How to Build a Dynamic Social Media PlanPost Planner
Stop guessing and wasting your time on networks and strategies that don’t work!
Join Rebekah Radice and Katie Lance to learn how to optimize your social networks, the best kept secrets for hot content, top time management tools, and much more!
Watch the replay here: bit.ly/socialmedia-plan
http://inarocket.com
Learn BEM fundamentals as fast as possible. What is BEM (Block, element, modifier), BEM syntax, how it works with a real example, etc.
2011 - Revitalisering met behoud van erfgoed: bezint eer ge begint!Jacques Van Dinteren
Dit artikel presenteert de belangrijkste uitkomsten van het Interregproject ‘Revitalisering Oude Industriehavens’ (ROI). In dit project wisselen acht steden uit de grensregio Vlaanderen-Nederland kennis en ervaringen uit over de revitalisering van oude havengebieden.
How to Build a Dynamic Social Media PlanPost Planner
Stop guessing and wasting your time on networks and strategies that don’t work!
Join Rebekah Radice and Katie Lance to learn how to optimize your social networks, the best kept secrets for hot content, top time management tools, and much more!
Watch the replay here: bit.ly/socialmedia-plan
http://inarocket.com
Learn BEM fundamentals as fast as possible. What is BEM (Block, element, modifier), BEM syntax, how it works with a real example, etc.
2011 - Revitalisering met behoud van erfgoed: bezint eer ge begint!Jacques Van Dinteren
Dit artikel presenteert de belangrijkste uitkomsten van het Interregproject ‘Revitalisering Oude Industriehavens’ (ROI). In dit project wisselen acht steden uit de grensregio Vlaanderen-Nederland kennis en ervaringen uit over de revitalisering van oude havengebieden.
Organisaties nemen met een waaier aan initiatieven deel aan de herdenking van de ‘Groote Oorlog’ (2014-2018). De militaire en politieke aspecten van de Eerste Wereldoorlog komen veel aan bod. We zien ook meer activiteiten die het dagelijkse leven tijdens de bezetting, de voedselsituatie en de ontwikkeling van de landbouw en visserij in woord en beeld brengen. Dit thema biedt een keuze aan leuke mogelijkheden en spreekt zowel jong als oud aan. Het is echter niet evident om altijd het juiste publiek te bereiken, en natuurlijk wil je ook zoveel mogelijk mensen op jouw activiteit ontvangen.
De Inspiratiedag over landbouw, voeding en Eerste Wereldoorlog stond deze keer in het teken van ontsluiting en beleving. Tijdens deze dag reikten experts tips en hulpmiddelen aan om van een WOI-activiteit een succes te maken. Enkele organisaties stelden hun prikkelende publieksactiviteit voor.
Open oproep, project 1601, juli 2008.
Volledige studieopdracht voor de conceptuele uitwerking van een geïntegreerd en omvattend cultuurtoeristisch project ‘Herinneringspark 2014-2018’ in de frontstreek (Westhoek)
“Het belang van de beleving van het landschap bij het herdenken en herinneren van WOI is groot. Het landschap kan de bezoeker meer dan cognitief kennis laten nemen van de oorlog. Naast verhalen van mensen, voorwerpen getoond in musea, moet ook de context van het verhaal worden verteld, moet met andere woorden het oorlogslandschap kunnen spreken. WOI-beleven in de Westhoek moet iets unieks zijn, waarbij de beleving van het WOI-landschap als getuige centraal staat.”
Open Ruimte, Open Blik_Lezing Joost Dessein_'Open ruimte, duurzaamheid en cul...Els Brouwers
Het tweedaags congres 'Open ruimte, open blik' (17-18 maart 2016) wilde op een originele manier de kracht en het belang van open ruimte in de verf zetten. Zowel insiders als outsiders lieten vanuit verschillende perspectieven hun licht op open ruimte schijnen. Daarnaast waren er een tiental creatieve 'ogenblikken': korte, ingezonden bijdragen in de vorm van filmpjes, beelden of lezingen. Tijdens de doe-sessies mochten de deelnemers zelf aan de slag.
Het Congres 'Open ruimte, open blik' is een gezamenlijk initiatief van de VRP, Ruimte Vlaanderen, VLM, Team Vlaams Bouwmeester, Departement Landbouw en Visserij, ILVO, INBO, Erasmushogeschool (Opleiding Landschaps- en Tuinarchitectuur), HoGent - School of Arts, KU Leuven (Faculteit Architectuur), Universiteit Antwerpen (Faculteit Ontwerpwetenschappen), Universiteit Gent (Vakgroep Geografie), Universiteit Hasselt (Departement Architectuur en Kunst) en Vrije Universiteit Brussel (Opleiding Stedenbouw en Ruimtelijke Planning), VVSG en VVP.
Presentatie van het werkatelier "De cultuurhistorische atlas van Utrecht" door Jelmer Prins en Ronald Blijdenstijn tijdens Utrecht Open(t) Data op 19 juni 2012. Zie voor meer informatie http://www.utrechtopendata.org.
Organisaties nemen met een waaier aan initiatieven deel aan de herdenking van de ‘Groote Oorlog’ (2014-2018). De militaire en politieke aspecten van de Eerste Wereldoorlog komen veel aan bod. We zien ook meer activiteiten die het dagelijkse leven tijdens de bezetting, de voedselsituatie en de ontwikkeling van de landbouw en visserij in woord en beeld brengen. Dit thema biedt een keuze aan leuke mogelijkheden en spreekt zowel jong als oud aan. Het is echter niet evident om altijd het juiste publiek te bereiken, en natuurlijk wil je ook zoveel mogelijk mensen op jouw activiteit ontvangen.
De Inspiratiedag over landbouw, voeding en Eerste Wereldoorlog stond deze keer in het teken van ontsluiting en beleving. Tijdens deze dag reikten experts tips en hulpmiddelen aan om van een WOI-activiteit een succes te maken. Enkele organisaties stelden hun prikkelende publieksactiviteit voor.
Open oproep, project 1601, juli 2008.
Volledige studieopdracht voor de conceptuele uitwerking van een geïntegreerd en omvattend cultuurtoeristisch project ‘Herinneringspark 2014-2018’ in de frontstreek (Westhoek)
“Het belang van de beleving van het landschap bij het herdenken en herinneren van WOI is groot. Het landschap kan de bezoeker meer dan cognitief kennis laten nemen van de oorlog. Naast verhalen van mensen, voorwerpen getoond in musea, moet ook de context van het verhaal worden verteld, moet met andere woorden het oorlogslandschap kunnen spreken. WOI-beleven in de Westhoek moet iets unieks zijn, waarbij de beleving van het WOI-landschap als getuige centraal staat.”
Open Ruimte, Open Blik_Lezing Joost Dessein_'Open ruimte, duurzaamheid en cul...Els Brouwers
Het tweedaags congres 'Open ruimte, open blik' (17-18 maart 2016) wilde op een originele manier de kracht en het belang van open ruimte in de verf zetten. Zowel insiders als outsiders lieten vanuit verschillende perspectieven hun licht op open ruimte schijnen. Daarnaast waren er een tiental creatieve 'ogenblikken': korte, ingezonden bijdragen in de vorm van filmpjes, beelden of lezingen. Tijdens de doe-sessies mochten de deelnemers zelf aan de slag.
Het Congres 'Open ruimte, open blik' is een gezamenlijk initiatief van de VRP, Ruimte Vlaanderen, VLM, Team Vlaams Bouwmeester, Departement Landbouw en Visserij, ILVO, INBO, Erasmushogeschool (Opleiding Landschaps- en Tuinarchitectuur), HoGent - School of Arts, KU Leuven (Faculteit Architectuur), Universiteit Antwerpen (Faculteit Ontwerpwetenschappen), Universiteit Gent (Vakgroep Geografie), Universiteit Hasselt (Departement Architectuur en Kunst) en Vrije Universiteit Brussel (Opleiding Stedenbouw en Ruimtelijke Planning), VVSG en VVP.
Presentatie van het werkatelier "De cultuurhistorische atlas van Utrecht" door Jelmer Prins en Ronald Blijdenstijn tijdens Utrecht Open(t) Data op 19 juni 2012. Zie voor meer informatie http://www.utrechtopendata.org.
In 1874 werd de monumentenzorg een officiële doelstelling van het overheidsbeleid (in feite het begin van het landelijke cultuurbeleid). Er werd een bescheiden budget in de begroting gereserveerd.
Bewustzijn vergroten = kans vergroten dat cultuurhistorie een rols peelt in (her)ontwikkeling
Museaum = mooie functie voor een oud gebouw = huisvesting van historische vereniging(en) Voorbeelden: - Gemeentemuseum Het land van Thorn Joods historisch museum in Elburg Stedelijk Museum Vianen (mét VVV) Stadsmuseum Woerden Poldermuseum Lelystad West Fries Museum in Hoorn Flipje streekmuseum Tiel Zeeuws Museum Middelburg Veenkoloniaal Museum in Veendam Limburgs Museum in Venlo Drenst Museum in Assen
Valkenburg a/d Geul: Belvedere-project Valkenburg bevindt zich in een transitieproces. Het “traditionele” massatoerisme laat de stad steeds meer links liggen. Om de cultuurtoeristische aantrekkelijkheid van de stad te vergroten en de leefbaarheid te verbeteren, gaf Ontwikkelingsmaatschappij 'Valkenburg aan de Geul' opdracht tot het maken van een integrale gebiedsvisie voor een belangrijk deel van de binnenstad van Valkenburg. Dit betrof het middeleeuws gedeelte waar belangrijke toeristisch-recreatieve, cultuurhistorische en economische waarden aanwezig zijn. Daarnaast speelde de woonfunctie een belangrijke rol. Resultaat Dit resulteerde in een integrale gebiedsvisie voor de historische binnenstad van Valkenburg. Hierin zijn diverse voorstellen opgenomen ter verbetering van de ruimtelijke en toeristische structuur van de stad. Het is tevens een lange termijnvisie voor de wederopleving van het toerisme in Valkenburg en het weer herkenbaar maken van de rijke cultuurhistorie.
Het aanpakken van de openbare ruimte in de binnenstad. Een schoon, gastvrij en uitnodigende openbaar gebied is erg belangrijk. Vaak is het beheer er in de loop der tijd bij in geschoten, of is onduidelijk wie – op het snijvlak van publieke en private zones – voor de aanpak verantwoordelijk is. Het toevoegen van kunst en groen kan een publieke zone enorm opwaarderen. Voorbeelden als de Westersingel in Rotterdam, de Rode Loper in Eindhoven en de vervoersterminal van Schiphol laten zien dat beeldende kunst een grote toegevoegde waarde kan hebben. Met een verordening die is gericht op het reguleren van buitenreclames kan eveneens veel bereikt worden, bijvoorbeeld rust voor het oog. De gemeente Groningen wist medio jaren negentig door middel van het consequent toepassen van een zeer strenge verordening in combinatie met het uniform herbestraten en inrichten van het stadscentrum een ware metamorfose van het openbaar gebied te bewerkstelligen. In het verlengde hiervan ligt: Het sturen op uiterlijk en inhoud van het winkelaanbod in het centrum. Het uiterlijk kan worden aangepakt naar het voorbeeld van Groningen. Een belangrijk bij-effect van deze aanpak – die buitenreclames nagenoeg helemaal uitsloot – was namelijk dat winkeliers zich van de weeromstuit weer gingen toeleggen op het verfraaien van hun etalages, die hierdoor in uitstraling fors omhoog schoten. Uit andere gemeenten zijn voorbeelden bekend van een verbod op de al te opzichte visuele kenmerken van grote winkelketens, zoals de witgeverfde puien van Albert Heijn. De inhoud van het winkelaanbod laat zich moeilijker reguleren. Alleen via het instrument van het bestemmingsplan en het vergunningenstelsel valt hierin iets te bereiken (zie ook hoofdstuk 16). Het vergt echter veel bestuurlijke moed om culturele waarden te laten prevaleren boven economische belangen. Het aanbrengen of terugbrengen van waterlopen. Het water, ooit zo bepalend voor Nederland, is uit het centrum van veel steden verdwenen. Den Bosch (terugbrengen en zichtbaar maken van de Binnen-Dieze) en Utrecht (restauratie singelstructuur) hebben recentelijk laten zien, hoe het water terug kan komen en het stadshart kan verlevendigen. Niet alleen visueel een aanwinst, maar ook goed voor de ontwikkeling van het toerisme en het vestigingsklimaat. Het opfrissen van het economisch geheugen. Een gemeente heeft vaak weinig idee van de potentiële waarde van haar historisch erfgoed in de zin van nijverheid uit vroeger tijden die haar identiteit zou kunnen versterken. Veel identiteit kan worden gewonnen als oude marktpleinen worden opgeknapt en er regulerend wordt opgetreden tegen buitenissig lelijke bedrijventerreinen en tegen het laten verslobberen van de karakteristieke gemeenterand met zijn boerenomgeving. Ook het thematiseren van oude industriële activiteit (zoals Delfts Blauw in Delft, zilversmeden in Schoonhoven, de textielnijverheid in Tilburg, de glasindustrie in Leerdam) biedt tal van goede mogelijkheden om de culturele identiteit hernieuwd gestalte te geven.
De voorbeelden van gemeenten die zich in verleden en heden hebben geprofileerd via hun monumenten, festivals of andere culturele activiteiten, zijn talrijk. Wie associeert het Festival van Nieuwe Muziek niet met Middelburg? En wie denkt er bij het North Sea Jazz Festival niet aan Den Haag? Haarlem heeft naast zijn orgelmaand nu ook een stripfestival, in de 'Arnhem promotion' worden de beeldententoonstelling van Sonsbeek en het dansgezelschap Introdans naar voren gehaald en Heerlen profileert zich met moderne architectuur. De gemeente Utrecht gaat in zijn profielschets als (inter)nationaal knooppunt zelfs prat op 8 festival-achtige evenementen: het Lisztconcours, de Mozartweek, de Nacht van de Poëzie, het Festival voor Oude Muziek, de Blues Route, het Festival Theater aan de Werf, Springdance en de Nederlandse Filmdagen. En wat voor de grote gemeenten geldt, geldt ook voor de kleine gemeenten en dorpen: Zoutkamp profileert zich met zijn 17e eeuwse vesting, Bredevoort staat voor boeken, Bronkhorst voor kunst, Diepenheim voor Shakespeare-uitvoeringen in de open lucht, Willemstad voor levende geschiedenis en Woudrichem voor een cultuurhistorische rivierenstad met vesting. In hoeverre deze vormen van profilering authentiek zijn of kunstmatig danwel gezocht, is een interessant punt van discussie. Metz betoont zich in haar boek Pret! Leisure and landscape kritisch over de wijze waarop de behoefte aan vermaak de historische binnensteden en de natuur verandert. Zij laat in haar boek zien hoe het platteland, de historische binnensteden en het cultureel erfgoed worden ‘vermarkt’ door – en ten gunste van - de vrije tijdsindustrie. De vrije tijdssector blijkt uitgegroeid te zijn tot een alomtegenwoordige cultuur met een reusachtige betekenis. We besteden steeds meer geld (gemiddeld een kwart van ons inkomen) en steeds meer kilometers voor ons plezier. Nog nooit heeft Nederland zoveel evenementen en festivals geteld, zoveel cultuurhistorische uitstapjes, zoveel feesten, partycentra, klimhellingen, skibanen, shopping-malls, kartingcentra, magabioscopen, kinderparadijzen en music-halls. De invloed die dit alles heeft op onze omgeving wordt steeds zichtbaarder, zowel op het platteland als aan de stadsranden en in de oude binnensteden. Metz verzucht: “Kunnen we nergens meer gewoon van afblijven, de boel de boel laten, de ruines zonder bordje aan hun lot overlaten, het laatste beetje groezeligheid in de stad laten liggen? Wat blijft er over van de fun als de welvaart terug loopt? Hebben we Nederland werkelijk in een decor herschapen?”
Backward utopia . Achterwaartse blue print planning m.b.v. oude stadskaarten. Andere voorbeelden: Boertange ging terug naar 1742, Heusden naar 1774. Zie ook de discussie over de herbouw van de Haringpakkerstoren in Amsterdam en de donjon van het Valkhof in Nijmegen. Volgende stap = ensceneren van de historische beleving: Brandevoort, Bataviastad: historische beleving die vrij is van autheticiteit en historische gelaagdheid.. Meer zoiets als exotische reisbestemmingen.
Het oorspronkelijke huis de Wiers is omstreeks 1654 gebouwd en stond bekend als de 'noordelijke wachter van Vreeswijk'. Een herkenningspunt, een baken, een buitenpost van Vreeswijk. Totdat de industriële revolutie rond 1900 toesloeg. In die jaren vestigde zich op de plaats van Huis de Wiers een scheepswerf. De terreinen rond het huis werden vergraven tot een insteekhaven, een scheepshelling en opslagterreinen. Het huis zelf werd grondig gewijzigd en later zelfs vrijwel geheel gesloopt. Het concept bestaat uit twee delen. Het restaureren van het bestaande souterrain en het realiseren van een opbouw in de contour van de historische enveloppe. Het resultaat: een eigentijdse 'Borg' met de grandeur van wat eens Huis de Wiers was. Door eenzelfde materiaal op zowel dak als gevels toe te passen ontstaat een sculpturaal volume dat de mogelijkheid biedt de openingen voor daglichttoetreding neutraal en 'at random' aan te brengen als verdiepingshoge schuifpuien. In open stand functioneren deze als buitenruimte in de vorm van een loggia. onlosmakelijk met elkaar verbonden. Het waternetwerk van de Dijle en haar vlieten bestrijkt de gehele stad. Door het water terug te brengen in de Melaan krijgt dit deel van Mechelen haar logica terug. De Dijle bezit oorspronkelijk verschillende armen en bijrivieren, die door verzanding verdwenen of versmalden tot kleine vlieten waarlangs men straten en huizen bouwde. De vlieten, zoals de Melaan, worden oorspronkelijk gebruikt voor transport over water, als riolering en wasplaats. De Melaan werd om hygiënische redenen gedempt en om ruimte te maken voor auto’s en parkeerplaatsen. Door het water weer terug te brengen in de Melaan krijgt dit deel van Mechelen haar logica terug en wordt het weer onderdeel van het historisch kernweefsel. Het water wordt katalysator voor de stedelijke ontwikkeling. De integrale benadering is hier van groot belang: archeologie, schoolvervoersplan, mobiliteit en de toeristische as tussen de plek Lamot / St. Romboutskathedraal en het vernieuwde stadscentrum vormen allen een wezenlijk onderdeel.