sjabloon

1. 8 GIP Sjabloon
8.1 Omschrijving opdracht:
Ontwerp een sjabloon waarin je later alle taken (voor de verschillende opdrachten) zal maken én de
uiteindelijke GIP-structuur zal op baseren.
Je gebruikt hiervoor de brochure ‘Efficiënt werken rond Eindwerken’, waar ondermeer een volledig‘
how-to’ hoofdstuk terug te vinden is omtrent sjablonen.
8.2 Verwerking opdracht:
Voorzie je sjabloon van de correcte opmaakkenmerken. Vooraleerst stel je de juiste paginainstellingen
in:
 de juiste marges,
 marges spiegelen (recto-verso/werken in boekvorm),
 even- en oneven verschillend (kop- en voetteksten).
Ontwerp ook zelf ‘minstens’ volgende opmaakprofielen:
 Ontwerp het standaard opmaakprofiel ‘GIPstandaard’.
Dit moet opgemaakt worden in het lettertype TNR, Calibri of Arial met puntgrootte 10pt.
Zorg voor de gepaste witruimte voor en na alinea’s.
Gebruikt tevens regelafstand ‘Enkel’;
 5 GIP niveaus (GIP1 t.e.m. GIP5) voor de titels en subtitels van je opdrachten.
Zorg voor een nummering van meerdere niveaus;
 Een opmaakprofiel voor de kop- en voettekst.
Deze moet puntgrootte 9pt zijn.
De koptekst omvat je naam op de buitenzijde en je klas op de binnenzijde van elk blad. In de
voettekst komt steeds op de buitenzijde van de pagina het paginanummer, op de binnenzijde komt
de naam te staan van de behandelde opdracht.
Let op:
Er is een verschil tussen ‘werken/aanpassen in het eigenlijke sjabloon’ en ‘een document op
basis van het sjabloon’.