Dit document bevat tien teksten van Jan van Rijckenborgh uit zijn toelichtingen op de Fama Fraternitatis R.C. en de Confessio Fraternitatis R.C. die zijn uitgegeven onder de titels De Roep der Rozenkruisers Broederschap en De Belijdenis der Rozenkruisers Broederschap.
Jan van Rijckenborgh stichtte De Internationale School van het Gouden Rozenkruis, het Lectorium Rosicrucianum. Hij is aan te duiden als een moderne rozenkruiser en een hermetisch gnosticus. In zijn werk en in zijn leringen stond hij zeer dicht bij de bedoelingen van de oude Broederschap van het Rozenkruis. En daaraan is hij trouw gebleven. Ook buiten zijn eigen kring kreeg Jan van Rijckenborgh bekendheid. Dat is mede het gevolg van de grote omvang van zijn belangrijke oevre.
Momenteel zijn er meer dan veertig titels van zijn hand in druk verschenen. Dat is slechts een deel van zijn werk. Vele duizenden lezingen en toespraken die hij voor zijn leerlingen heeft gehouden zijn niet of nog niet gepubliceerd. In al zijn geschriften en leringen en in zijn wijsbegeerte heeft hij zich altijd gebaseerd op de inhoud van de manifesten van de Broederschap van het Rozenkruis en op de bedoelingen die daarin zijn vastgelegd.
C.B. Zuiderhoudt - Meester Eckhart versus advaitanonduality01
Advaita is, net als zen, een directe bevrijdingsweg door middel van zelfrealisatie. Ooit was een dergelijke mysterieschool ook binnen het christendom aanwezig, met name in de laatmiddeleeuwse mystiek, die in haar methode van aanpak het best gerepresenteerd wordt door de bekende mysticus Meester Eckhart (ca. 1260 -1328).
In dit boek is de benadering van de advaita naast die van Meester Eckhart geplaatst. Zevenhonderd jaar tijdsverschil wordt hierdoor moeiteloos overbrugd en de tijdloze essentie kristalliseert zich glashelder uit.
Waar het in beide benaderingen om gaat, en wat eigenlijk niet voor discussie in aanmerking komt, is de directe, pure ervaring. Op praktische wijze wordt in Meester Eckhart versus advaita richting gegeven aan eenieder die binnen de christelijke cultuur de directe godservaring niet meer weet te vinden.
C.B. Zuijderhoudt (1944) kwam met mystiek in aanraking door zijn studie vergelijkende godsdienstwetenschappen. Zijn advaita-leraar Alexander Smit bracht hem tot het zien van zijn ware natuur. Mede daardoor werd ook de mystiek van Meester Eckhart herkend als een directe bevrijdingsweg.
Fama fraternitatis-rc-tekst-nederlands-de-roep-van-de-broederschap-van-het-ro...stichtingrozenkruis
Ongeveer 400 jaar geleden, in maart 1614 om precies te zijn verscheen er in druk een oproep tot een algehele reformatie onder de titel Fama Fraternitatis R.C. Dit is de eerste van de drie manifesten die de klassieke rozenkruisers van de zogeheten Tübinger King in Zuid-Duitsland publiceerden. Dit Latijnse geschrift, dat al vlot ook in andere talen werd gepubliceerd, heeft een grote invloed gehad op de beleving, verspreiding en verdere ontwikkeling van de westerse esoterie.
Sindsdien is de wereld, in ieder geval in West-Europa, enorm veranderd en in heel veel opzichten ook verbeterd. Toch is het de vraag of de algemene reformatie waarvoor de klassieke rozenkruisers zich zo hebben ingespannen, nu gerealiseerd is. Zo’n vernieuwing voltrekt zich niet vanzelf, maar vraagt een intense werkzaamheid op basis van begrip en betrokkenheid. In ieder geval zijn de randvoorwaarden voor een algehele reformatie op basis van innerlijk weten nu ruimschoots aanwezig.
Fama Fraternitatis RC geschreven en gesproken Nederlandse tekst in pdf en mp3 De Roep van de Broederschap van het Rozenkruis cover 570KLIK HIER OM DE FAMA FRATERNITATIS RC (PDF, 18 A4) TE DOWNLOADEN
De mens van de 21ste eeuw kan zich nog steeds laten inspireren door de Fama Fraternitatis R.C. Daarom is de volledige Nederlandse tekst in dit pdf-document, dat via internet gratis beschikbaar wordt gesteld, opgenomen. Via links onderaan ieder hoofdstuk kunnen de afzonderlijke teksten ook worden beluisterd en bekeken. De vertaling is gebaseerd op de versie die is opgenomen in het boek ‘De Roep der Rozenkruisers Broederschap’, waarin Jan van Rijckenborgh het geschrift uitgebreid becommentarieert voor de moderne mens. In hoofdstuk 1 van dat boek schrijft hij;
De Fama Fraternitatis van de verheven Orde van het Rozenkruis mag niet slechts gezien worden als een bekendmaking van het bestaan van deze broederschap, als een kort maar zeer gesluierd overzicht van haar geschiedenis, bestemd om door een geselecteerd aantal mensen te worden geassimileerd, doch deze Fama is een magische krachtformule, een samenstelling van magische krachtlijnen, waarlangs en met behulp waarvan, de ontwikkeling van de wereld en de mensheid zich voltrekt.
De authentieke tekst van deze Fama is door de eeuwen heen, behoudens enige betrekkelijk geringe verminkingen, voor ons bewaard gebleven en de tijd schijnt nu gekomen te zijn, om dit grandioze geestelijk testament der Rozenkruisers Broederschap meerdere bekendheid te geven, zijn vervaarlijke diepten te ontsluieren en met deze magische krachten te gaan werken, om de pioniers van de mensheid geschikt te maken voor een nieuwe taak.
Biografie Paracelsus Theophrastus von Hohenheim Tijdschrift Pentagram 1993 nu...stichtingrozenkruis
Paracelsus:“Ziet de waarheid en aanvaardt haar”
Paracelsus: Baanbrekend arts met één geneesmiddel
“De geest die met het vlees verbonden is, wordt wel zo genoemd, maar hij is gevangen in de dood; in tegenstelling tot de Geest die door God is gegeven. De natuurlijke geest leidt het natuurlijke verstand: maar de Geest Gods voert tot goddelijk weten. In de dood wijken beide geesten van de mens, maar de ene sterft, terwijl de ander in leven blijft.”
Zelden wist iemand de tweevoudigheid van de mens zo indringend te formuleren als de Zwitserse arts, filosoof en gnosticus Theophrastus van Hohenheim (1493-1541), de officiële naam van Paracelsus. Hij was niet alleen een arts die zijn tijd ver vooruit was, hij was ook een van de grootste onafhankelijke denkers die Europa gekend heeft. Zoals wel vaker bij revolutionairen erkende deze ogenschijnlijk wat boerse man, die wars was van conventies, enkel het gezag van zijn eigen innerlijk kompas. Die levenshouding sprak ook uit zijn persoonlijk devies: “wie volledig zichzelf is, is van niemand afhankelijk”.
Dat bleek ook in de korte tijd dat hij stadsgeneesheer was in Basel, waar hij door zijn compromisloze opvattingen al gauw uit zijn functie werd verstoten. Het was het begin van een zwervend leven. Met zijn vernieuwende medische en theologische inzichten was Paracelsus overal welkom in Europa: van Italië tot Ierland, van Denmarken tot Kroatië en Dalmatië. Hij liet duizenden pagina’s aan medische, filosofische, theologische en natuurkundige studies achter. Zijn tractaten vormden de bouwstenen voor een volstrekt nieuwe visie op de geneeskunst. Daarin hamerde hij steeds op die ene “geneesheer” die de innerlijke mens uiteindelijk in zijn microkosmos heelt. Deze innerlijke werkzaamheid werd door Paracelsus bondig samengevat met de spreuk: ziet de waarheid en aanvaardt haar.
Liefde tot de kerk, Liefdevolle trouw aan de Kerk en de paus, door Jozefmaría...Opus Dei Nederland
De worden van de heilige Jozefmaría in dit document zijn een selectie uit een bundel van vier homilieën met de titel: De liefde tot de Kerk. Het gaat over de bovennatuurlijke zending van de Kerk, het priesterschap en de trouw van de christen aan de Bruid van Christus. Het gehele werk weerspiegelt het onwankelbare geloof van de auteur in het mysterie van de Kerk en zijn grote liefde voor haar en de opvolger van Petrus. De homilieën zijn geschreven rond 1970, maar zij nu even actueel als in de zware jaren van crisis toen.
De heilige Jozefmaria Escrivá werd geboren op 9 januari 1902, in Barbastro (Spanje). Op 28 maart 1925 ontving hij de priesterwijding. Hij werd op 2 oktober 1928 door God geïnspireerd om het Opus Dei te stichten en overleed in zijn werkkamer in Rome op 26 juni 1975. Op dat moment had het Opus Dei zich verbreid over alle werelddelen en telde het ruim 60.000 leden. Op 6 oktober 2002 is Jozefmaria Escrivá in Rome door paus Johannes Paulus II heilig verklaard. Zijn lichaam rust in de prelaatskerk van Onze Lieve Vrouw van de Vrede in Rome (Viale Bruno Buozzi 75). Meer informatie over de heilige Jozefmaria op www.opusdei.org en www.escrivaworks.org.
C.B. Zuiderhoudt - Meester Eckhart versus advaitanonduality01
Advaita is, net als zen, een directe bevrijdingsweg door middel van zelfrealisatie. Ooit was een dergelijke mysterieschool ook binnen het christendom aanwezig, met name in de laatmiddeleeuwse mystiek, die in haar methode van aanpak het best gerepresenteerd wordt door de bekende mysticus Meester Eckhart (ca. 1260 -1328).
In dit boek is de benadering van de advaita naast die van Meester Eckhart geplaatst. Zevenhonderd jaar tijdsverschil wordt hierdoor moeiteloos overbrugd en de tijdloze essentie kristalliseert zich glashelder uit.
Waar het in beide benaderingen om gaat, en wat eigenlijk niet voor discussie in aanmerking komt, is de directe, pure ervaring. Op praktische wijze wordt in Meester Eckhart versus advaita richting gegeven aan eenieder die binnen de christelijke cultuur de directe godservaring niet meer weet te vinden.
C.B. Zuijderhoudt (1944) kwam met mystiek in aanraking door zijn studie vergelijkende godsdienstwetenschappen. Zijn advaita-leraar Alexander Smit bracht hem tot het zien van zijn ware natuur. Mede daardoor werd ook de mystiek van Meester Eckhart herkend als een directe bevrijdingsweg.
Fama fraternitatis-rc-tekst-nederlands-de-roep-van-de-broederschap-van-het-ro...stichtingrozenkruis
Ongeveer 400 jaar geleden, in maart 1614 om precies te zijn verscheen er in druk een oproep tot een algehele reformatie onder de titel Fama Fraternitatis R.C. Dit is de eerste van de drie manifesten die de klassieke rozenkruisers van de zogeheten Tübinger King in Zuid-Duitsland publiceerden. Dit Latijnse geschrift, dat al vlot ook in andere talen werd gepubliceerd, heeft een grote invloed gehad op de beleving, verspreiding en verdere ontwikkeling van de westerse esoterie.
Sindsdien is de wereld, in ieder geval in West-Europa, enorm veranderd en in heel veel opzichten ook verbeterd. Toch is het de vraag of de algemene reformatie waarvoor de klassieke rozenkruisers zich zo hebben ingespannen, nu gerealiseerd is. Zo’n vernieuwing voltrekt zich niet vanzelf, maar vraagt een intense werkzaamheid op basis van begrip en betrokkenheid. In ieder geval zijn de randvoorwaarden voor een algehele reformatie op basis van innerlijk weten nu ruimschoots aanwezig.
Fama Fraternitatis RC geschreven en gesproken Nederlandse tekst in pdf en mp3 De Roep van de Broederschap van het Rozenkruis cover 570KLIK HIER OM DE FAMA FRATERNITATIS RC (PDF, 18 A4) TE DOWNLOADEN
De mens van de 21ste eeuw kan zich nog steeds laten inspireren door de Fama Fraternitatis R.C. Daarom is de volledige Nederlandse tekst in dit pdf-document, dat via internet gratis beschikbaar wordt gesteld, opgenomen. Via links onderaan ieder hoofdstuk kunnen de afzonderlijke teksten ook worden beluisterd en bekeken. De vertaling is gebaseerd op de versie die is opgenomen in het boek ‘De Roep der Rozenkruisers Broederschap’, waarin Jan van Rijckenborgh het geschrift uitgebreid becommentarieert voor de moderne mens. In hoofdstuk 1 van dat boek schrijft hij;
De Fama Fraternitatis van de verheven Orde van het Rozenkruis mag niet slechts gezien worden als een bekendmaking van het bestaan van deze broederschap, als een kort maar zeer gesluierd overzicht van haar geschiedenis, bestemd om door een geselecteerd aantal mensen te worden geassimileerd, doch deze Fama is een magische krachtformule, een samenstelling van magische krachtlijnen, waarlangs en met behulp waarvan, de ontwikkeling van de wereld en de mensheid zich voltrekt.
De authentieke tekst van deze Fama is door de eeuwen heen, behoudens enige betrekkelijk geringe verminkingen, voor ons bewaard gebleven en de tijd schijnt nu gekomen te zijn, om dit grandioze geestelijk testament der Rozenkruisers Broederschap meerdere bekendheid te geven, zijn vervaarlijke diepten te ontsluieren en met deze magische krachten te gaan werken, om de pioniers van de mensheid geschikt te maken voor een nieuwe taak.
Biografie Paracelsus Theophrastus von Hohenheim Tijdschrift Pentagram 1993 nu...stichtingrozenkruis
Paracelsus:“Ziet de waarheid en aanvaardt haar”
Paracelsus: Baanbrekend arts met één geneesmiddel
“De geest die met het vlees verbonden is, wordt wel zo genoemd, maar hij is gevangen in de dood; in tegenstelling tot de Geest die door God is gegeven. De natuurlijke geest leidt het natuurlijke verstand: maar de Geest Gods voert tot goddelijk weten. In de dood wijken beide geesten van de mens, maar de ene sterft, terwijl de ander in leven blijft.”
Zelden wist iemand de tweevoudigheid van de mens zo indringend te formuleren als de Zwitserse arts, filosoof en gnosticus Theophrastus van Hohenheim (1493-1541), de officiële naam van Paracelsus. Hij was niet alleen een arts die zijn tijd ver vooruit was, hij was ook een van de grootste onafhankelijke denkers die Europa gekend heeft. Zoals wel vaker bij revolutionairen erkende deze ogenschijnlijk wat boerse man, die wars was van conventies, enkel het gezag van zijn eigen innerlijk kompas. Die levenshouding sprak ook uit zijn persoonlijk devies: “wie volledig zichzelf is, is van niemand afhankelijk”.
Dat bleek ook in de korte tijd dat hij stadsgeneesheer was in Basel, waar hij door zijn compromisloze opvattingen al gauw uit zijn functie werd verstoten. Het was het begin van een zwervend leven. Met zijn vernieuwende medische en theologische inzichten was Paracelsus overal welkom in Europa: van Italië tot Ierland, van Denmarken tot Kroatië en Dalmatië. Hij liet duizenden pagina’s aan medische, filosofische, theologische en natuurkundige studies achter. Zijn tractaten vormden de bouwstenen voor een volstrekt nieuwe visie op de geneeskunst. Daarin hamerde hij steeds op die ene “geneesheer” die de innerlijke mens uiteindelijk in zijn microkosmos heelt. Deze innerlijke werkzaamheid werd door Paracelsus bondig samengevat met de spreuk: ziet de waarheid en aanvaardt haar.
Liefde tot de kerk, Liefdevolle trouw aan de Kerk en de paus, door Jozefmaría...Opus Dei Nederland
De worden van de heilige Jozefmaría in dit document zijn een selectie uit een bundel van vier homilieën met de titel: De liefde tot de Kerk. Het gaat over de bovennatuurlijke zending van de Kerk, het priesterschap en de trouw van de christen aan de Bruid van Christus. Het gehele werk weerspiegelt het onwankelbare geloof van de auteur in het mysterie van de Kerk en zijn grote liefde voor haar en de opvolger van Petrus. De homilieën zijn geschreven rond 1970, maar zij nu even actueel als in de zware jaren van crisis toen.
De heilige Jozefmaria Escrivá werd geboren op 9 januari 1902, in Barbastro (Spanje). Op 28 maart 1925 ontving hij de priesterwijding. Hij werd op 2 oktober 1928 door God geïnspireerd om het Opus Dei te stichten en overleed in zijn werkkamer in Rome op 26 juni 1975. Op dat moment had het Opus Dei zich verbreid over alle werelddelen en telde het ruim 60.000 leden. Op 6 oktober 2002 is Jozefmaria Escrivá in Rome door paus Johannes Paulus II heilig verklaard. Zijn lichaam rust in de prelaatskerk van Onze Lieve Vrouw van de Vrede in Rome (Viale Bruno Buozzi 75). Meer informatie over de heilige Jozefmaria op www.opusdei.org en www.escrivaworks.org.
Bloemlezing klassieke rozenkruisers geschiedenis van de rozenkruisers in de z...stichtingrozenkruis
Inhoud
Wat is het Rozenkruis?
Nederland en Europa in het begin van de zeventiende eeuw
De klassieke rozenkruisers en hun geschriften
Wie is Christiaan Rozenkruis?
Tobias Hess en de Tübinger Kring
Christiaan Rozenkruis: kern van de toekomstige mensheidsreligie
Symboliek van het familiewapen van Johann Valentin Andreae
Het leven van Johann Valentin Andreae
Gedicht: Jesu mihi omnia
Rozenkruisers in Nederland in de zeventiende eeuw
Het drievoudige motto van de klassieke rozenkruisers
Boek: Rozenkruisers toen en nu
Biografie Comenius Jan Amos Komensky Tijdschrift Pentagram 1992 nummer 5stichtingrozenkruis
Comenius: patriarch van het licht
Een jaar voor zijn dood vat de grote filosoof Comenius (Jan Amos Komensky, Uhersky Brod, Moravië CZ 1592 – Amsterdam 1670) zijn levensweg samen in het geschrift ‘Unum Necessarium’ (Het ene nodige):
1 Bezwaar uzelf niet met dingen die buiten uw nooddruft vallen, maar stel u tevreden met het weinige dat uw gemak dient en prijs God.
2 Ontbreekt u alle gerieflijkheid, wees dan tevreden met het strikt nodige.
3 Wordt ook dit u ontnomen, zie dan uzelf te behouden.
4 Kunt ge uzelf niet behouden, laat dan uzelf los maar zie toe dat ge God vasthoudt. Wie God heeft, kan alles ontberen. Hij bezit het hoogste goed en het eeuwige leven met God en in God (…). Dit is het doel en het einde van al wat men begeren kan.
Een jaar eerder, in 1668, schreef Comenius zijn beroemde boek ‘Via Lucis’ (De weg van het licht) waarin hij in drie geschriften indringend de drievoudige stralingskracht en werking van het licht onder aandacht brengt. Hij verklaart de eerste tekst, het boek van God zelf, als het hoogste geopenbaarde licht. In het tweede geschrift, Het boek der natuur, laat hij zien dat het goddelijke licht zich in zijn schepping openbaart. Het derde boek gaat over het mysterie van de mens, de Minutum Mundi, de microkosmos. Dit is de ‘kleine wereld’ waarin de mens tot zelfkennis dient te komen, waardoor hij direct de zich openbarende, levende natuur kan aanschouwen.
Dat schept de mogelijkheid dat hij een rechtstreekse relatie kan aangaan met de oorsprong van het leven, de goddelijke schepper zelf. In de relatie God – kosmos – mens manifesteert Comenius zich als een eigentijdse schakel in de hermetisch - filosofische traditie, zoals die verankerd is in het Corpus Hermeticum van Hermes Trismegistos.
Eerste verwezenlijkte Broederschap van het Rozenkruis.
Comenius, die jarenlang bisschop is geweest van de Moravische Broederuniteit, heeft meer dan 250 werken van theologische, filosofische, natuurwetenschappelijke en pedagogische aard geschreven. Hij geldt als de grondlegger van de systematische pedagogiek en is de eerste auteur van het leerboek met plaatjes (het “leesplankje van Comenius”).
Zijn opvoedkunde wil de (jonge) mens aanzetten tot handelen en denken in zelfautoriteit. “Zelf zien, zelf spreken, zelf handelen en zelf toepassen zijn de enige grondslagen voor een gedegen kennis, voor de deugd en uiteindelijk voor gelukzaligheid.”
Op het eind van zijn leven nam Comenius openlijk stelling voor de Broederschap van het Rozenkruis. Hij stelde zijn eigen hervormingsprogramma gelijk aan de door de Rozenkruisers nagestreefde ‘algemene hervorming van de hele wereld’. Zijn Tsjechische Broederuniteit noemde hij de ‘eerste verwezenlijkte Broederschap van het Rozenkruis’ en het in zijn ‘Via Lucis’ ontworpen College van het Licht een voortzetting daarvan.
“Laat alles zich vrij ontwikkelen en laat geweld daarbij afwezig zijn.”
De kabbalistische leertafel van prinses Antonia in Bad Teinach triptiek van J...stichtingrozenkruis
Uit alle landen van de wereld reizen mensen naar Bad Teinach in het Zwarte Woud in
Zuid-Duitsland om één bepaald kunstwerk te zien. Het gaat om een diepzinnig drieluik uit
de zeventiende eeuw dat men in de altaarruimte van de (Evangelische) Dreifaltigkeits-
kirche bewonderen kan: de kabbalistische Lehrtafel. Dat is een afbeelding aan de hand
waarvan men de christelijke kabbalah kan leren kennen en doorgronden. Er zijn talloze
mystieke, kabbalistische, alchemistische en hermetische symbolen in verwerkt.
De kabbalistische leertafel is een olieverfschildering die Johann Friedrich Gruber
(1620-1681) maakte in opdracht van prinses Antonia von Württemberg (1613-1679) ter
gelegenheid van haar vijftigste verjaardag in 1663. Zij was goed op de hoogte van de
ideeën van de rozenkruisers, onder andere via de hofprediker Johann Valentin Andreae
(1586-1654), de auteur van de rozenkruisersmanifesten die ook adviezen heeft gegeven
voor de inhoud van dit schilderij.
Prinses Antonia bestudeerde in de uitgebreide bibliotheek van het hof de geschriften van
de groten uit de zeventiende eeuw, onder wie, Jacob Boehme en Johannes Kepler. Onder
de geestelijke hoede en bescherming van de hofprediker Johan Valentin Andreae verkreeg
zij kennis van de bemoeiingen van de rozenkruisers met het bewustzijn van de individuele
mens en met de sociale vorming van de staat.
De prinses was een vrome en strevende vrouw die deel uitmaakte van een kleine en
vlijtige werkgroep waartoe ook de dominees Johann Jacob Strölin (1620-1663) en
Johannes Laurentio Schmidlin (1616-1692) behoorden. In die kring werd uit de inhoud van
het christendom, de mystiek, de kabbala en de Hebreeuwse overleveringen een systema
mundi of wereldsysteem uitgewerkt.
Het betrof een wereldbeeld dat voor een belangrijk deel was gebaseerd op de geschriften
van Johannes Reuchlin (1455-1522), de briljante Duitse filosoof die onder ander ʻDe arte
cabbalisticaʼ schreef. Het gaat om een wereldvisie voor de mensheid die gefundeerd is op
vele geestesstromingen uit het verleden, die aanwijzingen geeft voor het heden, en die
inzicht geeft in de toekomst.
In de Fama Fraternitatis (op schrift gesteld door de jonge Johann Valentin Andreae) wordt
in het gedeelte over de ontdekking van de graftempel van Christiaan Rozenkruis al
verwezen naar zoʼn wereldsysteem:
A.C.R.C. DEZE SAMENVATTING VAN HET HEELAL HEB IK, BIJ MIJN LEVEN,
MIJ TOT EEN GRAF GEMAAKT.
En in de Confessio Fraternitatis staat:
Zo zijn ons het naast en ons het meest gelijk zij die het ene boek tot richtsnoer van hun
leven, tot het hoogste van hun streven naar kennis, en tot de beknopte samenvatting van
de ganse wereld maken.
De “samenvatting van het heelal” of het “wereldsysteem” is te zien op het indrukwekkende
middenpaneel van het triptiek. Dat is een representatie van wat was, wat is en wat komen
zal, doorstraalt met eeuwige en onvergankelijke Licht.
Rozenkruisers geschiedenis Pentagram Tijdschrift 1995 nummer 2stichtingrozenkruis
Symposion Wolfenbüttel: Rozenkruis als Europees verschijnsel in de zeventiende eeuw.
Hermes Trismegistus - Christian Rosencreutz: synthese van hermetische filosofie uit het oosten en hermetisch-christelijke filosofie uit het Westen.
Johann Valentin Andreae geïnspireerd door de Rozenkruisers.
Uit het dagboek van prinses Antonia van Württemberg.
van Rijckenborgh: modern rozenkruiser en hermetisch gnosticus
De rozenkruisers als Europees verschijnsel in de 17de eeuw en de kronkelpaden van het onderzoek.
Tao en Teh 20 spirituele spreuken op rijm van C van Dijk Lao Zi Tao Teh Jingstichtingrozenkruis
Twintig parafrasen op de Tao Teh Jing van Lao Zi door C. van Dijk uit ‘Tao, universeel bewustzijn’ en ‘Teh, universele bewustwording’
In 1933 en 1934 werden er in totaal 569 parafrasen op de Tao Teh Jing van Lao Zi gepubliceerd. Die diezinnige spreuken zijn op rijm geformuleerd door C. van Dijk en verdeeld over twee boekjes:
Tao, universeel bewustzijn (1933)
Teh, universele bewustwording (1934)
Beide publicaties zijn niet meer nieuw verkrijgbaar. Hieronder volgt een selectie van 20 op zichzelf staande citaten.
Het leven is als ‘t water, dat stroomt naar laagste oorden,
‘t Neemt alles in zich op, en dringt in alles door.
Zo zoekt dan naar de “zin” dezer “klaterende” woorden.
Duikt durvend in de stroom met open hart en oor.
Tao 54
Wie zich naar ‘t minste voegt, komt ‘t Hogere nabij.
Naar diepste plaatsen gaan, is met water stromen
Aan deze wet kan toch geen sterveling ontkomen.
Wie daarnaar ‘t leven richt, die maakt krachten vrij.
Tao 55
In gedachte-sfeerwordt aanpassing: “redelijkheid”.
Dus zoeken wij de “zin” van ‘t ons bestormend denken,
Dan kan ons niet meer ‘t anders denkend wezen krengen.
Want wie met “rede” denkt, is van zijn eigen dunk bevrijd.
Tao 59
Wie geest van stof weet te onderscheiden,
Streeft niet naar aardse roem en eer,
Bewaart de afstand tussen hen beiden,
En leidt ze in de juiste sfeer.
Tao 100
De oorsprong van de stroom, is niet in zee te vinden.
De kracht die leven wèkt, mondt uit in het bestaan.
Naar buiten is de stof, die waait met alle winden,
Naar binnen stroomt de “Baan” door storm onaangedaan.
Tao 114
Eerst het rustpunt vinden,
Onbewogen staan.
Wat ons boeit - òntbinden,
Daarna voorwaarts gaan.
Tao 115
Wie van de huidige intellectuelen,
Heeft de moed en de kracht om muren te slechten.
Opgestapeld verstand, dat het mensdom blijft knechten
Waarbinnen dwazen de rol van wijsgeer spelen.
Tao 126
Wie zich verheft in hoger sferen,
Brengt hoog’re ondervinding mee.
Als bouwstof om de mens te leren.
Van daad te groeien - tot idee.
Tao 139
Wie in zich zelf zich concentreert,
Wordt ‘t brandpunt van het Al-volmaakte,
En waarheen hij zich wendt en keert,
Blijft de door ’t Hoog’re aangeraakte.
Tao 275
Wie waarachtig zoekt naar het Waarom in ‘t leven,
En eerbied koestert voor de grote wetten van het “Al”.
Dien is de pelgrimsstaf reeds in de hand gegeven,
Daarmee kan hij zich heffen uit zijn zelf-bewuste val.
Teh 41
Is eenmaal ‘t Licht in ‘t duister doorgebroken,
Erkent de mens zichzelve in ‘t heelal,
Dan kiemt het woord dat eenmaal uitgesproken
Hem vrij maakt van het aardse tranendal.
Teh 112
Wie waarlijk wijs is zoekt geen kracht in grote daden
En rukt geen bomen uit die diep geworteld staan,
Maar strooit in will’ge aarde weder nieuwe zaden;
Als straks het ene kiemt zal ‘t andere vergaan.
Teh 212
Een mijlenlange weg b
More Related Content
Similar to Bloemlezing beschouwingen over de Roep en de Belijdenis van de klassieke rozenkruisers door Jan van Rijckenborgh
Bloemlezing klassieke rozenkruisers geschiedenis van de rozenkruisers in de z...stichtingrozenkruis
Inhoud
Wat is het Rozenkruis?
Nederland en Europa in het begin van de zeventiende eeuw
De klassieke rozenkruisers en hun geschriften
Wie is Christiaan Rozenkruis?
Tobias Hess en de Tübinger Kring
Christiaan Rozenkruis: kern van de toekomstige mensheidsreligie
Symboliek van het familiewapen van Johann Valentin Andreae
Het leven van Johann Valentin Andreae
Gedicht: Jesu mihi omnia
Rozenkruisers in Nederland in de zeventiende eeuw
Het drievoudige motto van de klassieke rozenkruisers
Boek: Rozenkruisers toen en nu
Biografie Comenius Jan Amos Komensky Tijdschrift Pentagram 1992 nummer 5stichtingrozenkruis
Comenius: patriarch van het licht
Een jaar voor zijn dood vat de grote filosoof Comenius (Jan Amos Komensky, Uhersky Brod, Moravië CZ 1592 – Amsterdam 1670) zijn levensweg samen in het geschrift ‘Unum Necessarium’ (Het ene nodige):
1 Bezwaar uzelf niet met dingen die buiten uw nooddruft vallen, maar stel u tevreden met het weinige dat uw gemak dient en prijs God.
2 Ontbreekt u alle gerieflijkheid, wees dan tevreden met het strikt nodige.
3 Wordt ook dit u ontnomen, zie dan uzelf te behouden.
4 Kunt ge uzelf niet behouden, laat dan uzelf los maar zie toe dat ge God vasthoudt. Wie God heeft, kan alles ontberen. Hij bezit het hoogste goed en het eeuwige leven met God en in God (…). Dit is het doel en het einde van al wat men begeren kan.
Een jaar eerder, in 1668, schreef Comenius zijn beroemde boek ‘Via Lucis’ (De weg van het licht) waarin hij in drie geschriften indringend de drievoudige stralingskracht en werking van het licht onder aandacht brengt. Hij verklaart de eerste tekst, het boek van God zelf, als het hoogste geopenbaarde licht. In het tweede geschrift, Het boek der natuur, laat hij zien dat het goddelijke licht zich in zijn schepping openbaart. Het derde boek gaat over het mysterie van de mens, de Minutum Mundi, de microkosmos. Dit is de ‘kleine wereld’ waarin de mens tot zelfkennis dient te komen, waardoor hij direct de zich openbarende, levende natuur kan aanschouwen.
Dat schept de mogelijkheid dat hij een rechtstreekse relatie kan aangaan met de oorsprong van het leven, de goddelijke schepper zelf. In de relatie God – kosmos – mens manifesteert Comenius zich als een eigentijdse schakel in de hermetisch - filosofische traditie, zoals die verankerd is in het Corpus Hermeticum van Hermes Trismegistos.
Eerste verwezenlijkte Broederschap van het Rozenkruis.
Comenius, die jarenlang bisschop is geweest van de Moravische Broederuniteit, heeft meer dan 250 werken van theologische, filosofische, natuurwetenschappelijke en pedagogische aard geschreven. Hij geldt als de grondlegger van de systematische pedagogiek en is de eerste auteur van het leerboek met plaatjes (het “leesplankje van Comenius”).
Zijn opvoedkunde wil de (jonge) mens aanzetten tot handelen en denken in zelfautoriteit. “Zelf zien, zelf spreken, zelf handelen en zelf toepassen zijn de enige grondslagen voor een gedegen kennis, voor de deugd en uiteindelijk voor gelukzaligheid.”
Op het eind van zijn leven nam Comenius openlijk stelling voor de Broederschap van het Rozenkruis. Hij stelde zijn eigen hervormingsprogramma gelijk aan de door de Rozenkruisers nagestreefde ‘algemene hervorming van de hele wereld’. Zijn Tsjechische Broederuniteit noemde hij de ‘eerste verwezenlijkte Broederschap van het Rozenkruis’ en het in zijn ‘Via Lucis’ ontworpen College van het Licht een voortzetting daarvan.
“Laat alles zich vrij ontwikkelen en laat geweld daarbij afwezig zijn.”
De kabbalistische leertafel van prinses Antonia in Bad Teinach triptiek van J...stichtingrozenkruis
Uit alle landen van de wereld reizen mensen naar Bad Teinach in het Zwarte Woud in
Zuid-Duitsland om één bepaald kunstwerk te zien. Het gaat om een diepzinnig drieluik uit
de zeventiende eeuw dat men in de altaarruimte van de (Evangelische) Dreifaltigkeits-
kirche bewonderen kan: de kabbalistische Lehrtafel. Dat is een afbeelding aan de hand
waarvan men de christelijke kabbalah kan leren kennen en doorgronden. Er zijn talloze
mystieke, kabbalistische, alchemistische en hermetische symbolen in verwerkt.
De kabbalistische leertafel is een olieverfschildering die Johann Friedrich Gruber
(1620-1681) maakte in opdracht van prinses Antonia von Württemberg (1613-1679) ter
gelegenheid van haar vijftigste verjaardag in 1663. Zij was goed op de hoogte van de
ideeën van de rozenkruisers, onder andere via de hofprediker Johann Valentin Andreae
(1586-1654), de auteur van de rozenkruisersmanifesten die ook adviezen heeft gegeven
voor de inhoud van dit schilderij.
Prinses Antonia bestudeerde in de uitgebreide bibliotheek van het hof de geschriften van
de groten uit de zeventiende eeuw, onder wie, Jacob Boehme en Johannes Kepler. Onder
de geestelijke hoede en bescherming van de hofprediker Johan Valentin Andreae verkreeg
zij kennis van de bemoeiingen van de rozenkruisers met het bewustzijn van de individuele
mens en met de sociale vorming van de staat.
De prinses was een vrome en strevende vrouw die deel uitmaakte van een kleine en
vlijtige werkgroep waartoe ook de dominees Johann Jacob Strölin (1620-1663) en
Johannes Laurentio Schmidlin (1616-1692) behoorden. In die kring werd uit de inhoud van
het christendom, de mystiek, de kabbala en de Hebreeuwse overleveringen een systema
mundi of wereldsysteem uitgewerkt.
Het betrof een wereldbeeld dat voor een belangrijk deel was gebaseerd op de geschriften
van Johannes Reuchlin (1455-1522), de briljante Duitse filosoof die onder ander ʻDe arte
cabbalisticaʼ schreef. Het gaat om een wereldvisie voor de mensheid die gefundeerd is op
vele geestesstromingen uit het verleden, die aanwijzingen geeft voor het heden, en die
inzicht geeft in de toekomst.
In de Fama Fraternitatis (op schrift gesteld door de jonge Johann Valentin Andreae) wordt
in het gedeelte over de ontdekking van de graftempel van Christiaan Rozenkruis al
verwezen naar zoʼn wereldsysteem:
A.C.R.C. DEZE SAMENVATTING VAN HET HEELAL HEB IK, BIJ MIJN LEVEN,
MIJ TOT EEN GRAF GEMAAKT.
En in de Confessio Fraternitatis staat:
Zo zijn ons het naast en ons het meest gelijk zij die het ene boek tot richtsnoer van hun
leven, tot het hoogste van hun streven naar kennis, en tot de beknopte samenvatting van
de ganse wereld maken.
De “samenvatting van het heelal” of het “wereldsysteem” is te zien op het indrukwekkende
middenpaneel van het triptiek. Dat is een representatie van wat was, wat is en wat komen
zal, doorstraalt met eeuwige en onvergankelijke Licht.
Rozenkruisers geschiedenis Pentagram Tijdschrift 1995 nummer 2stichtingrozenkruis
Symposion Wolfenbüttel: Rozenkruis als Europees verschijnsel in de zeventiende eeuw.
Hermes Trismegistus - Christian Rosencreutz: synthese van hermetische filosofie uit het oosten en hermetisch-christelijke filosofie uit het Westen.
Johann Valentin Andreae geïnspireerd door de Rozenkruisers.
Uit het dagboek van prinses Antonia van Württemberg.
van Rijckenborgh: modern rozenkruiser en hermetisch gnosticus
De rozenkruisers als Europees verschijnsel in de 17de eeuw en de kronkelpaden van het onderzoek.
Tao en Teh 20 spirituele spreuken op rijm van C van Dijk Lao Zi Tao Teh Jingstichtingrozenkruis
Twintig parafrasen op de Tao Teh Jing van Lao Zi door C. van Dijk uit ‘Tao, universeel bewustzijn’ en ‘Teh, universele bewustwording’
In 1933 en 1934 werden er in totaal 569 parafrasen op de Tao Teh Jing van Lao Zi gepubliceerd. Die diezinnige spreuken zijn op rijm geformuleerd door C. van Dijk en verdeeld over twee boekjes:
Tao, universeel bewustzijn (1933)
Teh, universele bewustwording (1934)
Beide publicaties zijn niet meer nieuw verkrijgbaar. Hieronder volgt een selectie van 20 op zichzelf staande citaten.
Het leven is als ‘t water, dat stroomt naar laagste oorden,
‘t Neemt alles in zich op, en dringt in alles door.
Zo zoekt dan naar de “zin” dezer “klaterende” woorden.
Duikt durvend in de stroom met open hart en oor.
Tao 54
Wie zich naar ‘t minste voegt, komt ‘t Hogere nabij.
Naar diepste plaatsen gaan, is met water stromen
Aan deze wet kan toch geen sterveling ontkomen.
Wie daarnaar ‘t leven richt, die maakt krachten vrij.
Tao 55
In gedachte-sfeerwordt aanpassing: “redelijkheid”.
Dus zoeken wij de “zin” van ‘t ons bestormend denken,
Dan kan ons niet meer ‘t anders denkend wezen krengen.
Want wie met “rede” denkt, is van zijn eigen dunk bevrijd.
Tao 59
Wie geest van stof weet te onderscheiden,
Streeft niet naar aardse roem en eer,
Bewaart de afstand tussen hen beiden,
En leidt ze in de juiste sfeer.
Tao 100
De oorsprong van de stroom, is niet in zee te vinden.
De kracht die leven wèkt, mondt uit in het bestaan.
Naar buiten is de stof, die waait met alle winden,
Naar binnen stroomt de “Baan” door storm onaangedaan.
Tao 114
Eerst het rustpunt vinden,
Onbewogen staan.
Wat ons boeit - òntbinden,
Daarna voorwaarts gaan.
Tao 115
Wie van de huidige intellectuelen,
Heeft de moed en de kracht om muren te slechten.
Opgestapeld verstand, dat het mensdom blijft knechten
Waarbinnen dwazen de rol van wijsgeer spelen.
Tao 126
Wie zich verheft in hoger sferen,
Brengt hoog’re ondervinding mee.
Als bouwstof om de mens te leren.
Van daad te groeien - tot idee.
Tao 139
Wie in zich zelf zich concentreert,
Wordt ‘t brandpunt van het Al-volmaakte,
En waarheen hij zich wendt en keert,
Blijft de door ’t Hoog’re aangeraakte.
Tao 275
Wie waarachtig zoekt naar het Waarom in ‘t leven,
En eerbied koestert voor de grote wetten van het “Al”.
Dien is de pelgrimsstaf reeds in de hand gegeven,
Daarmee kan hij zich heffen uit zijn zelf-bewuste val.
Teh 41
Is eenmaal ‘t Licht in ‘t duister doorgebroken,
Erkent de mens zichzelve in ‘t heelal,
Dan kiemt het woord dat eenmaal uitgesproken
Hem vrij maakt van het aardse tranendal.
Teh 112
Wie waarlijk wijs is zoekt geen kracht in grote daden
En rukt geen bomen uit die diep geworteld staan,
Maar strooit in will’ge aarde weder nieuwe zaden;
Als straks het ene kiemt zal ‘t andere vergaan.
Teh 212
Een mijlenlange weg b
De Hermetische Egyptische Tarot van Memphis 22 arcana van Leo Sebastian Humerstichtingrozenkruis
Kort voor zonsopgang kwam een jonge priester de nieuweling in de mysteriën halen en bracht hem naar een galerij, waarvan het dak door tweeëntwintig met hiëroglyfen bedekte zuilen werd gedragen, elf ter linker- en elf ter rechterzijde. Aan de mysterieuze schilderingen en symbolen herkende hij onmiddellijk de hal waarin hij zoveel jaren had doorgebracht.
De hogepriester sprak hem, na een welwillende begroeting als volgt toe. "Deze afbeeldingen bevatten in symbolische vorm alles wat wij weten. Al hetgeen de goden openbaren wilden, al hetgeen wij mensen bevatten kunnen, ligt in hen besloten. Deze afbeeldingen, die wij het boek Thoth noemen, en die een samenvatting geven van de tweeënveertig boeken van Thoth, de god van de wijsheid, vertellen ons over het wezen van God die wij dienen, over de wereld en zijn ontstaan en over de weg die de mensheid zal gaan.
Zo leren zij ons aan welke wetmatigheden kunst, samenleving, wetenschap, ja het hele universum onderworpen zijn. Ze bevatten eindeloos meer dan ge op dit moment kunt voorstellen. Ik zal je echter de sleutel geven om het boek te kunnen lezen. Ge zult in de toekomst hier vele uren doorbrengen om inzicht en kennis uit deze symbolen te halen. Ook zal ik je te gelegener tijd meer vertellen over de relatie waarin deze schilderingen tot elkaar staan. Vandaag wil ik je echter alleen opmerkzaam maken op datgene wat over jezelf op dit wonderbare doek te lezen valt. Je gehele ontwikkeling door alle stoffelijke levens heen, zowel als door ontelbare eeuwigheden heen, welke ge in het land der geesten doorbracht, vindt ge hier, want uit de schoot van het opperwezen kwaamt ge, en daarin zult ge terugkeren.
De gedachte is het begin van alle dingen; uit de gedachte van de godheid ontstond alles.
De Alchemische Bruiloft van Christiaan Rozenkruis artikelen tijdschrift Penta...stichtingrozenkruis
De Alchemische Bruiloft: Een thuiskomst zonder einde
Tot zeven maal toe wordt een koord neegelaten om de mensheid uit de donkere put op te trekken. De kandidaat moet met zijn gewicht zeven gewichten weerstaan, zeven schepen die zeven vlammen tonen, varen over het meer, en dit alles voltrekt zich binnen zeven dagen en nachten. Hoe het bruiloftskleed geweven wordt.
Klassieke rozenkruisers tijdschrift Pentagram 1999 nummer 2 Tobias Hess Johan...stichtingrozenkruis
Themanummer van het Tijdschrift Pentagram over de klassieke rozenkruisers in de 17e eeuw naar aanleiding van de expositie ‘De Roep van het Rozenkruis, vier eeuwen levende traditie’ in de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag.
Op 10 december 1998 werd de tentoonstelling ‘De Roep van het Rozenkruis, vier eeuwen levende traditie’ onder grote belangstelling geopend in de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag. Deze expositie die ruim 2500 bezoekers trok, werd georganiseerd door de Koninklijke Bibliotheek, de Bibliotheca Philosophica Hermetica in Amsterdam en het Lectorium Rosicrucianum in Haarlem. Zij gaf een zeer breed beeld van de vele antwoorden en reacties op de Manifesten
van de rozenkruisers die in de 17e eeuw zijn verschenen.
De tentoonstelling in de Koninklijke Bibliotheek plaatste heel duidelijk in het licht, wat het ware Rozenkruis bedoeld heeft en nog altijd bedoelt. Om die reden hebben wij haar presentatie en de achtergronden daarvan voor u toegelicht in dit thema-nummer van het tijdschrift PENTAGRAM.
Symposion de mens als spiritueel wezen bezien vanuit een hermetisch perspecti...
Bloemlezing beschouwingen over de Roep en de Belijdenis van de klassieke rozenkruisers door Jan van Rijckenborgh
1. Bloemlezing beschouwingen bij de belijdenis en de roep v.d. klassieke rozenkruisers door Jan van Rijckenborgh, Confessio en Fama
1
Bloemlezing beschouwingen
bij de belijdenis en de roep van
de klassieke rozenkruisers
Tien commentaren van Jan van Rijckenborgh op
de Confessio Fraternitatis R.C. en
de Fama Fraternitatis R.C.
2. Inhoud
Inhoud
Inleiding: Jan van Rijckenborgh, rozenkruiser en hermetisch gnosticus
1.
De verheven kracht die achter alle dingen drijft
2.
De Heilige Berg betreden met het magische woord
3.
De magie van de Bijbel en het esoterische christendoml
4.
De pionier in het Aquarius Tijdperk
5. Grandioze ontplooiing van talenten
6.
Het spirituele werk afstemmen op de noodzaak van het moment
7.
Doorbraak van Johannes naar Jezus
8.
De vurige driehoek en de symboliek van de zespuntige ster
9.
De Apostolische Geloofsbelijdenis en het esoterische christendom
10.
De vervulling van het Godsplan
Boek: Elementaire wijsbegeerte van het Rozenkruis
Bloemlezing beschouwingen bij de belijdenis en de roep v.d. klassieke rozenkruisers door Jan van Rijckenborgh, Confessio en Fama
2
3. Inleiding: Jan van Rijckenborgh, rozenkruiser en hermetisch gnosticus
Vier eeuwen na de verschijning van de Fama Fraternitatis R.C., de Roep van de
Broederschap van het Rozenkruis, is dit fenomeen nog even actueel. Zodanig zelfs, dat er
in de afgelopen eeuwen tot op heden honderden rozenkruisbewegingen zijn ontstaan - en
ook weer verdwenen - en er tot op heden duizenden geschriften over deze broederschap
zijn blijven verschijnen.
Dat de ideeën en bedoelingen van de broederschap vaak ook op bedenkelijke wijze
werden overgenomen en toegepast, is bekend. Dat doet echter niets af aan de bonafide
groepen die hebben gemeend de ware bedoelingen van van de broederschap te hebben
begrepen en die deze, al of niet publiekelijk, hebben uitgedragen. Hoe dan ook, deze
ogenschijnlijk geheimzinnige impuls heeft onloochenbaar doorgewerkt tot op onze dag.
Van de manifesten van de Rozenkruisers Broederschap gaat nog steeds een grote
geestelijke inspiratie uit. Daarom kan men er dan ook niet omheen dat hun uitstraling in
onze tijd bonafide navolgers kent in de hedendaagse rozenkruisers. Momenteel bestaan
er er nog steeds een aantal bekende rozenkruis-stromingen. Daarnaast zijn er vele sekte-
achtige groeperingen die onafhankelijk van elkaar over de hele wereld verspreid zijn en
die de naam rozenkruis op de een of andere wijze in hun vaandel voeren.
Het zal iedere serieuze zoeker duidelijk zijn, dat de bedoelingen van de klassieke
Broederschap van het Rozenkruis niets te maken hebben met de vele vormen van
charlatannerie die eveneens vier eeuwen in de schaduw van het Rozenkruis existeren. Dit
document bevat tien teksten van Jan van Rijckenborgh uit zijn toelichtingen op de Fama
Fraternitatis R.C. en de Confessio Fraternitatis R.C. die zijn uitgegeven onder de titels De
Roep der Rozenkruisers Broederschap en De Belijdenis der Rozenkruisers Broederschap.
Jan van Rijckenborgh stichtte De Internationale School van het Gouden Rozenkruis, het
Lectorium Rosicrucianum. Hij is aan te duiden als een moderne rozenkruiser en een
hermetisch gnosticus. In zijn werk en in zijn leringen stond hij zeer dicht bij de bedoelingen
van de oude Broederschap van het Rozenkruis. En daaraan is hij trouw gebleven. Ook
buiten zijn eigen kring kreeg Jan van Rijckenborgh bekendheid. Dat is mede het gevolg
van de grote omvang van zijn belangrijke oevre.
Momenteel zijn er meer dan veertig titels van zijn hand in druk verschenen. Dat is slechts
een deel van zijn werk. Vele duizenden lezingen en toespraken die hij voor zijn leerlingen
heeft gehouden zijn niet of nog niet gepubliceerd. In al zijn geschriften en leringen en in
zijn wijsbegeerte heeft hij zich altijd gebaseerd op de inhoud van de manifesten van de
Broederschap van het Rozenkruis en op de bedoelingen die daarin zijn vastgelegd.
Jan van Rijckenborgh werd in 1896 in Haarlem geboren in een streng hervormde familie.
In 1968 is hij in Santpoort gestorven. Als jongeman toonde hij grote belangstelling voor
godsdienstzaken. Vooral voor de toepassing van de godsdienst in het dagelijks leven. Dus
voor de levenspraktijk. De schijnheiligheid en onwaarachtigheid van zovelen om hem
heen, maar ook de grote leegte die hij bij vele theologen van zijn tijd constateerde, deed
hem tenslotte van de kerk vervreemden.
Er was echter één theoloog, prof.dr. A.H. de Hartog (1869-1938), die in het kerkelijk
Nederland van die jaren met zijn denkbeelden ver buiten de gangbare orthodoxie trad. Hij
Bloemlezing beschouwingen bij de belijdenis en de roep v.d. klassieke rozenkruisers door Jan van Rijckenborgh, Confessio en Fama
3
4. had een duidelijke invloed op Van Rijckenborgh. De Hartog introduceerde in die jaren een
realistische theologie. Gelovend in de realiteit, wilde hij de werkelijkheid onder ogen zien.
Hij legde de nadruk op een redelijk geloof en een redelijke eredienst.
De Hartog was een vurig spreker die het hart van de mensen wist te raken. Overal in
Nederland waar hij preekte, zat de kerk stampvol. En ook Van Rijckenborgh bevond zich
onder zijn gehoor. Menigmaal trad De Hartog in dialoog met de leiders van de arbeidspartij
van die dagen. Hij stond bekend als een vrijzinnig prediker die met zijn gedachten een
breed terrein bestreek. Hij was één van de oprichters van de Internationale School voor
Wijsbegeerte te Amersfoort, een instituut dat zich richtte op vergelijkende studies van
godsdienst en cultuur.
Al deze zaken spraken de jonge Van Rijckenborgh sterk aan. Op zijn beurt stond De
Hartog enigermate onder invloed van de filosoof Eduard von Hartmann (1842-1906). De
Hartog ontleende aan hem het inzicht dat er een werkelijkheid bestaat die kenbaar is voor
de mens. Maar de menselijke voorstelling daarvan valt niet met de werkelijkheid samen.
De Hartog meende dan ook dat achter het waarneembaar bestaande een oergrond ligt.
Een Oerkracht achter al het bestaande. Oók in de menselijke geest.
Deze gedachte grijpt via Schelling terug op de ʻUngrundʻ van Jacob Boehme. Ook voor
hem toonde De Hartog grote belangstelling, gezien het boekje Uren met Boehme (later
uitgegeven als: Levend in de eenvoud met Christus) waarin hij een selectie had gemaakt
uit een keur van Boehmes werken. Zo maakte Van Rijckenborgh kennis met de twee
natuurorden via het boek ʻAuroraʼ van Boehme. Later, in de jaren dertig, zou hij zelf een
Nederlandse vertaling van Aurora verzorgen en uitgeven.
Van Rijckenborgh herkent de universele gnostieke gedachte die eeuwen overspant. Hij
heeft haar teruggevonden in talloze brokstukken die nog zijn overgebleven. In de
geschriften en preken van de Hartog kwam de stellige overtuiging naar voren dat
wedergeboorte noodzakelijk is. Pas de herboren mens kan de werkelijkheid in het juiste
licht zien. Dit inzicht en vele andere bevindingen van De Hartog spraken Van Rijckenborgh
sterk aan. Zo ook het dikwijls door De Hartog geciteerde woord van Angelus Silesius
(pseudoniem voor Johannes Schaffler, 1624-1677):
Al was Christus duizendmaal in Bethlehem geboren,
en niet in uwe ziel, zo waart ge toch verloren
Deze grondgedachte zal later in de rozenkruis-filosofie van Van Rijckenborgh in vele
toespraken en boeken steeds naar voren worden gebracht. Vooral toen De Hartog
bekritiseerd werd door zijn theologische confraters en hijervan werd beschuldigd buiten de
officiele leer te gaan, was dit voor de jonge Van Rijckenborgh het bewijs dat hij de
waarheid elders moest zoeken. Toch zal hij steeds christo-centrisch blijven denken, terwijl
hij een universele lijn van denken volgt die vrij is van dogma, theologische verstrikking en
orthodoxie.
Voordat Van Rijckenborgh de kerk verliet, was hij zeer actief in de zogenaamde
Christelijke Jonge Mannen Vereniging, waarin hij toen reeds een eigen visie op de Bijbel
demonstreerde. Dat was een visie die vanuit een eigen innerlijke openbaring naar voren
drong. Dat bracht hem natuurlijk in conflicten. Hij zocht veel meer naar de ontsluiering van
het Woord, naar de diepe betekenis die hem niet door de theologen werd verschaft.
Bloemlezing beschouwingen bij de belijdenis en de roep v.d. klassieke rozenkruisers door Jan van Rijckenborgh, Confessio en Fama
4
5. Zijn zoeken bracht hem omstreeks zijn 28ste jaar op het spoor van de Rosicrucian
Fellowship van Max Heindel. Het waren vooral Heindels esoterische verklaringen van de
Bijbel en godsdiensten die hem sterk aanspraken. In diens boek De Wereldbeschouwing
der Rozenkruisers (1909) herkent hij veel van hetgeen hem zelf reeds innerlijk was
geopenbaard en waarnaar hij voortdurend zocht: de werkelijkheid van de dingen achter
het waarneembare stoffelijke bestaan. En het doel dat achter heel het leven en de
openbaring drijft.
Daardoor maakt hij kennis met de manifesten van de rozenkruisers, met de geschriften
van Paracelsus, Comenius, Van Helmont, Boehme en Fludd om maar enkelen te noemen.
Hij voelt zich sterk aangetrokken tot hun werken. Maar na enige jaren breekt hij met de
Amerikaanse rozenkruisersbeweging, omdat hij meent dat deze teveel het occulte pad
betreedt en het christelijke aspect van de rozenkruisers verliezen gaat.
Hij sticht de School van het Gouden Rozenkruis, concentreert zich op de manifesten van
de klassieke broederschap en geeft daarover lezingen. Tegelijkertijd gaat hij lezingen
geven over de esoterische betekenis van de christelijke evangeliën. Daarbij legt hij de
nadruk op het evangelisch proces dat in de mens moet plaatsgrijpen. En hij verwijst het
historische aspect naar het tweede plan.
Intussen was Van Rijckenborgh naar Londen gereist om zelf toegang te krijgen tot de
originele geschriften. Daar maakte hij kopieën van het werk van Johann Valentin Andreae.
Onder andere van het manuscript Republicae Christianopolitanae (1619). Hij schreef
commentaren op het laatstgenoemde geschrift en gaf deze tezamen met de Nederlandse
vertaling uit in 1939 onder de titel Christianopolis. Ook verzorgde hij de Nederlandse
vertaling van de Fama, de Confessio en het Scheikundig Huwelijk van C.R.C. in één band
samen.
Uit dit alles blijkt hoe Van Rijckenborgh zich verbonden voelde met de boodschap die de
klassieke Rozenkruisers Broederschap de wereld ingezonden heeft. Hij beschouwde deze
geschriften niet in de eerste plaats als historisch belangrijk, maar wilde vooral de
bedoeling erachter, de voor het oog verborgen betekenis die er in opgesloten ligt,
ontsluieren. Hij trachtte de lezer ervan te doordringen dat de manifesten direct op de mens
zèlf betrokken moeten worden. Zij roepen op tot een algehele reformatie van en in de
mens. Want alleen dát zal en kan tot fundamentele verbeteringen in de maatschappij
leiden.
BRON: Tijdschrift Pentagram 1995, nummer 2
KLIK HIER VOOR AUDIO
KLIK HIER VOOR VIDEO
Bloemlezing beschouwingen bij de belijdenis en de roep v.d. klassieke rozenkruisers door Jan van Rijckenborgh, Confessio en Fama
5
6. 1. De verheven kracht die achter alle dingen drijft
Wij, speurders naar het verborgen geheimenis, weten dat in het gehele universum
systeem en ordening heersen, dat het al zich voltrekt van eeuwigheid tot eeuwigheid, met
behulp van onvergankelijke wetten.
Wij, die, van stap tot stap, de sluiers tussen ons en het onuitsprekelijke vaneenschuiven,
ontdekken het Planmatige in alle verwerkelijking. Wij, die de verhoudingen tussen de
macrokosmos en de microkosmos onderzoeken, zien het grandioze evenwicht tussen alle
dingen.
Wij, die de smalle sporten van de Mercuriusladder grijpen om ons bewuste wezen te tillen
in de werelden van het ongeziene, zien de levensstromen der natuurrijken golven door de
ether. Wij, die de Grote Stilte naderen, horen de stemmen der Stilte.
Wij, die de Tempel des Geestes binnentreden, omvatten de glorie van het Abstracte
Denken. Wij, dienaren van het Vuur, schouwen diep in het menselijke kunnen. Wij weten
waartoe de mens van den Beginne geroepen is.
Wij, Rozenplukkers in de tuin van Fohat, zien, als in een vertrekking van zinnen het
ontwikkelingspad als een bliksemschicht snellen van einder tot einder. En wij, die onze
wetenschap zo vermeerderen, onze gezichtseinder verruimen, ons bewustzijn vergroten,
onze krachten met dynamische energie laden, wij komen van verwondering tot
bewondering, van diepe verbazing tot stamelende aanbidding, tot verootmoediging, tot
Godsdienst.
Wij, van wie gezegd wordt dat we het koele verstand als het hoogste zouden omklemmen,
wij ondervinden hoe ons weten culmineert in een diepreligieuze overtuiging. Wij buigen
voor de majesteit Gods, omdat, na diepste doorvorsen, blijken gaat de Godsbemoeienis
met alle rijken, omdat wij ervaren de Kracht, die achter alle dingen drijft, de Verheven
Kracht, die onze planeet door de Ruimte stuwt, namelijk het Licht der Wereld: de Christus.
BRON: De Belijdenis der Rozenkruisers Broederschap
KLIK HIER VOOR AUDIO
KLIK HIER VOOR VIDEO
Bloemlezing beschouwingen bij de belijdenis en de roep v.d. klassieke rozenkruisers door Jan van Rijckenborgh, Confessio en Fama
6
7. 2. De Heilige Berg betreden met het magische woord
Er is in het astrale veld een plaats, die genoemd wordt de Heilige Berg. De leerling, die de
Heilige Berg voor het eerst nadert, tracht hem te beklimmen. Met tomeloze energie werpt
hij zich op de steilten, want hij denkt bij het zien van de Berg aan een beproeving. Hij
strekt zijn handen uit en spant zijn spieren. Maar als hij dan de eerste rotspunten grijpen
wil om zich er aan op te heffen, omknellen zijn handen het ledige niets. De Heilige Berg-
formatie is geen steen-massief, doch samengesteld uit kracht.
De leerling duizelt bij deze ontdekking; dan treedt hij voorwaarts om het inwendige van de
Berg te betreden. Maar bij de eerste stap wordt hij teruggeworpen. Hij botst als met het
hoofd tegen een muur: de Heilige Berg verandert voor hem in zijn tegendeel. De kracht
manifesteert zich als stof.
Dát is de begoocheling van deze era, een begoocheling waaraan zelfs wijsgeren te
gronde gaan; een begoocheling waarover een Hegel struikelde met zijn dialectiek, het
wanbegrip inzake de verhoudingen tussen kracht en stof, met hun onderlinge
wisselwerking in deze geschonden natuurorde. De mens grijpt de stof om zich aan op te
heffen. Hij wil stijgen door stofomklemming. Maar terwijl hij daarmee bezig is, komt hij tot
de ontdekking dat de stoffelijke vormen relatief zijn, dat ze tenslotte niet bestaan, dat ze
fictief en eindig zijn.
De crisis achterhaalt hem. En daarom tracht hij bij de ontdekking dat stof een kracht is,
door de stof heen te breken, doch dan openbaart zich de dialectiek. De kracht werpt hem
terug en hij wentelt zich in het stof van de betrekkelijkheid, hij krabt zich met een
potscherf. De klassieke Job-siade herhaalt zich miljoenenvoudig.
De mens die Job niet aanvaardt, die Job niet kent, sluit zich in de dialectiek op. Op het
stijgen volgt het zinken, op het voorwaartstreden volgt een teruggang, in eeuwige
opeenvolging. En zo blijft het geheimenis van de Heilige Berg een onoplosbaar raadsel.
En van Job staat geschreven: ʻEn bij dit alles zondigde Job nietʼ; zijn geloofsvertrouwen
bleef onwankelbaar.
En zo vindt de leerling de manier om toch de Berg te openen. Hij spreekt het woord, het
verklankt de magische formule, waardoor de boog des Heren zich manifesteert: de poort
gaat open, de pelgrim kan binnengaan. Welk woord, welke magische formule wordt dan
toch gesproken? Door welk wonder wordt alle dialectiek opgeheven?
Het grootste wonder ligt in de eenvoud van de dingen. U kent allen dit magische woord. U
vindt het in uw Bijbel; u hebt het platgepraat in uw gebeden, u hebt het uitgehold, zodat
het zinledig is geworden. De magische formule waarmee de leerling de poort van de
Heilige Berg opent is het woord van de Christus, de stichter van de christelijke mysteriën:
ʻUw wil geschiedeʼ.
BRON: De Belijdenis der Rozenkruisers Broederschap
KLIK HIER VOOR AUDIO
KLIK HIER VOOR VIDEO
Bloemlezing beschouwingen bij de belijdenis en de roep v.d. klassieke rozenkruisers door Jan van Rijckenborgh, Confessio en Fama
7
8. 3. De magie van de Bijbel en het esoterische christendom
Zoals reeds zo dikwijls met nadruk werd verzekerd: de Orde van het Rozenkruis is zonder
enige restrictie Christo-centrisch. Niet slechtst in abstracto, doch tot in de finesses, en
zeker niet minder in puur christelijke terminologie. Wanneer we de christelijke terminologie
loslaten, zijn we gnostiek-wetenschappelijk niet verantwoord en ontnemen we onze
beweging, ons werk in de wereld, de zo nodige kracht. Waarom dat zo is, zullen wij u
trachten duidelijk te maken.
Er zijn in onze tijden vele schitterende vertegenwoordigers der mensheid, die vele
hooggeestelijke en morele waarden aan de massa doorgeven, waarden die noodzakelijk
zijn voor de levenscontinuïteit met God en wereld, waarden die met kracht tot sommige
groepen moeten worden gericht. Doch al deze werkelijk schone dingen mogen niet
vergeleken worden met het christendom. Op zijn hoogst mogen wij zeggen, dat door de
een of ander een der uitkomsten van het christendom wordt toegelicht, of de weg naar het
levende christendom wordt gewezen.
Wij zijn volgelingen van de School van het Gouden Rozenkruis. Wij vertolken de taal van
onze vader broeder Christiaan Rozenkruis en zijn medebroeders. Wij trachten dienaren te
zijn van de Mysterieschool van het Westen. Wij trachten te herauten de westerse
wijsheidsleer. Wij willen verkondigen de ons geopenbaarde wereldgodsdienst, het levende
gnostieke christendom, dat naar zijn wezen geroepen is de wereld te vervullen. Niet alleen
naar geest en waarheid (want dat spreekt vanzelf) doch ook naar terminologie.
ʻOngerijmdʼ, zo zullen velen opmerken, ʻdat iemand die zegt leerling van de geestesschool
te zijn, en streeft naar de verbreking van deze natuurorde, zo klein is om vast te houden
aan een woord, een terminologie. Kent hij dan niet het woord: Wee hem, die het gewaad
van de Thora voor de Thora zelf houdt? Het gewaad komt er niet op aan, dat is bijzaak.
Het gaat om het wezen der dingen!ʼ
Als antwoord verklaren wij, juist als leerlingen, als volgelingen van onze vader Christiaan
Rozenkruis, met alle eerbied voor de grote werkers in deze wereld (want alle dingen
werken hier mede ten goede), dat wij de christelijke terminologie met alle kracht
verdedigen, omdat deze terminologie magie is, en de kracht van onze orde. Het gewaad
van de Thora moge dan niet essentieel zijn, geen hoofdzaak, toch is het zeker geen
onnutte bijzaak. Welke serieuze leerling zal ontkennen dat het gewaad, geestelijk
begrepen, de weerspiegeling is van het innerlijke zijn?
Of ge de Bijbel leest exoterisch of esoterisch, ge komt onder de diepe bekoring van deze
geweldige magie. Gewaad en wezen zijn tot een volschone eenheid gegroeid en ge moet
deze dingen kennen, deze dingen weten, om tot de christelijke mysteriën te kunnen
toetreden. Zelfs de Bijbel als boek, als verschijning, is van zeer uitzonderlijke kracht. Wat
is nu een boek, een dicht boek in uw boekenkast? Een dode massa. Niet echter uw Bijbel!
Ziet het boek daar liggen in het brandpunt van onze tempels. Is het versiering, een
misschien wel piëteitsvol mystiek symbool zonder meer? Neen, dit ontzaglijke stuk magie,
dit brandpunt van Christusʼ Wijsheid in de duisternis van deze wereld, is reeds als boek in
staat de atmosfeer van onze tempels te zuiveren van alle slechte krachten: zij durven het
open boek niet te naderen!
Patiënten, die geplaagd worden door astrale krachten, weten met ons hoe het open boek
een beschermende magische cirkel trekt. Daarom is de Bijbelse terminologie mede
Bloemlezing beschouwingen bij de belijdenis en de roep v.d. klassieke rozenkruisers door Jan van Rijckenborgh, Confessio en Fama
8
9. voorwaarde voor onze verkondiging, en er is geen ander heilig boek ter wereld, dat een
dergelijke invloed manifesteert.
Een ander voorbeeld, dat wij u willen geven, steunt geheel en al op een eenvoudig
exoterisch christelijk aanzicht: een eenvoudige ziel, die hongert naar wijsheid, naar
verlossing uit bange stonde, komt reeds door het lezen van de Bijbel, al is hij nagenoeg
zonder begrip, onder de bekoring, onder de invloed van zijn magische krachten. En zij
verwerkelijken aldus een aanzicht van wat wij noemen het geloof. ʻAl was uw geloof zo
klein als een mosterdzaadje, ge zoudt bergen kunnen verzetten.ʼ
Van welk geloof is hier sprake? In een of andere terminologie? Natuurlijk niet. Van het
geloof in Christus, die niet maar een idee is, doch een kracht, die het gehele wezen van
ons bestaan beheerst, overheerst. Deze kracht nu heeft zich aan ons geopenbaard in een
bepaald gewaad. Een gewaad dat niet door ons is gemaakt, doch door de Heren van het
Lot, die aan een ieder datgene geven, wat voor de geestelijke ontwikkeling nodig is.
Dat gewaad is en wordt besmeurd, bespuwd, aan stukken gereten, door vele kerken reeds
in het meest elementaire aanzicht verloochend, maar desondanks gaat de gestalte langs
ons heen, als een handreiking Gods. Kunt u nu de kracht van het geloof begrijpen? De
kracht van het evangelie, die niet in afgetrokkenheid tot ons spreekt, maar op de plaatsen
waar het op aan komt klaar, helder, duidelijk, onafwijsbaar is?
De mensheid zoekt naar bevrijding, maar de bevrijding is er al.
De mensheid zoekt naar een sterke held, maar de sterke held is er al.
De mensheid zoekt naar een verlossende filosofie, doch zij is er al.
Er zijn er die zoeken naar bevrijdende magie, en die magie is er al.
De kracht der krachten woont onder ons, en wij moeten haar bewust maken in de wereld
en de mens.
Er zijn er die spreken van diepe menselijkheid, welke ontwaken moet in deze tijd. Goed,
maar zulk een uitspraak is weinig verklarend. Er kan van diepe menselijkheid geen sprake
zijn, zo we niet de weg der mensheid bewandelen gaan. Op die weg ontmoeten wij de
Christus, en hij zegt tot ons: ʻZonder mij kunt ge niets doen!ʼ
Voor deze realiteit bukt ook en in de eerste plaats de leerling. Als er reeds van
geloofsverzekerdheid sprake is bij de eenvoudige, die drinkt van de melk welke stroomt uit
de bron van het exoterische weten, hoeveel te meer zal dan de geloofskracht, de
geloofsverzekerdheid, zijn van hen die de vaste spijs van het gnostieke aanzicht van het
woord Gods assimileren kunnen? Ge wordt geroepen tot iets groots, iets zo verhevens en
ontzaglijks dat wij er geen woorden voor kunnen vinden.
De magie van het christendom is alomvattend en ze is nader dan handen en voeten. Ze
ligt als torenhoog, opgetast in de Bijbel. Ze wordt gedragen door de eeuwig-groten, de
Heren van het Lot, die boven het maken van fouten verheven zijn. Deze magie is zo
magistraal, dat de stenen gaan spreken; dat het dode boek dat daar ligt levend wordt van
de liefde Gods en vurige vonken spatten gaat, zodat de duisterlingen op de vlucht ijlen.
Die magie van het christendom ligt er voor u. Het is de kracht Gods, de handreiking Gods,
de kracht Gods tot zaligheid. En dit evangelie hebben wij u te brengen, omdat wij weten
dat alle uiteindelijke mensheidsvernieuwing daarvan afhankelijk is en daardoor wordt
gewrocht. Want deze Bijbel en uw Bijbel zijn magische synthesen, afspiegelingen van het
levende woord zelve dat onder ons woont.
Bloemlezing beschouwingen bij de belijdenis en de roep v.d. klassieke rozenkruisers door Jan van Rijckenborgh, Confessio en Fama
9
10. En zoals het wondere boek als magische formule duisternis doet wijken en de ban van het
boze verbreken kan, zo zal het levende woord de ban en de vloek, waaronder deze wereld
gebukt gaat, met kracht verbreken en de mensheid roepen tot een nieuwe era. En daarom
is deze tijd zo belangrijk, omdat, zoals het wondere boek ons volledig verklaart, de tijd
daar is.
Bron: De Belijdenis der Rozenkruisers Broederschap
KLIK HIER VOOR AUDIO
KLIK HIER VOOR VIDEO
Bloemlezing beschouwingen bij de belijdenis en de roep v.d. klassieke rozenkruisers door Jan van Rijckenborgh, Confessio en Fama
10
11. 4. De pionier in het Aquarius Tijdperk
Een pionier is een vastbeslotene. Na zijn keuze te hebben gedaan, na zich te hebben
gericht op zijn doel, gaat hij met grote vastberadenheid op dat doel af. Hij zal drukte en
onnodig geraas vermijden. Hij zal niet geven om tegenstand. Alle tegenstand, gelegen
tussen hem en zijn doel, zal hij geleidelijk overwinnen. Ook al zal men zijn pogingen
geheel en al verkeerd uitleggen; ook al zal hij het slachtoffer worden van haat, laster,
daadwerkelijke vijandschap, of wanbegrip; op tactische wijze zal hij deze aanvallen
neutraliseren.
Hij speelt niet de held, de grote figuur, want er is geen sprake van heldendom in een
overwinning die tevoren vaststaat. Hij weet dat alle eer, alle dank, alle aanbidding toekomt
aan de grote Bouwheer, die alles formeerde, en aan de Christus, die alle bouw mogelijk
maakt. Een pionier is een vasthoudende. Nimmer geeft hij de moed op. Hij is geen mens
met vlagen van enthousiasme, van daverende actie, die daarna in volslagen nietsdoen
vervalt. En mocht hij soms als een storm woeden, dan doet hij dat om de onbewusten te
wekken uit de slaap. Een pionier is een wetende. Hij weet wat hij doet. Hij kent de
structuur van het grote wordingsplan.
Hij weet, dat er geen sprake kan zijn van een eventuele nederlaag. Hij weet dat iedere
mens tenslotte tot die ene levenshouding zal moeten komen; dat er geen sprake is van
een blijvende negatie van de magische driehoek: Goedheid, Waarheid en Gerechtigheid.
En dus wordt de pionier een rustige, zo intens rustig, dat hij staat als in koele
gelijkmatigheid te midden van de brand van de tijden. Stap voor stap gaat hij voorwaarts.
In brede slagorde trekt de Broederschap van het Licht op! Denk echter niet dat hier sprake
is van de oplossing van een kosmische formule, van koele nuchtere zakelijkheid. Neen, de
grote motorische kracht, die achter deze kosmische methode staat, is Liefde. De pionier
weet van deze geopenbaarde Liefde. Ze tintelt in alle dingen en spiegelt ze in ieder oog.
Het is de Christussynhese.
Deze Liefde van God richt zich onpersoonlijk tot al het geschapene, ze is voor ons, en niet
van ons, ook al openbaart ze zich in ons. Deze liefde is dus nimmer egocentrisch;
eigenliefde vindt daarin geen gestalte; liefde voor een kleine groep, een gezin, een familie,
een natie, of een ras komt hierin niet tot uiting. De ware pionier heeft iets van deze
Christus-synthese en hij streeft ernaar om er steeds meer van te bezitten. Deze Christus-
synthese heeft een uitstralend vermogen. Ze kan niet anders dan stralen in de duisternis
van deze wereld. Het is de volledige wapenrusting van de Broederschap van het Licht, het
enige wapen van de aquariusmens. Hij strijdt met het vuur van de Liefde.
Denk hier ook niet aan een dichterlijke, mystieke of vage dooddoener. De pionier strijdt
met het Vuur van de Liefde. zoals het vuur van de lagere, van de egocentrische liefde de
mensheid verscheurt en onze samenleving tot een hel maakt, zeer concreet en tastbaar,
zo is het vuur van de Christusliefde in staat deze lagere levensgemeenschap te
verscheuren door het vuur van de daad, zodat uit deze hel de hemel wordt geboren.
BRON: De Roep der Rozenkruisers Broederschap
KLIK HIER VOOR AUDIO
KLIK HIER VOOR VIDEO
Bloemlezing beschouwingen bij de belijdenis en de roep v.d. klassieke rozenkruisers door Jan van Rijckenborgh, Confessio en Fama
11
12. 5. Grandioze ontplooiing van talenten
Er nadert een nieuwe mogelijkheid. Op de stukgeslagen hoop en de vernietigde
zelfverzekerdheid van het hoog-intellectueel publiek gaat zich straks vestigen een nieuw
verlangen. Spot, gelach en laster zullen van de gezichten verdwijnen en men zal luisteren
naar de esoterici, eindelijk naar hen luisteren.
Dan zullen de zonen van de profeten u vertellen gaan van de Alomtegenwoordige
Goddelijke Wijsheid, die nader is dan handen en voeten. Zij zullen u zeggen, hoe deze
wijsheid te verkrijgen is. Zij zullen u aandrijven tot een nieuwe levenshouding, geboren uit
de liefdekracht van Jezus Christus.
U zult ontdekken gaan hoe een reine witte bloem zich in uw wezen gaat openbaren, de
mystieke lelie, de lotus van de oosterse zieners. Het is het binnentreden in de heilige
hallen van de abstracte gedachte, waar de Wijsheid van God, het Universele weten, als
kracht kan worden ingedronken. Het is een wandelen in het Licht, gelijk hij in het Licht is.
Op deze wijze vouwt zich voor de leerling open een onmetelijke Godskennis, een
goddelijke filosofie, de filosofie van het magische weten. Welnu, op deze basis, bij deze
Poort van de Eeuwigheid, zullen allen die geroepen worden tot het neo-intellectualisme,
alle minnaars van de Ware Wijsheid, verenigd worden.
En daar zullen zijn denkers, dichters, en bouwers, geroepenen voor alle takken van
wetenschap, kunst en religie; en gelaafd uit die Ene Bron van Oerwijsheid, als broeders en
zusters tot één keten aan elkander verbonden, zullen zij ten arbeid tijgen, tot grandioze
ontplooiing van hun talenten.
In het Godslicht zullen hun talenten openbloeien als een roos, en hand in hand zullen zij
met hun lichtende daden schrijven het Librum Naturae, Het Grote Boek van de Natuur, als
een waarheid, die eeuwigheden zal verbinden.
Tot sterven is gedoemd al het onwaarachtige. Tot Leven is geroepen al wat geboren wordt
uit het eeuwig Zonnehart van de Vader.
BRON: De Roep der Rozenkruisers Broederschap
KLIK HIER VOOR AUDIO
KLIK HIER VOOR VIDEO
Bloemlezing beschouwingen bij de belijdenis en de roep v.d. klassieke rozenkruisers door Jan van Rijckenborgh, Confessio en Fama
12
13. Het spirituele werk afstemmen op de noodzaak van het moment
We kennen de gevolgen van een in het water rollende steen. Zodra de steen het
wateroppervlak raakt, manifesteert zich een cirkelvormige golf, die zich in steeds wijder
kringen voortplant, en tenslotte in het onmerkbare vervloeit. Deze beweging, waarmee we
zo vertrouwd zijn, steunt op een kosmische wet. Wanneer twee voorwerpen elkaar
ontmoeten, plant de daardoor ontbonden kracht zich in cirkels voort.
In alle gebieden van geest en stof ontmoeten we hetzelfde verschijnsel. Terzake van licht,
geluid, etherische vibraties, golven van gedachtekracht enzovoort, constateren wij de
voortplanting van de manifestatie in kringvorm. In overeenstemming met deze wet spreken
wij in esoterische kringen van krachtcirkels.
De kracht wordt uitgestort en ze grijpt steeds wijder om zich heen, tot ze zich in het al
oplost. We dienen eruit te leren, dat de krachtuitstorting die de beweging voortbracht, zich
steeds moet herhalen, wil ze tenslotte blijvend resultaat scheppen. En ziedaar, daar
duiden we op een nieuwe, een andere kosmische wet, namelijk de wet van herhaling.
Stel u voor, dat een groep mensen op een bepaalde vibratie moet leren reageren. De
vibratie of klankcompositie wordt voortgebracht en vervloeit na enige ogenblikken buiten
het assimilatievermogen. Een nieuwe klank, op dezelfde toonhoogte, is nodig, steeds
weer herhaald, totdat eindelijk de groep mensen blijk gaat geven van reactie, van
vervulling.
Zodra het resultaat te constateren valt, is een andere compositie nodig, om een nieuwe
stap in de beoogde richting te leiden. De compositie dient steeds te worden afgestemd op
tijd, rede en zede. De werkers in de wijngaard van de Heer moeten daarom, zoals
sommigen terecht hebben opgemerkt, bij voortduring intelligent zijn.
De methode van werken dient zich bij voortduring aan te passen bij de omstandigheden.
De werker die maar wat napraat en nabeleeft wat behoort tot een reeds vergleden
krachtcirkel, is niet in staat de nieuwe composities te horen van de tot in extenso
intelligente en diligente oudere broeders van het Rozenkruis.
Denk nimmer dat de menselijke levensgolf statisch is. Tal van geweldige krachten werken
op haar in, en iedere impuls is afgestemd op de noodzaak van het moment. Deze
zekerheid voert ons tot verstrekkende consequenties.
In de Bijbel wordt gezegd: ʻEr is vreugde in de hemel over één zondaar die zich bekeert.ʼ
Er is innige blijdschap in het hart van de esoterist als hij tot de ontdekking komt, dat een
krachtig mens, die zijn dynamische energie op onjuiste wijze toepaste, in de juiste richting
gaat werken. Hij weet dan dat aan de pioniersgroep een krachtige werker wordt
toegevoegd.
BRON: De Roep der Rozenkruisers Broederschap
KLIK HIER VOOR AUDIO
KLIK HIER VOOR VIDEO
Bloemlezing beschouwingen bij de belijdenis en de roep v.d. klassieke rozenkruisers door Jan van Rijckenborgh, Confessio en Fama
13
14. 7. De doorbraak van Johannes naar Jezus
Wanneer de zoekende mens voor het eerst met de westerse rozenkruiswijsbegeerte in
aanraking komt en hij door haar magische klaarten ontstoken wordt, zal hij de neiging
gevoelen, evenals de Spanje binnenkomende Christiaan Rozenkruis dat deed, de
wijsheid, die hij zo liefdevol en zo belangeloos ontving, door te geven aan de overige
mensheid.
Derhalve begint hij met het verspreiden van de leringen van het gnostieke christendom.
En, zoals vanzelf spreekt, hij ervaart dezelfde les als Christiaan Rozenkruis, hij ervaart de
brute, de meedogenloze afwijzing. Wat op hem afkomt is de haat; hij wordt omspannen
met het net van het lagere; men tracht hem te wringen in de gewenning van de dingen.
Op dit punt van het pad gekomen zijnde, slaan de oudere broeders met intense
belangstelling de verdere ontwikkeling van de werker gade. Dit is een uiterst kritiek
stadium. Zal hij uit deze crisis herrijzen als de herboren vuurvogel? Zal na verloop van vijf
jaren opnieuw de verlangde hervorming in zijn gedachten komen? Of zal hij blijven staan
bij deze grens?
In het laatste geval is hij voor de mysterieschool verloren. Hij kan geen vrije bouwer meer
zijn. Hij is gestruikeld over de tegenstellingen, of hij is onmachtig om over de
tegenstellingen heen te klimmen. Hij blijft dan staan in de Efeziër-staat, als grensbewoner,
en zal zo nimmer de levende zielenstaat binnengaan.
Er is een onmetelijk verschil tussen de christen-humanist en de christen in de zin van de
gnostieke geestesschool. De christen-humanist is de preker, de in vele gevallen
goedbedoelende, en als hij tot actie komt is hij de protesterende, de petities-indiener; hij
tracht wonden te helen met allerlei vormen van filantropie, met humanistisch werk, doch hij
is géén genezer. In hoogste aanzicht is hij de mens die het protest met vlammend woord
de decadentie in het gelaat slingert: de felle boeteprediker.
Doch ziet, de gnostieke christen is geen boeteprediker meer; ziet in ons geen felle-taal-
sprekers. Wij zijn veel gevaarlijker! Wij maken met Gods hulp de Aquarius-revolte en zijn
gedompeld in, en met handen en voeten gebonden aan, een andere tactiek. Wilt u
daarvan een bijbels voorbeeld? Denk dan aan de mens in de woestijn met zijn
kemelsharen mantel, aan Johannes de Doper, de voorloper van de Christus.
Hij staat in de woestijn van deze wereld, en spreekt: ʻMaakt recht de paden voor uw God!ʼ
Johannes doopt met het Jordaanwater, het water van de werkelijkheid, hij striemt met de
werkelijkheid, en wekt de toehoorders op, zich door consequente levenshouding innerlijk
op de komst van de Christus voor te bereiden.
Is ú al gedoopt met de werkelijkheid? Ként u de hel waarin u leeft, of is u alleen maar
gedoopt in een kerk? Zodra u óndergaat in de werkelijkheid, zodra uw bestaansrealiteit u
tot stikkens toe benauwt, en u bereid bent die realiteit-van-het-afgescheiden-ik te doen
óndergaan, opdat het Christuslicht zich in u kan openbaren, bent u gedoopt met het water
van de Jordaan; maar dan begrijpt u ook de woorden van Johannes de Doper: ʻHij, die na
mij komt, was eer dan ik. Ik ben niet waardig de schoenriemen van zijn voeten te
ontbinden.ʼ
Bloemlezing beschouwingen bij de belijdenis en de roep v.d. klassieke rozenkruisers door Jan van Rijckenborgh, Confessio en Fama
14
15. Dán weet u van een nieuwe hemel en een neiuwe aarde, een nieuwe realiteit. Dan weet u
van één die niet met water dopen wil, maar met vuur. Die met dit vuur de
hellewerkelijkheid vernietigen gaat. Als u dát begrijpen gaat, als u díe vijf jaren hebt
doorworsteld (vijf is het kabbalistische aanzicht van de hogere rede, de nieuwe ziel), dan
komt de hervorming u in de zin. Maar dan blijft u niet in de woestijn bij de Jordaan
getuigen.
Ziet, daar komt hij aan, de Jezusmens, de ware zielemens! Hij komt tot de Jordaan. Hij
dompelt zich in het water. Hij wil gedoopt worden in onze werkelijkheid. Hij duikt onder in
de vale ellende van dit bestaan, volledig, zodat hij er bijna in stikt. Maar hij aanvaardt die
ellende, geheel en volledig: alle smarten van alle mensen zijn in hem gevaren. ʻHij moet
wassen en ik moet minder wordenʼ, spreekt Johannes. Hoe kan het anders.
En als Jezus is opgerezen uit dat water, zien wij de geest van God dalen op zijn hoofd,
gelijk een duif.
En dan gaat hij voort. Hij breekt door de woestijn.
Hij verbreekt de schil van Saturnus;
en de Zon stijgt!
Hij ploegt door de modder van dit bestaan:
en de Zon stijgt!
Hij predikt het evangelie, natuurlijk,
maar hij geneest ook de zieken.
En de Zon stijgt!
Hij offert zich geheel en volledig.
Hij kiest het kruis;
en de Zon stijgt!
En daar, op de opstandingsmorgen,
daar staat de Zon te stralen over een nieuwe wereld.
BRON: De Roep der Rozenkruisers Broederschap
KLIK HIER VOOR AUDIO
KLIK HIER VOOR VIDEO
Bloemlezing beschouwingen bij de belijdenis en de roep v.d. klassieke rozenkruisers door Jan van Rijckenborgh, Confessio en Fama
15
16. 8. De vurige driehoek en de zespuntige ster
In de Fama Fraternitatis is sprake van de trigonum igneum, de vurige driehoek. Dit
geschrift schetst onder andere de ontzettende worsteling van de Broederschap van het
Licht, om uit de duisternis en het barbarisme mensen voort te brengen, die voldoende
waardig zijn om voor de rest van de menselijke levensgolf een weg te banen naar de
lichtende klaarten van een hogere wending van de ontwikkelingsspiraal. Op deze groep
doelende zegt de Fama: “Stellig zijn zij de uiterste top van de vlammende driehoek
geweest, waarvan de vlammen nu steeds helderder zullen lichten, en ongetwijfeld voor de
wereld het laatste Licht ontsteken zullen.”
Wanneer wij aan deze dingen denken, gaat onze hoge bewondering, onze diepe eerbied,
uit tot al diegenen, die de Broederschap van het Licht in het Westen hebben opgebouwd,
tot al die edelen van geest, die zich uit de hellekolken van het lagere, uit de put van de
versterving hebben omhooggeworsteld, niet om zelf de bevrijding deelachtig te worden,
doch om een weg te banen, een weg te bouwen voor ons, die na hen komen.
De aanzichten van de magische driehoek zijn vele. Dit ontdekken we reeds wanneer we
de meetkundige driehoeken bekijken. We kunnen de driehoek zien als een vlak,
ingesloten door drie lijnen, doch zij kan zich voordoen als een rechthoekige, stomphoekige
en scherphoekige driehoek en eveneens zijn er bolvormige driehoeken.
In de mystieke vrijmetselarij is de driehoek het basisbeginsel en het einddoel van alle
bouw. In het esoterische, het gnostieke christendom wordt de driehoek voorgesteld door
de drie kruisen op de heuvel Golgotha. In de rozenkruiserswijsbegeerte wordt zij
aangeduid als de drie aanzichten van het ego, de goddelijke geest, de levensgeest en de
menselijke geest. In de magische astrosofie vinden wij de vuurdriehoek getekend door
Ariës, Leo en Sagittarius. In het gnostieke planetarium zien wij de driehoek stralen als
Uranus, Neptunus en Pluto, de drie machtige tekenen van in Serpentarius en Cygnus.
We kennen de kosmische driehoek als de aanzichten van Vader, Zoon en Heilige Geest,
en de bovenkosmische driehoek als de drie aanzichten van de logos. En in de arbeid van
de moderne School van het Rozenkruis, zien we dezelfde driehoek verschijnen in de
Aquariuseis: goedheid, waarheid en gerechtigheid.
De driehoek is het sybool van volstrekte harmonie, een symbool van de drie-eenheid; drie
is het product van volstrekte eenheid, het getal van volmaaktheid. Deze idee van
volstrektheid, van volledige bouw, duikt vanuit het opperste aanzicht van de Logos door
alle kosmische gebieden omlaag, als een vurige vlam. Deze vuurvlam van God ontsteekt,
overal waar zij verschijnt, de kosmische wortelzelfstandigheid, en de chaos manifesteert
zich: een machtige, woelende, deinende beweging, een drijven tot wording.
De vuurvlam van God daalt verder omlaag in dat machtige liefdedrijven en ze schiet neer
op de duistere aarde, als het Licht dat in de duisternis straalt, als het chaos-, beweging-,
crisis- en oordeel-veroorzakende Licht. De vurige vlijmscherpe top van de omgekeerrde
Goddelijke driehoek schiet neer als een zwaard in deze wereld. Het is de Christusgeest,
die niet gekomen is om vrede te brengen, maar het zwaard.
En de leerling, die in de nachtwake van zijn leven de hemel afspeurt om het Licht van God
te ontdekken, ziet de vurige vlammen omlaag schieten en zijn leven aanraken. De
drieheid, de vurige driehoek van zijn microkosmisch wezen, wordt aangedaan door de
goddelijke driehoek. De menselijke drie-eenheid wordt aangeduid door de drie aanzichten
Bloemlezing beschouwingen bij de belijdenis en de roep v.d. klassieke rozenkruisers door Jan van Rijckenborgh, Confessio en Fama
16
17. van de Geest en deze zijn te zien als drie lichtende kernen, drie zwak lichtende sterren, in
het hoofd: de uitstralingen van de slijmklier, de pijnappelklier en de plaats achter het
voorhoofdsbeen, gelegen tussen de beide wenkbrauwbogen.
Zodra deze goddelijke ontmoeting wordt gevierd, zodra de beide driehoekspitsen elkaar
raken, ontstaat een intens machtig conflict, een dood van het lagere en een herrijzenis; de
beide driehoeken vermengen zich en zo ontstaat het beeld van de twee ineen-
gestrengelde driehoeken, de zespuntige ster, het hexagram of de hexalpha. Deze
magische uitdrukking van het getal zes werd door de oude kabbalisten beschouwd als
symbool van de volkomenheid.
En nu begrijpen allen die het Alchemisch Huwelijk van Christiaan Rozenkruis bestuderen,
waarom Christiaan Rozenkruis met het zesde koord uit de donkere put omhoog kwam.
Alleen de ingewijde, de met God verenigde, die dit zegel van Salomo bezit, kan zijn vurige
driehoek tot een machtige vuurvlam ontwikkelen. Deze vlam zal steeds helderder worden
en ongetwijfeld aan de wereld het laatste Licht schenken.
Het spreekt vanzelf, dat we nu dienen na te gaan, hoe dat proces tot ontwikkeling moet
komen. Dat kan maar op één wijze gescieden,namelijk langs de weg van goedheid,
waarheid en gerechtigheid. Deze drie aanduidingen zijn de sleutelwoorden van Uranus,
Neptunus en Pluto; het zijn de aanduidingen van de drie bevrijdende eigenschappen van
de slijmklier (hypofyse), de pijnappelklier (epifyse) en de stille wachter, de schildklier. Het
zijn de drie aanzichten van het ego.
Het betekent de volledige zelfopofferende liefdedienst voor anderen, het volledig
christendom, de volstrekte vrijmetselarij. Het zijn de drie kruisen op de hoofdschedelplaats
waar het bloed van de verzoening stroomt, tot rantsoen van velen. Kortom, het gaat hier
om de volledige daad van mensenhoofden, mensenharten en mensenhanden. Het is het
Aquariuswerk, het magische werk van de Broederschap van het Rozenkruis in deze tijd.
Als de basis van de driehoek zien wij het begrip goedheid, en uit deze basis grijpen
omhoog, aan de ene zijde waarheid en aan de andere zijde gerechtigheid, en daar waar
deze beide omhoogrijzende krachten elkaar ontmoeten ontstaat inwijding, de steeds
helder wordende vlam.
BRON: De Roep der Rozenkruisers Broederschap
KLIK HIER VOOR AUDIO
KLIK HIER VOOR VIDEO
Bloemlezing beschouwingen bij de belijdenis en de roep v.d. klassieke rozenkruisers door Jan van Rijckenborgh, Confessio en Fama
17
18. 9. De Apostolische Geloofsbelijdenis en het esoterische chrsitendom
Op het psychologisch juiste moment komt de aanraking met de Hiërofanten der Mysteriën.
Wat is dat? Een occulterig, griezelig experiment, met wachters op de drempel en
ademhalingsoefeningen? Het is datgene wat de Apostolische Geloofsbelijdenis, de
mystieken en de gnostieken ʻde gemeenschap der heiligenʼ noemden; de dagelijkse
continuïtiet met de in het leven, dóór het leven geheiligden, de dagelijkse verbondenheid
met de kracht van de Witte Tempel.
En zij, die in deze gemeenschap der heiligen leven, zij vertellen ons van die grote
verrukking getild te worden in de gemeenschap der heiligen. Het is als de eeuwigheid in
de tijd, je bewust één te weten met al die witte rozen, die gedrenkt werden in het
hartenbloed van Jezus Christus. Het is de grote Broederbond van Godsdienaren, die als
enige voorwaarde van lidmaatschap vragen het redelijk-zedelijke zielenbeginsel, ontloken
in de arbeid van Goedheid, Waarheid en Gerechtigheid.
Kunt ge u de sprakeloos-makende blijdschap voorstellen van hen, die voor het eerst de
kristallijnen poort dezer Godsgemeenschap mogen doortrekken? Deze vereniging met de
hiërofanten is óf mondeling óf schriftelijk indien er enige verhindering is. Er zijn twee
uitingen en ontwikkelingen van eerstehands kennis, die in de Fama Fraternitatis R.C.
worden aangeduid als de mondelinge en de schriftelijke.
De mondelinge heeft betrekking op het persoonlijk kennende, het geestelijk-zintuiglijk-
waarneembare esoterische vermogen, de schriftelijke op de ontmoeting met de
Hiërofanten via het spinale geestvuur. De laatste methode wordt gevolgd, wanneer de
leerling zo aan zijn arbeid als vrije metselaar in de wereld gebonden is, dat hij de
methoden om zijn voertuigen in de vereiste staat te brengen om mondeling contact te
maken, niet kan toepassen zonder zijn arbeid in de steek te laten.
Daarbij zult u wel begrijpen dat hij hier geen keuze heeft. De arbeid is primair; daardoor
ontwikkelt zich heiliging, in overeensremming met de mogelijkheden die in vorige levens
zijn opgebouwd. Zo mogen wij u dan roepen tot deze gemeenschap der heiligen, in
overeenstemming met de Apostolische geloofsbelijdenis.
ʻIk geloof in God den Vader, de almachtige schepper des hemels en der aarde, uit Wien,
door Wien en tot Wien alle dingen zijn. Ik geloof in Jezus Christus, Zijn eniggeboren Zoon,
Die tot de mensheid is doorgebroken om het Godslicht in de mensen te ontsteken; Die
ontvangen is uit den Heilgen Geest, de kracht der verwerkelijking;
geboren uit de Maagd Maria, het daarmee corresponderende menselijke principe;
Die geleden heeft onder Pontius Pilatus, het aardse recht der driedimensionale gespleten
natuurorde; gestorven en begraven is, nedergedaald ter helle, vervullende de etherische
sfeer der stofwereld, daarmede zij liefdeoffer volkomen makende en de gebroken
natuurorde herstellende;
ten derde dage weder opgestaan van de doden, opgevaren ten hemel, zittende ter
rechterhand Gods, des almachtigen Vaders, gloriërend in alle gebieden van geest en stof;
vanwaar Hij komen zal om te oordelen de levenden en de doden; vanwaar Hij door de
kracht van al Zijn kinderen het kwade aan zal steken ter vernieuwing.
Daarom geloof ik in den heiligen Geest der vormgeving aan de Godsidee. Daarom geloof
ik in een Heilige Universele Christelijke kerk, die het resultaat zal zijn van Goedheid,
Bloemlezing beschouwingen bij de belijdenis en de roep v.d. klassieke rozenkruisers door Jan van Rijckenborgh, Confessio en Fama
18
19. Waarheid en Gerechtigheid, en die mij door zal voeren tot de gemeenschap der heiligen,
de gemeenschap met de Hiërofanten der Mysteriën;
vergeving der zonden, omzetting van de lagere waarden tot een kernwaarde des geestes;
wederopstanding des vlezes. overwinning op de wet van de dood en daardoor een
waarachtig, eeuwig leven.ʼ
ʻIk jaag ernaar of ik het ook grijpen mocht, waartoe ik van Christus gegrepen ben.ʼ
BRON: De Roep der Rozenkruisers Broederschap
KLIK HIER VOOR AUDIO
KLIK HIER VOOR VIDEO
Bloemlezing beschouwingen bij de belijdenis en de roep v.d. klassieke rozenkruisers door Jan van Rijckenborgh, Confessio en Fama
19
20. 10. De vervulling van het Godsplan
Er is een plan Gods met wereld en mensheid. Dat plan moet vervuld worden door
mensenhanden, mensenhoofden en mensenharten. Wanneer de leerling in staat en bereid
is van de primaire begeerte af te sterven, door in Christus onder te gaan, voltrekt zich een
magisch wonder. Zodra dit proces genoegzaam is gevorderd, is hij door de Heilige Geest,
in de Heilige Geest, wedergeboren.
Dat wil zeggen dat het plan Gods zich aan hem en in hem verwerkelijkt. En hij stelt in deze
wereld het Onzichtbare Gebouw, terwijl de samenvoeging van het bereikte door allen die
in de Heilige Geest glorieerden, op een wonderbaarlijk heerlijke wijze staat te stralen als
de Witte Tempel.
U moet erop letten, dat deze Witte Tempel uit de aard van de zaak geen droomwereld is,
geen lieflijk mystieke koestering van moegeworstelden. Deze Witte Tempel, deze grootse
onzichtbare kathedraal, kan men meten met alle afmetingen: immers zijn kracht, zijn
schoonheid, zijn dynamische onverzettelijkheid leeft in en bewijst zich door menselijke
entiteiten.
De Witte Tempel is een van de openbaringen van de gemeenschap der heiligen.
Hij is een kracht, onzichtbaar, maar niettemin een kracht;
een gebouw, onzichtbaar, maar niettemin onverwoestbaar;
een kracht die onze helse wereld wordt binnengevoerd, onweerstaanbaar:
de kracht van het Rozenkruis, waarmee de hiërofanten der mysteriën de wereld
aantasten.
Hoe meer leerlingen de geschetste wordingsweg willen gaan, des te geweldiger en
grootser de Witte Tempel, zodat eenmaal in dit Vuur de duisternis vluchten zal. Dat is de
methode van de Christus-hiërofanten. Deze methode is niet spectaculair, maar ze vormt
een onneembare citadel. Daarom eindigt de Fama Fraternitatis:
ʻOok zal ons Gebouw, ofschoon honderdduizenden mensen het van nabij hebben gezien,
in eeuwigheid voor de goddeloze wereld onaantastbaar, onvernietigbaar, onzichtbaar en
volkomen verborgen blijven.
ONDER DE SCHADUW UWER VLEUGELEN, O JEHOVA
Dat is onze vreugde:
ʻDe glorie van God is onaantastbaar.
Ziet, Hij zend zijn engel tot ons:
Door de Geest Gods ontstoken
In Christus de Heer ondergegaan,
Door het vuur van de Heilige Geest wedergeboren.ʼ
Amen.
BRON: De Roep der Rozenkruisers Broederschap
KLIK HIER VOOR AUDIO
KLIK HIER VOOR VIDEO
Bloemlezing beschouwingen bij de belijdenis en de roep v.d. klassieke rozenkruisers door Jan van Rijckenborgh, Confessio en Fama
20
21. Boek: Elementaire wijsbegeerte van het Rozenkruis
Op zijn zoektocht naar waarheid komt de mens heel wat inzichten en methoden tegen, die
zich met allerlei benamingen sieren. De wijsbegeerte zoals die door de Internationale
School van het Gouden Rozenkruis naar buiten wordt gebracht maakt duidelijk waar het in
wezen om gaat. Ook zet de schrijver uiteen welke gevaren zich aandienen wanneer
iemand deze weg van verinnerlijking wil gaan.
In ʻElementaire wijsbegeerte van het Rozenkruisʼ gaat Jan van Rijckenborgh onder andere
in op de betekenis van magie en inwijding, involutie en evolutie, geboorte en dood. Hij legt
de nadruk op de belangrijke processen van regeneratie en schetst een duidelijk beeld van
het levensbedrijf zowel aan deze zijde als aan gene zijde van de sluier, waarbij hij
ongemakkelijke consequenties niet uit de weg gaat.
KLIK HIER OM ELEMENTAIRE WIJSBEGEERTE TE BESTELLEN
Bloemlezing beschouwingen bij de belijdenis en de roep v.d. klassieke rozenkruisers door Jan van Rijckenborgh, Confessio en Fama
21