SlideShare a Scribd company logo
Macro-economische projecties van de NBB

Geert Langenus (geert.langenus@nbb.be)
Raïsa Basselier

Ekonomika, 9 december 2013
DS.13.12.553
Overzicht van de presentatie

1.

Rol van de economische projecties voor het monetaire beleid

2.

Regels en procedures voor de Eurosysteem-projecties

3.

Specifieke econometrische modellen binnen de Bank
o

Forecasting

o

Now-casting

4.
5.

2

Najaarsprognoses 2013
De troebele (?) glazen bol van de Nationale Bank
Rol van economische projecties voor monetair beleid

 belangrijkste doelstelling: prijsstabiliteit
•

voor de ECB: jaarlijkse inflatie onder, maar dichtbij 2 % op middellange termijn

 analyse van de prijsstabiliteit berust op twee pijlers:
•

'monetaire' analyse: monetaire tendensen, geldgroei

•

'economische' analyse: macro-economische vooruitzichten



cruciale input: formele macro-economische projecties van ECB / Eurosysteem

 projecties betreffen een ruime waaier van macro variabelen
•
•

uiteraard inflatie en prijs- en kostenvariabelen
maar ook: bbp (+ bestedings- en inkomenscomponen), werkgelegenheid en
werkloosheid, overheidsfinanciën (heel gedetailleerd), enz.

•

•
3

en worden vergezeld van een uitgebreide analyse (story-telling)

horizon: tot jaar t+2 (nu: 2015)
Rol van economische projecties voor monetair beleid - 2

 diverse rapporten voor de ECB Governing Council
•
•
•

gedetailleerde beschrijving van verwachte macro-economische ontwikkelingen
afzonderlijke rapporten voor overheidsfinanciën
zijn niet publiek maar 'circuleren'

 kortere beschrijving (box/artikel) in ECB Monthly Bulletin
 trend naar grotere transparantie (accountability?):
•
•

eerder: van ranges naar ranges met midpoints

grotere wijzigingen in december 2013:





•
4

grafieken tonen kwartaalverloop
niet meer enkel bbp en inflatie maar veel bredere waaier (werkgelegenheid,
begrotingssaldi en -schuld, enz.)
meer aandacht voor sensitiviteitsanalyses

wel (uiteraard!) nog steeds enkel voor eurogebied; geen landen
Overzicht van de presentatie

1.

Rol van de economische projecties voor het monetaire beleid

2.

Regels en procedures voor de Eurosysteem-projecties

3.

Specifieke econometrische modellen binnen de Bank
o

Forecasting

o

Now-casting

4.
5.

5

Najaarsprognoses 2013
De troebele (?) glazen bol van de Nationale Bank
Procedures voor de Eurosysteem-projecties

 twee gecoördineerde Eurosysteem-projecties per jaar
•
•

BMPE: Broad Macroeconomic Projection Exercise: in juni en december
gezamenlijk werk van medewerkers van 19(!) instellingen: ECB + 18 NCBs

 tussentijdse projecties
•
•
•

MPE: Macroeconomic Projection Exercise: in maart en september
verricht door ECB-staf
behalve de NIPE (Narrow Inflation Projection Exercise): steeds door NCBs

 BMPEs nemen in de (onlangs verkorte!) kalender een 9-tal weken in beslag
•
•
•

6

principe: iedere NCB maakt ramingen voor eigen land
maar geen loutere bottom-up, collegiale aanpak
stafprojecties, waarvan ECB Executive Board en Governing Council kennis
neemt
Procedures voor de Eurosysteem-projecties - 2
MPC: Comité voor het Monetaire Beleid van het ESCB.
Verantwoordelijk voor de projecties

WGPF: Working Group on
Public Finance.
Projecties en rapporten i.v.m.
overheidsfinanciën

WGF: Working Group on
Forecasting.
Alle andere macroeconomische projecties

interacties op NCB-niveau
(voorspellingen vaak een iteratief
proces)

p.m. ook Working group on Econometric Modelling + ad-hocwerkgroepen van ESCB-experts
7
Basisprincipes van de projecties

 gemeenschappelijke veronderstellingen
•
•

externe omgeving (bv. olieprijzen, wisselkoers, rentetarieven, mondiale vraag)
rentes (nu, zowel op lange als korte termijn, rekening houdend met
marktverwachtingen; vroeger constante korte rente)

 consistentiechecks (handelsstromen) + grondige peer review door
deelnemende instellingen

 specifieke richtlijnen voor begrotingsramingen
•
•
•
•
•
8

algemeen: voorzichtige en realistische aannames
neem alleen volledig uitgewerkte maatregelen in aanmerking die het
wetgevingsproces al hebben doorlopen (of dat wellicht zullen doen)
laat niet nader bepaalde maatregelen buiten beschouwing

houd geen rekening met regeringsdoelstellingen als dusdanig (geen track
record-effect)
oordeel kritisch over regeringsramingen
'Nationale' publicaties

 geen verplichtingen, wel een 'sperperiode'
•
•
•

gedurende bepaalde periode voor en na de bekendmaking van de BMPE,
geen publicatie van afwijkende nationale ramingen
nationale BMPE-ramingen mogen pas na die voor het eurogebied worden
gepubliceerd
NCBs beslissen zelf of en in welke mate ze dat doen

 NBB: volledige transparantie
•
•
•
•
•

persconferentie + uitgebreid artikel in Economisch Tijdschrift van de NBB
volledige beschrijving (b.v. incl. overheidsfinanciën)
maar beperkt tot jaar t+1 (veel grotere foutenmarge t+2)
soms verschillende resultaten in vergelijking met regering, Planbureau
geen andere ramingen dan BMPE

 bepaalde andere NCBs zijn zwijgzamer
9
Specifieke vraag: consistentie met troika-ramingen?

 ECB maakt deel uit van troika (+EC, IMF) voor landen met
aanpassingsprogramma's

 in die context worden macro-eceonomische ramingen gemaakt, b.v. voor
de Memorandums of Understanding

 kunnen BMPE-ramingen in ongeveer dezelfde periode daarvan afwijken?
•
•
•
•

andere assumpties
recentere statistieken (bv. 2013Q3 voor Cyprus)

BMPE-regels inzake begrotingsvooruitzichten
andere modellen, judgment

 meer algemene vraag: rol van ECB in troika?

10
Overzicht van de presentatie

1.

Rol van de economische projecties voor het monetaire beleid

2.

Regels en procedures voor de Eurosysteem-projecties

3.

Specifieke econometrische modellen binnen de Bank
o

Forecasting

o

Now-casting

4.
5.

11

Najaarsprognoses 2013
De troebele (?) glazen bol van de Nationale Bank
Praktische organisatie van een ramingsoefening

 'kruisbestuiving tussen econometrische modellen en menselijke expertise'
 core BMPE team (4 economisten) zorgt voor coördinatie
•
•
•

maar betrokkenheid van experten in alle relevante domeinen
b.v. model-ramingen arbeidsmarkt afgetoetst met arbeidsmarktexperten
interne iteraties

 sateliet-modellen voor inflatie (KT) en overheidsfinanciën
•
•

b.v. uiterst gedetailleerde raming overheidsontvangsten, -uitgaven en -schuld
specifieke analyse-instrumenten overheidsfinanciën (structural balances)

 onderscheid tussen de korte en de langere termijn

 opmerking; alles nog steeds nationaal, geen 'regionale' ramingen
•

12

quid toenemend belang van regio's in België?
Het werkpaard: Noname (Ph. Jeanfils en K. Burggraeve)

 kwartaalmodel van de Bank sinds 2005
 120-tal equaties voor de verschillende economische agenten/sectoren, op
basis van rationeel en optimiserend gedrag

•

30-tal gedragsvergelijkingen, daarnaast technische en boekhoudkundige vergelijkingen,

 neo-Keynesiaans model:
•
•
•

schatting is compromis tussen 'economische theorie' en 'data matching'

korte termijn is vraagbepaald, lange termijn aanbodbepaald
aandacht voor evenwichtsrelaties (coïntegratie) en dynamische relaties

 vertrekbasis voor de BMPE
 daarnaast: analysekader voor beleidsproblemen
•

13

b.v. effect van lastenverlaging
Forecasting m.b.v. Noname (Ph. Jeanfils en K. Burggraeve)

Gezinnen

Financiële markt

Centrale bank

14

Arbeidsmarkt

Bedrijven

Goederenmarkt

Overheid

Buitenland
Forecasting m.b.v. Noname (Ph. Jeanfils en K. Burggraeve)

 Gezinnen
•

•
•
•

consumeren in functie van hun arbeids- en financieel inkomen en van de reële
kortetermijnrente

investeren in woongebouwen
sparen en alloceren hun vermogen
bieden arbeid aan

 Bedrijven
•

twee soorten bedrijven (producent of importeur) verkopen halffabricaten




•
•

15

monopolistische concurrentie
deze bedrijven bepalen hun prijs op basis van de eigen kosten, maar ook op basis van
de prijs van internationale concurrenten

finale goederenproducent koopt halffabricaten en verkoopt afgewerkte
goederen
winstmaximalisatie leidt tot optimale vraag naar kapitaal en arbeid via een
CES-productiefunctie
Forecasting m.b.v. Noname (Ph. Jeanfils en K. Burggraeve)

 Buitenland
•
•

uitvoer in functie van wereldvraag (loss market shares) en prijscompetitiviteit

invoer in functie van absorptie (import content) van finale vraag + 'pricing to
market'

 Overheid
•
•
•

grotendeels: endogene ontvangsten (heffingsbasis x tarief)
uitgaven: grotendeels exogeen (uitzondering: werkloosheids- en rente-uitgaven)
mogelijkheid tot gebruik van 'fiscal rule' in beleidswerk

 Opmerking
•
•

exogeen opgelegde loonnorm (exo reëel brutoloon + endo autom. indexatie)
versus endogeen bargaining probleem tussen vakbonden en werkgevers

 Opmerking
•
•

16

#1: loonvorming

#2: monetair beleid

kortetermijnrente exogeen vastgelegd (common assumptions) - geen monetary policy rule
wel: transmissie naar rente voor bedrijfskredieten en hypotheekleningen: wel endogeen
Now-casting

 grote macro-econometrische modellen zijn vooral geschikt voor de iets
langere termijn

•

minder voor heel precieze kwartaalramingen

 Now-casting modellen verwerken stroom aan data van hogere frequentie
tot ramingen voor lopend en volgend kwartaal

•

« Soft data »: data van (consumenten- en producenten)enquêtes




•

maandelijkse frequentie, snel beschikbaar, geen herzieningen
nationale (NBB) en internationale (PMI) enquêtes

« Hard data »: kwantitatieve gegevens zoals omzet, registratie nieuwe wagens,...




iets later beschikbaar en soms onderhevig aan herziening
in principe meer gecorrelleerd met eigenlijke nationale rekeningen

 zowat alle NCBs gebruiken dergelijke modellen voor realtime
conjunctuuranalyse en KT-ramingen

17
Now-casting - 2

 technisch: twee soorten modellen
1. "partial models"

•
•
•

single-equation approaches: van indicatoren naar geraamde variable (bbp)
"bridge models"
flexibiliteit (bv. aanpassen aan data release calendar)

2. "joint models"

•
•
•

joint dynamics tussen bbp en indicatoren
typisch voorbeeld: Dynamic Factor Models
meer geschikt voor kwantificering van impact van elke data release

p.m.

•
•

18

hybride modellen: bridging with factors, MIDAS-applicaties
recente trend: big data models, op basis van bijna realtime datasets
(betalingstrabsacties, internet-data: Google, Twitter, enz.)
BREL model (Ch. Piette)

 BRidge vergelijkingen met voorspellers die worden geselecteerd door een
ELastic net procedure (Zou and Hastie,2005; Bessec, 2013)

 ramingen van bbp-groei op korte termijn, maar ook:
•
•

productie per sector en bestedingscomponenten (priv consumptie)
werkgelegenheidsverloop

 Algoritme op basis van 6 data scenario's
•

Welke data de beste voorspelling leveren, hangt af van moment waarop
voorspelling wordt gemaakt




•

19

Voorspelling in target quarter: soft data zijn belangrijkste voorspellers, hard data veelal
nog niet ter beschikking
Voorspelling 1 of 2 maand na target quarter: belangrijkste rol voor hard data,
maar ook soft data kunnen bijdragen tot betere voorspelling

op hetzelfde moment: RMSE van BREL identiek aan die van de flash-raming van
het INR
Dynamic Factors Model (DFM, D. de Antonio Liedo)

 zelfde opzet als Brel, andere benadering (Kalman filter)
 foutenmarge vergelijkbaar; twee versies:
•
•

voorspellen van de flash-groeiraming van het INR (1 maand na elk kwartaal)
voorspellen van het uiteindelijke cijfer in de nationale rekeningen

 enkel gehanteerd voor bbp
 ook een Europese versie (cf. Eurocoin-indicator van de Banca d'Italia)
 output gericht op inschatten van impact van elke nieuwe informatie
•

20

tijdslijn van 'groeiramingen'
Overzicht van de presentatie

1.

Rol van de economische projecties voor het monetaire beleid

2.

Regels en procedures voor de Eurosysteem-projecties

3.

Specifieke econometrische modellen binnen de Bank
o

Forecasting

o

Now-casting

4.
5.

21

Najaarsprognoses 2013
De troebele (?) glazen bol van de Nationale Bank
Herstel in de geavanceerde landen maar vertraging in de
opkomende economieën
Internationaal goederenverkeer

Vertrouwen in de ondernemingen uit de
verwerkende nijverheid

(gemiddelde van de uit- en invoer, seizoengezuiverde
maandgegevens, naar volume, indexcijfers 2007 = 100)
70

140

(PMI-indicatoren, 50 = neutraal; seizoengezuiverde gegevens)

130
60
120
50

110

100

40

90
30
80

20

70
2008

2009

Eurogebied
Japan
Bronnen: CPB, Markit.

22

2010

2011

2012

2013

Verenigde Staten
Opkomende landen

2008

2009

2010

2011

2012

Eurogebied

Verenigde Staten

Japan

BRIC's

2013
Groeivooruitzichten voor de voornaamste economische zones
(Reëel bbp, veranderingspercentages t.o.v. het voorgaande jaar)

3.4

2.8

1.6

1.1

2.6

Rusland

7.8 7.5 7.4

-0.7 -0.4
Eurogebied

Verenigde Staten

1,9 3,0

2,0 2.1 2,0
Japan

China
4,0
3.8 2.9
India
0.9
3.1 2.8

3.6

2.2 2.5
Brazilië

Wereld
2012

2013

2014

Ramingen Eurosysteem
voor eurogebied
1.1
Bronnen: EC, IMF.

23

-0.4
Het herstel in het eurogebied komt op gang vanaf het tweede
kwartaal van 2013
Bbp naar volume
(veranderingspercentages t.o.v. het overeenstemmende kwartaal van het voorgaande jaar)

6
4
2
0

-2
-4
-6
-8
2008

2009

België

Bronnen: EC, INR.

24

Eurogebied

2010

2011

Duitsland

2012

Frankrijk

2013

Nederland
Projecties voor België:
samenvatting van de voornaamste resultaten
(veranderingspercentages, tenzij anders vermeld; de herzieningen t.o.v. de raming van juni 2013 worden
tussen haakjes vermeld)
2012
Bbp naar volume

2013r

2014r

Werkloosheidsgraad1

0,2

(+0,1)

Binnenlandse werkgelegenheid (gemiddelde verandering op
jaarbasis in personen)

-0,1

1,1
(0,0)

(+0,2)

9 400

-17 400

2 500

(+1 200)

(+300)

(+8 500)

Financieringsbehoefte (-) of -vermogen van de overheid2

8,7
(+0,5)

9,1
(+0,4)

2,6

1,2

1,3

(0,0)

HICP-inflatie

7,6
(0,0)

(+0,2)

(+0,1)

-4,0

-2,8
(+0,1)

(+0,5)

(0,0)

Nettolening aan de rest van de wereld3

-2,8

-0,3

0,1

0,3

(-0,9)

(-0,9)

(-0,7)

Bronnen: EC, INR, NBB.
1 In procenten van de beroepsbevolking (15-64 jaar).
2 Volgens de methodologie die wordt gebruikt in het kader van de procedure bij buitensporige overheidstekorten. In procenten bbp.
3 Volgens de nationale rekeningen. In procenten bbp.

25
Herzieningen van de bbp-vooruitzichten t.o.v. de raming
van juni 2013

 Voor 2013:
•

tweede en derde kwartaal van 2013 beter dan verwacht

 Voor 2014:
•

sterkere groei bij de private sector (particuliere consumptie,
bedrijfsinvesteringen, uitvoer)...




•

in het bijzonder: hogere langetermijnrente, minder dynamische wereldmarkten en iets
hogere koers van de euro

... en een fors neerwaartse bijstelling van de vooruitzichten inzake
overheidsuitgaven



26

vertrouwenseffecten

... volledig gecompenseerd door minder gunstige gemeenschappelijke
hypothesen...



•

"carry over" van 2013

met name omdat rekening wordt gehouden met de begrotingen voor 2014
Bbp en algemene synthetische conjunctuurcurve
(voor seizoen- en kalenderinvloeden gezuiverde gegevens naar volume, tenzij anders vermeld)
4
10

3
2

0
1
0

-10

-1
-20

-2
-3

-30
-4
-5

-40

2008

2009

2010

2011

2012

2013r

2014r

Bbp - veranderingspercentages t.o.v. het overeenstemmende kwartaal van het voorgaande jaar (linkerschaal)

Bbp - veranderingspercentages t.o.v. het voorgaande kwartaal (linkerschaal)
Algemene synthetische conjunctuurcurve¹ - afgevlakte reeks (rechterschaal)
Algemene synthetische conjunctuurcurve¹ - brutoreeks (rechterschaal)

Bronnen: INR, NBB.
1 Saldo van de antwoorden.

27
Vertrouwensindicatoren per bedrijfstak
(saldi van de antwoorden, seizoengezuiverde gegevens)
10

Verwerkende nijverheid

20

0

10

-10

0

-20

-10

-30

Handel

-20

-40

-30
2009

30

2010

2011

2012

2013

Diensten aan ondernemingen

2009

10

2010

2011

2012

2013

2011

2012

2013

Bouwnijverheid

20
10

0

0
-10
-10

-20
-30
-40

-20
2009

2010

2011

2012

Afgevlakte reeks

Bron: NBB.

28

2013

Brutoreeks

2009

2010

Gemiddelde sinds januari 1980
Bbp en voornaamste bestedingscomponenten
(voor kalenderinvloeden gezuiverde volumegegevens, bijdragen aan de jaar-op-jaar verandering van
het bbp, procentpunten, tenzij anders vermeld)
3

2

1

0

-1

-2

-3

-4
2008

2009

2010

2011

2012

2013r

Voorraadwijziging
Netto-uitvoer van goederen en diensten
Binnenlandse bestedingen van de private sector, ongerekend voorraadwijziging
Overheidsbestedingen
Bbp (veranderingspercentages)
Bronnen: INR, NBB.

29

2014r
Bestedingscomponenten
(veranderingspercentages, voor kalenderinvloeden gezuiverde volumegegevens, tenzij anders vermeld)
2011

2012

2013r

2014r

Consumptieve bestedingen van de particulieren

0,2

-0,3

0,5

1,1

Consumptieve bestedingen van de overheid

0,7

1,4

0,7

1,1

Bruto-investeringen in vaste activa

4,1

-2,0

-2,3

1,4

Woningen

-3,2

-3,2

-4,5

-0,7

Overheid

7,1

2,4

-9,4

-2,8

Ondernemingen

7,3

-2,1

-0,3

2,8

Totaal van de binnenlandse bestedingen, ongerekend
voorraadwijziging1

1,1

-0,2

0,0

1,1

Voorraadwijziging1

0,9

-0,4

-0,3

0,0

-0,3

0,5

0,5

0,0

Uitvoer van goederen en diensten

6,4

1,8

0,1

3,1

Invoer van goederen en diensten

6,9

1,3

-0,5

3,1

1,8

-0,1

0,2

1,1

Netto-uitvoer van goederen en diensten1

Bbp

Bronnen: INR, NBB.
1 Bijdrage aan de verandering van het bbp.

30
Uitvoer van goederen en diensten en uitvoermarkten
(volumegegevens, veranderingspercentages t.o.v. het voorgaande jaar)

15

10

5

0

-5

-10

-15
2008

2009

2010

2011

Uitvoer van goederen en diensten

Bronnen: ECB, INR, NBB.

31

2012

2013r

Uitvoermarkten

2014r
Consumptie en besparingen van de huishoudens
(volumegegevens, veranderingspercentages t.o.v. het voorgaande jaar, tenzij anders vermeld)
4

19

3

18

2

17

1

16

0

15

-1

14

-2

13

2008

2009

2010

2011

2012

2013r

2014r

Particuliere consumptie (linkerschaal)
Bruto beschikbaar inkomen (linkerschaal)

p.m. Gemiddelde spaarquote

Spaarquote van de huishoudens¹ (rechterschaal)

sinds 1995 = 16,8 %

p.m. Prognose voor de spaarquote in juni 2013¹

Bronnen: INR, NBB.
1 In procenten van het beschikbaar inkomen.

32
Bedrijfsinvesteringen
(veranderingspercentages t.o.v. het voorgaande jaar, volumegegevens tenzij anders vermeld)

15

10

5

0

-5

-10

-15
2008

2009

2010

2011

2012

2013r

2014r

Bedrijfsinvesteringen
Finale vraag
Bruto-exploitatieoverschot van de vennootschappen (tegen lopende prijzen)

Bronnen: INR, NBB.

33
Arbeidsmarkt
(voor seizoen- en kalenderinvloeden gezuiverde gegevens)

4%

Binnenlandse
werkgelegenheid, gemiddelde arbeidsduur
en productiviteit
(bijdragen tot de groei op jaarbasis van het bbp)

Gemiddeld aantal gewerkte uren per
werknemer in de private sector
375
370

3%

365

360

2%

355
350

1%

2013r

2011

2009

2007

2005

2003

2001

1999

0%

1997

1995

345

-1%

Werkloosheidsgraad

-2%
-3%

-4%
-5%
2007

2008

2009

2010

2011

2012

Werkgelegenheid in personen
Uren per persoon
Productiviteit per gewerkt uur
Bbp
Bronnen: EC, INR, NBB.

34

2013r 2014r

13
12
11
10
9
8
7
6
5

(procenten van de beroepsbevolking van 15 jaar en ouder)

België

Eurogebied

Kwartaalvooruitzichten voor België
Arbeidsaanbod en -vraag
(jaar-op-jaarveranderingen in duizenden personen, voor kalenderinvloeden gezuiverde gegevens)

2011

2012

2013r

2014r

Beroepsbevolking

43,4

25,0

6,4

22,0

Totale werkgelegenheid

63,2

10,5

-17,2

2,5

waarvan: loontrekkenden in conjunctuurgevoelige bedrijfstakken1

31,9

-6,0

-31,5

-13,3

3,7

-0,6

-1,6

-1,8

18,1

7,1

9,1

11,9

-19,8

14,4

23,5

19,4

loontrekkenden overheid en onderwijs

loontrekkenden overige diensten
Niet-werkende werkzoekenden

Bronnen: ADSEI, INR, RVA, NBB.
1 Landbouw, industrie, bouwnijverheid, handel en horeca, vervoer en communicatie, financiële diensten, vastgoed en diensten aan ondernemingen.

35
Inflatie
(HICP, veranderingspercentages t.o.v. de overeenstemmende maand van het voorgaande jaar)

7

Inflatie in België en in het
eurogebied

7.5

Volatiele componenten van de
inflatie in België

45

6
5

5.0

30

2.5

15

0.0

0

4
3
2
1
0
-1

-2.5

-15

-5.0

-30

-2
-3
2008

2009

2010

2011

2012

2013r

2014r

België, HICP
België, HICP ongerekend energie en levensmiddelen
Eurogebied, HICP

Bronnen: EC, FOD Economie, NBB.

36

2008

2009

2010

2011

2012

2013r

Levensmiddelen (linkerschaal)
Energiedragers (rechterschaal)

2014r
Inflatie en loonkosten¹ in de private sector
(veranderingspercentages t.o.v. het voorgaande jaar, tenzij anders vermeld)

2011

2012

2013r

2014r

HICP

3,4

2,6

1,2

1,3

Gezondheidsindex2

3,1

2,7

1,3

1,4

Loonkosten per gewerkt uur (1)

2,4

3,7

2,1

1,1

-0,2

-0,7

0,4

0,6

2,6

4,4

1,7

0,6

Productiviteit per uur3 (2)

Loonkosten per eenheid product (1)-(2)

Bronnen: FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, INR, NBB.
1 Ongerekend het effect van de verminderingen van de bedrijfsvoorheffing.
2 Nationale consumptieprijsindex ongerekend de producten die schadelijk worden geacht voor de gezondheid, namelijk tabak, alcoholhoudende dranken,
benzine en diesel.
3 Toegevoegde waarde naar volume per uur gewerkt door de loontrekkenden en zelfstandigen.

37
Overheidsrekeningen
(in % bbp)

2011

2012

2013r

2014r

49,6

51,0

51,4

51,2

43,6

44,8

45,3

45,5

6,0

6,2

6,2

5,7

Primaire uitgaven

50,0

51,6

51,0

50,9

Primair saldo

-0,4

-0,6

0,4

0,3

Rentelasten1

3,3

3,4

3,1

3,0

-3,7

-4,0

-2,8

-2,8

-0,2

-0,4

0,4

0,1

Ontvangsten
Fiscale en parafiscale
Overige

Financieringsbehoefte (-) of -vermogen1
p.m. Effect van tijdelijke factoren

Bronnen: INR, NBB.
¹ Volgens de methodologie die wordt gebruikt in het kader van de procedure bij buitensporige overheidstekorten.

38
Financieringssaldi per deelsector1
(in % bbp)

2011

2012

2013r

2014r

Gezamenlijke overheid

-3,7

-4,0

-2,8

-2,8

ENTITEIT I

-3,4

-3,5

-2,6

-2,6

Federale overheid

-3,4

-3,4

-2,7

-2,6

Sociale zekerheid

0,0

-0,1

0,1

0,0

-0,4

-0,5

-0,2

-0,1

Gemeenschappen en gewesten

-0,2

0,0

0,0

-0,1

Lokale overheid

-0,1

-0,4

-0,1

-0,1

ENTITEIT II

Bronnen: INR, NBB.
1 Volgens de methodologie die wordt gebruikt in het kader van de procedure bij buitensporige overheidstekorten.

39
Voornaamste verklaringen voor het verloop van het
financieringssaldo

 2013: verbetering met 1,2 % bbp
•
•
•
•

ondanks de ongunstige conjunctuur
positieve impact van de niet-recurrente factoren ten belope van 0,8 % bbp
daling van de rentelasten
fors restrictief begrotingsbeleid




voornamelijk belastingverhogingen door de federale overheid

maar ook matige uitgavengroei (+ terugval van de investeringen van de lokale overheid)

 2014: stabilisatie
•
•
•
•

wegvallen van de niet-recurrente factoren 2013: negatieve impact van 0,4 % bbp

economisch herstel
verdere daling van de rentelasten
voortzetting van het restrictief begrotingsbeleid


40

maatregelen bij de federale overheid en de gemeenschappen en gewesten
Primaire uitgaven van de overheid en bbp
(veranderingspercentages t.o.v. het voorgaande jaar)
5

4

3

2

1

0

-1

-2

Gecorrigeerde primaire uitgaven1

2014e

2013e

2012

2011

2010

2009

2008

2007

2006

2005

2004

-3

Bbp naar volume2

Bronnen: INR, NBB.
1 Primaire uitgaven gedefleerd aan de hand van de HICP en gecorrigeerd voor de invloed van conjuncturele, niet-recurrente en budgettair neutrale
factoren, alsook voor het indexeringseffect. Dit laatste is het effect dat voortvloeit uit het verschil tussen, enerzijds, de effectieve indexering van de
bezoldigingen van het overheidspersoneel en de sociale uitkeringen en, anderzijds, de stijging van de HICP.
2 Voor kalenderinvloeden gezuiverde gegevens.

41
Schuld en financieringssaldo van de overheid
(in % bbp)

110

Geconsolideerde brutoschuld

1

105

Financieringssaldo

0

100

4,8

-1

95

-2

90

38,6
-3

85
80

-4

75
-5
70
-6

65

Bronnen: EC, NBB.

42

België

Eurogebied

België

2014r

2013r

2012

2011

2010

2009

2008

2007

2006

2005

2004

2003

2002

2001

2014r

2013r

2012

2011

2010

2009

2008

2007

2006

2005

2004

2003

2002

2001

2000

Eurogebied

2000

-7

60
Vergelijking van de recente vooruitzichten voor de bbp-groei
naar volume in België
(veranderingspercentages op jaarbasis)

Huidige prognose

Voorgaande prognose

Publicatiedatum

2014

Publicatiedatum

2013

2014

Federaal Planbureau 1

Sept. 2013

0,1

1,1

Mei 2013

0,2

1,2

IMF

Okt. 2013

0,1

1,0

April 2013

0,2

1,2

Consensus Economics

Okt. 2013

0,0

0,9

Juni 2013

0,0

1,0

Belgian Prime News

Sept. 2013

0,0

1,0

Juni 2013

0,1

1,2

Europese Commissie

Nov. 2013

0,1

1,1

Mei 2013

0,0

1,2

OESO

Nov. 2013

0,1

1,1

Juni 2013

0,0

1,1

NBB

1

2013

Dec. 2013

0,2

1,1

Juni 2013

0,0

1,1

Economische begroting.

43
Voornaamste risicofactoren

 Risico's die de wereldvraag kunnen drukken
•

(verwachtingen omtrent) het begrotingsbeleid en het monetair beleid in de
Verenigde Staten

•

de vertraging van de groei zou groter kunnen zijn in de opkomende economieën

•

deleveraging in het eurogebied

 Voor de binnenlandse bedrijvigheid
•

het concurrentievermogen van de Belgische ondernemingen zou minder gunstig
kunnen verlopen dan verwacht




•

44

kostenbeheersing in België
ontwikkelingen in de andere landen

de vertrouwenseffecten die de consumptie en de bedrijvigheid de afgelopen
maanden hebben ondersteund, zijn mogelijk van voorbijgaande aard
Overzicht van de presentatie

1.

Rol van de economische projecties voor het monetaire beleid

2.

Regels en procedures voor de Eurosysteem-projecties

3.

Specifieke econometrische modellen binnen de Bank
o

Forecasting

o

Now-casting

4.
5.

45

Najaarsprognoses 2013
De troebele (?) glazen bol van de Nationale Bank
De troebele (?) glazen bol van de Nationale Bank

 foutenmarge van de voorspellingen?
•
•
•

al met al, redelijk groot

2005-2012: gemiddelde foutenmarge van 1,55 %-punt voor juniprognose t-1
vergelijkbaar met andere instellingen (FPB, EC, enz.)

 beschouwde periode (2005-2012) is zeer volatiel: voorspelbaarheid daalt
•
•

Great Recession (2008-2009)

sowieso moeilijk om conjuncturele omslagpunten te voorspellen

 foute veronderstellingen (zie slide 6) leiden tot foute voorspellingen
•

•

Inschatting olieprijzen, wisselkoersen, buitenlandse vraag... collegiaal
vastgelegd (en vaak op basis van marktverwachtingen)
en: Bank mag enkel uitgaan van reeds gekende en voldoende gepreciseerde
begrotingsmaatregelen



46

"onverwachte" bezuinigingsmaatregelen kunnen groei vertraagd hebben
De troebele (?) glazen bol van de Nationale Bank - 2

 WGF track record analyse:
•
•
•
•

eurogebied: gemiddeld iets te optimistisch voor groei, iets te pessimistisch voor
inflatie
BMPE-inflatieramingen accurater dan die van andere instellingen
ramingen voor België relatief accurater dan gemiddeld
voorspellingsfouten in heel belangrijke mate terug te voeren op fouten in
common assumptions

 huidige discussiepunten:
•
•
•

47

elasticiteit van handelsstromen t.o.v. de groei (snel / traag / niet terug naar
historisch gemiddelde van zowat 1,7)
groeivooruitzichten opkomende landen: conjuncturele hapering of structurele
vertraging?
afstappen van marktverwachtingen voor bepaalde assumpties (bv. olieprijzen)
De troebele glazen bol van de Nationale Bank - 3
Overzicht van de projectiefouten in drie verschillende types ramingen van de
Bank (in procentpunten, tenzij anders aangegeven)

2000-2007

2010-2012

2000-2012

Gemiddelde groei (%)

2,15

1,33

1,48

Standaardafwijking

1,12

1,43

1,70

voorjaarsraming t-1

1,23

1,78

1,59

najaarsraming t-1

1,01

0,74

1,06

voorjaarsraming t

0,53

0,91

0,64

Gemiddelde absolute
fout (MAE)

latere ramingen zijn accurater
48
De troebele (?) glazen bol van de Nationale Bank - 4
Verloop van de groeicijfers
(reële bbp-groei in procenten, tenzij anders aangegeven)

voorjaarsraming
NBB in t

NR 12 maanden
later, voorjaar
t+1
(kwartaalrek.)

NR 18 maanden
later, najaar t+1
(jaarrek.)

huidige NR

2000

3,8

4,0

4,0

3,7

2001

2,6

1,0

0,8

0,8

2002

1,0

0,7

0,7

1,4

2003

1,0

1,1

1,3

0,8

2004

2,3

2,7

2,4

3,2

2005

1,4

1,5

1,5

1,8

2006

2,5

3,0

2,9

2,7

2007

2,5

2,8

2,6

2,9

MAE

0,53

0,34

0,40

NR = nationale rekeningen
MAE = gemiddelde absolute fout, t.o.v. het huidige cijfer in de nationale rekeningen (in procentpunten)
!!! opletten met vergelijkingen met de huidige nationale rekeningen
49
De troebele (?) glazen bol van de Nationale Bank - 5

 al met al: grote onzekerheidsmarge

 NBB doet het zeker niet slechter dan andere instellingen
 belang van common assumptions en statistische herzieningen
•



vergelijking voorspellingsfout - gemiddelde groei niet helemaal koosjer

•

50

cf. column Peter Vanden Houte (de slechte GPS van economisten)

Gert Peersman: "Is het makkelijker om de temperatuur te voorspellen in de
winter dan in de zomer, omdat het dan gemiddeld kouder is?"
Dank voor Uw aandacht

PS: check out http://jobs.nbb.be

51
Reserveslides

52
Projecties voor de voornaamste economische zones
(veranderingspercentages t.o.v. het voorgaande jaar, tenzij anders vermeld)
Realisaties
2012
Bbp naar volume
Wereld
waarvan:
Geavanceerde landen
Verenigde Staten
Japan
Europese Unie
Opkomende landen
China
India
Rusland
Brazilië
p.m. Wereldinvoer
Inflatie1
Verenigde Staten
Japan
Europese Unie
China
Werkloosheidsgraad2
Verenigde Staten
Japan
Europese Unie
Bronnen: EC, IMF.
1 Consumptieprijsindex.
2 In % van de beroepsbevolking.

53

Projecties
2013

2014

3,1

2,8

3,6

1,4
2,8
2,0
-0,4
4,9
7,8
3,8
3,4
0,9
2,0

1,1
1,6
2,1
0,0
4,5
7,5
2,9
1,9
2,2
2,8

2,1
2,6
2,0
1,4
5,0
7,4
4,0
3,0
2,5
5,2

2,1
0,0
2,6
2,6

1,5
0,3
1,7
3,0

1,9
2,6
1,6
3,0

8,1
4,3
10,5

7,5
4,0
11,1

6,9
3,9
11,0
Vertrouwen van de ondernemingen en de consumenten
(saldi van de antwoorden, seizoengezuiverde gegevens)
Ondernemersvertrouwen:
algemene synthetische indicator

Indicator van het
consumentenvertrouwen

15

5

10
0
5
-5

0
-5

-10

-10
-15

-15
-20

-20

-25
-25
-30
-30

-35
2007

2008

2009

Brutoreeks
Bron: NBB.

54

2010

2011

2012

Afgevlakte reeks

2013

Consumentenvertrouwen
Gemiddelde sinds 1985
Vergelijking tussen de prognoses van het Federaal
Planbureau (september 2013) en de NBB (december 2013)
2013

2014

NBB

FPB

NBB

FPB

Bbp-groei naar volume (veranderingspercentages)

0,2

0,1

1,1

1,1

waarvan: Consumptieve bestedingen particulieren

0,5

0,4

1,1

0,8

0,7

0,3

1,1

1,0

Bruto-investeringen in vaste activa

-2,3

-2,3

1,4

0,6

Voorraadwijziging1

-0,3

0,0

0,0

0,0

0,5

0,3

0,0

0,3

-17,4

-7,7

2,5

18,7

Geharmoniseerde werkloosheidsgraad (% van de beroepsbevolking)

8,6

8,6

9,0

8,9

Inflatie2 (veranderingspercentages)

1,2

1,2

1,3

1,3

382,1

382,7

392,4

392,9

Consumptieve bestedingen overheid

Netto-uitvoer van goederen en diensten1

Binnenlandse werkgelegenheid (veranderingen in duizenden personen)

p.m. Bbp tegen lopende prijzen (in € miljard)

Bronnen: FPB, NBB.
1 Bijdragen aan de groei op jaarbasis van het bbp naar volume, in procentpunten.
2 NBB: geharmoniseerde consumptieprijsindex; FPB: nationale consumptieprijsindex.

55
Rol van economische projecties voor het monetaire beleid

 p.m. waarom dan aandacht voor budgettaire ontwikkelingen?
•
•
•

56

directe invloed op prijsontwikkelingen (indirecte belastingen: btw, accijnzen)
indirecte invloed op prijsontwikkelingen, door effect op economische
bedrijvigheid
onhoudbare begrotingsontwikkelingen kunnen een effect hebben op de
financiële stabiliteit
zie overheidsschuldencrisis

More Related Content

Featured

2024 State of Marketing Report – by Hubspot
2024 State of Marketing Report – by Hubspot2024 State of Marketing Report – by Hubspot
2024 State of Marketing Report – by Hubspot
Marius Sescu
 
Everything You Need To Know About ChatGPT
Everything You Need To Know About ChatGPTEverything You Need To Know About ChatGPT
Everything You Need To Know About ChatGPT
Expeed Software
 
Product Design Trends in 2024 | Teenage Engineerings
Product Design Trends in 2024 | Teenage EngineeringsProduct Design Trends in 2024 | Teenage Engineerings
Product Design Trends in 2024 | Teenage Engineerings
Pixeldarts
 
How Race, Age and Gender Shape Attitudes Towards Mental Health
How Race, Age and Gender Shape Attitudes Towards Mental HealthHow Race, Age and Gender Shape Attitudes Towards Mental Health
How Race, Age and Gender Shape Attitudes Towards Mental Health
ThinkNow
 
AI Trends in Creative Operations 2024 by Artwork Flow.pdf
AI Trends in Creative Operations 2024 by Artwork Flow.pdfAI Trends in Creative Operations 2024 by Artwork Flow.pdf
AI Trends in Creative Operations 2024 by Artwork Flow.pdf
marketingartwork
 
Skeleton Culture Code
Skeleton Culture CodeSkeleton Culture Code
Skeleton Culture Code
Skeleton Technologies
 
PEPSICO Presentation to CAGNY Conference Feb 2024
PEPSICO Presentation to CAGNY Conference Feb 2024PEPSICO Presentation to CAGNY Conference Feb 2024
PEPSICO Presentation to CAGNY Conference Feb 2024
Neil Kimberley
 
Content Methodology: A Best Practices Report (Webinar)
Content Methodology: A Best Practices Report (Webinar)Content Methodology: A Best Practices Report (Webinar)
Content Methodology: A Best Practices Report (Webinar)
contently
 
How to Prepare For a Successful Job Search for 2024
How to Prepare For a Successful Job Search for 2024How to Prepare For a Successful Job Search for 2024
How to Prepare For a Successful Job Search for 2024
Albert Qian
 
Social Media Marketing Trends 2024 // The Global Indie Insights
Social Media Marketing Trends 2024 // The Global Indie InsightsSocial Media Marketing Trends 2024 // The Global Indie Insights
Social Media Marketing Trends 2024 // The Global Indie Insights
Kurio // The Social Media Age(ncy)
 
Trends In Paid Search: Navigating The Digital Landscape In 2024
Trends In Paid Search: Navigating The Digital Landscape In 2024Trends In Paid Search: Navigating The Digital Landscape In 2024
Trends In Paid Search: Navigating The Digital Landscape In 2024
Search Engine Journal
 
5 Public speaking tips from TED - Visualized summary
5 Public speaking tips from TED - Visualized summary5 Public speaking tips from TED - Visualized summary
5 Public speaking tips from TED - Visualized summary
SpeakerHub
 
ChatGPT and the Future of Work - Clark Boyd
ChatGPT and the Future of Work - Clark Boyd ChatGPT and the Future of Work - Clark Boyd
ChatGPT and the Future of Work - Clark Boyd
Clark Boyd
 
Getting into the tech field. what next
Getting into the tech field. what next Getting into the tech field. what next
Getting into the tech field. what next
Tessa Mero
 
Google's Just Not That Into You: Understanding Core Updates & Search Intent
Google's Just Not That Into You: Understanding Core Updates & Search IntentGoogle's Just Not That Into You: Understanding Core Updates & Search Intent
Google's Just Not That Into You: Understanding Core Updates & Search Intent
Lily Ray
 
How to have difficult conversations
How to have difficult conversations How to have difficult conversations
How to have difficult conversations
Rajiv Jayarajah, MAppComm, ACC
 
Introduction to Data Science
Introduction to Data ScienceIntroduction to Data Science
Introduction to Data Science
Christy Abraham Joy
 
Time Management & Productivity - Best Practices
Time Management & Productivity -  Best PracticesTime Management & Productivity -  Best Practices
Time Management & Productivity - Best Practices
Vit Horky
 
The six step guide to practical project management
The six step guide to practical project managementThe six step guide to practical project management
The six step guide to practical project management
MindGenius
 
Beginners Guide to TikTok for Search - Rachel Pearson - We are Tilt __ Bright...
Beginners Guide to TikTok for Search - Rachel Pearson - We are Tilt __ Bright...Beginners Guide to TikTok for Search - Rachel Pearson - We are Tilt __ Bright...
Beginners Guide to TikTok for Search - Rachel Pearson - We are Tilt __ Bright...
RachelPearson36
 

Featured (20)

2024 State of Marketing Report – by Hubspot
2024 State of Marketing Report – by Hubspot2024 State of Marketing Report – by Hubspot
2024 State of Marketing Report – by Hubspot
 
Everything You Need To Know About ChatGPT
Everything You Need To Know About ChatGPTEverything You Need To Know About ChatGPT
Everything You Need To Know About ChatGPT
 
Product Design Trends in 2024 | Teenage Engineerings
Product Design Trends in 2024 | Teenage EngineeringsProduct Design Trends in 2024 | Teenage Engineerings
Product Design Trends in 2024 | Teenage Engineerings
 
How Race, Age and Gender Shape Attitudes Towards Mental Health
How Race, Age and Gender Shape Attitudes Towards Mental HealthHow Race, Age and Gender Shape Attitudes Towards Mental Health
How Race, Age and Gender Shape Attitudes Towards Mental Health
 
AI Trends in Creative Operations 2024 by Artwork Flow.pdf
AI Trends in Creative Operations 2024 by Artwork Flow.pdfAI Trends in Creative Operations 2024 by Artwork Flow.pdf
AI Trends in Creative Operations 2024 by Artwork Flow.pdf
 
Skeleton Culture Code
Skeleton Culture CodeSkeleton Culture Code
Skeleton Culture Code
 
PEPSICO Presentation to CAGNY Conference Feb 2024
PEPSICO Presentation to CAGNY Conference Feb 2024PEPSICO Presentation to CAGNY Conference Feb 2024
PEPSICO Presentation to CAGNY Conference Feb 2024
 
Content Methodology: A Best Practices Report (Webinar)
Content Methodology: A Best Practices Report (Webinar)Content Methodology: A Best Practices Report (Webinar)
Content Methodology: A Best Practices Report (Webinar)
 
How to Prepare For a Successful Job Search for 2024
How to Prepare For a Successful Job Search for 2024How to Prepare For a Successful Job Search for 2024
How to Prepare For a Successful Job Search for 2024
 
Social Media Marketing Trends 2024 // The Global Indie Insights
Social Media Marketing Trends 2024 // The Global Indie InsightsSocial Media Marketing Trends 2024 // The Global Indie Insights
Social Media Marketing Trends 2024 // The Global Indie Insights
 
Trends In Paid Search: Navigating The Digital Landscape In 2024
Trends In Paid Search: Navigating The Digital Landscape In 2024Trends In Paid Search: Navigating The Digital Landscape In 2024
Trends In Paid Search: Navigating The Digital Landscape In 2024
 
5 Public speaking tips from TED - Visualized summary
5 Public speaking tips from TED - Visualized summary5 Public speaking tips from TED - Visualized summary
5 Public speaking tips from TED - Visualized summary
 
ChatGPT and the Future of Work - Clark Boyd
ChatGPT and the Future of Work - Clark Boyd ChatGPT and the Future of Work - Clark Boyd
ChatGPT and the Future of Work - Clark Boyd
 
Getting into the tech field. what next
Getting into the tech field. what next Getting into the tech field. what next
Getting into the tech field. what next
 
Google's Just Not That Into You: Understanding Core Updates & Search Intent
Google's Just Not That Into You: Understanding Core Updates & Search IntentGoogle's Just Not That Into You: Understanding Core Updates & Search Intent
Google's Just Not That Into You: Understanding Core Updates & Search Intent
 
How to have difficult conversations
How to have difficult conversations How to have difficult conversations
How to have difficult conversations
 
Introduction to Data Science
Introduction to Data ScienceIntroduction to Data Science
Introduction to Data Science
 
Time Management & Productivity - Best Practices
Time Management & Productivity -  Best PracticesTime Management & Productivity -  Best Practices
Time Management & Productivity - Best Practices
 
The six step guide to practical project management
The six step guide to practical project managementThe six step guide to practical project management
The six step guide to practical project management
 
Beginners Guide to TikTok for Search - Rachel Pearson - We are Tilt __ Bright...
Beginners Guide to TikTok for Search - Rachel Pearson - We are Tilt __ Bright...Beginners Guide to TikTok for Search - Rachel Pearson - We are Tilt __ Bright...
Beginners Guide to TikTok for Search - Rachel Pearson - We are Tilt __ Bright...
 

Beurs Stappenplan: Stap 5 (conjunctuur + vooruitzichten

  • 1. Macro-economische projecties van de NBB Geert Langenus (geert.langenus@nbb.be) Raïsa Basselier Ekonomika, 9 december 2013 DS.13.12.553
  • 2. Overzicht van de presentatie 1. Rol van de economische projecties voor het monetaire beleid 2. Regels en procedures voor de Eurosysteem-projecties 3. Specifieke econometrische modellen binnen de Bank o Forecasting o Now-casting 4. 5. 2 Najaarsprognoses 2013 De troebele (?) glazen bol van de Nationale Bank
  • 3. Rol van economische projecties voor monetair beleid  belangrijkste doelstelling: prijsstabiliteit • voor de ECB: jaarlijkse inflatie onder, maar dichtbij 2 % op middellange termijn  analyse van de prijsstabiliteit berust op twee pijlers: • 'monetaire' analyse: monetaire tendensen, geldgroei • 'economische' analyse: macro-economische vooruitzichten  cruciale input: formele macro-economische projecties van ECB / Eurosysteem  projecties betreffen een ruime waaier van macro variabelen • • uiteraard inflatie en prijs- en kostenvariabelen maar ook: bbp (+ bestedings- en inkomenscomponen), werkgelegenheid en werkloosheid, overheidsfinanciën (heel gedetailleerd), enz. • • 3 en worden vergezeld van een uitgebreide analyse (story-telling) horizon: tot jaar t+2 (nu: 2015)
  • 4. Rol van economische projecties voor monetair beleid - 2  diverse rapporten voor de ECB Governing Council • • • gedetailleerde beschrijving van verwachte macro-economische ontwikkelingen afzonderlijke rapporten voor overheidsfinanciën zijn niet publiek maar 'circuleren'  kortere beschrijving (box/artikel) in ECB Monthly Bulletin  trend naar grotere transparantie (accountability?): • • eerder: van ranges naar ranges met midpoints grotere wijzigingen in december 2013:    • 4 grafieken tonen kwartaalverloop niet meer enkel bbp en inflatie maar veel bredere waaier (werkgelegenheid, begrotingssaldi en -schuld, enz.) meer aandacht voor sensitiviteitsanalyses wel (uiteraard!) nog steeds enkel voor eurogebied; geen landen
  • 5. Overzicht van de presentatie 1. Rol van de economische projecties voor het monetaire beleid 2. Regels en procedures voor de Eurosysteem-projecties 3. Specifieke econometrische modellen binnen de Bank o Forecasting o Now-casting 4. 5. 5 Najaarsprognoses 2013 De troebele (?) glazen bol van de Nationale Bank
  • 6. Procedures voor de Eurosysteem-projecties  twee gecoördineerde Eurosysteem-projecties per jaar • • BMPE: Broad Macroeconomic Projection Exercise: in juni en december gezamenlijk werk van medewerkers van 19(!) instellingen: ECB + 18 NCBs  tussentijdse projecties • • • MPE: Macroeconomic Projection Exercise: in maart en september verricht door ECB-staf behalve de NIPE (Narrow Inflation Projection Exercise): steeds door NCBs  BMPEs nemen in de (onlangs verkorte!) kalender een 9-tal weken in beslag • • • 6 principe: iedere NCB maakt ramingen voor eigen land maar geen loutere bottom-up, collegiale aanpak stafprojecties, waarvan ECB Executive Board en Governing Council kennis neemt
  • 7. Procedures voor de Eurosysteem-projecties - 2 MPC: Comité voor het Monetaire Beleid van het ESCB. Verantwoordelijk voor de projecties WGPF: Working Group on Public Finance. Projecties en rapporten i.v.m. overheidsfinanciën WGF: Working Group on Forecasting. Alle andere macroeconomische projecties interacties op NCB-niveau (voorspellingen vaak een iteratief proces) p.m. ook Working group on Econometric Modelling + ad-hocwerkgroepen van ESCB-experts 7
  • 8. Basisprincipes van de projecties  gemeenschappelijke veronderstellingen • • externe omgeving (bv. olieprijzen, wisselkoers, rentetarieven, mondiale vraag) rentes (nu, zowel op lange als korte termijn, rekening houdend met marktverwachtingen; vroeger constante korte rente)  consistentiechecks (handelsstromen) + grondige peer review door deelnemende instellingen  specifieke richtlijnen voor begrotingsramingen • • • • • 8 algemeen: voorzichtige en realistische aannames neem alleen volledig uitgewerkte maatregelen in aanmerking die het wetgevingsproces al hebben doorlopen (of dat wellicht zullen doen) laat niet nader bepaalde maatregelen buiten beschouwing houd geen rekening met regeringsdoelstellingen als dusdanig (geen track record-effect) oordeel kritisch over regeringsramingen
  • 9. 'Nationale' publicaties  geen verplichtingen, wel een 'sperperiode' • • • gedurende bepaalde periode voor en na de bekendmaking van de BMPE, geen publicatie van afwijkende nationale ramingen nationale BMPE-ramingen mogen pas na die voor het eurogebied worden gepubliceerd NCBs beslissen zelf of en in welke mate ze dat doen  NBB: volledige transparantie • • • • • persconferentie + uitgebreid artikel in Economisch Tijdschrift van de NBB volledige beschrijving (b.v. incl. overheidsfinanciën) maar beperkt tot jaar t+1 (veel grotere foutenmarge t+2) soms verschillende resultaten in vergelijking met regering, Planbureau geen andere ramingen dan BMPE  bepaalde andere NCBs zijn zwijgzamer 9
  • 10. Specifieke vraag: consistentie met troika-ramingen?  ECB maakt deel uit van troika (+EC, IMF) voor landen met aanpassingsprogramma's  in die context worden macro-eceonomische ramingen gemaakt, b.v. voor de Memorandums of Understanding  kunnen BMPE-ramingen in ongeveer dezelfde periode daarvan afwijken? • • • • andere assumpties recentere statistieken (bv. 2013Q3 voor Cyprus) BMPE-regels inzake begrotingsvooruitzichten andere modellen, judgment  meer algemene vraag: rol van ECB in troika? 10
  • 11. Overzicht van de presentatie 1. Rol van de economische projecties voor het monetaire beleid 2. Regels en procedures voor de Eurosysteem-projecties 3. Specifieke econometrische modellen binnen de Bank o Forecasting o Now-casting 4. 5. 11 Najaarsprognoses 2013 De troebele (?) glazen bol van de Nationale Bank
  • 12. Praktische organisatie van een ramingsoefening  'kruisbestuiving tussen econometrische modellen en menselijke expertise'  core BMPE team (4 economisten) zorgt voor coördinatie • • • maar betrokkenheid van experten in alle relevante domeinen b.v. model-ramingen arbeidsmarkt afgetoetst met arbeidsmarktexperten interne iteraties  sateliet-modellen voor inflatie (KT) en overheidsfinanciën • • b.v. uiterst gedetailleerde raming overheidsontvangsten, -uitgaven en -schuld specifieke analyse-instrumenten overheidsfinanciën (structural balances)  onderscheid tussen de korte en de langere termijn  opmerking; alles nog steeds nationaal, geen 'regionale' ramingen • 12 quid toenemend belang van regio's in België?
  • 13. Het werkpaard: Noname (Ph. Jeanfils en K. Burggraeve)  kwartaalmodel van de Bank sinds 2005  120-tal equaties voor de verschillende economische agenten/sectoren, op basis van rationeel en optimiserend gedrag • 30-tal gedragsvergelijkingen, daarnaast technische en boekhoudkundige vergelijkingen,  neo-Keynesiaans model: • • • schatting is compromis tussen 'economische theorie' en 'data matching' korte termijn is vraagbepaald, lange termijn aanbodbepaald aandacht voor evenwichtsrelaties (coïntegratie) en dynamische relaties  vertrekbasis voor de BMPE  daarnaast: analysekader voor beleidsproblemen • 13 b.v. effect van lastenverlaging
  • 14. Forecasting m.b.v. Noname (Ph. Jeanfils en K. Burggraeve) Gezinnen Financiële markt Centrale bank 14 Arbeidsmarkt Bedrijven Goederenmarkt Overheid Buitenland
  • 15. Forecasting m.b.v. Noname (Ph. Jeanfils en K. Burggraeve)  Gezinnen • • • • consumeren in functie van hun arbeids- en financieel inkomen en van de reële kortetermijnrente investeren in woongebouwen sparen en alloceren hun vermogen bieden arbeid aan  Bedrijven • twee soorten bedrijven (producent of importeur) verkopen halffabricaten   • • 15 monopolistische concurrentie deze bedrijven bepalen hun prijs op basis van de eigen kosten, maar ook op basis van de prijs van internationale concurrenten finale goederenproducent koopt halffabricaten en verkoopt afgewerkte goederen winstmaximalisatie leidt tot optimale vraag naar kapitaal en arbeid via een CES-productiefunctie
  • 16. Forecasting m.b.v. Noname (Ph. Jeanfils en K. Burggraeve)  Buitenland • • uitvoer in functie van wereldvraag (loss market shares) en prijscompetitiviteit invoer in functie van absorptie (import content) van finale vraag + 'pricing to market'  Overheid • • • grotendeels: endogene ontvangsten (heffingsbasis x tarief) uitgaven: grotendeels exogeen (uitzondering: werkloosheids- en rente-uitgaven) mogelijkheid tot gebruik van 'fiscal rule' in beleidswerk  Opmerking • • exogeen opgelegde loonnorm (exo reëel brutoloon + endo autom. indexatie) versus endogeen bargaining probleem tussen vakbonden en werkgevers  Opmerking • • 16 #1: loonvorming #2: monetair beleid kortetermijnrente exogeen vastgelegd (common assumptions) - geen monetary policy rule wel: transmissie naar rente voor bedrijfskredieten en hypotheekleningen: wel endogeen
  • 17. Now-casting  grote macro-econometrische modellen zijn vooral geschikt voor de iets langere termijn • minder voor heel precieze kwartaalramingen  Now-casting modellen verwerken stroom aan data van hogere frequentie tot ramingen voor lopend en volgend kwartaal • « Soft data »: data van (consumenten- en producenten)enquêtes   • maandelijkse frequentie, snel beschikbaar, geen herzieningen nationale (NBB) en internationale (PMI) enquêtes « Hard data »: kwantitatieve gegevens zoals omzet, registratie nieuwe wagens,...   iets later beschikbaar en soms onderhevig aan herziening in principe meer gecorrelleerd met eigenlijke nationale rekeningen  zowat alle NCBs gebruiken dergelijke modellen voor realtime conjunctuuranalyse en KT-ramingen 17
  • 18. Now-casting - 2  technisch: twee soorten modellen 1. "partial models" • • • single-equation approaches: van indicatoren naar geraamde variable (bbp) "bridge models" flexibiliteit (bv. aanpassen aan data release calendar) 2. "joint models" • • • joint dynamics tussen bbp en indicatoren typisch voorbeeld: Dynamic Factor Models meer geschikt voor kwantificering van impact van elke data release p.m. • • 18 hybride modellen: bridging with factors, MIDAS-applicaties recente trend: big data models, op basis van bijna realtime datasets (betalingstrabsacties, internet-data: Google, Twitter, enz.)
  • 19. BREL model (Ch. Piette)  BRidge vergelijkingen met voorspellers die worden geselecteerd door een ELastic net procedure (Zou and Hastie,2005; Bessec, 2013)  ramingen van bbp-groei op korte termijn, maar ook: • • productie per sector en bestedingscomponenten (priv consumptie) werkgelegenheidsverloop  Algoritme op basis van 6 data scenario's • Welke data de beste voorspelling leveren, hangt af van moment waarop voorspelling wordt gemaakt   • 19 Voorspelling in target quarter: soft data zijn belangrijkste voorspellers, hard data veelal nog niet ter beschikking Voorspelling 1 of 2 maand na target quarter: belangrijkste rol voor hard data, maar ook soft data kunnen bijdragen tot betere voorspelling op hetzelfde moment: RMSE van BREL identiek aan die van de flash-raming van het INR
  • 20. Dynamic Factors Model (DFM, D. de Antonio Liedo)  zelfde opzet als Brel, andere benadering (Kalman filter)  foutenmarge vergelijkbaar; twee versies: • • voorspellen van de flash-groeiraming van het INR (1 maand na elk kwartaal) voorspellen van het uiteindelijke cijfer in de nationale rekeningen  enkel gehanteerd voor bbp  ook een Europese versie (cf. Eurocoin-indicator van de Banca d'Italia)  output gericht op inschatten van impact van elke nieuwe informatie • 20 tijdslijn van 'groeiramingen'
  • 21. Overzicht van de presentatie 1. Rol van de economische projecties voor het monetaire beleid 2. Regels en procedures voor de Eurosysteem-projecties 3. Specifieke econometrische modellen binnen de Bank o Forecasting o Now-casting 4. 5. 21 Najaarsprognoses 2013 De troebele (?) glazen bol van de Nationale Bank
  • 22. Herstel in de geavanceerde landen maar vertraging in de opkomende economieën Internationaal goederenverkeer Vertrouwen in de ondernemingen uit de verwerkende nijverheid (gemiddelde van de uit- en invoer, seizoengezuiverde maandgegevens, naar volume, indexcijfers 2007 = 100) 70 140 (PMI-indicatoren, 50 = neutraal; seizoengezuiverde gegevens) 130 60 120 50 110 100 40 90 30 80 20 70 2008 2009 Eurogebied Japan Bronnen: CPB, Markit. 22 2010 2011 2012 2013 Verenigde Staten Opkomende landen 2008 2009 2010 2011 2012 Eurogebied Verenigde Staten Japan BRIC's 2013
  • 23. Groeivooruitzichten voor de voornaamste economische zones (Reëel bbp, veranderingspercentages t.o.v. het voorgaande jaar) 3.4 2.8 1.6 1.1 2.6 Rusland 7.8 7.5 7.4 -0.7 -0.4 Eurogebied Verenigde Staten 1,9 3,0 2,0 2.1 2,0 Japan China 4,0 3.8 2.9 India 0.9 3.1 2.8 3.6 2.2 2.5 Brazilië Wereld 2012 2013 2014 Ramingen Eurosysteem voor eurogebied 1.1 Bronnen: EC, IMF. 23 -0.4
  • 24. Het herstel in het eurogebied komt op gang vanaf het tweede kwartaal van 2013 Bbp naar volume (veranderingspercentages t.o.v. het overeenstemmende kwartaal van het voorgaande jaar) 6 4 2 0 -2 -4 -6 -8 2008 2009 België Bronnen: EC, INR. 24 Eurogebied 2010 2011 Duitsland 2012 Frankrijk 2013 Nederland
  • 25. Projecties voor België: samenvatting van de voornaamste resultaten (veranderingspercentages, tenzij anders vermeld; de herzieningen t.o.v. de raming van juni 2013 worden tussen haakjes vermeld) 2012 Bbp naar volume 2013r 2014r Werkloosheidsgraad1 0,2 (+0,1) Binnenlandse werkgelegenheid (gemiddelde verandering op jaarbasis in personen) -0,1 1,1 (0,0) (+0,2) 9 400 -17 400 2 500 (+1 200) (+300) (+8 500) Financieringsbehoefte (-) of -vermogen van de overheid2 8,7 (+0,5) 9,1 (+0,4) 2,6 1,2 1,3 (0,0) HICP-inflatie 7,6 (0,0) (+0,2) (+0,1) -4,0 -2,8 (+0,1) (+0,5) (0,0) Nettolening aan de rest van de wereld3 -2,8 -0,3 0,1 0,3 (-0,9) (-0,9) (-0,7) Bronnen: EC, INR, NBB. 1 In procenten van de beroepsbevolking (15-64 jaar). 2 Volgens de methodologie die wordt gebruikt in het kader van de procedure bij buitensporige overheidstekorten. In procenten bbp. 3 Volgens de nationale rekeningen. In procenten bbp. 25
  • 26. Herzieningen van de bbp-vooruitzichten t.o.v. de raming van juni 2013  Voor 2013: • tweede en derde kwartaal van 2013 beter dan verwacht  Voor 2014: • sterkere groei bij de private sector (particuliere consumptie, bedrijfsinvesteringen, uitvoer)...   • in het bijzonder: hogere langetermijnrente, minder dynamische wereldmarkten en iets hogere koers van de euro ... en een fors neerwaartse bijstelling van de vooruitzichten inzake overheidsuitgaven  26 vertrouwenseffecten ... volledig gecompenseerd door minder gunstige gemeenschappelijke hypothesen...  • "carry over" van 2013 met name omdat rekening wordt gehouden met de begrotingen voor 2014
  • 27. Bbp en algemene synthetische conjunctuurcurve (voor seizoen- en kalenderinvloeden gezuiverde gegevens naar volume, tenzij anders vermeld) 4 10 3 2 0 1 0 -10 -1 -20 -2 -3 -30 -4 -5 -40 2008 2009 2010 2011 2012 2013r 2014r Bbp - veranderingspercentages t.o.v. het overeenstemmende kwartaal van het voorgaande jaar (linkerschaal) Bbp - veranderingspercentages t.o.v. het voorgaande kwartaal (linkerschaal) Algemene synthetische conjunctuurcurve¹ - afgevlakte reeks (rechterschaal) Algemene synthetische conjunctuurcurve¹ - brutoreeks (rechterschaal) Bronnen: INR, NBB. 1 Saldo van de antwoorden. 27
  • 28. Vertrouwensindicatoren per bedrijfstak (saldi van de antwoorden, seizoengezuiverde gegevens) 10 Verwerkende nijverheid 20 0 10 -10 0 -20 -10 -30 Handel -20 -40 -30 2009 30 2010 2011 2012 2013 Diensten aan ondernemingen 2009 10 2010 2011 2012 2013 2011 2012 2013 Bouwnijverheid 20 10 0 0 -10 -10 -20 -30 -40 -20 2009 2010 2011 2012 Afgevlakte reeks Bron: NBB. 28 2013 Brutoreeks 2009 2010 Gemiddelde sinds januari 1980
  • 29. Bbp en voornaamste bestedingscomponenten (voor kalenderinvloeden gezuiverde volumegegevens, bijdragen aan de jaar-op-jaar verandering van het bbp, procentpunten, tenzij anders vermeld) 3 2 1 0 -1 -2 -3 -4 2008 2009 2010 2011 2012 2013r Voorraadwijziging Netto-uitvoer van goederen en diensten Binnenlandse bestedingen van de private sector, ongerekend voorraadwijziging Overheidsbestedingen Bbp (veranderingspercentages) Bronnen: INR, NBB. 29 2014r
  • 30. Bestedingscomponenten (veranderingspercentages, voor kalenderinvloeden gezuiverde volumegegevens, tenzij anders vermeld) 2011 2012 2013r 2014r Consumptieve bestedingen van de particulieren 0,2 -0,3 0,5 1,1 Consumptieve bestedingen van de overheid 0,7 1,4 0,7 1,1 Bruto-investeringen in vaste activa 4,1 -2,0 -2,3 1,4 Woningen -3,2 -3,2 -4,5 -0,7 Overheid 7,1 2,4 -9,4 -2,8 Ondernemingen 7,3 -2,1 -0,3 2,8 Totaal van de binnenlandse bestedingen, ongerekend voorraadwijziging1 1,1 -0,2 0,0 1,1 Voorraadwijziging1 0,9 -0,4 -0,3 0,0 -0,3 0,5 0,5 0,0 Uitvoer van goederen en diensten 6,4 1,8 0,1 3,1 Invoer van goederen en diensten 6,9 1,3 -0,5 3,1 1,8 -0,1 0,2 1,1 Netto-uitvoer van goederen en diensten1 Bbp Bronnen: INR, NBB. 1 Bijdrage aan de verandering van het bbp. 30
  • 31. Uitvoer van goederen en diensten en uitvoermarkten (volumegegevens, veranderingspercentages t.o.v. het voorgaande jaar) 15 10 5 0 -5 -10 -15 2008 2009 2010 2011 Uitvoer van goederen en diensten Bronnen: ECB, INR, NBB. 31 2012 2013r Uitvoermarkten 2014r
  • 32. Consumptie en besparingen van de huishoudens (volumegegevens, veranderingspercentages t.o.v. het voorgaande jaar, tenzij anders vermeld) 4 19 3 18 2 17 1 16 0 15 -1 14 -2 13 2008 2009 2010 2011 2012 2013r 2014r Particuliere consumptie (linkerschaal) Bruto beschikbaar inkomen (linkerschaal) p.m. Gemiddelde spaarquote Spaarquote van de huishoudens¹ (rechterschaal) sinds 1995 = 16,8 % p.m. Prognose voor de spaarquote in juni 2013¹ Bronnen: INR, NBB. 1 In procenten van het beschikbaar inkomen. 32
  • 33. Bedrijfsinvesteringen (veranderingspercentages t.o.v. het voorgaande jaar, volumegegevens tenzij anders vermeld) 15 10 5 0 -5 -10 -15 2008 2009 2010 2011 2012 2013r 2014r Bedrijfsinvesteringen Finale vraag Bruto-exploitatieoverschot van de vennootschappen (tegen lopende prijzen) Bronnen: INR, NBB. 33
  • 34. Arbeidsmarkt (voor seizoen- en kalenderinvloeden gezuiverde gegevens) 4% Binnenlandse werkgelegenheid, gemiddelde arbeidsduur en productiviteit (bijdragen tot de groei op jaarbasis van het bbp) Gemiddeld aantal gewerkte uren per werknemer in de private sector 375 370 3% 365 360 2% 355 350 1% 2013r 2011 2009 2007 2005 2003 2001 1999 0% 1997 1995 345 -1% Werkloosheidsgraad -2% -3% -4% -5% 2007 2008 2009 2010 2011 2012 Werkgelegenheid in personen Uren per persoon Productiviteit per gewerkt uur Bbp Bronnen: EC, INR, NBB. 34 2013r 2014r 13 12 11 10 9 8 7 6 5 (procenten van de beroepsbevolking van 15 jaar en ouder) België Eurogebied Kwartaalvooruitzichten voor België
  • 35. Arbeidsaanbod en -vraag (jaar-op-jaarveranderingen in duizenden personen, voor kalenderinvloeden gezuiverde gegevens) 2011 2012 2013r 2014r Beroepsbevolking 43,4 25,0 6,4 22,0 Totale werkgelegenheid 63,2 10,5 -17,2 2,5 waarvan: loontrekkenden in conjunctuurgevoelige bedrijfstakken1 31,9 -6,0 -31,5 -13,3 3,7 -0,6 -1,6 -1,8 18,1 7,1 9,1 11,9 -19,8 14,4 23,5 19,4 loontrekkenden overheid en onderwijs loontrekkenden overige diensten Niet-werkende werkzoekenden Bronnen: ADSEI, INR, RVA, NBB. 1 Landbouw, industrie, bouwnijverheid, handel en horeca, vervoer en communicatie, financiële diensten, vastgoed en diensten aan ondernemingen. 35
  • 36. Inflatie (HICP, veranderingspercentages t.o.v. de overeenstemmende maand van het voorgaande jaar) 7 Inflatie in België en in het eurogebied 7.5 Volatiele componenten van de inflatie in België 45 6 5 5.0 30 2.5 15 0.0 0 4 3 2 1 0 -1 -2.5 -15 -5.0 -30 -2 -3 2008 2009 2010 2011 2012 2013r 2014r België, HICP België, HICP ongerekend energie en levensmiddelen Eurogebied, HICP Bronnen: EC, FOD Economie, NBB. 36 2008 2009 2010 2011 2012 2013r Levensmiddelen (linkerschaal) Energiedragers (rechterschaal) 2014r
  • 37. Inflatie en loonkosten¹ in de private sector (veranderingspercentages t.o.v. het voorgaande jaar, tenzij anders vermeld) 2011 2012 2013r 2014r HICP 3,4 2,6 1,2 1,3 Gezondheidsindex2 3,1 2,7 1,3 1,4 Loonkosten per gewerkt uur (1) 2,4 3,7 2,1 1,1 -0,2 -0,7 0,4 0,6 2,6 4,4 1,7 0,6 Productiviteit per uur3 (2) Loonkosten per eenheid product (1)-(2) Bronnen: FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, INR, NBB. 1 Ongerekend het effect van de verminderingen van de bedrijfsvoorheffing. 2 Nationale consumptieprijsindex ongerekend de producten die schadelijk worden geacht voor de gezondheid, namelijk tabak, alcoholhoudende dranken, benzine en diesel. 3 Toegevoegde waarde naar volume per uur gewerkt door de loontrekkenden en zelfstandigen. 37
  • 38. Overheidsrekeningen (in % bbp) 2011 2012 2013r 2014r 49,6 51,0 51,4 51,2 43,6 44,8 45,3 45,5 6,0 6,2 6,2 5,7 Primaire uitgaven 50,0 51,6 51,0 50,9 Primair saldo -0,4 -0,6 0,4 0,3 Rentelasten1 3,3 3,4 3,1 3,0 -3,7 -4,0 -2,8 -2,8 -0,2 -0,4 0,4 0,1 Ontvangsten Fiscale en parafiscale Overige Financieringsbehoefte (-) of -vermogen1 p.m. Effect van tijdelijke factoren Bronnen: INR, NBB. ¹ Volgens de methodologie die wordt gebruikt in het kader van de procedure bij buitensporige overheidstekorten. 38
  • 39. Financieringssaldi per deelsector1 (in % bbp) 2011 2012 2013r 2014r Gezamenlijke overheid -3,7 -4,0 -2,8 -2,8 ENTITEIT I -3,4 -3,5 -2,6 -2,6 Federale overheid -3,4 -3,4 -2,7 -2,6 Sociale zekerheid 0,0 -0,1 0,1 0,0 -0,4 -0,5 -0,2 -0,1 Gemeenschappen en gewesten -0,2 0,0 0,0 -0,1 Lokale overheid -0,1 -0,4 -0,1 -0,1 ENTITEIT II Bronnen: INR, NBB. 1 Volgens de methodologie die wordt gebruikt in het kader van de procedure bij buitensporige overheidstekorten. 39
  • 40. Voornaamste verklaringen voor het verloop van het financieringssaldo  2013: verbetering met 1,2 % bbp • • • • ondanks de ongunstige conjunctuur positieve impact van de niet-recurrente factoren ten belope van 0,8 % bbp daling van de rentelasten fors restrictief begrotingsbeleid   voornamelijk belastingverhogingen door de federale overheid maar ook matige uitgavengroei (+ terugval van de investeringen van de lokale overheid)  2014: stabilisatie • • • • wegvallen van de niet-recurrente factoren 2013: negatieve impact van 0,4 % bbp economisch herstel verdere daling van de rentelasten voortzetting van het restrictief begrotingsbeleid  40 maatregelen bij de federale overheid en de gemeenschappen en gewesten
  • 41. Primaire uitgaven van de overheid en bbp (veranderingspercentages t.o.v. het voorgaande jaar) 5 4 3 2 1 0 -1 -2 Gecorrigeerde primaire uitgaven1 2014e 2013e 2012 2011 2010 2009 2008 2007 2006 2005 2004 -3 Bbp naar volume2 Bronnen: INR, NBB. 1 Primaire uitgaven gedefleerd aan de hand van de HICP en gecorrigeerd voor de invloed van conjuncturele, niet-recurrente en budgettair neutrale factoren, alsook voor het indexeringseffect. Dit laatste is het effect dat voortvloeit uit het verschil tussen, enerzijds, de effectieve indexering van de bezoldigingen van het overheidspersoneel en de sociale uitkeringen en, anderzijds, de stijging van de HICP. 2 Voor kalenderinvloeden gezuiverde gegevens. 41
  • 42. Schuld en financieringssaldo van de overheid (in % bbp) 110 Geconsolideerde brutoschuld 1 105 Financieringssaldo 0 100 4,8 -1 95 -2 90 38,6 -3 85 80 -4 75 -5 70 -6 65 Bronnen: EC, NBB. 42 België Eurogebied België 2014r 2013r 2012 2011 2010 2009 2008 2007 2006 2005 2004 2003 2002 2001 2014r 2013r 2012 2011 2010 2009 2008 2007 2006 2005 2004 2003 2002 2001 2000 Eurogebied 2000 -7 60
  • 43. Vergelijking van de recente vooruitzichten voor de bbp-groei naar volume in België (veranderingspercentages op jaarbasis) Huidige prognose Voorgaande prognose Publicatiedatum 2014 Publicatiedatum 2013 2014 Federaal Planbureau 1 Sept. 2013 0,1 1,1 Mei 2013 0,2 1,2 IMF Okt. 2013 0,1 1,0 April 2013 0,2 1,2 Consensus Economics Okt. 2013 0,0 0,9 Juni 2013 0,0 1,0 Belgian Prime News Sept. 2013 0,0 1,0 Juni 2013 0,1 1,2 Europese Commissie Nov. 2013 0,1 1,1 Mei 2013 0,0 1,2 OESO Nov. 2013 0,1 1,1 Juni 2013 0,0 1,1 NBB 1 2013 Dec. 2013 0,2 1,1 Juni 2013 0,0 1,1 Economische begroting. 43
  • 44. Voornaamste risicofactoren  Risico's die de wereldvraag kunnen drukken • (verwachtingen omtrent) het begrotingsbeleid en het monetair beleid in de Verenigde Staten • de vertraging van de groei zou groter kunnen zijn in de opkomende economieën • deleveraging in het eurogebied  Voor de binnenlandse bedrijvigheid • het concurrentievermogen van de Belgische ondernemingen zou minder gunstig kunnen verlopen dan verwacht   • 44 kostenbeheersing in België ontwikkelingen in de andere landen de vertrouwenseffecten die de consumptie en de bedrijvigheid de afgelopen maanden hebben ondersteund, zijn mogelijk van voorbijgaande aard
  • 45. Overzicht van de presentatie 1. Rol van de economische projecties voor het monetaire beleid 2. Regels en procedures voor de Eurosysteem-projecties 3. Specifieke econometrische modellen binnen de Bank o Forecasting o Now-casting 4. 5. 45 Najaarsprognoses 2013 De troebele (?) glazen bol van de Nationale Bank
  • 46. De troebele (?) glazen bol van de Nationale Bank  foutenmarge van de voorspellingen? • • • al met al, redelijk groot 2005-2012: gemiddelde foutenmarge van 1,55 %-punt voor juniprognose t-1 vergelijkbaar met andere instellingen (FPB, EC, enz.)  beschouwde periode (2005-2012) is zeer volatiel: voorspelbaarheid daalt • • Great Recession (2008-2009) sowieso moeilijk om conjuncturele omslagpunten te voorspellen  foute veronderstellingen (zie slide 6) leiden tot foute voorspellingen • • Inschatting olieprijzen, wisselkoersen, buitenlandse vraag... collegiaal vastgelegd (en vaak op basis van marktverwachtingen) en: Bank mag enkel uitgaan van reeds gekende en voldoende gepreciseerde begrotingsmaatregelen  46 "onverwachte" bezuinigingsmaatregelen kunnen groei vertraagd hebben
  • 47. De troebele (?) glazen bol van de Nationale Bank - 2  WGF track record analyse: • • • • eurogebied: gemiddeld iets te optimistisch voor groei, iets te pessimistisch voor inflatie BMPE-inflatieramingen accurater dan die van andere instellingen ramingen voor België relatief accurater dan gemiddeld voorspellingsfouten in heel belangrijke mate terug te voeren op fouten in common assumptions  huidige discussiepunten: • • • 47 elasticiteit van handelsstromen t.o.v. de groei (snel / traag / niet terug naar historisch gemiddelde van zowat 1,7) groeivooruitzichten opkomende landen: conjuncturele hapering of structurele vertraging? afstappen van marktverwachtingen voor bepaalde assumpties (bv. olieprijzen)
  • 48. De troebele glazen bol van de Nationale Bank - 3 Overzicht van de projectiefouten in drie verschillende types ramingen van de Bank (in procentpunten, tenzij anders aangegeven) 2000-2007 2010-2012 2000-2012 Gemiddelde groei (%) 2,15 1,33 1,48 Standaardafwijking 1,12 1,43 1,70 voorjaarsraming t-1 1,23 1,78 1,59 najaarsraming t-1 1,01 0,74 1,06 voorjaarsraming t 0,53 0,91 0,64 Gemiddelde absolute fout (MAE) latere ramingen zijn accurater 48
  • 49. De troebele (?) glazen bol van de Nationale Bank - 4 Verloop van de groeicijfers (reële bbp-groei in procenten, tenzij anders aangegeven) voorjaarsraming NBB in t NR 12 maanden later, voorjaar t+1 (kwartaalrek.) NR 18 maanden later, najaar t+1 (jaarrek.) huidige NR 2000 3,8 4,0 4,0 3,7 2001 2,6 1,0 0,8 0,8 2002 1,0 0,7 0,7 1,4 2003 1,0 1,1 1,3 0,8 2004 2,3 2,7 2,4 3,2 2005 1,4 1,5 1,5 1,8 2006 2,5 3,0 2,9 2,7 2007 2,5 2,8 2,6 2,9 MAE 0,53 0,34 0,40 NR = nationale rekeningen MAE = gemiddelde absolute fout, t.o.v. het huidige cijfer in de nationale rekeningen (in procentpunten) !!! opletten met vergelijkingen met de huidige nationale rekeningen 49
  • 50. De troebele (?) glazen bol van de Nationale Bank - 5  al met al: grote onzekerheidsmarge  NBB doet het zeker niet slechter dan andere instellingen  belang van common assumptions en statistische herzieningen •  vergelijking voorspellingsfout - gemiddelde groei niet helemaal koosjer • 50 cf. column Peter Vanden Houte (de slechte GPS van economisten) Gert Peersman: "Is het makkelijker om de temperatuur te voorspellen in de winter dan in de zomer, omdat het dan gemiddeld kouder is?"
  • 51. Dank voor Uw aandacht PS: check out http://jobs.nbb.be 51
  • 53. Projecties voor de voornaamste economische zones (veranderingspercentages t.o.v. het voorgaande jaar, tenzij anders vermeld) Realisaties 2012 Bbp naar volume Wereld waarvan: Geavanceerde landen Verenigde Staten Japan Europese Unie Opkomende landen China India Rusland Brazilië p.m. Wereldinvoer Inflatie1 Verenigde Staten Japan Europese Unie China Werkloosheidsgraad2 Verenigde Staten Japan Europese Unie Bronnen: EC, IMF. 1 Consumptieprijsindex. 2 In % van de beroepsbevolking. 53 Projecties 2013 2014 3,1 2,8 3,6 1,4 2,8 2,0 -0,4 4,9 7,8 3,8 3,4 0,9 2,0 1,1 1,6 2,1 0,0 4,5 7,5 2,9 1,9 2,2 2,8 2,1 2,6 2,0 1,4 5,0 7,4 4,0 3,0 2,5 5,2 2,1 0,0 2,6 2,6 1,5 0,3 1,7 3,0 1,9 2,6 1,6 3,0 8,1 4,3 10,5 7,5 4,0 11,1 6,9 3,9 11,0
  • 54. Vertrouwen van de ondernemingen en de consumenten (saldi van de antwoorden, seizoengezuiverde gegevens) Ondernemersvertrouwen: algemene synthetische indicator Indicator van het consumentenvertrouwen 15 5 10 0 5 -5 0 -5 -10 -10 -15 -15 -20 -20 -25 -25 -30 -30 -35 2007 2008 2009 Brutoreeks Bron: NBB. 54 2010 2011 2012 Afgevlakte reeks 2013 Consumentenvertrouwen Gemiddelde sinds 1985
  • 55. Vergelijking tussen de prognoses van het Federaal Planbureau (september 2013) en de NBB (december 2013) 2013 2014 NBB FPB NBB FPB Bbp-groei naar volume (veranderingspercentages) 0,2 0,1 1,1 1,1 waarvan: Consumptieve bestedingen particulieren 0,5 0,4 1,1 0,8 0,7 0,3 1,1 1,0 Bruto-investeringen in vaste activa -2,3 -2,3 1,4 0,6 Voorraadwijziging1 -0,3 0,0 0,0 0,0 0,5 0,3 0,0 0,3 -17,4 -7,7 2,5 18,7 Geharmoniseerde werkloosheidsgraad (% van de beroepsbevolking) 8,6 8,6 9,0 8,9 Inflatie2 (veranderingspercentages) 1,2 1,2 1,3 1,3 382,1 382,7 392,4 392,9 Consumptieve bestedingen overheid Netto-uitvoer van goederen en diensten1 Binnenlandse werkgelegenheid (veranderingen in duizenden personen) p.m. Bbp tegen lopende prijzen (in € miljard) Bronnen: FPB, NBB. 1 Bijdragen aan de groei op jaarbasis van het bbp naar volume, in procentpunten. 2 NBB: geharmoniseerde consumptieprijsindex; FPB: nationale consumptieprijsindex. 55
  • 56. Rol van economische projecties voor het monetaire beleid  p.m. waarom dan aandacht voor budgettaire ontwikkelingen? • • • 56 directe invloed op prijsontwikkelingen (indirecte belastingen: btw, accijnzen) indirecte invloed op prijsontwikkelingen, door effect op economische bedrijvigheid onhoudbare begrotingsontwikkelingen kunnen een effect hebben op de financiële stabiliteit zie overheidsschuldencrisis