3. DE OPENBARE RUIMTE VAN POMPEII
Doel:
Onderzoek naar de bijdrage van beeldende kunst in de
openbare ruimte als middel van sociale en politieke
communicatie aan de identiteitsvorming en culturele
zelfdefiniëring van Pompeiaanse bevolkingsgroepen.
N.B. Beeldende kunst op te vatten als kunstwerken die door
een zichtbare afbeelding iets tot uitdrukking willen brengen.
3
4. DE OPENBARE RUIMTE VAN POMPEII
Opzet onderzoek:
Chronologisch en op hoofdlijnen de periodisering van Paul
Zanker volgend (200 v.Chr. – 79 n.Chr.)
Beperkingen:
• Geen onderzoek naar private gebouwen als villa’s en
huizen (Noortje);
• Geen onderzoek naar gebouwen in de openbare ruimte
(Robin);
• Binnen dit bestek gericht op (graf)monumenten.
4
5. DE OPENBARE RUIMTE VAN POMPEII
Periodisering Typering (I)
Tot 200 v.Chr. Eerste opstallen (1000 ), Griekse of
Etruskische kolonie (?), ommuring (600),
Samnitische periode (500) en als
geallieerde onder de Romeinse militaire
en politieke invloedssfeer (300)
200 – 80 v.Chr. Bloeiende stad (8.000 tot 12.000 inw.)
met de focus op het hellenisme, een
Dionysische levensstijl in private opstallen
(privata luxuria), zelfvertoning
5
6. DE OPENBARE RUIMTE VAN POMPEII
Periodisering Typering (II)
80 – 27 v.Chr. Hersticht als colonia na het verlies van de
oorlog, 2.000 veteranen ingekwartierd,
politieke macht naar nieuwe bewoners,
adoptie van Griekse cultuur aanleiding
herdefiniëring van Romeinse zelfbegrip
27 v.Chr. – 79 Privata luxuria -> publica magnificentia,
door de keizer,woondecoratie verschijnt in
de openbare ruimte, Pompeianen
kopiëren de Romeinen uit eigen belang
6
7. DE OPENBARE RUIMTE VAN POMPEII
Beeldende kunst in de openbare ruimte 200 – 80 v.Chr.
Geen:
• eremonumenten voor verdienstelijke burgers (i.t.t. bijv.
Priene);
• grafmonumenten , eenvoudige necropoli buiten Pompeii
van de weg af (bijv. Fondo Azzolini bij Porta Stabiae).
N.B. Beeldende kunst is te vinden in het private domein en
aan cultuur- en handelgerelateerde gebouwen (nog te zien:
façade Thermae Stabiae en tribune Basilica), (vrijwel) niet
aan politiek-/bestuurlijke gebouwen (i.t.t. bijv. Cosa).
7
8. DE OPENBARE RUIMTE VAN POMPEII
Beeldende kunst in de openbare ruimte 80 – 27 v.Chr. (I)
Aanzienlijk:
• eremonumenten voor leidende (lokale) ambtenaren voor
de bestuurlijke gebouwen aan het Forum;
• grafmonumenten buiten de portae aan de uitvalswegen
van Pompeii;
• (buiten dit bestek: aan cultuurgerelateerde gebouwen als
de ombouw van de Jupiter(?) tempel op het Forum tot
Capitolium, een nieuw altaar voor Apollo, het Odeion of
theatrum tectum, en het spectacula (amfitheater)).
8
13. DE OPENBARE RUIMTE VAN POMPEII
Beeldende kunst in de openbare ruimte 80 – 27 v.Chr. (II)
Achtergronden:
• het creëren van een nieuwe identiteit als gevolg van de
politieke machtswisseling door het bij de oude bevolking
inpeperen van het begrip colonia, vervanging van het
Oskisch door het Latijn, het liften van de Jupiter(?) tempel
tot Capitolium (als in Roma), de vervanging van het altaar
van Apollo (de beschermer van Pompeii) en de ere- en
grafmonumenten van veteranen op prominente plekken;
• inspelen op de behoeften van de veteranen in de vorm
van het Odeion, het spectacula en de monumenten.
13
14. DE OPENBARE RUIMTE VAN POMPEII
Beeldende kunst in de openbare ruimte 80 – 27 v.Chr. (III)
De zelfvertoning nam toe, nu dus ook in de openbare
ruimte, niet alleen gericht op de medebewoners, maar ook
gericht op Roma (bijv. carrière).
De eerste decennia ging de publieke zelfvertoning van de
veteranen uit, daarna is dat minder goed zichtbaar door
assimilatie met de oorspronkelijke bewoners: men paste
zich aan elkaar aan.
N.B. In sociaal en economisch opzicht veranderde er niets:
Pompeii bleef een standenmaatschappij.
14
15. DE OPENBARE RUIMTE VAN POMPEII
Beeldende kunst in de openbare ruimte 27 v.Chr. - 79 (I)
Veel:
• eremonumenten voor de keizer (en zijn familieleden) op
de meest prominente plekken van het Forum. Op minder
prominente plekken eremonumenten voor verdienstelijke
lokale leiders. Monumenten van minder verdienstelijken
verdwenen in de coulissen van of dichtbij het Forum;
• de rangorde van de uitgebeelde figuren werd naast de
plaats bepaald door de grootte van het monument: de
meest aanzienlijken een ruiterstandbeeld, het tweede
garnituur een beeld ten voeten uit en de rest een buste;
15
17. DE OPENBARE RUIMTE VAN POMPEII
Beeldende kunst in de openbare ruimte 27 v.Chr. - 79 (II)
Veel:
• grafmonumenten met gemeenschapszin direct buiten de
portae, de scholae-graven als vernieuwing;
• (buiten dit bestek: rijk gedetailleerde Corinthische
kapitelen van de tempel van Fortuna Augusta,
toevoeging van bronzen van Apollo en Diana aan de
tempel van Apollo, de plaatsing van beelden van de keizer
(en zijn familie) en daarnaast prominente Pompeianen (en
hun familie) in bestaande en nieuwe gebouwen aan het
Forum, etc.)
17
20. DE OPENBARE RUIMTE VAN POMPEII
Beeldende kunst in de openbare ruimte 27 v.Chr. - 79 (III)
Achtergronden:
• het uitdrukken van de Augustijnse vernieuwing na de
chaos van de Republiek door terugkeer naar de pietas, eer
aan de oude goden (de Laren), gewoonten en deugden
(mores et virtutes). Vanuit een heilige plicht (pius) werden
tempels opgeknapt en cultussen in ere hersteld;
• Augustus had, dankzij enkele goden, vrede en voorspoed
gebracht. Die goden en de keizer (de pater patriae)
verdienden verering. De keizercultus ontstond. De aurea
aetas mocht worden vertoond door publica magnificentia;
20
21. DE OPENBARE RUIMTE VAN POMPEII
Beeldende kunst in de openbare ruimte 27 v.Chr. - 79 (IV)
• de zelfvertoning kreeg een nieuwe dimensie: de glans van
de keizer (en zijn familie) straalde af op de Pompeiaan (en
zijn familie) door te investeren in de keizercultus. Hij
plaatst zijn uitbeelding naast die van de keizer (aura).
De assimilatie van de oorspronkelijke Pompeiaanse
bewoners en de veteranen lijkt compleet. Het beeld waarin
Pompeianen uit zijn op posities in Roma is homogeen.
N.B. Ook in deze periode veranderde er niets in sociaal en
economisch opzicht.
Er is onverminderd sprake van een standenmaatschappij.
21
22. DE OPENBARE RUIMTE VAN POMPEII
Conclusies: (I)
• voor de stichting van de colonia werd beeldende kunst
niet gebruikt als communicatiemiddel in de openbare
ruimte;
• beeldende kunst in de openbare ruimte maakte onderdeel
uit van de eigen identiteit van de veteranen.
Gedurende de eerste decennia van de colonia gebruikten
zij beeldende kunst in de openbare ruimte tevens als
communicatiemiddel richting oude bevolking teneinde
een cultuurverandering en het ontstaan van een nieuwe
identiteit tot uitdrukking te brengen.
22
23. DE OPENBARE RUIMTE VAN POMPEII
Conclusies: (II)
• in de keizertijd vormde de beeldende kunst in de
openbare ruimte een middel om invulling te geven aan
het cultuurprogramma van Augustus. In Pompeii ontstond
een nieuwe identiteit door hier aan mee te doen. Men
behoorde dan bij en tot de groep die voorspoed had
gebracht. Doordat er nergens in kleine steden zoveel
stichters waren als in Pompeii, was sprake van een
enorme sociale interactie.
23
24. DE OPENBARE RUIMTE VAN POMPEII
Vragen/stellingen:
1. Wanneer werd Pompeii een Romeinse stad?
2. Bleven de Pompeianen Pompeianen?
3. Is de Pompeiaan een Romein?
4. De Pompeiaan is een rasopportunist.
5. Veteranen: het koekoeksei uit Roma?
24