oud)/oud 100
Procentuele toename/afname = (107 –90) :
Klas 3

h4: Berekening procent, toenamen/afname in procenten en totaal

Op 1. In klas 3 vwo zitten 31 leerlingen. 7 daarvan zitten op voetbal. Hoeveel % is dat?

Procent = deel/ totaal100

7/31 100 ≈22,6%

Procent altijd afronden
op 1 decimaal, tenzij
anders wordt gevraagd

Op 2. Een ring kost € 90 in 2010. Door de toenemende prijzen van edelmetalen kost
de ring € 107 in 2011. Bereken de toename in %.

Procentuele toename/afname = (nieuw – oud)/oud 100
Procentuele toename/afname = (107 –90) : 90 100 =
Klas 3

h4: Berekening procent, toenamen/afname in procenten en totaal

Op 1. In klas 3 vwo zitten 31 leerlingen. 7 daarvan zitten op voetbal. Hoeveel % is dat?

Procent = deel/ totaal100

7/31 100 ≈22,6%

Procent altijd afronden
op 1 decimaal, tenzij
anders wordt gevraagd

Op 2. Een ring kost € 90 in 2010. Door de toenemende prijzen van edelmetalen kost de
ring € 107 in 2011. Bereken de toename in %.

Procentuele toename/afname = (nieuw – oud)/oud 100
Procentuele toename/afname = (107 –90) : 90 100 = 18,9% Dus de toename is 18,9%
Klas 3

h4: Berekening procent, toenamen/afname in procenten en totaal

Op 1. In klas 3 vwo zitten 31 leerlingen. 7 daarvan zitten op voetbal. Hoeveel % is dat?

Procent = deel/ totaal100

7/31 100 ≈22,6%

Procent altijd afronden
op 1 decimaal, tenzij
anders wordt gevraagd

Op 2. Een ring kost € 90 in 2010. Door de toenemende prijzen van edelmetalen kost de
ring € 107 in 2011. Bereken de toename in %.

Procentuele toename/afname = (nieuw – oud)/oud 100
Procentuele toename/afname = (107 –90) : 90 100 = 18,9% Dus de toename is 18,9%

Op 3. Alex koopt een tas van € 45. Tot zijn verbazing hoeft Alex alleen maar €38 te
betalen omdat er korting op de tas zit. Bereken hoeveel korting op de tas zit.
Klas 3

h4: Berekening procent, toenamen/afname in procenten en totaal

Op 1. In klas 3 vwo zitten 31 leerlingen. 7 daarvan zitten op voetbal. Hoeveel % is dat?

Procent = deel/ totaal100

7/31 100 ≈22,6%

Procent altijd afronden
op 1 decimaal, tenzij
anders wordt gevraagd

Op 2. Een ring kost € 90 in 2010. Door de toenemende prijzen van edelmetalen kost de
ring € 107 in 2011. Bereken de toename in %.

Procentuele toename/afname = (nieuw – oud)/oud 100
Procentuele toename/afname = (107 –90) : 90 100 = 18,9% Dus de toename is 18,9%

Op 3. Alex koopt een tas van € 45. Tot zijn verbazing hoeft Alex alleen maar €38 te
betalen omdat er korting op de tas zit. Bereken hoeveel korting op de tas zit.
Procentuele toename/afname = (38–45) : 45 100 = –15,6%
Dus de korting is 15,6%
Klas 3

h4: Berekening procent, toenamen/afname in procenten en totaal

Op 3.Een horloge kost € 150 in 2010. De prijs neemt met 13% toe in 2011, maar
neemt daarna met 13% af in 2012.
a) Is de prijs in 2012 gestegen, gedaald of gelijk gebleven ten opzichte van 2000?
Klas 3

h4: Berekening procent, toenamen/afname in procenten en totaal

Op 3.Een horloge kost € 150 in 2010. De prijs neemt met 13% toe in 2011, maar
neemt daarna met 13% af in 2012.
a) Is de prijs in 2012 gestegen, gedaald of gelijk gebleven ten opzichte van 2000?
2010

2011

2012
Klas 3

h4: Berekening procent, toenamen/afname in procenten en totaal

Op 3.Een horloge kost € 150 in 2010. De prijs neemt met 13% toe in 2011, maar
neemt daarna met 13% af in 2012.
a) Is de prijs in 2012 gestegen, gedaald of gelijk gebleven ten opzichte van 2000?
2010

€ 150

2011

2012
Klas 3

h4: Berekening procent, toenamen/afname in procenten en totaal

Op 3.Een horloge kost € 150 in 2010. De prijs neemt met 13% toe in 2011, maar
neemt daarna met 13% af in 2012.
a) Is de prijs in 2012 gestegen, gedaald of gelijk gebleven ten opzichte van 2000?
2010

2011
1,13

€ 150

€ 169,5

2012
Klas 3

h4: Berekening procent, toenamen/afname in procenten en totaal

Op 3.Een horloge kost € 150 in 2010. De prijs neemt met 13% toe in 2011, maar
neemt daarna met 13% af in 2012.
a) Is de prijs in 2012 gestegen, gedaald of gelijk gebleven ten opzichte van 2000?
2010

2011
1,13

€ 150

€ 169,5

2012
0,87

€ 147,47
Klas 3

h4: Berekening procent, toenamen/afname in procenten en totaal

Op 3.Een horloge kost € 150 in 2010. De prijs neemt met 13% toe in 2011, maar
neemt daarna met 13% af in 2012.
a) Is de prijs in 2012 gestegen, gedaald of gelijk gebleven ten opzichte van 2000?
2010

2011
1,13

€ 150

€ 169,5

2012
0,87

€ 147,47

Dus de prijs is gedaald in 2012
ten opzichte van 2000
Klas 3

h4: Berekening procent, toenamen/afname in procenten en totaal

Op 3.Een horloge kost € 150 in 2010. De prijs neemt met 13% toe in 2011, maar
neemt daarna met 13% af in 2012.
a) Is de prijs in 2012 gestegen, gedaald of gelijk gebleven ten opzichte van 2000?
2010

2011
1,13

€ 150

€ 169,5

2012
0,87

Dus de prijs is gedaald in 2012
ten opzichte van 2000

€ 147,47

Op 4.Een ring kost € 80 in 2010. De prijs neemt met 5% toe in 2011, en neemt daarna
nog een keer toe met 10% in 2012. Bereken de toename in procenten tussen 2010 en
2012.
Klas 3

h4: Berekening procent, toenamen/afname in procenten en totaal

Op 3.Een horloge kost € 150 in 2010. De prijs neemt met 13% toe in 2011, maar
neemt daarna met 13% af in 2012.
a) Is de prijs in 2012 gestegen, gedaald of gelijk gebleven ten opzichte van 2000?
2010

2011
1,13

€ 150

2012
0,87

€ 169,5

Dus de prijs is gedaald in 2012
ten opzichte van 2000

€ 147,47

Op 4.Een ring kost € 80 in 2010. De prijs neemt met 5% toe in 2011, en neemt daarna
nog een keer toe met 10% in 2012. Bereken de toename in procenten tussen 2010 en
2012.

2010

2011

2012
Klas 3

h4: Berekening procent, toenamen/afname in procenten en totaal

Op 3.Een horloge kost € 150 in 2010. De prijs neemt met 13% toe in 2011, maar
neemt daarna met 13% af in 2012.
a) Is de prijs in 2012 gestegen, gedaald of gelijk gebleven ten opzichte van 2000?
2010

2011
1,13

€ 150

2012
0,87

€ 169,5

Dus de prijs is gedaald in 2012
ten opzichte van 2000

€ 147,47

Op 4.Een ring kost € 80 in 2010. De prijs neemt met 5% toe in 2011, en neemt daarna
nog een keer toe met 10% in 2012. Bereken de toename in procenten tussen 2010 en
2012.

2010

€ 80

2011

2012
Klas 3

h4: Berekening procent, toenamen/afname in procenten en totaal

Op 3.Een horloge kost € 150 in 2010. De prijs neemt met 13% toe in 2011, maar
neemt daarna met 13% af in 2012.
a) Is de prijs in 2012 gestegen, gedaald of gelijk gebleven ten opzichte van 2000?
2010

2011
1,13

€ 150

2012
0,87

€ 169,5

Dus de prijs is gedaald in 2012
ten opzichte van 2000

€ 147,47

Op 4.Een ring kost € 80 in 2010. De prijs neemt met 5% toe in 2011, en neemt daarna
nog een keer toe met 10% in 2012. Bereken de toename in procenten tussen 2010 en
2012.

2010

2011
1,05

€ 80

2012
Klas 3

h4: Berekening procent, toenamen/afname in procenten en totaal

Op 3.Een horloge kost € 150 in 2010. De prijs neemt met 13% toe in 2011, maar
neemt daarna met 13% af in 2012.
a) Is de prijs in 2012 gestegen, gedaald of gelijk gebleven ten opzichte van 2000?
2010

2011
1,13

€ 150

2012
0,87

€ 169,5

Dus de prijs is gedaald in 2012
ten opzichte van 2000

€ 147,47

Op 4.Een ring kost € 80 in 2010. De prijs neemt met 5% toe in 2011, en neemt daarna
nog een keer toe met 10% in 2012. Bereken de toename in procenten tussen 2010 en
2012.

2010

2011
1,05

€ 80

2012
1,10
€ 92,4
Klas 3

h4: Berekening procent, toenamen/afname in procenten en totaal

Op 3.Een horloge kost € 150 in 2010. De prijs neemt met 13% toe in 2011, maar
neemt daarna met 13% af in 2012.
a) Is de prijs in 2012 gestegen, gedaald of gelijk gebleven ten opzichte van 2000?
2010

2011
1,13

€ 150

2012
0,87

€ 169,5

Dus de prijs is gedaald in 2012
ten opzichte van 2000

€ 147,47

Op 4.Een ring kost € 80 in 2010. De prijs neemt met 5% toe in 2011, en neemt daarna
nog een keer toe met 10% in 2012. Bereken de toename in procenten tussen 2010 en
2012.

2010

2011
1,05

€ 80

2012
1,10
€ 92,4
Klas 3

h4: Berekening procent, toenamen/afname in procenten en totaal

Op 3.Een horloge kost € 150 in 2010. De prijs neemt met 13% toe in 2011, maar
neemt daarna met 13% af in 2012.
a) Is de prijs in 2012 gestegen, gedaald of gelijk gebleven ten opzichte van 2000?
2010

2011
1,13

€ 150

2012
0,87

€ 169,5

Dus de prijs is gedaald in 2012
ten opzichte van 2000

€ 147,47

Op 4.Een ring kost € 80 in 2010. De prijs neemt met 5% toe in 2011, en neemt daarna
nog een keer toe met 10% in 2012. Bereken de toename in procenten tussen 2010 en
2012.

2010

2011
1,05

€ 80

2012
1,10
€ 92,4
Klas 3

h4: Berekening procent, toenamen/afname in procenten en totaal

Op 3.Een horloge kost € 150 in 2010. De prijs neemt met 13% toe in 2011, maar
neemt daarna met 13% af in 2012.
a) Is de prijs in 2012 gestegen, gedaald of gelijk gebleven ten opzichte van 2000?
2010

2011
1,13

€ 150

2012
0,87

€ 169,5

Dus de prijs is gedaald in 2012
ten opzichte van 2000

€ 147,47

Op 4.Een ring kost € 80 in 2010. De prijs neemt met 5% toe in 2011, en neemt daarna
nog een keer toe met 10% in 2012. Bereken de toename in procenten tussen 2010 en
2012. Procentuele toename/afname = (92,4 –80) : 80 100 = 15,5%

2010

2011
1,05

€ 80

2012
1,10
€ 92,4

Dus de toename 15,5%
Klas 3

h4: Berekening procent, toenamen/afname in procenten en totaal

Op 3.Een horloge kost € 150 in 2010. De prijs neemt met 13% toe in 2011, maar
neemt daarna met 13% af in 2012.
a) Is de prijs in 2012 gestegen, gedaald of gelijk gebleven ten opzichte van 2000?
2010

2011
1,13

€ 150

2012
0,87

€ 169,5

Dus de prijs is gedaald in 2012
ten opzichte van 2000

€ 147,47

Op 4.Een ring kost € 80 in 2010. De prijs neemt met 5% toe in 2011, en neemt daarna
nog een keer toe met 10% in 2012. Bereken de toename in procenten tussen 2010 en
2012. Procentuele toename/afname = (92,4 –80) : 80 100 = 15,5%

2010

2011
1,05

€ 80

2012
1,10
€ 92,4

Dus de toename 15,5%
= 1,155
Klas 3

h4: Berekening procent, toenamen/afname in procenten en totaal

Op 3.Een horloge kost € 150 in 2010. De prijs neemt met 13% toe in 2011, maar
neemt daarna met 13% af in 2012.
a) Is de prijs in 2012 gestegen, gedaald of gelijk gebleven ten opzichte van 2000?
2010

2011
1,13

€ 150

2012
0,87

€ 169,5

Dus de prijs is gedaald in 2012
ten opzichte van 2000

€ 147,47

Op 4.Een ring kost € 80 in 2010. De prijs neemt met 5% toe in 2011, en neemt daarna
nog een keer toe met 10% in 2012. Bereken de toename in procenten tussen 2010 en
2012. Procentuele toename/afname = (92,4 –80) : 80 100 = 15,5%

2010

2011
1,05

€ 80

2012
1,10
€ 92,4

Dus de toename 15,5%
= 1,155 Dus de toename 15,5%
Klas 3

h4: Berekening procent, toenamen/afname in procenten en totaal

Op 5. Op de middelbare school ATC zitten 189 leerlingen in de brugklas. Dat is 21%
van het totaal aantal leerlingen. Bereken het totale aantal leerlingen van de school
Klas 3

h4: Berekening procent, toenamen/afname in procenten en totaal

Op 5. Op de middelbare school ATC zitten 189 leerlingen in de brugklas. Dat is 21%
van het totaal aantal leerlingen. Bereken het totale aantal leerlingen van de school
Manier I
Klas 3

h4: Berekening procent, toenamen/afname in procenten en totaal

Op 5. Op de middelbare school ATC zitten 189 leerlingen in de brugklas. Dat is 21%
van het totaal aantal leerlingen. Bereken het totale aantal leerlingen van de school
Manier I

Totaal

deel
Klas 3

h4: Berekening procent, toenamen/afname in procenten en totaal

Op 5. Op de middelbare school ATC zitten 189 leerlingen in de brugklas. Dat is 21%
van het totaal aantal leerlingen. Bereken het totale aantal leerlingen van de school
Manier I

Totaal

189
deel
Klas 3

h4: Berekening procent, toenamen/afname in procenten en totaal

Op 5. Op de middelbare school ATC zitten 189 leerlingen in de brugklas. Dat is 21%
van het totaal aantal leerlingen. Bereken het totale aantal leerlingen van de school
Manier I
0,21
Totaal

189
deel
Klas 3

h4: Berekening procent, toenamen/afname in procenten en totaal

Op 5. Op de middelbare school ATC zitten 189 leerlingen in de brugklas. Dat is 21%
van het totaal aantal leerlingen. Bereken het totale aantal leerlingen van de school
Manier I
0,21
189
deel

Totaal
: 0,21
Klas 3

h4: Berekening procent, toenamen/afname in procenten en totaal

Op 5. Op de middelbare school ATC zitten 189 leerlingen in de brugklas. Dat is 21%
van het totaal aantal leerlingen. Bereken het totale aantal leerlingen van de school
Manier I
0,21
900
Totaal

189
deel
: 0,21
Klas 3

h4: Berekening procent, toenamen/afname in procenten en totaal

Op 5. Op de middelbare school ATC zitten 189 leerlingen in de brugklas. Dat is 21%
van het totaal aantal leerlingen. Bereken het totale aantal leerlingen van de school
Manier I
0,21
900
Totaal

189
deel
: 0,21

Manier II

100%

1%

21%
Klas 3

h4: Berekening procent, toenamen/afname in procenten en totaal

Op 5. Op de middelbare school ATC zitten 189 leerlingen in de brugklas. Dat is 21%
van het totaal aantal leerlingen. Bereken het totale aantal leerlingen van de school
Manier I
0,21
900
Totaal

189
deel
: 0,21

Manier II
189

100%

1%

21%
Klas 3

h4: Berekening procent, toenamen/afname in procenten en totaal

Op 5. Op de middelbare school ATC zitten 189 leerlingen in de brugklas. Dat is 21%
van het totaal aantal leerlingen. Bereken het totale aantal leerlingen van de school
Manier I
0,21
900
Totaal

189
deel
: 0,21

Manier II

: 21
9

100%

189

1%

21%
: 21
Klas 3

h4: Berekening procent, toenamen/afname in procenten en totaal

Op 5. Op de middelbare school ATC zitten 189 leerlingen in de brugklas. Dat is 21%
van het totaal aantal leerlingen. Bereken het totale aantal leerlingen van de school
Manier I
0,21
900
Totaal

189
deel
: 0,21

Manier II
100

: 21

900

9

189

100%

1%

21%

100

: 21
Klas 3

h4: Berekening procent, toenamen/afname in procenten en totaal

Op 5. Op de middelbare school ATC zitten 189 leerlingen in de brugklas. Dat is 21%
van het totaal aantal leerlingen. Bereken het totale aantal leerlingen van de school
Manier I

Manier III
0,21

900
Totaal

100%

189
deel
: 0,21

Manier II
100

: 21

900

9

189

100%

1%

21%

100

: 21

21%
Klas 3

h4: Berekening procent, toenamen/afname in procenten en totaal

Op 5. Op de middelbare school ATC zitten 189 leerlingen in de brugklas. Dat is 21%
van het totaal aantal leerlingen. Bereken het totale aantal leerlingen van de school
Manier I

189

Manier III
0,21

900
Totaal

100%

189
deel
: 0,21

Manier II
100

: 21

900

9

189

100%

1%

21%

100

: 21

21%
Klas 3

h4: Berekening procent, toenamen/afname in procenten en totaal

Op 5. Op de middelbare school ATC zitten 189 leerlingen in de brugklas. Dat is 21%
van het totaal aantal leerlingen. Bereken het totale aantal leerlingen van de school
Manier I

Manier III
0,21

900
Totaal

100%

189
deel
: 0,21

Manier II
100

: 21

900

9

189

100%

1%

21%

100

totaal

: 21

189
21%
Klas 3

h4: Berekening procent, toenamen/afname in procenten en totaal

Op 5. Op de middelbare school ATC zitten 189 leerlingen in de brugklas. Dat is 21%
van het totaal aantal leerlingen. Bereken het totale aantal leerlingen van de school
Manier I

Manier III
0,21

900
Totaal

100%

189
deel

Kruisproduct geeft

: 0,21
Manier II
100

: 21

900

9

189

100%

1%

21%

100

totaal

: 21

189
21%
Klas 3

h4: Berekening procent, toenamen/afname in procenten en totaal

Op 5. Op de middelbare school ATC zitten 189 leerlingen in de brugklas. Dat is 21%
van het totaal aantal leerlingen. Bereken het totale aantal leerlingen van de school
Manier I

Manier III
0,21

900
Totaal

100%

189
deel

Kruisproduct geeft

: 0,21
Manier II
100

21totaal = 100189
21totaal = 18900

: 21

900

9

189

100%

1%

21%

100

totaal

: 21

189
21%
Klas 3

h4: Berekening procent, toenamen/afname in procenten en totaal

Op 5. Op de middelbare school ATC zitten 189 leerlingen in de brugklas. Dat is 21%
van het totaal aantal leerlingen. Bereken het totale aantal leerlingen van de school
Manier I

Manier III
0,21

900
Totaal

100%

189
deel

21%

21totaal = 100189
21totaal = 18900

: 21
totaal = 18900: 21 = 900

900

9

189

100%

1%

21%

100

189

Kruisproduct geeft

: 0,21
Manier II
100

totaal

: 21

Dus totaal = 900 leerlingen

More Related Content

More from Muhtadi Al-Awwadi

More from Muhtadi Al-Awwadi (20)

Oppervlakte driehoeken
Oppervlakte driehoekenOppervlakte driehoeken
Oppervlakte driehoeken
 
2vvergrotingsfactork
2vvergrotingsfactork2vvergrotingsfactork
2vvergrotingsfactork
 
4vatoepassingenmachtenenwortels
4vatoepassingenmachtenenwortels4vatoepassingenmachtenenwortels
4vatoepassingenmachtenenwortels
 
3vexponetielegroeideel1
3vexponetielegroeideel13vexponetielegroeideel1
3vexponetielegroeideel1
 
Boxplot1.1
Boxplot1.1Boxplot1.1
Boxplot1.1
 
perspectief tekenen Balk onder de horizon
perspectief tekenen Balk onder de horizonperspectief tekenen Balk onder de horizon
perspectief tekenen Balk onder de horizon
 
2vsamenvattingkwadratischeformules
2vsamenvattingkwadratischeformules2vsamenvattingkwadratischeformules
2vsamenvattingkwadratischeformules
 
2vsamenvattinghaakjeswegwerken
2vsamenvattinghaakjeswegwerken2vsamenvattinghaakjeswegwerken
2vsamenvattinghaakjeswegwerken
 
2vsamenvattingwortelsherleiden
2vsamenvattingwortelsherleiden2vsamenvattingwortelsherleiden
2vsamenvattingwortelsherleiden
 
1vsamenvattingherleiden
1vsamenvattingherleiden1vsamenvattingherleiden
1vsamenvattingherleiden
 
1vrekenregelsennegatievegetallen
1vrekenregelsennegatievegetallen1vrekenregelsennegatievegetallen
1vrekenregelsennegatievegetallen
 
V4ax^n
V4ax^nV4ax^n
V4ax^n
 
4vaexponetielegroeideel1
4vaexponetielegroeideel14vaexponetielegroeideel1
4vaexponetielegroeideel1
 
Oefening assenstelsel
Oefening assenstelselOefening assenstelsel
Oefening assenstelsel
 
4vamachtenenwortels
4vamachtenenwortels4vamachtenenwortels
4vamachtenenwortels
 
4vaherleidenenmachten
4vaherleidenenmachten4vaherleidenenmachten
4vaherleidenenmachten
 
3vherhalinggelijkvormigheid1.1
3vherhalinggelijkvormigheid1.13vherhalinggelijkvormigheid1.1
3vherhalinggelijkvormigheid1.1
 
Oppervlakte eenheden
Oppervlakte eenhedenOppervlakte eenheden
Oppervlakte eenheden
 
3vhoekenin3d
3vhoekenin3d3vhoekenin3d
3vhoekenin3d
 
2vtoepassingenkwadratischevergelijkingen
2vtoepassingenkwadratischevergelijkingen2vtoepassingenkwadratischevergelijkingen
2vtoepassingenkwadratischevergelijkingen
 

3vprocentendeel3procentenentoenamentotaal1.1

  • 1. Klas 3 h4: Berekening procent, toenamen/afname in procenten en totaal
  • 2. Klas 3 h4: Berekening procent, toenamen/afname in procenten en totaal Op 1. In klas 3 vwo zitten 31 leerlingen. 7 daarvan zitten op voetbal. Hoeveel % is dat?
  • 3. Klas 3 h4: Berekening procent, toenamen/afname in procenten en totaal Op 1. In klas 3 vwo zitten 31 leerlingen. 7 daarvan zitten op voetbal. Hoeveel % is dat? Procent = deel/ totaal100
  • 4. Klas 3 h4: Berekening procent, toenamen/afname in procenten en totaal Op 1. In klas 3 vwo zitten 31 leerlingen. 7 daarvan zitten op voetbal. Hoeveel % is dat? Procent = deel/ totaal100 7/31 100 ≈22,6% Procent altijd afronden op 1 decimaal, tenzij anders wordt gevraagd
  • 5. Klas 3 h4: Berekening procent, toenamen/afname in procenten en totaal Op 1. In klas 3 vwo zitten 31 leerlingen. 7 daarvan zitten op voetbal. Hoeveel % is dat? Procent = deel/ totaal100 7/31 100 ≈22,6% Procent altijd afronden op 1 decimaal, tenzij anders wordt gevraagd Op 2. Een ring kost € 90 in 2010. Door de toenemende prijzen van edelmetalen kost de ring € 107 in 2011. Bereken de toename in %.
  • 6. Klas 3 h4: Berekening procent, toenamen/afname in procenten en totaal Op 1. In klas 3 vwo zitten 31 leerlingen. 7 daarvan zitten op voetbal. Hoeveel % is dat? Procent = deel/ totaal100 7/31 100 ≈22,6% Procent altijd afronden op 1 decimaal, tenzij anders wordt gevraagd Op 2. Een ring kost € 90 in 2010. Door de toenemende prijzen van edelmetalen kost de ring € 107 in 2011. Bereken de toename in %. Procentuele toename/afname = (nieuw – oud)/oud 100
  • 7. Klas 3 h4: Berekening procent, toenamen/afname in procenten en totaal Op 1. In klas 3 vwo zitten 31 leerlingen. 7 daarvan zitten op voetbal. Hoeveel % is dat? Procent = deel/ totaal100 7/31 100 ≈22,6% Procent altijd afronden op 1 decimaal, tenzij anders wordt gevraagd Op 2. Een ring kost € 90 in 2010. Door de toenemende prijzen van edelmetalen kost de ring € 107 in 2011. Bereken de toename in %. Procentuele toename/afname = (nieuw – oud)/oud 100 Procentuele toename/afname = (107 –90) :
  • 8. Klas 3 h4: Berekening procent, toenamen/afname in procenten en totaal Op 1. In klas 3 vwo zitten 31 leerlingen. 7 daarvan zitten op voetbal. Hoeveel % is dat? Procent = deel/ totaal100 7/31 100 ≈22,6% Procent altijd afronden op 1 decimaal, tenzij anders wordt gevraagd Op 2. Een ring kost € 90 in 2010. Door de toenemende prijzen van edelmetalen kost de ring € 107 in 2011. Bereken de toename in %. Procentuele toename/afname = (nieuw – oud)/oud 100 Procentuele toename/afname = (107 –90) : 90 100 =
  • 9. Klas 3 h4: Berekening procent, toenamen/afname in procenten en totaal Op 1. In klas 3 vwo zitten 31 leerlingen. 7 daarvan zitten op voetbal. Hoeveel % is dat? Procent = deel/ totaal100 7/31 100 ≈22,6% Procent altijd afronden op 1 decimaal, tenzij anders wordt gevraagd Op 2. Een ring kost € 90 in 2010. Door de toenemende prijzen van edelmetalen kost de ring € 107 in 2011. Bereken de toename in %. Procentuele toename/afname = (nieuw – oud)/oud 100 Procentuele toename/afname = (107 –90) : 90 100 = 18,9% Dus de toename is 18,9%
  • 10. Klas 3 h4: Berekening procent, toenamen/afname in procenten en totaal Op 1. In klas 3 vwo zitten 31 leerlingen. 7 daarvan zitten op voetbal. Hoeveel % is dat? Procent = deel/ totaal100 7/31 100 ≈22,6% Procent altijd afronden op 1 decimaal, tenzij anders wordt gevraagd Op 2. Een ring kost € 90 in 2010. Door de toenemende prijzen van edelmetalen kost de ring € 107 in 2011. Bereken de toename in %. Procentuele toename/afname = (nieuw – oud)/oud 100 Procentuele toename/afname = (107 –90) : 90 100 = 18,9% Dus de toename is 18,9% Op 3. Alex koopt een tas van € 45. Tot zijn verbazing hoeft Alex alleen maar €38 te betalen omdat er korting op de tas zit. Bereken hoeveel korting op de tas zit.
  • 11. Klas 3 h4: Berekening procent, toenamen/afname in procenten en totaal Op 1. In klas 3 vwo zitten 31 leerlingen. 7 daarvan zitten op voetbal. Hoeveel % is dat? Procent = deel/ totaal100 7/31 100 ≈22,6% Procent altijd afronden op 1 decimaal, tenzij anders wordt gevraagd Op 2. Een ring kost € 90 in 2010. Door de toenemende prijzen van edelmetalen kost de ring € 107 in 2011. Bereken de toename in %. Procentuele toename/afname = (nieuw – oud)/oud 100 Procentuele toename/afname = (107 –90) : 90 100 = 18,9% Dus de toename is 18,9% Op 3. Alex koopt een tas van € 45. Tot zijn verbazing hoeft Alex alleen maar €38 te betalen omdat er korting op de tas zit. Bereken hoeveel korting op de tas zit. Procentuele toename/afname = (38–45) : 45 100 = –15,6% Dus de korting is 15,6%
  • 12. Klas 3 h4: Berekening procent, toenamen/afname in procenten en totaal Op 3.Een horloge kost € 150 in 2010. De prijs neemt met 13% toe in 2011, maar neemt daarna met 13% af in 2012. a) Is de prijs in 2012 gestegen, gedaald of gelijk gebleven ten opzichte van 2000?
  • 13. Klas 3 h4: Berekening procent, toenamen/afname in procenten en totaal Op 3.Een horloge kost € 150 in 2010. De prijs neemt met 13% toe in 2011, maar neemt daarna met 13% af in 2012. a) Is de prijs in 2012 gestegen, gedaald of gelijk gebleven ten opzichte van 2000? 2010 2011 2012
  • 14. Klas 3 h4: Berekening procent, toenamen/afname in procenten en totaal Op 3.Een horloge kost € 150 in 2010. De prijs neemt met 13% toe in 2011, maar neemt daarna met 13% af in 2012. a) Is de prijs in 2012 gestegen, gedaald of gelijk gebleven ten opzichte van 2000? 2010 € 150 2011 2012
  • 15. Klas 3 h4: Berekening procent, toenamen/afname in procenten en totaal Op 3.Een horloge kost € 150 in 2010. De prijs neemt met 13% toe in 2011, maar neemt daarna met 13% af in 2012. a) Is de prijs in 2012 gestegen, gedaald of gelijk gebleven ten opzichte van 2000? 2010 2011 1,13 € 150 € 169,5 2012
  • 16. Klas 3 h4: Berekening procent, toenamen/afname in procenten en totaal Op 3.Een horloge kost € 150 in 2010. De prijs neemt met 13% toe in 2011, maar neemt daarna met 13% af in 2012. a) Is de prijs in 2012 gestegen, gedaald of gelijk gebleven ten opzichte van 2000? 2010 2011 1,13 € 150 € 169,5 2012 0,87 € 147,47
  • 17. Klas 3 h4: Berekening procent, toenamen/afname in procenten en totaal Op 3.Een horloge kost € 150 in 2010. De prijs neemt met 13% toe in 2011, maar neemt daarna met 13% af in 2012. a) Is de prijs in 2012 gestegen, gedaald of gelijk gebleven ten opzichte van 2000? 2010 2011 1,13 € 150 € 169,5 2012 0,87 € 147,47 Dus de prijs is gedaald in 2012 ten opzichte van 2000
  • 18. Klas 3 h4: Berekening procent, toenamen/afname in procenten en totaal Op 3.Een horloge kost € 150 in 2010. De prijs neemt met 13% toe in 2011, maar neemt daarna met 13% af in 2012. a) Is de prijs in 2012 gestegen, gedaald of gelijk gebleven ten opzichte van 2000? 2010 2011 1,13 € 150 € 169,5 2012 0,87 Dus de prijs is gedaald in 2012 ten opzichte van 2000 € 147,47 Op 4.Een ring kost € 80 in 2010. De prijs neemt met 5% toe in 2011, en neemt daarna nog een keer toe met 10% in 2012. Bereken de toename in procenten tussen 2010 en 2012.
  • 19. Klas 3 h4: Berekening procent, toenamen/afname in procenten en totaal Op 3.Een horloge kost € 150 in 2010. De prijs neemt met 13% toe in 2011, maar neemt daarna met 13% af in 2012. a) Is de prijs in 2012 gestegen, gedaald of gelijk gebleven ten opzichte van 2000? 2010 2011 1,13 € 150 2012 0,87 € 169,5 Dus de prijs is gedaald in 2012 ten opzichte van 2000 € 147,47 Op 4.Een ring kost € 80 in 2010. De prijs neemt met 5% toe in 2011, en neemt daarna nog een keer toe met 10% in 2012. Bereken de toename in procenten tussen 2010 en 2012. 2010 2011 2012
  • 20. Klas 3 h4: Berekening procent, toenamen/afname in procenten en totaal Op 3.Een horloge kost € 150 in 2010. De prijs neemt met 13% toe in 2011, maar neemt daarna met 13% af in 2012. a) Is de prijs in 2012 gestegen, gedaald of gelijk gebleven ten opzichte van 2000? 2010 2011 1,13 € 150 2012 0,87 € 169,5 Dus de prijs is gedaald in 2012 ten opzichte van 2000 € 147,47 Op 4.Een ring kost € 80 in 2010. De prijs neemt met 5% toe in 2011, en neemt daarna nog een keer toe met 10% in 2012. Bereken de toename in procenten tussen 2010 en 2012. 2010 € 80 2011 2012
  • 21. Klas 3 h4: Berekening procent, toenamen/afname in procenten en totaal Op 3.Een horloge kost € 150 in 2010. De prijs neemt met 13% toe in 2011, maar neemt daarna met 13% af in 2012. a) Is de prijs in 2012 gestegen, gedaald of gelijk gebleven ten opzichte van 2000? 2010 2011 1,13 € 150 2012 0,87 € 169,5 Dus de prijs is gedaald in 2012 ten opzichte van 2000 € 147,47 Op 4.Een ring kost € 80 in 2010. De prijs neemt met 5% toe in 2011, en neemt daarna nog een keer toe met 10% in 2012. Bereken de toename in procenten tussen 2010 en 2012. 2010 2011 1,05 € 80 2012
  • 22. Klas 3 h4: Berekening procent, toenamen/afname in procenten en totaal Op 3.Een horloge kost € 150 in 2010. De prijs neemt met 13% toe in 2011, maar neemt daarna met 13% af in 2012. a) Is de prijs in 2012 gestegen, gedaald of gelijk gebleven ten opzichte van 2000? 2010 2011 1,13 € 150 2012 0,87 € 169,5 Dus de prijs is gedaald in 2012 ten opzichte van 2000 € 147,47 Op 4.Een ring kost € 80 in 2010. De prijs neemt met 5% toe in 2011, en neemt daarna nog een keer toe met 10% in 2012. Bereken de toename in procenten tussen 2010 en 2012. 2010 2011 1,05 € 80 2012 1,10 € 92,4
  • 23. Klas 3 h4: Berekening procent, toenamen/afname in procenten en totaal Op 3.Een horloge kost € 150 in 2010. De prijs neemt met 13% toe in 2011, maar neemt daarna met 13% af in 2012. a) Is de prijs in 2012 gestegen, gedaald of gelijk gebleven ten opzichte van 2000? 2010 2011 1,13 € 150 2012 0,87 € 169,5 Dus de prijs is gedaald in 2012 ten opzichte van 2000 € 147,47 Op 4.Een ring kost € 80 in 2010. De prijs neemt met 5% toe in 2011, en neemt daarna nog een keer toe met 10% in 2012. Bereken de toename in procenten tussen 2010 en 2012. 2010 2011 1,05 € 80 2012 1,10 € 92,4
  • 24. Klas 3 h4: Berekening procent, toenamen/afname in procenten en totaal Op 3.Een horloge kost € 150 in 2010. De prijs neemt met 13% toe in 2011, maar neemt daarna met 13% af in 2012. a) Is de prijs in 2012 gestegen, gedaald of gelijk gebleven ten opzichte van 2000? 2010 2011 1,13 € 150 2012 0,87 € 169,5 Dus de prijs is gedaald in 2012 ten opzichte van 2000 € 147,47 Op 4.Een ring kost € 80 in 2010. De prijs neemt met 5% toe in 2011, en neemt daarna nog een keer toe met 10% in 2012. Bereken de toename in procenten tussen 2010 en 2012. 2010 2011 1,05 € 80 2012 1,10 € 92,4
  • 25. Klas 3 h4: Berekening procent, toenamen/afname in procenten en totaal Op 3.Een horloge kost € 150 in 2010. De prijs neemt met 13% toe in 2011, maar neemt daarna met 13% af in 2012. a) Is de prijs in 2012 gestegen, gedaald of gelijk gebleven ten opzichte van 2000? 2010 2011 1,13 € 150 2012 0,87 € 169,5 Dus de prijs is gedaald in 2012 ten opzichte van 2000 € 147,47 Op 4.Een ring kost € 80 in 2010. De prijs neemt met 5% toe in 2011, en neemt daarna nog een keer toe met 10% in 2012. Bereken de toename in procenten tussen 2010 en 2012. Procentuele toename/afname = (92,4 –80) : 80 100 = 15,5% 2010 2011 1,05 € 80 2012 1,10 € 92,4 Dus de toename 15,5%
  • 26. Klas 3 h4: Berekening procent, toenamen/afname in procenten en totaal Op 3.Een horloge kost € 150 in 2010. De prijs neemt met 13% toe in 2011, maar neemt daarna met 13% af in 2012. a) Is de prijs in 2012 gestegen, gedaald of gelijk gebleven ten opzichte van 2000? 2010 2011 1,13 € 150 2012 0,87 € 169,5 Dus de prijs is gedaald in 2012 ten opzichte van 2000 € 147,47 Op 4.Een ring kost € 80 in 2010. De prijs neemt met 5% toe in 2011, en neemt daarna nog een keer toe met 10% in 2012. Bereken de toename in procenten tussen 2010 en 2012. Procentuele toename/afname = (92,4 –80) : 80 100 = 15,5% 2010 2011 1,05 € 80 2012 1,10 € 92,4 Dus de toename 15,5% = 1,155
  • 27. Klas 3 h4: Berekening procent, toenamen/afname in procenten en totaal Op 3.Een horloge kost € 150 in 2010. De prijs neemt met 13% toe in 2011, maar neemt daarna met 13% af in 2012. a) Is de prijs in 2012 gestegen, gedaald of gelijk gebleven ten opzichte van 2000? 2010 2011 1,13 € 150 2012 0,87 € 169,5 Dus de prijs is gedaald in 2012 ten opzichte van 2000 € 147,47 Op 4.Een ring kost € 80 in 2010. De prijs neemt met 5% toe in 2011, en neemt daarna nog een keer toe met 10% in 2012. Bereken de toename in procenten tussen 2010 en 2012. Procentuele toename/afname = (92,4 –80) : 80 100 = 15,5% 2010 2011 1,05 € 80 2012 1,10 € 92,4 Dus de toename 15,5% = 1,155 Dus de toename 15,5%
  • 28. Klas 3 h4: Berekening procent, toenamen/afname in procenten en totaal Op 5. Op de middelbare school ATC zitten 189 leerlingen in de brugklas. Dat is 21% van het totaal aantal leerlingen. Bereken het totale aantal leerlingen van de school
  • 29. Klas 3 h4: Berekening procent, toenamen/afname in procenten en totaal Op 5. Op de middelbare school ATC zitten 189 leerlingen in de brugklas. Dat is 21% van het totaal aantal leerlingen. Bereken het totale aantal leerlingen van de school Manier I
  • 30. Klas 3 h4: Berekening procent, toenamen/afname in procenten en totaal Op 5. Op de middelbare school ATC zitten 189 leerlingen in de brugklas. Dat is 21% van het totaal aantal leerlingen. Bereken het totale aantal leerlingen van de school Manier I Totaal deel
  • 31. Klas 3 h4: Berekening procent, toenamen/afname in procenten en totaal Op 5. Op de middelbare school ATC zitten 189 leerlingen in de brugklas. Dat is 21% van het totaal aantal leerlingen. Bereken het totale aantal leerlingen van de school Manier I Totaal 189 deel
  • 32. Klas 3 h4: Berekening procent, toenamen/afname in procenten en totaal Op 5. Op de middelbare school ATC zitten 189 leerlingen in de brugklas. Dat is 21% van het totaal aantal leerlingen. Bereken het totale aantal leerlingen van de school Manier I 0,21 Totaal 189 deel
  • 33. Klas 3 h4: Berekening procent, toenamen/afname in procenten en totaal Op 5. Op de middelbare school ATC zitten 189 leerlingen in de brugklas. Dat is 21% van het totaal aantal leerlingen. Bereken het totale aantal leerlingen van de school Manier I 0,21 189 deel Totaal : 0,21
  • 34. Klas 3 h4: Berekening procent, toenamen/afname in procenten en totaal Op 5. Op de middelbare school ATC zitten 189 leerlingen in de brugklas. Dat is 21% van het totaal aantal leerlingen. Bereken het totale aantal leerlingen van de school Manier I 0,21 900 Totaal 189 deel : 0,21
  • 35. Klas 3 h4: Berekening procent, toenamen/afname in procenten en totaal Op 5. Op de middelbare school ATC zitten 189 leerlingen in de brugklas. Dat is 21% van het totaal aantal leerlingen. Bereken het totale aantal leerlingen van de school Manier I 0,21 900 Totaal 189 deel : 0,21 Manier II 100% 1% 21%
  • 36. Klas 3 h4: Berekening procent, toenamen/afname in procenten en totaal Op 5. Op de middelbare school ATC zitten 189 leerlingen in de brugklas. Dat is 21% van het totaal aantal leerlingen. Bereken het totale aantal leerlingen van de school Manier I 0,21 900 Totaal 189 deel : 0,21 Manier II 189 100% 1% 21%
  • 37. Klas 3 h4: Berekening procent, toenamen/afname in procenten en totaal Op 5. Op de middelbare school ATC zitten 189 leerlingen in de brugklas. Dat is 21% van het totaal aantal leerlingen. Bereken het totale aantal leerlingen van de school Manier I 0,21 900 Totaal 189 deel : 0,21 Manier II : 21 9 100% 189 1% 21% : 21
  • 38. Klas 3 h4: Berekening procent, toenamen/afname in procenten en totaal Op 5. Op de middelbare school ATC zitten 189 leerlingen in de brugklas. Dat is 21% van het totaal aantal leerlingen. Bereken het totale aantal leerlingen van de school Manier I 0,21 900 Totaal 189 deel : 0,21 Manier II 100 : 21 900 9 189 100% 1% 21% 100 : 21
  • 39. Klas 3 h4: Berekening procent, toenamen/afname in procenten en totaal Op 5. Op de middelbare school ATC zitten 189 leerlingen in de brugklas. Dat is 21% van het totaal aantal leerlingen. Bereken het totale aantal leerlingen van de school Manier I Manier III 0,21 900 Totaal 100% 189 deel : 0,21 Manier II 100 : 21 900 9 189 100% 1% 21% 100 : 21 21%
  • 40. Klas 3 h4: Berekening procent, toenamen/afname in procenten en totaal Op 5. Op de middelbare school ATC zitten 189 leerlingen in de brugklas. Dat is 21% van het totaal aantal leerlingen. Bereken het totale aantal leerlingen van de school Manier I 189 Manier III 0,21 900 Totaal 100% 189 deel : 0,21 Manier II 100 : 21 900 9 189 100% 1% 21% 100 : 21 21%
  • 41. Klas 3 h4: Berekening procent, toenamen/afname in procenten en totaal Op 5. Op de middelbare school ATC zitten 189 leerlingen in de brugklas. Dat is 21% van het totaal aantal leerlingen. Bereken het totale aantal leerlingen van de school Manier I Manier III 0,21 900 Totaal 100% 189 deel : 0,21 Manier II 100 : 21 900 9 189 100% 1% 21% 100 totaal : 21 189 21%
  • 42. Klas 3 h4: Berekening procent, toenamen/afname in procenten en totaal Op 5. Op de middelbare school ATC zitten 189 leerlingen in de brugklas. Dat is 21% van het totaal aantal leerlingen. Bereken het totale aantal leerlingen van de school Manier I Manier III 0,21 900 Totaal 100% 189 deel Kruisproduct geeft : 0,21 Manier II 100 : 21 900 9 189 100% 1% 21% 100 totaal : 21 189 21%
  • 43. Klas 3 h4: Berekening procent, toenamen/afname in procenten en totaal Op 5. Op de middelbare school ATC zitten 189 leerlingen in de brugklas. Dat is 21% van het totaal aantal leerlingen. Bereken het totale aantal leerlingen van de school Manier I Manier III 0,21 900 Totaal 100% 189 deel Kruisproduct geeft : 0,21 Manier II 100 21totaal = 100189 21totaal = 18900 : 21 900 9 189 100% 1% 21% 100 totaal : 21 189 21%
  • 44. Klas 3 h4: Berekening procent, toenamen/afname in procenten en totaal Op 5. Op de middelbare school ATC zitten 189 leerlingen in de brugklas. Dat is 21% van het totaal aantal leerlingen. Bereken het totale aantal leerlingen van de school Manier I Manier III 0,21 900 Totaal 100% 189 deel 21% 21totaal = 100189 21totaal = 18900 : 21 totaal = 18900: 21 = 900 900 9 189 100% 1% 21% 100 189 Kruisproduct geeft : 0,21 Manier II 100 totaal : 21 Dus totaal = 900 leerlingen