SlideShare a Scribd company logo
1 of 44
Download to read offline
DE AXENROOS



     Theoretisch kader.
DOELSTELLING



 Kinderen een kader geven om over hun
 gevoelens en hun relaties met anderen
 na te denken en te praten.
Uitgangspunten voor een gezonde
       relationele vorming.


Een relatie is twee-zaam.
Eenduidige boodschappen.
Iedereen is verschillend.
Oog hebben voor het effect.
Ethiek.

 Relationele evenwaardigheid.
              Respect voor elkaar.
 Elke relatiewijze is waardevol.
 Iedereen is verschillend
     de ene relatiewijze hanteer je
     gemakkelijker dan de andere.
BESCHIKKENDEN




     NIET-
BESCHIKKENDEN
De axenroos.

 Iedere mens beschikt over een breed
 gamma van mogelijke relatiewijzen.
 F. Cuvelier    ordening van de menselijke
 interacties.
 Werkinstrument       de axenroos.
 Ax = het vermogen om zich op een bepaalde
 wijze relationeel te gedragen.
Drie invalshoeken:


De relatiewijze   Op welke manier?

De inzet    Wat – waarom?

Het communicatiekanaal      Hoe?
Invalshoek 1: de relatiewijzen.

  Aanbieden   Aanvechten     Houden
   Geven

  Aannemen     Weerstaan      Lossen
    Vragen                   Ondergaan



  HARMONIE     CONFLICT    AFZONDERING
AFZONDERING




                        HOUDEN



                                   AANBIEDEN
           AANVECHTEN                GEVEN

CONFLICT                                       HARMONIE
           WEERSTAAN               AANNEMEN
                                    VRAGEN
                         LOSSEN
                       ONDERGAAN
AFZONDERING




                          HOUDEN
                                              GEVEN




                                                           N
                                         EN


                                                         EN




                                                         RE
                                      UR


                                                       EN




                                                      TE
                                   ST


                                                    DI
           AANVECHTEN




                                                   EN
                                              PR CH
                                                 BE




                                                ES
                                                ZI
CONFLICT                                                         HARMONIE
                                              BE
                                                NU




                                                             W
           WEERSTAAN




                                   VO
                                                  TT




                                                             AA
                                     LG
                                                     E




                                                               RD
                                                         N




                                         EN




                                                                 ER
                                                                    EN
                                                  AANNEMEN
                         LOSSEN -                 VRAGEN
                         ONDERGAAN
Invalshoek 2: de inzet.


   BIJZIJN     DIENSTEN   INFORMATIE




  PERSOON     GOEDEREN    RICHTLIJNEN
Invalshoek 3:
de communicatiekanalen.

 Handelingskanaal.
 Lichaamstaal:
 * gebaren
 * mimiek
 * lichaamshouding
 * stemgeving
 Tekst.
DE AXENROOS



      DE KLASPRAKTIJK
SOCIALE VORMING

Gebeurt de hele dag door.
Als leerkracht gebruik je spontaan
verschillende relatiewijzen.
Je kiest soms bewust voor een bepaalde
relatiewijze.
Je besteedt aandacht aan de kwaliteit van de
axen.
Interactie tussen leerkracht en leerlingen.
SOCIALE VORMING

Kinderen toestaan en aansporen om alle axen in te
nemen.
In alle leeftijdsgroepen, ook bij de jongste kleuters.
In werk en organisatievormen:
     klassikaal, groepswerk, contractwerk,
     hoekenwerk, projectwerk, …
In alle leergebieden:
     wereldoriëntatie, taal, godsdienst,
     bewegingsopvoeding, …
De axenroos en het leerplan
     wereldoriëntatie.



 Domein: Mens en medemens.

   Onderdeel: Ik ga om met anderen.
MENS EN MEDEMENS
          Ik ga om met de anderen


   Geven van persoon en
          bijzijn



4.6- KINDEREN KUNNEN ZICH ALS PERSOON PRESENT
STELLEN.
* zich kunnen voorstellen
* iets over zichzelf vertellen
* een gesprek beginnen / voortzetten
* ….
MENS EN MEDEMENS
         Ik ga om met de anderen


 Aannemen of vragen van
    persoon en bijzijn.




4.7 – Kinderen kunnen respect en waardering opbrengen.

* vormen van waarderend of afwijzend gedrag herkennen
* waardering uiten
* respectvol omgaan met leeftijdsgenoten
*…
MENS EN MEDEMENS
          Ik ga om met de anderen


Geven van goederen en
        diensten



4.11 – Kinderen kunnen een ander helpen door zich dienstbaar op
te stellen.
* anderen helpen bij het opruimen
* bereid zijn materiaal te delen / uit te lenen
* attent zijn voor specifieke noden van anderen
*…
MENS EN MEDEMENS
            Ik ga om met de anderen


Aannemen – vragen van
  goederen en diensten



  4.12 – Kinderen kunnen hulp vragen en zorg aanvaarden.

  * op een beleefde manier iets kunnen vragen
  * dankbaarheid tonen tegenover wie hen helpt
  * zich laten helpen als ze iets niet kunnen
  *…
MENS EN MEDEMENS
        Ik ga om met de anderen


Geven van informatie en
       richtlijnen



4.10 – Kinderen kunnen leiding geven.
* een voorstel naar voor kunnen brengen
* in een groepje zeggen wat de anderen moeten doen
* verslag kunnen uitbrengen van een taakgroepje
*…
MENS EN MEDEMENS
          Ik ga om met de anderen


Leiding volgen of meewerken




 4.9 – Kinderen kunnen leiding volgen of meewerken.
 * het leiderschap van een ander kind aanvaarden
 * regels en afspraken kunnen nakomen
 * met inzet meespelen in een ploegspel
 *…
MENS EN MEDEMENS
           Ik ga om met de anderen


        Aanvechten




4.13 – Kinderen kunnen constructief kritisch zijn.
* kunnen verwoorden wat ze verkeerd vinden in hun eigen omgeving
* op een aanvaardbare wijze leeftijdsgenoten confronteren met het effect van
hun gedrag
* leren wantoestanden zien en aanklagen
*…
MENS EN MEDEMENS
          Ik ga om met de anderen


        Weerstaan




4.14 – Kinderen kunnen zich op een passende manier
weerbaar opstellen.
* voor zichzelf en leeftijdsgenoten opkomen
* zich weten te verdedigen tegen ongewenste lichamelijke nabijheid of
intimiteit
*…
MENS EN MEDEMENS
          Ik ga om met de anderen


         Houden




4.15 – Kinderen kunnen zich discreet opstellen als derden
daar niet door benadeeld worden.
* zich op de achtergrond houden
* geen roddel rondstrooien
* iets wat ze over een ander weten voor zichzelf kunnen houden
*…
MENS E N MEDEMENS
          Ik ga om met de anderen


   Ondergaan - lossen




4.16 – Kinderen kunnen hun ongelijk of onmacht toegeven.
* eigen onkunde of mislukking toegeven
* zich verontschuldigen na een ruzie, fout, …
* gerechtvaardigde kritiek kunnen aanvaarden
*…
HARMONISCHE ZONE




Staat graag in de                Ziet en bewondert wat er
belangstelling.                  gebeurt.
Vertelt over zijn hobby.         Verwelkomt nieuwe lln.
Vertelt over wat hij goed/niet   Uit complimentjes.
goed kan.
HARMONISCHE ZONE




Leent gerief uit.     Is dankbaar voor
                      gekregen geschenken.
Doet boodschappen.
Helpt iemand.         Laat zich graag
                      verwennen.
                      Vraagt materiaal, hulp.
HARMONISCHE ZONE




Kiest het spel op de     Gehoorzaamt.
speelplaats.
                         Vraagt bijkomende informatie.
Geeft informatie door.
Geeft leiding bij
groepstaken.
CONFLICTZONE




Zegt wat hij niet goed vindt.   Laat zich niet doen.

Wijst terecht.                  Is niet akkoord met een
                                opgedrongen taak.
Vecht voor zijn plek.
                                Neemt bevelen van anderen
Duidt fouten aan.               niet zomaar aan.
AFZONDERINGSZONE




Weet en ziet het wel maar…   Is bang en onzeker.
komt niet tussen.
                             Twijfelt, weet het niet
Komt weinig aan bod in       precies.
discussies.
                             Kan moeilijk keuzes maken.
Overdreven beklemtonen van een
         bepaalde ax:


              PSYCHOSOCIALE
              PATHOLOGIE
Slechtgemutste leeuw.



AUTORITAIR

BETWETERIG
Slechtgemutste kameel.



            MEELOPER
Slechtgemutste bever.


BETUTTELEND

OVERBESCHERMEND
Slechtgemutste poes.



           PROFITEREND

           REGRESSIEF
Slechtgemutste pauw.


EXIBITIONISTISCH

NARCISTISCH
Slechtgemutste wasbeer.


DWEPEND

HYSTERISCH
Slechtgemutste havik.

            DESTRUCTIEF

            CYNISCH

            VERWERPEND

            SADISTISCH
Slechtgemutste steenbok.


DEFENSIEF

WANTROUWIG
Slechtgemutste uil.

AFGESLOTEN

HAUTAIN

GIERIG
Slechtgemutste schildpad.

              AAN DE GROND

              DEPRESSIEF

              UITZICHTLOOS

              KRACHTELOOS

              MASOCHISTISCH
DE AXENROOS:
              EEN WERKINSTRUMENT




Werken op schoolniveau.


Werken op klasniveau.


Werken op leerlingenniveau.

More Related Content

Viewers also liked

Mojo travels to mexico
Mojo travels to mexicoMojo travels to mexico
Mojo travels to mexicoAllison Moyer
 
تصنيف الكائنات الحية عمل الطالب احمدمحمود ابو العلا محمد الف
تصنيف الكائنات الحية عمل الطالب احمدمحمود ابو العلا محمد الفتصنيف الكائنات الحية عمل الطالب احمدمحمود ابو العلا محمد الف
تصنيف الكائنات الحية عمل الطالب احمدمحمود ابو العلا محمد الفMagda Anwar
 
Oxford Word Skills vocabulary unit 14
Oxford Word Skills vocabulary unit 14Oxford Word Skills vocabulary unit 14
Oxford Word Skills vocabulary unit 143wash44
 
‫Vocabulary 3
‫Vocabulary 3‫Vocabulary 3
‫Vocabulary 33wash44
 
Association football
Association footballAssociation football
Association footballjuanmeta500
 

Viewers also liked (8)

Jor victor.3
Jor victor.3Jor victor.3
Jor victor.3
 
Hdsd
HdsdHdsd
Hdsd
 
Mojo travels to mexico
Mojo travels to mexicoMojo travels to mexico
Mojo travels to mexico
 
تصنيف الكائنات الحية عمل الطالب احمدمحمود ابو العلا محمد الف
تصنيف الكائنات الحية عمل الطالب احمدمحمود ابو العلا محمد الفتصنيف الكائنات الحية عمل الطالب احمدمحمود ابو العلا محمد الف
تصنيف الكائنات الحية عمل الطالب احمدمحمود ابو العلا محمد الف
 
Oxford Word Skills vocabulary unit 14
Oxford Word Skills vocabulary unit 14Oxford Word Skills vocabulary unit 14
Oxford Word Skills vocabulary unit 14
 
‫Vocabulary 3
‫Vocabulary 3‫Vocabulary 3
‫Vocabulary 3
 
Association football
Association footballAssociation football
Association football
 
Neurocirugía Hoy, Vol. 9, Numero 26
Neurocirugía Hoy, Vol. 9, Numero 26Neurocirugía Hoy, Vol. 9, Numero 26
Neurocirugía Hoy, Vol. 9, Numero 26
 

boe

  • 1. DE AXENROOS Theoretisch kader.
  • 2. DOELSTELLING Kinderen een kader geven om over hun gevoelens en hun relaties met anderen na te denken en te praten.
  • 3. Uitgangspunten voor een gezonde relationele vorming. Een relatie is twee-zaam. Eenduidige boodschappen. Iedereen is verschillend. Oog hebben voor het effect.
  • 4. Ethiek. Relationele evenwaardigheid. Respect voor elkaar. Elke relatiewijze is waardevol. Iedereen is verschillend de ene relatiewijze hanteer je gemakkelijker dan de andere.
  • 5. BESCHIKKENDEN NIET- BESCHIKKENDEN
  • 6. De axenroos. Iedere mens beschikt over een breed gamma van mogelijke relatiewijzen. F. Cuvelier ordening van de menselijke interacties. Werkinstrument de axenroos. Ax = het vermogen om zich op een bepaalde wijze relationeel te gedragen.
  • 7. Drie invalshoeken: De relatiewijze Op welke manier? De inzet Wat – waarom? Het communicatiekanaal Hoe?
  • 8. Invalshoek 1: de relatiewijzen. Aanbieden Aanvechten Houden Geven Aannemen Weerstaan Lossen Vragen Ondergaan HARMONIE CONFLICT AFZONDERING
  • 9. AFZONDERING HOUDEN AANBIEDEN AANVECHTEN GEVEN CONFLICT HARMONIE WEERSTAAN AANNEMEN VRAGEN LOSSEN ONDERGAAN
  • 10. AFZONDERING HOUDEN GEVEN N EN EN RE UR EN TE ST DI AANVECHTEN EN PR CH BE ES ZI CONFLICT HARMONIE BE NU W WEERSTAAN VO TT AA LG E RD N EN ER EN AANNEMEN LOSSEN - VRAGEN ONDERGAAN
  • 11. Invalshoek 2: de inzet. BIJZIJN DIENSTEN INFORMATIE PERSOON GOEDEREN RICHTLIJNEN
  • 12. Invalshoek 3: de communicatiekanalen. Handelingskanaal. Lichaamstaal: * gebaren * mimiek * lichaamshouding * stemgeving Tekst.
  • 13. DE AXENROOS DE KLASPRAKTIJK
  • 14. SOCIALE VORMING Gebeurt de hele dag door. Als leerkracht gebruik je spontaan verschillende relatiewijzen. Je kiest soms bewust voor een bepaalde relatiewijze. Je besteedt aandacht aan de kwaliteit van de axen. Interactie tussen leerkracht en leerlingen.
  • 15. SOCIALE VORMING Kinderen toestaan en aansporen om alle axen in te nemen. In alle leeftijdsgroepen, ook bij de jongste kleuters. In werk en organisatievormen: klassikaal, groepswerk, contractwerk, hoekenwerk, projectwerk, … In alle leergebieden: wereldoriëntatie, taal, godsdienst, bewegingsopvoeding, …
  • 16. De axenroos en het leerplan wereldoriëntatie. Domein: Mens en medemens. Onderdeel: Ik ga om met anderen.
  • 17. MENS EN MEDEMENS Ik ga om met de anderen Geven van persoon en bijzijn 4.6- KINDEREN KUNNEN ZICH ALS PERSOON PRESENT STELLEN. * zich kunnen voorstellen * iets over zichzelf vertellen * een gesprek beginnen / voortzetten * ….
  • 18. MENS EN MEDEMENS Ik ga om met de anderen Aannemen of vragen van persoon en bijzijn. 4.7 – Kinderen kunnen respect en waardering opbrengen. * vormen van waarderend of afwijzend gedrag herkennen * waardering uiten * respectvol omgaan met leeftijdsgenoten *…
  • 19. MENS EN MEDEMENS Ik ga om met de anderen Geven van goederen en diensten 4.11 – Kinderen kunnen een ander helpen door zich dienstbaar op te stellen. * anderen helpen bij het opruimen * bereid zijn materiaal te delen / uit te lenen * attent zijn voor specifieke noden van anderen *…
  • 20. MENS EN MEDEMENS Ik ga om met de anderen Aannemen – vragen van goederen en diensten 4.12 – Kinderen kunnen hulp vragen en zorg aanvaarden. * op een beleefde manier iets kunnen vragen * dankbaarheid tonen tegenover wie hen helpt * zich laten helpen als ze iets niet kunnen *…
  • 21. MENS EN MEDEMENS Ik ga om met de anderen Geven van informatie en richtlijnen 4.10 – Kinderen kunnen leiding geven. * een voorstel naar voor kunnen brengen * in een groepje zeggen wat de anderen moeten doen * verslag kunnen uitbrengen van een taakgroepje *…
  • 22. MENS EN MEDEMENS Ik ga om met de anderen Leiding volgen of meewerken 4.9 – Kinderen kunnen leiding volgen of meewerken. * het leiderschap van een ander kind aanvaarden * regels en afspraken kunnen nakomen * met inzet meespelen in een ploegspel *…
  • 23. MENS EN MEDEMENS Ik ga om met de anderen Aanvechten 4.13 – Kinderen kunnen constructief kritisch zijn. * kunnen verwoorden wat ze verkeerd vinden in hun eigen omgeving * op een aanvaardbare wijze leeftijdsgenoten confronteren met het effect van hun gedrag * leren wantoestanden zien en aanklagen *…
  • 24. MENS EN MEDEMENS Ik ga om met de anderen Weerstaan 4.14 – Kinderen kunnen zich op een passende manier weerbaar opstellen. * voor zichzelf en leeftijdsgenoten opkomen * zich weten te verdedigen tegen ongewenste lichamelijke nabijheid of intimiteit *…
  • 25. MENS EN MEDEMENS Ik ga om met de anderen Houden 4.15 – Kinderen kunnen zich discreet opstellen als derden daar niet door benadeeld worden. * zich op de achtergrond houden * geen roddel rondstrooien * iets wat ze over een ander weten voor zichzelf kunnen houden *…
  • 26. MENS E N MEDEMENS Ik ga om met de anderen Ondergaan - lossen 4.16 – Kinderen kunnen hun ongelijk of onmacht toegeven. * eigen onkunde of mislukking toegeven * zich verontschuldigen na een ruzie, fout, … * gerechtvaardigde kritiek kunnen aanvaarden *…
  • 27.
  • 28. HARMONISCHE ZONE Staat graag in de Ziet en bewondert wat er belangstelling. gebeurt. Vertelt over zijn hobby. Verwelkomt nieuwe lln. Vertelt over wat hij goed/niet Uit complimentjes. goed kan.
  • 29. HARMONISCHE ZONE Leent gerief uit. Is dankbaar voor gekregen geschenken. Doet boodschappen. Helpt iemand. Laat zich graag verwennen. Vraagt materiaal, hulp.
  • 30. HARMONISCHE ZONE Kiest het spel op de Gehoorzaamt. speelplaats. Vraagt bijkomende informatie. Geeft informatie door. Geeft leiding bij groepstaken.
  • 31. CONFLICTZONE Zegt wat hij niet goed vindt. Laat zich niet doen. Wijst terecht. Is niet akkoord met een opgedrongen taak. Vecht voor zijn plek. Neemt bevelen van anderen Duidt fouten aan. niet zomaar aan.
  • 32. AFZONDERINGSZONE Weet en ziet het wel maar… Is bang en onzeker. komt niet tussen. Twijfelt, weet het niet Komt weinig aan bod in precies. discussies. Kan moeilijk keuzes maken.
  • 33. Overdreven beklemtonen van een bepaalde ax: PSYCHOSOCIALE PATHOLOGIE
  • 37. Slechtgemutste poes. PROFITEREND REGRESSIEF
  • 40. Slechtgemutste havik. DESTRUCTIEF CYNISCH VERWERPEND SADISTISCH
  • 43. Slechtgemutste schildpad. AAN DE GROND DEPRESSIEF UITZICHTLOOS KRACHTELOOS MASOCHISTISCH
  • 44. DE AXENROOS: EEN WERKINSTRUMENT Werken op schoolniveau. Werken op klasniveau. Werken op leerlingenniveau.