3. 1
Art. 3 RVV 1990, plaats op de weg.
1. Bestuurders zijn verplicht zoveel mogelijk rechts te
houden.
2. Fietsers mogen met zijn tweeën naast elkaar rijden.
Art. 5 RVV 1990, plaats op de weg.
1. Fietsers gebruiken het verplichte fietspad of het fiets
bromfietspad.
Art. 17 RVV 1990. afslaan.
2. Bestuurders moeten alvorens af te slaan een teken
met hun richtingaanwijzer of met hun arm geven.
Art. 80 RVV 1990, verkeerstekens op het wegdek.
Verkeersdriehoeken/ haaietanden hebben de volgende
betekenis; de bestuurders moeten voorrang verlenen
aan bestuurders op de kruisende weg. (fietspad hoort bij
de weg)
.
Nr. 1: START ”De Timp”
Vanaf start bij kruisende weg rechtsaf en verplicht fietspad langs Thorbeckelaan volgen
richting Molenstraat. (volg pijltjes)
4. Artikel 17 RVV 1990, afslaan.
1. Bestuurders die willen afslaan, mogen voorsorteren door:
a. indien zij naar rechts willen afslaan tijdig zoveel mogelijk aan
de rechterzijde te gaan rijden;
b. indien zij naar links willen afslaan tijdig zoveel mogelijk tegen
de wegas te rijden of bij rijbanen bestemd voor bestuurders in
één richting daarop zoveel mogelijk links te houden.
Art. 18 RVV 1990, afslaan.
1 Bestuurders die afslaan, moeten het verkeer dat hen op de zelfde weg
tegemoet komt of dat op dezelfde weg zich naast dan wel links of
rechts dicht achter hen bevindt, voor laten gaan.
Art. 49 RVV 1990, voetgangers.
Bestuurders moeten blinden, voorzien van een witte stok met één of
meer rode ringen en overigens alle personen die zich moeilijk
voortbewegen, voor laten gaan.
Bestuurders moeten voetgangers en bestuurders van een
gehandicaptenvoertuig , die op een voetgangersoversteekplaats
oversteken of kennelijk op het punt staan zulks te doen, voor laten
gaan.
Nr. 2: Kruispunt gevormd door Thorbeckelaan en Molenstraat . Op het kruispunt linksaf
Thorbeckelaan oversteken en Molenstraat volgen.
5. Artikel 17 RVV 1990, afslaan.
2. Bestuurders moeten alvorens af te slaan een teken
met hun richtingaanwijzer of met hun arm geven.
Artikel 18 RVV 1990, afslaan.
2. Bestuurders die naar links afslaan, moeten
tegemoetkomende bestuurders die op hetzelfde
kruispunt naar rechts afslaan voor laten gaan. (kleinste
bocht heeft voorrang)
Nr. 3 en 4. Na ongeveer 50 meter de Molenstraat te hebben gevolgd, rechtsaf slaan en fietspad
volgen. Einde fietspad linksaf, A.F. de Savorin Lomanstraat volgen richting Mr. P.J. Troelstralaan.
6. Artikel 15 RVV 1990, verlenen van voorrang.
1. Op kruispunten verlenen bestuurders voorrang aan voor hen van
rechts komende bestuurders.
Artikel 17 RVV 1990, afslaan.
2. Bestuurders moeten alvorens af te slaan een teken met hun
richtingaanwijzer of met hun arm geven.
Nr. 5. Einde A.F. de Savorin Lomanstraat, linksaf slaan en Mr. P.J. Troelstralaan volgen richting
Molenstraat.
7. Artikel 17 RVV 1990, afslaan.
2. Bestuurders moeten alvorens af te slaan een teken met hun
richtingaanwijzer of met hun arm geven.
Nr. 6. Vanaf Mr. P.J. Troelstralaan rechtsaf slaan en Molenstraat volgen richting centrum van
Assen
8. Artikel 15 RVV 1990, verlenen van voorrang.
1. Op kruispunten verlenen bestuurders voorrang aan voor hen
van rechts komende bestuurders.
Artikel 68 RVV 1990, verkeerslichten. Verkeer voor oversteek Het
Kanaal wordt d.m.v. verkeerslichten geregeld.
1. Bij driekleurige verkeerslichten betekent:
a. groen licht: doorgaan;
b. geel licht: stop; voor bestuurders die het teken zo dicht
genaderd zijn dat stppen redelijkerwijs niet meer mogelijk
is: doorgaan;
c. rood licht: stop.
3. Indien een verlichte afbeelding van een fiets zichtbaar is, geldt
het licht voor fietsers, bromfietsers op een fiets/bromfietspad en
bestuurders van een gehandicaptenvoertuig
Nr. 7. Vanaf de Molenstraat rechtsaf Mr. Groen van Prinstererlaan volgen richting fietsbrug.
Fietsbrug oversteken en fietspad langs de Oude Molenstraat volgen richting centrum.
9. Bord B4, RVV 1990, Voorrangskruispunt.
het bord geldt ook voor bestuurders op het fietspad.
Artikel 49 RVV 1990, voetgangers.
1. Bestuurders moeten blinden, voorzien van een witte stok met één of
meer rode ringen, en overigens alle personen die zich moeilijk
voortbewegen, voor laten gaan.
2. Bestuurders moeten voetgangers en bestuurders van een
gehandicaptenvoertuig, die op een voetgangersoversteekplaats
oversteken of kennelijk op het punt staan zulks te doen, voor laten
gaan.
Nr. 8. Fietspad langs de Oude Molenstraat volgen. Kort voorbij de Korenmolen eindigt het
fietspad, daarna rijbaan volgen richting stadscentrum .
10. Zonebord, voetpad
Nr. 9. Vanaf de Oude Molenstraat rechtdoor. Aangegeven strook voor fietsers volgen.
11. Nr. 10. Vanaf fietspad Oude
Artikel 49 RVV 1990, voetgangers.
1. Bestuurders moeten blinden, voorzien van een witte stok met één of
meer rode ringen, en overigens alle personen die zich moeilijk
voortbewegen, voor laten gaan.
2. Bestuurders moeten voetgangers en bestuurders van een
gehandicaptenvoertuig, die op een voetgangersoversteekplaats
oversteken of kennelijk op het punt staan zulks te doen, voor laten
gaan.
Molenstraat linksaf voetgangersgebied Oudestraat volgen tot aan
Groningerstraat
12. Bord G07-ze RVV 1990,
einde zone voetgangersgebied.
Artikel 54 RVV 1990, bijzondere manoeuvre.
Bestuurders die een bijzondere manoeuvre uitvoeren,
zoals wegrijden, achteruitrijden, uit een uitrit de weg
oprijden, van een weg een inrit oprijden, keren, van de
invoegstrook de doorgaande rijbaan oprijden, van de
doorgaande rijbaan de uitrijstrook oprijden en van
rijstrook wisselen, moeten het overige verkeer voor laten
gaan.
Nr. 11. Vanaf Oudestraat (einde voetgangersgebied) kruispunt oversteken en linksaf fietsstrook
Groningerstraat volgen tot aan Het Kanaal.
13. Artikel 15 RVV 1990. Verlenen van voorrang.
1. Op kruispunten verlenen bestuurders voorrang aan voor hen
van rechts komende bestuurders.
Nr.12. Fietsstrook Groningerstraat richting Het Kanaal volgen.
14. Art. 15 RVV. 1990, verlenen van voorrang.
Op kruispunten verlenen bestuurders voorrang aan voor
hen van rechts komende bestuurders.
Artikel 23 RVV 1990, stilstaan.
1. De bestuurder mag zijn voertuig niet laten stilstaan:
b. op een fietsstrook of op de rijbaan langs een
fietsstrook;
Nr. 13. Fietsstrook Groningerstraat volgen richting Het Kanaal.
15. Artikel 68 RVV 1990, verkeerslichten.
1. Bij driekleurige verkeerslichten betekent:
a. groen licht: doorgaan;
b. geel licht: stop; voor bestuurders die het teken zo
dicht genaderd zijn dat stoppen redelijkerwijs niet
meer mogelijk is: doorgaan;
c. rood licht: stop.
3. Indien een verlichte afbeelding van een fiets zichtbaar is,
geldt het licht voor fietsers, bromfietsers op een
fiets/bromfietspad en bestuurders van een
gehandicaptenvoertuig.
Artikel 64 RVV 1990, algemene bepalingen.
Verkeerslichten gaan boven verkeerstekens die de voorrang
regelen.
Als verkeerslichten alle vier groen licht geven, zijn de tekens die de
voorrang regelen (haaientanden etc.) buiten werking gesteld. De
lichten gebieden vanuit elke rijrichting om door te gaan. De fietsers
die elkaar dan op de kruising ontmoeten houden zich dan weer
aan de basisregel uit artikel 15 RVV 1990: Op kruispunten verlenen
bestuurders voorrang aan voor hen van rechts komende
bestuurders. .
Nr. 14. Bij groen verkeerslicht Het Kanaal schuin naar links oversteken en verplicht
fietspad volgen.
16. Artikel 18 RVV 1990, afslaan.
12. Bestuurders die naar links afslaan, moeten
tegemoetkomende bestuurders die op hetzelfde
kruispunt naar rechts afslaan voor laten gaan.
(kleinste bocht heeft voorrang)
Nr. 15. Vanaf Het Kanaal rechts afslaan, Meester Groen van Prinstererlaan volgen.
17. Nr. 16. Vanaf Meester Groen van Prinstererlaan rechts afslaan, Meester P.J. Troelstralaan
volgen richting Groningerstraat.
18. Zone bord.
Einde zone maximum snelheid
Bijlage RVV 1990. verkeersbord B7.
Verleen voorrang aan bestuurders op de kruisende
weg
Artikel 80 RVV 1990, verkeerstekens op het wegdek
Haaietanden hebben de volgende betekenis: de bestuurders
moeten voorrang verlenen aan bestuurders op de kruisende weg.
Nr. 17. Vanaf Meester P.J. Troelstralaan, kruisende weg Groningerstraat oversteken en linksaf
fietspad volgen richting kruispunt Groningerstraat, Thorbeckelaan en Fokkerstraat.
19. Artikel 68 RVV 1990, verkeerslichten.
1. Bij driekleurige verkeerslichten betekent:
a. groen licht: doorgaan;
b. geel licht: stop; voor bestuurders die het teken zo dicht
genaderd zijn dat stoppen redelijkerwijs niet meer mogelijk is:
doorgaan;
c. rood licht: stop.
3. Indien een verlichte afbeelding van een fiets zichtbaar is, geldt het
licht voor fietsers, bromfietsers op een fiets/bromfietspad en
bestuurders van een gehandicaptenvoertuig.
N
Artikel 64 RVV 1990, algemene bepalingen.
Verkeerslichten gaan boven verkeerstekens die de voorrang regelen.
Als verkeerslichten alle vier groen licht geven, zijn de tekens die de voorrang
regelen (haaientanden etc.) buiten werking gesteld. De lichten gebieden
vanuit elke rijrichting om door te gaan. De fietsers die elkaar dan op de
kruising ontmoeten houden zich dan weer aan de basisregel uit artikel 15 RVV
1990: Op kruispunten verlenen bestuurders voorrang aan voor hen van rechts
komende bestuurders. .
Nr. 18 Bij groen verkeerslicht voor fietsers, Groningerstraat naar links schuin oversteken
richting Thorbeckelaan en verplicht fietspadvolgen.
20. Artikel 49 RVV 1990. voetgangers.
1. Bestuurders moeten blinden, voorzien van een witte stok met
één of meer rode ringen, en overigens alle personen die zich
moeilijk voortbewegen, voor laten gaan.
2. Bestuurders moeten voetgangers en bestuurders van een
gehandicaptenvoertuig, die op een voetgangersoversteekplaats
oversteken of kennelijk op het punt staan zulks te doen, voor laten
gaan.
Nr. 19. Voorbij kruispunt, fietsstrook langs Thorbeckelaan blijven volgen richting De Timp.