1. Inhalatie
medicatie

2. Inhalatietechniek
Doelstellingen training inhalatiemedicatie
1. Je kunt de 3 manieren van inhaleren benoemen
2. Je kunt de indeling van medicatiegroepen voor
inhalatie benoemen
3. Je past de aandachtspunten toe rondom inhalatie
4. Je kunt jouw specifieke protocol toepassen in de
praktijk
5. Je kunt beoordelen of jouw cliënt op de juiste wijze
inhaleert
http://www.apotheek.nl/Medische_informatie/Medicijnen/Medicijnen/Instructiefilmpje/Instructie/Inhalatie_in
structies.aspx?mId=10703&rId=23

3. Overzicht van inhalatiemedicatie
 luchtwegverwijders
- kortwerkende luchtwegverwijders
- langwerkende luchtwegverwijders
 middelen die de allergie/ontsteking bestrijden
- corticosteroïden
Verder is er onderscheid in onderhoudsmedicatie
en medicatie om een aanval te stoppen.

4. langwerkende luchtwegverwijders
(sympathicomimetica)
Stofnaam
Merknaam Werkingsd
uur na
inhalatie
Formoterol
Foradil®
Tot 12 uur
salmeterol
Serevent®
Tot 12 uur
Onderhoudstherapie; voorkomen van aanvallen

5. Kortwerkende luchtwegverwijders
(sympathicomimetica)
Stofnaam
Merknaam
Salbutamol
Aerolin®
/Ventolin®
Werkingsduur
na inhalatie
4 – 6 uur
Enz.
Om een benauwdheidsaanval te couperen
ontspannen de verkrampte spiertjes in de luchtwegen

6. Luchtwegverwijders + vermindering van de
slijmproduktie
(parasympathicolytica)
De meest bekende is:
Atrovent ® (ipratropium)

7. Corticosteroïden
(ontstekingremmers)
 kunnen de bronchiale hyperreactiviteit
(overgevoelig reageren van de luchtwegen)
verminderen.
 Naast de ontstekingsremmende werking zorgen
ze ervoor dat er minder luchtwegvernauwende
stoffen worden geproduceerd.
 als onderhoudsdosering of bij ernstige
verslechteringen wordt een stootkuur gegeven

8. Overzicht corticosteroïden
Stofnaam
preparaat
Beclometason
Aerobec®
Aldecin®
Becloforte®
Becotide®
Clenil®
Budenoside
Pulmicort®
fluticason
Flixotide®

9. Inhaleren
Voordelen:
 luchtwegverwijders
hebben snel effect
 minder medicijn
nodig
 minder
bijwerkingen
verschillende
inhalatoren
1 Verstuivers
2 Poederinhalator
3 Vernevelapparaat

10. De Poederinhalator







Houding
uitademen
Krachtig inhaleren
5 sec. vasthouden
(Hoestprikkel voorkomen eerst H2O)
Mondspoelen bij corticosteroïden
Voor verschillende inhalatoren zie protocollen +
instructiefilmjes op www.apotheek.nl
Ga naar instructiefilmpjes

11. Verstuiver/ Aerosol
 Houding
 Schudden
 Uitademen
!
 Indrukken= inademen
langzaam en diep
 5 a 10 sec. vasthouden= neerslaan longen
 Na 2 weken niet gebuikt of nieuwe 2 keer in
de lucht spuiten.
 Mondspoelen bij corticosteroïden
http://www.apotheek.nl/Medische_informatie/Medicijnen/Medicijnen/Instructiefilmpje
/Instructie/Inhalatie_instructies.aspx?mId=10703&rId=23

12. Verstuiver met voorzetkamer






Verstuiver schudden voor gebruik
1 wolkje per keer
5 keer rustig in- en uit ademen
In/uitademen door de mond (klepcontrole)
1 x per week reinigen in sopje 15 min.
Niet drogen met een doek
http://www.apotheek.nl/Medische_informatie/Medicijnen/
Medicijnen/Instructiefilmpje/Instructie/Inhalatie_instructie
s.aspx?mId=10703&rId=23

13. Vernevelen
 8 liter lucht (zuurstof?) per min.
 2 tot 4 ml nacl 0,9 % minder residu
 Mondstuk of mondkap ?
Vernevelkamer moet rechtop blijven!
 Gewoon ademen/ geen techniek
 Vaak 10 tot 15 min.
 Bij sputteren geen goede verneveling of
bijna leeg

14. De protocollen
Per verschillende inhalatie techniek ken je
A de algemene instructies en techniek voor de
hoofdgroep
1 poederinhalator
2 verstuiver/ aerosol
3 vernevelaar
B per specifieke inhalator pak je het specifieke
protocol (vilans) en/of instructiefilmpje
(www.apotheek.nl )

15. Observatie voor de verpleegkundige bij inhaleren,
roept u maar……..






