Het zijn moeilijke tijden voor iedereen, behalve voor het personeel van de Europese instellingen. In een nota van het secretariaat-generaal van de Raad van 10 maart 2016 vinden we informatie over de begroting van 2017. De nota betreft de ‘raming van de ontvangsten en uitgaven voor het begrotingsjaar 2017 voor de Europese Raad en de Raad (Afdeling II van de EU-begroting)’. We lezen dat er een salarisaanpassing voorzien is van 1,8 % in 2017. Dit heeft uiteraard een impact op de begroting. Tegelijk wordt een nominale bevriezing van alle niet-loonkosten op het peil van 2016 nagestreefd. In de begroting van 2017 voor de Europese Raad en de Raad zien we dat de salarissen met liefst 4,3 % toenemen ten opzichte van 2016. Een mogelijke verklaring zou kunnen zijn dat er meer personeelsleden voorzien zijn in begrotingsjaar 2017. Maar dat is niet het geval. Het is net de bedoeling om het aantal ambten te verminderen. De enige conclusie is dat de salarissen van de medewerkers van de Europese Raad en de Raad volgend jaar veel sneller stijgen dan de afgesproken percentages. Ook de nominale bevriezing van alle niet-loonkosten op het peil van 2016 wordt niet nageleefd. Er is in 2017 voor de ‘niet-salaris gerelateerde uitgaven’ immers een stijging van 0,5 %.