Als gebrevetteerd rijschoolinstructeur, coach en trainer streef ik er naar om alle weggebruikers de nodige kennis te laten opdoen om zich veilig in het verkeer te begeven. Daarvoor maak ik tijdens interactieve presentaties gebruik van reële situaties rechtstreeks of onrechtstreeks aan de wegcode gelinkt. Hoe staat het met jou kennis van de wegcode? DOE DE TEST!

1. Voor een veiliger deelname aan het verkeer ...
Veilig in ’t verkeer
Reeks 1
Test uw kennis van de wegcode
Noteer uw antwoorden, en verifieer ze na de test. Navigeer met de pijlen onderaan de dia.
Veel succes!
www.veiligintverkeer.be - www.facebook.com/veiligintverkeer
veiligintverkeer@gmail.com

2. Veilig in ’t verkeer
1. Elke dag laat ik de hond uit.
Omdat de hond graag rent en ik niet
zo sportief ben neem ik de fiets.
a. Dat is toegelaten, maar ik moet de hond altijd aan de riem
houden.
b. Dat is verboden.
c. Dat is toegelaten mits ik een speciaal voor de fiets ontworpen
geleidingssysteem gebruik.

3. Veilig in ’t verkeer
2. Midden in de nacht. Ik rijd met mijn normaal licht, ook wel dim- of
kruislichten genoemd. Ik wil mijn grootlicht opzetten.
a. Dat is verboden omdat ik minder dan 100 m achter mijn
voorganger rijd.
b. Ik mag mijn grootlicht opzetten om beter te kunnen zien.
c. Dat is verboden omdat ik minder dan 50 m achter de voorligger
rijd en hem inhaal.

4. Veilig in ’t verkeer
3. Deze bevoegde persoon staat op
een kruispunt.
a. Ik mag links afslaan.
b. Ik mag links of rechts afslaan.
c. Ik moet stoppen

5. Veilig in ’t verkeer
4. Ik ben te laat voor een zeer
belangrijke afspraak.
Ik parkeer op de parkeerstrook
en laat met een sms weten dat
ik iets later zal zijn.
a. Dat is toegelaten.
b. Dat is verboden als ik achter het stuur blijf zitten. Ik moet de
motor afzetten en uitstappen.
c. Dat is verboden. Als bestuurder mag je nooit telefoneren of
berichtjes sturen.

6. Veilig in ’t verkeer
5. Ik ben met de auto. Hoe gedraag ik me tegenover deze fietser die
genoodzaakt is om op de rijbaan te komen?
a. Ik rij gewoon door. De fietser voert een manoeuvre uit en moet
mij voorrang geven.
b. Ik geef de fietser voorrang en zorg ervoor dat er altijd 1 m
veiligheidsmarge tussen mijn auto en de fietser is.

7. Veilig in ’t verkeer
6. Donderdag 17 mei om 18 u.
Ik ben deze verkeersborden voorbijgereden.
Ik wil in deze straat voor huisnummer 14
parkeren.
a. Ik mag parkeren aan de zijde van de even huisnummers.
b. Ik mag parkeren aan de zijde van de oneven huisnummers.
c. Ik mag aan beide zijden parkeren. Het is na 18 u.

8. Veilig in ’t verkeer
7. Platte band.
Ik plaats een reserve
wiel.
De beste volgorde om de bouten aan te spannen is …
a. Ergens beginnen en telkens de volgende bout nemen.
Voorbeeld: vastzetten 1-2-3-4-5, daarna in de zelfde
volgorde aanspannen.
b. Kruiselings. Voorbeeld: vastzetten1-3-5-2-4 en in de zelfde
volgorde aanspannen .

9. 8. De postbode draagt
geen gordel.
a. De postbode begaat een fout, een postbode die een auto
bestuurt moet, net als andere bestuurders, de
veiligheidsgordel dragen.
b. De postbode die post bedeelt op korte afstand moet zijn
veiligheidsgordel niet dragen.
c. De postbode moet geen gordel dragen omdat zijn voertuig
prioritair is.
Veilig in ’t verkeer

10. Veilig in ’t verkeer
9. Ik wil hier mijn passagier laten uitstappen.
a. Dat is toegelaten als ik stop op de rijbaan.
b. Dat is verboden omwille van de gele strepen op de borduur.
c. Dat is toegelaten, maar ik moet stoppen op het trottoir om mijn
passagier te laten uitstappen.

11. Veilig in ’t verkeer
10. Door mijn voorruit zie ik het bord hierboven. Ik mag hier …
a. niet sneller rijden dan 20 km/u en niet parkeren, behalve op
de aangeduide parkeerplaatsen.
b. niet sneller dan 30 km/u en geen fietsers links inhalen.
c. niet sneller dan stapvoets rijden en de voetgangers hebben
voorrang.

12. Voor een veiliger deelname aan het verkeer ...
Veilig in ’t verkeer
Gebruik de pijlen onderaan
om naar de antwoorden te gaan.
www.veiligintverkeer.be - www.facebook.com/veiligintverkeer
veiligintverkeer@gmail.com

13. Veilig in ’t verkeer
1. Elke dag laat ik de hond uit.
Omdat de hond graag rent en ik niet
zo sportief ben neem ik de fiets.
a. Dat is toegelaten, maar ik moet de hond altijd aan de riem
houden.
b. Dat is verboden.
c. Dat is toegelaten mits ik een speciaal voor de fiets ontworpen
geleidingssysteem gebruik.

14. Veilig in ’t verkeer
2. Midden in de nacht. Ik rijd met mijn normaal licht, ook wel dim- of
kruislichten genoemd. Ik wil mijn grootlicht opzetten.
a. Dat is verboden omdat ik minder dan 100 m achter mijn
voorganger rijd.
b. Ik mag mijn grootlicht opzetten om beter te kunnen zien.
c. Dat is verboden omdat ik minder dan 50 m achter de voorligger
rijd en hem inhaal.

15. Veilig in ’t verkeer
3. Deze bevoegde persoon staat op
een kruispunt.
a. Ik mag links afslaan.
b. Ik mag links of rechts afslaan.
c. Ik moet stoppen.

16. Veilig in ’t verkeer
4. Ik ben te laat voor een zeer
belangrijke afspraak.
Ik parkeer op de parkeerstrook
en laat met een sms weten dat
ik iets later zal zijn.
a. Dat is toegelaten.
b. Dat is verboden als ik achter het stuur blijf zitten. Ik moet de
motor afzetten en uitstappen.
c. Dat is verboden. Als bestuurder mag je nooit telefoneren of
berichtjes sturen.

17. Veilig in ’t verkeer
5. Ik ben met de auto. Hoe gedraag ik me tegenover deze fietser die
genoodzaakt is om op de rijbaan te komen?
a. Ik rij gewoon door. De fietser voert een manoeuvre uit en moet
mij voorrang geven.
b. Ik geef de fietser voorrang en zorg ervoor dat er altijd 1 m
veiligheidsmarge tussen mijn auto en de fietser is.

18. Veilig in ’t verkeer
6. Donderdag 17 mei om 18 u.
Ik ben deze verkeersborden voorbijgereden.
Ik wil in deze straat voor huisnummer 14
parkeren.
a. Ik mag parkeren aan de zijde van de even huisnummers.
b. Ik mag parkeren aan de zijde van de oneven huisnummers.
c. Ik mag aan beide zijden parkeren. Het is na 18 u.

19. Veilig in ’t verkeer
7. Platte band.
Ik plaats een reserve
wiel.
De beste volgorde om de bouten aan te spannen is …
a. Ergens beginnen en telkens de volgende bout nemen.
Voorbeeld: vastzetten 1-2-3-4-5, daarna in de zelfde
volgorde aanspannen.
b. Kruiselings. Voorbeeld: vastzetten1-3-5-2-4 en in de zelfde
volgorde aanspannen .

20. 8. De postbode draagt
geen gordel.
a. De postbode begaat een fout, een postbode die een auto
bestuurt moet, net als andere bestuurders, de
veiligheidsgordel dragen.
b. De postbode die post bedeelt op korte afstand moet zijn
veiligheidsgordel niet dragen.
c. De postbode moet geen gordel dragen omdat zijn voertuig
prioritair is.
Veilig in ’t verkeer

21. Veilig in ’t verkeer
9. Ik wil hier mijn passagier laten uitstappen.
a. Dat is toegelaten als ik stop op de rijbaan.
b. Dat is verboden omwille van de gele strepen op de borduur.
c. Dat is toegelaten, maar ik moet stoppen op het trottoir om mijn
passagier te laten uitstappen.

22. Veilig in ’t verkeer
10. Door mijn voorruit zie ik het bord hierboven. Ik mag hier …
a. niet sneller rijden dan 20 km/u en niet parkeren, behalve op
de aangeduide parkeerplaatsen.
b. niet sneller dan 30 km/u en geen fietsers links inhalen.
c. niet sneller dan stapvoets rijden en de voetgangers hebben
voorrang.

23. Veilig in ’t verkeer
Deze test gaat slechts over een fragment van de Belgische wegcode
die u als weggebruiker verondersteld wordt te kennen.
(Kandidaat bestuurders rijbewijs B moeten 41/50 halen = 82%)
U behaalde een score van 8 / 10 of hoger:
Proficiat u bent op de hoogte.
U behaalde 7 / 10 of lager:
Het is aangeraden uw kennis bij te schaven …
Veilig in ’t verkeer
verzorgt interactieve workshops & presentaties over de Belgische wegcode
voor geïnteresseerden, organisaties, verenigingen, clubs en groepen.
Informatie: veiligintverkeer@gmail.com of 0498-352 880