1. EGYPTE Ik heb zeer wel GEZIEN de verdrukking Mijns volks, hetwelk in Egypte is, en heb hun geschrei GEHOORD , vanwege hun drijvers; want Ik heb hun smarten bekend. Daarom ben Ik NEDERGEKOMEN , dat Ik het verlosse uit de hand der Egyptenaren, en het opvoere uit dit land, naar een goed en ruim land, naar een land, vloeiende van melk en honig. Exodus 3: 7
2. OCH!... Och, dat Mijn volk naar Mij gehoord had … In kort zou Ik hun vijanden gedempt hebben, en Mijn hand gewend hebben tegen hun wederpartijders. Psalm 81:14,15
3. MUREN Want met U loop ik door een bende, en met mijn God spring ik over een muur. Psalm 18:30
4. JERICHO Het volk dan juichte, als zij met de bazuinen bliezen; en het geschiedde, als het volk het geluid der bazuin hoorde, zo juichte het volk met een groot gejuich; en de muur viel onder zich, en het volk klom in de stad, een ieder tegenover zich, en zij namen de stad in. Jozua 6:20
5. BERG VAN GELOOF De Heere is onder hen, een Sinaï in heiligheid! Psalm 68:18
6. TABERNAKEL IN DE WOESTIJN Een gedeeltelijk beeld van een replica van de Tabernakel die door Mozes werd gebouwd in de woestijn.
7. DE HEILIGE PLAATS Replica van de Heilige Plaats. Daarbinnen was het Heilige der Heiligen te vinden. In die tijd trad de Hogepriester daar eenmaal per jaar in om zich te presenteren voor God.
8. DE LEVIET De functie van de levieten als bedieners van het tabernakel was om mee te helpen bij het bouwen van de tabernakel. Zij werden geleid door Itamar, zoon van Aäron, de Hogepriester. Zij werden apart gehouden door God en werden als verantwoordlijken gesteld voor de demontage, transport en oprichting van de tabernakel in de woestijn.
9. DE HOGEPRIESTER En hij, die de hogepriester onder zijn broederen is, op wiens hoofd de zalfolie gegoten is, en wiens hand men gevuld heeft, om die klederen aan te trekken, zal zijn hoofd niet ontbloten, noch zijn klederen scheuren. Leviticus 21:10
10. HET KOPEREN WASVAT Gij zult ook een koperen wasvat maken, met zijn koperen voet, om te wassen; en gij zult het zetten tussen de tent der samenkomst, en tussen het altaar, en gij zult water daarin doen. Exodus 30:18
11. HET OFFERALTAAR Gij zult ook een altaar maken van sittimhout; vijf ellen zal de lengte zijn, en vijf ellen de breedte (vierkant zal dit altaar zijn), en drie ellen zijn hoogte. Exodus 27:1
12. DE HEILIGE PLAATS Bij de ingang van de Heilige Plaats waren er vijf zuilen gemaakt van acaciahout die bedekt waren met goud. De andere ingang die toegang gaf tot de buitenste voorhof van de Tabernakel was gemaakt van een doek die geweven werd van blauwe, purperen en dieprode wol en zeer fijn linnen.