EUROPA NOSTRA FORUM 'SAVING EUROPE'S ENDANGERED HERITAGE' - Lejla Hadzic - CHWBEuropa Nostra
A presentation on the Swedish organization Cultural Heritage Without Borders, on their vision, their accomplishments and on "the pillars of [their] approach."
EUROPA NOSTRA FORUM 'SAVING EUROPE'S ENDANGERED HERITAGE' - Lejla Hadzic - CHWBEuropa Nostra
A presentation on the Swedish organization Cultural Heritage Without Borders, on their vision, their accomplishments and on "the pillars of [their] approach."
Al meer dan 130 jaar worden oesters na het opvissen aan wal opgeslagen in traditionele open oesterputten waar ze verwaterd worden. Verwateren is de behandeling waarbij levende tweekleppige weekdieren van consumptierijp tot consumptiegeschikt worden gemaakt. De oesterputten bestaan uit ondiepe, open bassins van metselwerk en beton die door middel van een systeem van duikersluizen en kanaaltjes in verbinding staan met de Oosterschelde. De aanvoer van ‘schoon’ Oosterscheldewater gebeurt hier door middel van getijdenwerking.
De hoofddoelstelling van het project is een gesloten conditionering- en opslagsysteem te ontwikkelen dat ingezet kan worden om oesters gecontroleerd te verwateren en op te slaan, zodanig dat op een duurzame wijze een hoger rendement en beter voorraadbeheer wordt gerealiseerd.
Het project was opgebouwd uit vier fasen. In de ontwikkelfase heeft de nadruk gelegen op het opzetten van de goede samenwerking. In de tweede fase lag de focus op het ontwerp en het bepalen van specificaties voor een conditionering- en opslagsysteem voor oesters. Hierbij is onderzocht aan welke voorwaarden de biologische processen moeten voldoen voor het kunnen bereiken van een maximaal resultaat. De derde fase (projectfase) is daadwerkelijk de technologie ontwikkeld en zijn de prototype processen gebouwd en uitvoerig getest. Tot slot heeft in de eindfase de focus gelegen om het verkrijgen van de juiste kwaliteit van het (grootschaliger) proces en het behalen van een goed rendement hieruit.
Er kan worden gesteld dat alle doelstellingen van het project gehaald zijn. De diverse testen gaven gedurende het project al de indicatie dat het eindresultaat veelbelovend zou zijn. De mortaliteit in de klassieke systemen was extreem hoog namelijk 30% tot 50%, terwijl de resultaten uit de proefopstelling een mortaliteit van rond de 3% lieten zien.
Al meer dan 130 jaar worden oesters na het opvissen aan wal opgeslagen in traditionele open oesterputten waar ze verwaterd worden. Verwateren is de behandeling waarbij levende tweekleppige weekdieren van consumptierijp tot consumptiegeschikt worden gemaakt. De oesterputten bestaan uit ondiepe, open bassins van metselwerk en beton die door middel van een systeem van duikersluizen en kanaaltjes in verbinding staan met de Oosterschelde. De aanvoer van ‘schoon’ Oosterscheldewater gebeurt hier door middel van getijdenwerking.
De hoofddoelstelling van het project is een gesloten conditionering- en opslagsysteem te ontwikkelen dat ingezet kan worden om oesters gecontroleerd te verwateren en op te slaan, zodanig dat op een duurzame wijze een hoger rendement en beter voorraadbeheer wordt gerealiseerd.
Het project was opgebouwd uit vier fasen. In de ontwikkelfase heeft de nadruk gelegen op het opzetten van de goede samenwerking. In de tweede fase lag de focus op het ontwerp en het bepalen van specificaties voor een conditionering- en opslagsysteem voor oesters. Hierbij is onderzocht aan welke voorwaarden de biologische processen moeten voldoen voor het kunnen bereiken van een maximaal resultaat. De derde fase (projectfase) is daadwerkelijk de technologie ontwikkeld en zijn de prototype processen gebouwd en uitvoerig getest. Tot slot heeft in de eindfase de focus gelegen om het verkrijgen van de juiste kwaliteit van het (grootschaliger) proces en het behalen van een goed rendement hieruit.
Er kan worden gesteld dat alle doelstellingen van het project gehaald zijn. De diverse testen gaven gedurende het project al de indicatie dat het eindresultaat veelbelovend zou zijn. De mortaliteit in de klassieke systemen was extreem hoog namelijk 30% tot 50%, terwijl de resultaten uit de proefopstelling een mortaliteit van rond de 3% lieten zien.