Het afgelopen jaar heb ik mij verdiept in functie en vormgeving, aan de hand van de
volgende vraag: Hoe kan ik de ideale vormgeving bereiken, zonder storende
factoren in mijn kroon- en brugwerk?
Bij het kijken naar de werkstukken in de praktijk, viel op dat er met de articulatie veel modellen wel
een storende knobbel hebben, die een vloeiende kaakbeweging in de weg staat. Deze storing
noemen we een parafunctie.
Een parafunctie is een “bijfunctie” in het gebit, die verstoring van de kaakbewegingen veroorzaakt.
Het valt veel tandtechnici op, dat modellen storende factoren bevatten, maar vaak weten ze dit niet
te plaatsen. Door middel van dit artikel hoop ik de waarheid boven tafel te krijgen.
Het is goed om jezelf een spiegel voor te houden.
Met deze constatering ben ik een onderzoek begonnen onder 100 modellen van meerdere
laboratoriums en diverse tandartsen om te kijken hoeveel modellen er parafuncties bevatten en wat
de meest voorkomende parafuncties zijn.
Dit onderzoek betreft dus geen landelijk gemiddelde, maar heeft als doel aan te duiden dat er meer
patiënten parafuncties bezitten dan wij misschien voor ogen hebben.
De eisen die ik aan de modellen heb gesteld zijn: (1) dat er uit de hand de occlusie moet kunnen
worden gevonden, (2) er niet meer dan twee preparaties in de molaarstreek zijn en (3) dat de
modellen geen frame en prothese bevatten.
De parafuncties die ik ben tegengekomen met dit onderzoek zitten in kroon- en brugwerk, vullingen,
klasse beet en extracties. De orthodontische behandelingen heb ik niet meegenomen, omdat ik geen
informatie over de patiënten tot mijn beschikking had.
Beginners Guide to TikTok for Search - Rachel Pearson - We are Tilt __ Bright...
Parafuncties – de waarheid boven tafel
1. Parafuncties – de waarheid boven tafel
Het afgelopen jaar heb ik mij verdiept in functie en vormgeving, aan de hand van de
volgende vraag: Hoe kan ik de ideale vormgeving bereiken, zonder storende
factoren in mijn kroon- en brugwerk?
Bij het kijken naar de werkstukken in de praktijk, viel op dat er met de articulatie veel modellen wel
een storende knobbel hebben, die een vloeiende kaakbeweging in de weg staat. Deze storing
noemen we een parafunctie.
Een parafunctie is een “bijfunctie” in het gebit, die verstoring van de kaakbewegingen veroorzaakt.
Het valt veel tandtechnici op, dat modellen storende factoren bevatten, maar vaak weten ze dit niet
te plaatsen. Door middel van dit artikel hoop ik de waarheid boven tafel te krijgen.
Het is goed om jezelf een spiegel voor te houden.
Met deze constatering ben ik een onderzoek begonnen onder 100 modellen van meerdere
laboratoriums en diverse tandartsen om te kijken hoeveel modellen er parafuncties bevatten en wat
de meest voorkomende parafuncties zijn.
Dit onderzoek betreft dus geen landelijk gemiddelde, maar heeft als doel aan te duiden dat er meer
patiënten parafuncties bezitten dan wij misschien voor ogen hebben.
De eisen die ik aan de modellen heb gesteld zijn: (1) dat er uit de hand de occlusie moet kunnen
worden gevonden, (2) er niet meer dan twee preparaties in de molaarstreek zijn en (3) dat de
modellen geen frame en prothese bevatten.
De parafuncties die ik ben tegengekomen met dit onderzoek zitten in kroon- en brugwerk, vullingen,
klasse beet en extracties. De orthodontische behandelingen heb ik niet meegenomen, omdat ik geen
informatie over de patiënten tot mijn beschikking had.
Uitgelicht:
• kroon- en brugwerk: dat niet op de juiste manier vervaardigd is, bijvoorbeeld te hoge
knobbelpunten of de fissuren niet op de juiste plaats gemaakt waardoor er geen vrijheid is
tijdens het articuleren.
• vullingen die sneller zijn versleten dan de restdentitie, of vullingen waarbij de occlusie wel
goed gecontroleerd is, maar te weinig aandacht aan de articulatie gegeven is.
• Kruisbeet of klasse III beet.
• Extracties die zijn uitgevoerd, waarvoor geen vervangende voorziening in de plaats is
gekomen, waardoor elementen van de antagonist zijn gaan uitgroeien. Dit kan een keuze zijn
van de patiënt vanwege het kostenplaatje
• Orthodontie; na de orthodontische behandeling staat alles weer netjes, maar door deze
verschuiving van de elementen kunnen knobbels gaan storen.
Irmen de Vries
2. Onderzoek
Van de 100 onderzochte modellen hebben maar liefst 75 modellen een parafunctie.
Van deze 75 modellen met parafuncties hebben:
- 29 modellen een parafunctie door kroon- en brugwerk
- 26 modellen een parafunctie door vullingen
- 16 modellen een parafunctie door een kruisbeet en/of een klasse III beet
- 4 modellen een parafunctie door extracties
Van de 75 modellen met parafuncties kunnen we vaststellen dat 59 modellen een parafunctie
hebben door tandtechnische ingrepen. Dat wil zeggen dat de 16 modellen met een parafunctie door
een kruisbeet en/of een klasse III beet van het totaal aantal parafuncties is afgetrokken. Dit is omdat
het type beet een natuurlijk gegeven van de patiënt is.
Irmen de Vries
3. Opvallend is dat er 13 modellen zijn met een parafunctie op de 1.4 en/of de 2.4. De oorzaak van deze
parafunctie is dat er geen vrijruimte is gemaakt voor retrusieve beweging (achterwaartse beweging)
van de onderkaak bij het leggen van een vulling of het vervaardigen van een kroon. Hiermee wordt
de bewegingsvrijheid van de kaken belemmerd.
In deze casus is op de 2.4 een kroon gemaakt die mesiaal te hoog is. De 3.5 is geëxtraheerd waardoor
de 2.5 is uitgegroeid. In beide gevallen is er een parafunctie bij een retrusieve beweging.
Wat nog opvallender is, is dat er 36 modellen een parafunctie hebben op de palatinale knobbel van
de laatste molaar van de bovenkaak, dit is bij de mediotrusie.
Deze parafunctie, aan het niet-actieve kwadrant, kan veroorzaakt worden doordat er te veel op het
actieve kwadrant wordt gelet. Een andere oorzaak kan zijn dat de kronen in de articulator zijn
gecontroleerd en niet uit de hand. Wanneer de articulatie uit de hand wordt gecontroleerd, kan gelet
worden op de eventuele slijpfacetten van de andere palatinale knobbels van de premolaren en de
eerste molaar. Dit kan parafuncties voorkomen, vooral bij de palatinale knobbel van de laatste
molaar van de bovenkaak. Bij gebruik van partiële modellen is het voor de tandtechnicus eveneens
moeilijk in te schatten hoe de articulatie precies verloopt, dit kan ook problemen geven in de
knobbel hoogte.
In deze casus zien we dat de palatinale knobbel van de laatste bovenmolaar niet goed met de curve
meeloopt en dus te hoog is, dit wordt versterkt doordat ook de buccale knobbel van de laatste
ondermolaar te hoog is gemaakt. Hierbij treedt een parafunctie op bij de dragende knobbels.
Irmen de Vries
4. “Wat men niet weet ziet men niet”
Als we niet stil staan bij parafuncties en wat ze teweeg brengt, zullen zowel tandarts als
tandtechnicus onbewust doorgaan met deze “bijfunctie”.
Om dit te voorkomen moet de tandtechnicus goed letten op de eventuele slijpfacetten van de
restdentitie en op de bewegingen naar mediotrusie, laterotrusie, protrusie en zeker de retrusie.
Ook kan overijverigheid gevaarlijk zijn, door mooie knobbels te maken met mooie randlijsten. Als
deze mooie knobbels storen, veroorzaken ze gewoon parafuncties.
Voor de tandarts geldt, dat bij het plaatsen van kroon- en brugwerk de articulatiebewegingen goed
gecontroleerd moeten worden. Want het percentage parafuncties is met 29% het grootst bij het
geplaatste kroon- en brugwerk.
CAD/CAM
De computer wordt steeds meer geïntegreerd in de tandtechniek en niet door iedere tandtechnicus
even welkom geheten. Eén ding is zeker: de vakman houdt werk en kan samen met de computer nog
fraaiere en esthetische werkstukken afleveren.
Het CAD/CAM systeem werkt momenteel zo, dat er voor de huidige mondsituatie een voorziening
wordt gemaakt. Bij Amann Girrbach met de Ceramill Map300 is het al mogelijk dat door middel van
een virtual articulator de articulatie kan worden gecontroleerd.
In de demonstratie film met de Ceramill Virtual Artex op de site van Amann Girrbach mis ik alleen de
retrusieve beweging, waar toch 13 modellen uit mijn onderzoek een parafunctie door hebben.
Ceramill Virtual Artex® CR
Irmen de Vries
5. Bij de 3-Shape scanner is er eind dit jaar ook een virtual articulator ingebouwd. Hiervan is al een
demonstratie film te zien op de site van 3-Shape. In deze film wordt ook aandacht geschonken aan
de retrusie.
3-Shape Dynamic Virtual Articulation
Dat de CAD/CAM systemen bezig zijn met het inbouwen van de articulator in hun systeem is
natuurlijk een stap in de goede richting. Wat alle systemen gemeen hebben is dat ze uitgaan van de
bestaande situatie, ook als er een parafunctie is. Dit houdt in dat er, wanneer er een parafunctie
door een foutieve kroon of vulling aanwezig is, op deze parafunctie zal worden doorgegaan.
Wanneer er softwarematig een tool wordt ingebouwd, zodat we de facebow kunnen implementeren
en aan de hand van de facebow kunnen checken of de articulatie volgens de natuurlijke slijpfacetten
verloopt, dan wordt de parafunctie meteen opgespoord. Deze kan zo op de computer zichtbaar
worden gemaakt. Hierna kan de tandarts ervoor kiezen om de parafunctie te verwijderen, waardoor
deze in ieder geval niet in de nieuwe voorziening wordt verwerkt. De parafunctie staat immers de
natuurlijke articulatie van de patiënt in de weg.
Wat goed zou zijn is dat er geen articulator, maar een natuurlijk kaaksysteem wordt
geïmplementeerd in de systemen, omdat bij de articulator de onderkaak vast staat terwijl dit bij de
patiënt de bovenkaak is.
Op de gebruikersdag van het Core 3D Centres vertelde Sebastiaan Cornelissen dat hij verwacht dat
dit binnen niet al te lange tijd in het systeem wordt geïmplementeerd.
Irmen de Vries
6. Conclusie
Met het bespreken van dit opmerkelijk hoge percentage parafuncties hoop ik dat de waarheid boven
tafel is gekomen en het is aan ons om er wat mee te gaan doen. Als we de kwaliteit van onze praktijk
willen garanderen, mogen er geen werkstukken meer geplaatst worden die parafuncties veroorzaken
of in stand houden. Het gevaar van computergemodelleerd kroon- en brugwerk is dat ook mensen
zonder vakkennis het kunnen maken en er een grote kans op parafuncties ontstaat.
De patiënten zijn afhankelijk van ons kunnen, ze moeten hun kroon- en brugwerk uit handen geven.
Zij verdienen een eerlijk werkstuk.
Meer informatie, links en/of reageren?
Zie www.occlusaalkompas.nl
Irmen de Vries
www.occlusaalkompas.nl 4 juli 2010
6