SlideShare a Scribd company logo
1 of 4
Download to read offline
Kernongevallenbestrijding
complexe taak voor
Rijk en regio’s
Ongevallen met nucleaire installaties of geruchten daarover vergen
een specifieke voorbereiding. Het zijn complexe incidenten waar-
bij de structuren anders liggen dan bij alle andere incidenttypen.
Hoewel de Rijksoverheid systeemverantwoordelijk is, moeten ook
de regio’s zich op dit type incidenten voorbereiden. Om alle regio’s
te ondersteunen die worstelen met dit complexe incidenttype,
richtte Veiligheidsregio Zeeland samen met onder andere Midden-
en West-Brabant en met steun van het ministerie van Veiligheid en
Justitie het Centrum Kernongevallenbestrijding (CKV) op.
THEMA: KERNONGEVALLEN16 SDU UITGEVERS
DoorJildouVisser
Jarenlang bestond het beeld dat kernongevallenbestrijding en de voorbereiding daarop een taak
van de exploitant van de nucleaire installatie en het Rijk was. Het aantal experts bij onder ande-
re het voormalig ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), nu Veiligheid
& Justitie, werd door de jaren heen steeds verder afgebouwd. Tot twee jaar geleden de laatste
expert bij BZK vertrok. Het werd een taak van de veiligheidsregio’s. ‘Die hadden immers hun eigen
adviseurs gevaarlijke stoffen. Nucleaire veiligheid is echter meer dan voorbereiding op een ongeval
met gevaarlijke stoffen’, vertelt projectleider Peter van Beek van het CKV.
In 2005 wordt besloten dat de kernenergiecentrale in Borssele nog twintig jaar langer open blijft.
Daardoor komt in de regio Zeeland meer aandacht voor het onderwerp. ‘Met de nationale stafoe-
fening nucleair in 2005 stelden wij vast dat de manier waarop kernongevallenbestrijding via de
rijksstructuur was geregeld, niet voldoende overeen kwam met de reguliere rampenbestrijding in
Nederland. Bij kernongevallen liggen verantwoordelijkheden en structuren anders en dit was niet bij
iedereen bekend’, aldus Van Beek. Daarom zoekt Veiligheidsregio Zeeland contact met het voorma-
lige ministerie van BZK en de andere betrokken ministeries. Het project Verbetering Voorbereiding
Kernongevallen Veiligheidsregio’s wordt in 2010 gestart. In dit project zijn alle zogenaamde A-regio’s
betrokken, de regio’s met een nucleair object van betekenis. Gezamenlijk is het rampbestrijdings-
plan Nucleaire Installaties ontwikkeld. ‘Dit plan vormt de brug tussen de Rijks- en regionale rollen
en is de papieren voorbereiding op dit type incidenten door de veiligheidsregio’s. Door dit project
gezamenlijk op te pakken is de bewustwording rondom taken, rollen en verantwoordelijkheden bij
nucleaire ongevallen vergroot’, aldus Van Beek. ‘Met het rampbestrijdingsplan zijn die taken en rol-
len ingevuld. De implementatie en het beheer van het plan vereisen alleen nog wel belangrijke ver-
volgstappen.’
‘Open communicatie vergroot het vertrouwen’
Tijdens het project komen veel vragen vanuit de veiligheidsregio’s. De kernramp in Fukushima zorg-
de daarbij voor veel extra druk op het project. Zijn er communicatieplannen voor kernongevallen?
Hoe zit het met het trainen van officieren, het ROT en het RBT? En hoe liggen de verbindingen met
de rijksstructuur? Wat zijn de risico’s voor de hupverlener? Mede vanwege de grote hoeveelheid aan
vragen en de noodzaak tot implementatie en het beheer van de bereikte resultaten, wordt het CKV
opgericht. Van Beek: ‘Wij zijn het aanspreekpunt voor de regio’s die vragen hebben over dit onder-
werp. Hierdoor hoeft niet iedere regio zelf het wiel uit te vinden. Door ook met de regio’s kennis uit
te wisselen kunnen wij de kennis die bij de regio’s aanwezig is, verder verspreiden. Daarnaast kunnen
wij ondersteunen bij het implementeren van het rampbestrijdingsplan en adviseren we bij de inkoop
van specialistische materialen voor de hulpdiensten op dit gebied.’ Volgens Van Beek is het CKV een
lerende organisatie. ‘Samen met internationale partners op dit gebied moeten we lering trekken uit
alle relevante nucleaire ontwikkelingen op wereldschaal en die kennis delen. Wat kunnen wij bijvoor-
beeld leren van de ramp in Fukushima? Japan is een heel ander land, maar er zijn ook overeenkom-
sten waar we van kunnen leren. Daar zijn we nu mee bezig. Vorig jaar was voor ons een erg druk jaar.
Wij hebben toen het project Verbetering Voorbereiding Kernongevallen Veiligheidsregio’s afgerond,
de kerncentrale in Fukushima ontplofte, het nieuwe rampbestrijdingsplan nucleaire installaties is in
Zeeland en Midden- en West-Brabant geïmplementeerd en de geplande nationale nucleaire oefening
Indian Summer vond plaats.’
Geruchten over kernongevallen
De kans op een daadwerkelijk kernongeval is heel klein. Een gerucht over een incident doet
zich makkelijker voor. ‘Een gerucht kan de maatschappij ontwrichten, zeker tegenwoordig met de
invloed van social media’, aldus Van Beek. Met name de communicatieafdelingen van de veiligheids-
regio’s moeten hier goed op voorbereid zijn. ‘Communicatie over nucleaire objecten is een rijksver-
antwoordelijkheid, maar de burger klopt aan bij de gemeente of de veiligheidsregio. Goede samen-
werking tussen Rijk en regio in de voorbereiding en de respons is dan van essentieel belang.’ Er zijn
volgens Van Beek voldoende voorbeelden van geruchten die in de media enorm zijn uitvergroot. Zo is
een paar jaar geleden in gecontroleerd gebied in een kerncentrale een TL-buis gaan roken. Dit ver-
oorzaakte een brandmelding. ‘Even later stond op Teletekst dat er brand was in de nucleaire installa-
THEMA: EVALUERENTHEMA: KERNONGEVALLENGRIP4 OKTOBER 2012 17
Samen met internationale partners op nucleair gebied
bekijkt Van Beek van het CKV wat geleerd kan worden
van de ramp in Fukushima in 2011. (fotografie: ANP)
THEMA: KERNONGEVALLEN18 SDU UITGEVERS
tie. Doordat niet onmiddellijk duidelijk was wat er precies aan de hand
was en er niet over werd gecommuniceerd, ontstonden speculaties over
de dreiging van een kernongeval. Als organisatie moet je je hier goed op
voorbereiden en zorgen dat je zo snel mogelijk alle feiten op een rij hebt
en vertellen wat je weet, wat je verwacht en eraan doet.’
Met name als het gaat om de beeldvorming, beperken nucleaire inci-
denten of geruchten daarover zich niet tot de regiogrenzen. Van Beek:
‘Ook de regio’s die geen A-regio zijn, maar wel een nucleaire installatie
in de buurt hebben, moeten zich voorbereiden.’ Eén van deze regio’s is
de Veiligheidsregio Zuid-Limburg. De kerncentrale Tihange in België
staat op ongeveer veertig kilometer van de Nederlandse grens. ‘Tot het
voorjaar zijn wij in de regio nauwelijks bezig geweest met de commu-
nicatie over dit onderwerp’, vertelt communicatieadviseur Charlotte
Smeets van de Veiligheidsregio Zuid-Limburg. ‘We zitten niet in één
van de maatregelenzones die in een kring om Tihange zijn vastgesteld.
En dus hebben wij geen rampenbestrijdingsplan en communiceren we
er niet over’, Wanneer in het voorjaar in België wordt besloten dat de
kerncentrale Tihange tien jaar langer open blijft en de media spreken
over lekkend koelwater in de centrale, wordt het onderwerp in de regio
actueel. ‘In gemeenteraden en de Provinciale Staten werden moties
ingediend. De meeste waren gericht op sluiting van de centrale en het
oprekken van maatregelzones naar Nederlands grondgebied. Daarop
hebben wij als veiligheidsregio dit onderwerp opgepakt en contact
gezocht met de Rijksoverheid of oprekking van de maatregelzones
mogelijk is. Zij gaat daar nu naar kijken en dit afstemmen met de Bel-
gische collega’s. Het kan natuurlijk niet zo zijn dat wij in Nederland
een maatregelzone hebben en dit over de grens in België niet zo is’,
aldus Smeets. ‘Als de maatregelzones naar onze regio worden opgerekt,
moeten we ons voorbereiden op kernongevallen en geruchten daarover.
Iedereen in die zone moet weten dat bij een incident het advies om
te schuilen gegeven kan worden en we mogelijk ook jodiumtabletten
beschikbaar stellen.’
Tot er een beslissing is genomen over de veiligheidszones, is de Veilig-
heidsregio Zuid-Limburg volgens Smeets nog terughoudend in de risi-
cocommunicatie. ‘Eerst moeten alle maatregelen duidelijk zijn, voordat
we richting burgers gaan communiceren.’ Eind september worden in
de regio informatiebijeenkomsten georganiseerd voor alle raadsleden
van de achttien gemeenten en de Provinciale Staten. ‘Wat mij erg opviel
was dat als je spreekt over kernongevallen, mensen direct denken aan
rampen als Fukushima, Tsjernobyl, maar ook Hiroshima. Bij die laat-
ste ging het niet eens om de ontploffing van een kerncentrale, maar
om een kernbom. Iets heel anders’, vertelt Smeets. ‘We zijn tijdens die
bijeenkomst feitelijke informatie gaan verstrekken over de kans op
kernincidenten, maar ook over de veiligheidssystemen van centrales,
Zeven A-regio’s
In Nederland zijn zeven veiligheidsregio’s met een nucleair object
van betekenis in het verzorgingsgebied of in de directe nabijheid,
de zogenoemde A-regio’s.
- Noord-Holland Noord
- Haaglanden
- Rotterdam-Rijnmond
- Zeeland
- Midden- en West-Brabant
- Brabant-Noord
- Twente
Tijdens de nucleaire oefening Indian Summer in 2011 wordt ook de crisiscommunicatie beoefend. (fotografie: Natalie Risseeuw)
THEMA: KERNONGEVALLENGRIP4 OKTOBER 2012 19
de meetnetten en hoe de contacten landelijk en internationaal lopen.’
Gedurende de bijeenkomst ziet Smeets dat het beeld dat bij veel aan-
wezigen heerst, verandert. ‘Over het algemeen dachten de aanwezigen
dat als een kernincident zich voordoet, we in de regio heel hard alarm
moeten slaan en massaal in de auto moeten springen om te vluchten.
Niemand had nagedacht over de verkeersopstoppingen, en dat je in de
auto veel onveiliger zit dan thuis met gesloten ramen en deuren. Na de
bijeenkomst waren meningen echt veranderd. Ik denk dat dit voor ons
als veiligheidsregio een goed voorproefje is geweest van hoe we kunnen
communiceren richting de burgers. Maar voordat we daarmee beginnen
moeten eerst de uitgebreide zones zijn vastgesteld en dan laten we ons
ook eerst nog op landelijk niveau adviseren.’
Openheid in risicocommunicatie
Volgens Van Beek maakt goede risicocommunicatie vooraf, de
crisiscommunicatie op het moment dat het nodig is effectiever. ‘Wat
vooral belangrijk is, is dat je de aanwezigheid van een nucleaire installa-
tie niet kunt negeren. Laat dit dus ook niet aan je aandacht ontsnappen.
Het publiek weet dat de installatie er staat en zal als daadwerkelijk iets
gebeurt al snel de relatie met Fukushima leggen, tenzij zij goed geïnfor-
meerd is. Neem bijvoorbeeld de onderzoeksreactor in Mol, net over de
Belgische grens. Dit is een hele kleine installatie, maar daar maakt het
publiek geen onderscheid in. Alle wetenschappelijke onderbouwingen
ten spijt, voor de beeldvorming is een kernreactor een kernreactor. Onze
wereld bestaat voor het merendeel uit beeldvorming.’ Om een juist
beeld te creëren, pleit Van Beek voor zoveel mogelijk openheid. ‘Door
open en eerlijk te zijn win je vertrouwen van de burger, maar ook van
de hulpverlener. Voor de burger is het een zwaar beladen thema en de
exploitanten blijven vanwege de negatieve lading van het onderwerp
liever uit de pers. Dat helpt misschien op de korte termijn, maar op de
lange termijn is de impact als er iets gebeurt, alleen maar groter. De
luchtvaart is hierbij een goed voorbeeld. Vliegen is ontzettend veilig,
maar iedere keer krijg je wel datzelfde veiligheidsfilmpje te zien. Door
dit consequent op iedere vlucht te doen, creëer je routine, voor zowel
passagiers als personeel. Dit maakt het handelen in een echte noodsi-
tuatie een stuk makkelijker. Stilte vergroot de geheimzinnigheid. De
openheid waar ik voor pleit, geldt ook voor nucleaire transporten.’
Niet alleen richting burgers moet volgens Van Beek goed gecommuni-
ceerd worden, ook richting hulpverleners. ‘Het hebben van een nucle-
aire installatie in de regio is alleen mogelijk als de hulpverlener bereid is
bij incidenten op te treden. Hulpdiensten zijn vaak de laatste strohalm.
Als je hen onvoldoende voorbereidt op hun inzet in een nucleaire instal-
latie, kan het best zijn dat ze zeggen ‘misschien is het maar beter als een
ander daarheen gaat’. In geval van nood, kun je dat niet riskeren. Voor-
lichting naar de hulpverleners moet breder worden opgepakt. Ook hun
familie en directe omgeving moet daarin betrokken worden. Onbekend-
heid, onwetendheid en angst van hen, kan je in een noodsituatie ook
parten spelen. Het klinkt heel logisch, maar daar moet echt aandacht
voor zijn.’
Lange aanlooptijd
De kans op een groot kernongeval is klein en als dit zich voordoet
is er volgens Van Beek enige aanlooptijd. ‘Ook in Fukushima verstreek
tijd voordat een grote uitstoot van radioactiviteit plaatsvond. Om esca-
latie te voorkomen, werden hulpdiensten vroegtijdig ingezet. Dat maakt
nucleaire incidenten bijzonder en in die zin kun je wel een vergelijking
maken met de dreiging van overstromingen. Die kennen ook een lan-
gere aanlooptijd. Je ziet al dagen van te voren een verslechtering van de
situatie en op dat moment moet je er al op anticiperen en tijdig maatre-
gelen nemen.’
De tijdige signalering van de verslechtering van de situatie en openheid
in de risicocommunicatie zijn echter niet voldoende om de rampenbe-
strijding goed te laten verlopen. ‘De sleutelfunctionarissen moeten goed
op de hoogte zijn van het feit dat de responsstructuren bij een kernon-
geval anders zijn georganiseerd dan bij conventionele incidenttypen. En
dan nog, je kunt je er nog zo van bewust zijn, in een noodsituatie zijn
routines ook erg belangrijk’, aldus Van Beek. Probeer zoveel mogelijk
onderdelen van nucleaire rampenbestrijding zo te organiseren als bij
conventionele ramptypen. Iedere afwijking van normale structuren en
handelingswijzen maakt de kans op fouten groter.’
Om bestuurders voor te bereiden op nucleaire scenario’s ontwikkelde
TNO in samenwerking met het CKV een serious gaming programma.
Daarin worden veel specifieke vraagstukken en dilemma’s voorgelegd.
Hoe ga je om met jodiumprofylaxe en gaan we schuilen of evacueren?
‘Bestuurders waren hier erg enthousiast over. Voor dit type incidenten
dat bijna nooit voorkomt, is het de ideale manier om te oefenen.’
‘Samen met internationale partners leren
we wat er op nucleair gebied gebeurt’
Verspreiding jodiumtabletten
Wanneer een kernramp zich voordoet, kan in de directe omgeving
van de kerncentrale de maatregel jodiumprofylaxe noodzakelijk zijn.
Dit zijn tabletten die moeten voorkomen dat de schildklier radioactief
jodium opneemt. In vastgestelde zones rond de kerncentrales zijn na
goed overleg met de betrokken ministeries en op een zelfde manier als
in België, jodiumtabletten verspreidt onder de bevolking. Het versprei-
den van de tabletten vergroot ook het bewustzijn van de burger.’ Moch-
ten de maatregelzones rondom Tihange worden uitgebreid naar delen
van de Veiligheidsregio Zuid-Limburg, dan gaat die regio de jodiumta-
bletten niet preventief verspreiden.
De Nederlandse en Belgische overheden nemen deel aan een bilateraal
grensoverleg nucleaire veiligheid. Het CKV zit daar ook bij. Doel is om
de voorbereiding, zoals oefeningen af te stemmen en eventuele maat-
regelen zoveel mogelijk gelijk te trekken. Van Beek: ‘In het geval van
een grote ramp, zoals een overstroming of kernongeval, moeten we ons
realiseren dat we dat als land niet in ons eentje kunnen afhandelen. In
dat geval is het belangrijk dat je voorbereid bent op hulp van buitenaf.
Dat is lastiger dan je denkt. Het Civil Protection programma van de
Europese Unie kan daar prima bij helpen.’
Twee kerncentrales België stilgelegd
Twee Belgische kerncentrales, net over de grens, zijn stilgelegd
vanwege problemen die bij onderhoudswerkzaamheden zijn gecon-
stateerd. In het reactorvat van kernreactor Doel 3 zijn in juni haar-
scheurtjes geconstateerd. Volgens het Federaal Agentschap voor
Nucleaire Controle (FANC) zijn er geen risico’s voor de omgeving.
Eén van de reactoren bij de kernreactor in Tihange is stilgelegd
vanwege een lek in een bassin voor de opslag van splijtstofstaven.
Het lek zit aan de binnenkant van een dubbele wand, waardoor het
radioactief besmette water dat weglekt wordt opgevangen in de
installatie zelf.

More Related Content

Viewers also liked

Ejercicios de conjuntos
Ejercicios de conjuntosEjercicios de conjuntos
Ejercicios de conjuntosIsrael Ortiz
 
Liderazgo Efectivo Con Dinamicas En Origami Pucesa2010
Liderazgo Efectivo Con Dinamicas En Origami Pucesa2010Liderazgo Efectivo Con Dinamicas En Origami Pucesa2010
Liderazgo Efectivo Con Dinamicas En Origami Pucesa2010ESPOCH
 
Ejercicios resueltos de conjuntos
Ejercicios resueltos de conjuntosEjercicios resueltos de conjuntos
Ejercicios resueltos de conjuntoshernancarrilloa
 
10 New Business Models for this Decade
10 New Business Models for this Decade10 New Business Models for this Decade
10 New Business Models for this DecadeOuke Arts
 

Viewers also liked (6)

Ejercicios de conjuntos
Ejercicios de conjuntosEjercicios de conjuntos
Ejercicios de conjuntos
 
Operaciones con conjuntos
Operaciones con conjuntosOperaciones con conjuntos
Operaciones con conjuntos
 
Liderazgo Efectivo Con Dinamicas En Origami Pucesa2010
Liderazgo Efectivo Con Dinamicas En Origami Pucesa2010Liderazgo Efectivo Con Dinamicas En Origami Pucesa2010
Liderazgo Efectivo Con Dinamicas En Origami Pucesa2010
 
Ejercicios resueltos de conjuntos
Ejercicios resueltos de conjuntosEjercicios resueltos de conjuntos
Ejercicios resueltos de conjuntos
 
Teoria de conjuntos
Teoria de conjuntosTeoria de conjuntos
Teoria de conjuntos
 
10 New Business Models for this Decade
10 New Business Models for this Decade10 New Business Models for this Decade
10 New Business Models for this Decade
 

Similar to 2012-GRIP4

De groei van windenergie op land in Nederland 2009 .pdf
De groei van windenergie op land in Nederland 2009 .pdfDe groei van windenergie op land in Nederland 2009 .pdf
De groei van windenergie op land in Nederland 2009 .pdfChris Westra
 
Presentatie convenant VRK reddingsbrigade Kennemerlands v1 3
Presentatie convenant VRK reddingsbrigade Kennemerlands v1 3Presentatie convenant VRK reddingsbrigade Kennemerlands v1 3
Presentatie convenant VRK reddingsbrigade Kennemerlands v1 3KoenWiegman
 
Krijgsmacht als medehandhaver van openbare orde en veiligheid - Artikel
Krijgsmacht als medehandhaver van openbare orde en veiligheid - ArtikelKrijgsmacht als medehandhaver van openbare orde en veiligheid - Artikel
Krijgsmacht als medehandhaver van openbare orde en veiligheid - ArtikelBart Litjens
 
Lees mijn artikel: Basisvereisten crisismanagement in het juiste perspectief ...
Lees mijn artikel: Basisvereisten crisismanagement in het juiste perspectief ...Lees mijn artikel: Basisvereisten crisismanagement in het juiste perspectief ...
Lees mijn artikel: Basisvereisten crisismanagement in het juiste perspectief ...Erik Klaver
 
Innovatie in klimaatadaptatie
Innovatie in klimaatadaptatieInnovatie in klimaatadaptatie
Innovatie in klimaatadaptatieGeert Elemans
 
“Wijsheid van de massa” 10 dagen Moerdijk Een analyse van gebeurtenissen en g...
“Wijsheid van de massa” 10 dagen Moerdijk Een analyse van gebeurtenissen en g...“Wijsheid van de massa” 10 dagen Moerdijk Een analyse van gebeurtenissen en g...
“Wijsheid van de massa” 10 dagen Moerdijk Een analyse van gebeurtenissen en g...Twittercrisis
 
Jort de Vries (Blendle) @ CMC Digital Design
Jort de Vries (Blendle) @ CMC Digital DesignJort de Vries (Blendle) @ CMC Digital Design
Jort de Vries (Blendle) @ CMC Digital DesignMedia Perspectives
 

Similar to 2012-GRIP4 (9)

De groei van windenergie op land in Nederland 2009 .pdf
De groei van windenergie op land in Nederland 2009 .pdfDe groei van windenergie op land in Nederland 2009 .pdf
De groei van windenergie op land in Nederland 2009 .pdf
 
Presentatie convenant VRK reddingsbrigade Kennemerlands v1 3
Presentatie convenant VRK reddingsbrigade Kennemerlands v1 3Presentatie convenant VRK reddingsbrigade Kennemerlands v1 3
Presentatie convenant VRK reddingsbrigade Kennemerlands v1 3
 
Krijgsmacht als medehandhaver van openbare orde en veiligheid - Artikel
Krijgsmacht als medehandhaver van openbare orde en veiligheid - ArtikelKrijgsmacht als medehandhaver van openbare orde en veiligheid - Artikel
Krijgsmacht als medehandhaver van openbare orde en veiligheid - Artikel
 
Lees mijn artikel: Basisvereisten crisismanagement in het juiste perspectief ...
Lees mijn artikel: Basisvereisten crisismanagement in het juiste perspectief ...Lees mijn artikel: Basisvereisten crisismanagement in het juiste perspectief ...
Lees mijn artikel: Basisvereisten crisismanagement in het juiste perspectief ...
 
KNMI_brochure
KNMI_brochureKNMI_brochure
KNMI_brochure
 
Innovatie in klimaatadaptatie
Innovatie in klimaatadaptatieInnovatie in klimaatadaptatie
Innovatie in klimaatadaptatie
 
“Wijsheid van de massa” 10 dagen Moerdijk Een analyse van gebeurtenissen en g...
“Wijsheid van de massa” 10 dagen Moerdijk Een analyse van gebeurtenissen en g...“Wijsheid van de massa” 10 dagen Moerdijk Een analyse van gebeurtenissen en g...
“Wijsheid van de massa” 10 dagen Moerdijk Een analyse van gebeurtenissen en g...
 
Jort de Vries (Blendle) @ CMC Digital Design
Jort de Vries (Blendle) @ CMC Digital DesignJort de Vries (Blendle) @ CMC Digital Design
Jort de Vries (Blendle) @ CMC Digital Design
 
Dorhout gedijt-in-energy-valley
Dorhout gedijt-in-energy-valleyDorhout gedijt-in-energy-valley
Dorhout gedijt-in-energy-valley
 

2012-GRIP4

  • 1. Kernongevallenbestrijding complexe taak voor Rijk en regio’s Ongevallen met nucleaire installaties of geruchten daarover vergen een specifieke voorbereiding. Het zijn complexe incidenten waar- bij de structuren anders liggen dan bij alle andere incidenttypen. Hoewel de Rijksoverheid systeemverantwoordelijk is, moeten ook de regio’s zich op dit type incidenten voorbereiden. Om alle regio’s te ondersteunen die worstelen met dit complexe incidenttype, richtte Veiligheidsregio Zeeland samen met onder andere Midden- en West-Brabant en met steun van het ministerie van Veiligheid en Justitie het Centrum Kernongevallenbestrijding (CKV) op. THEMA: KERNONGEVALLEN16 SDU UITGEVERS
  • 2. DoorJildouVisser Jarenlang bestond het beeld dat kernongevallenbestrijding en de voorbereiding daarop een taak van de exploitant van de nucleaire installatie en het Rijk was. Het aantal experts bij onder ande- re het voormalig ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), nu Veiligheid & Justitie, werd door de jaren heen steeds verder afgebouwd. Tot twee jaar geleden de laatste expert bij BZK vertrok. Het werd een taak van de veiligheidsregio’s. ‘Die hadden immers hun eigen adviseurs gevaarlijke stoffen. Nucleaire veiligheid is echter meer dan voorbereiding op een ongeval met gevaarlijke stoffen’, vertelt projectleider Peter van Beek van het CKV. In 2005 wordt besloten dat de kernenergiecentrale in Borssele nog twintig jaar langer open blijft. Daardoor komt in de regio Zeeland meer aandacht voor het onderwerp. ‘Met de nationale stafoe- fening nucleair in 2005 stelden wij vast dat de manier waarop kernongevallenbestrijding via de rijksstructuur was geregeld, niet voldoende overeen kwam met de reguliere rampenbestrijding in Nederland. Bij kernongevallen liggen verantwoordelijkheden en structuren anders en dit was niet bij iedereen bekend’, aldus Van Beek. Daarom zoekt Veiligheidsregio Zeeland contact met het voorma- lige ministerie van BZK en de andere betrokken ministeries. Het project Verbetering Voorbereiding Kernongevallen Veiligheidsregio’s wordt in 2010 gestart. In dit project zijn alle zogenaamde A-regio’s betrokken, de regio’s met een nucleair object van betekenis. Gezamenlijk is het rampbestrijdings- plan Nucleaire Installaties ontwikkeld. ‘Dit plan vormt de brug tussen de Rijks- en regionale rollen en is de papieren voorbereiding op dit type incidenten door de veiligheidsregio’s. Door dit project gezamenlijk op te pakken is de bewustwording rondom taken, rollen en verantwoordelijkheden bij nucleaire ongevallen vergroot’, aldus Van Beek. ‘Met het rampbestrijdingsplan zijn die taken en rol- len ingevuld. De implementatie en het beheer van het plan vereisen alleen nog wel belangrijke ver- volgstappen.’ ‘Open communicatie vergroot het vertrouwen’ Tijdens het project komen veel vragen vanuit de veiligheidsregio’s. De kernramp in Fukushima zorg- de daarbij voor veel extra druk op het project. Zijn er communicatieplannen voor kernongevallen? Hoe zit het met het trainen van officieren, het ROT en het RBT? En hoe liggen de verbindingen met de rijksstructuur? Wat zijn de risico’s voor de hupverlener? Mede vanwege de grote hoeveelheid aan vragen en de noodzaak tot implementatie en het beheer van de bereikte resultaten, wordt het CKV opgericht. Van Beek: ‘Wij zijn het aanspreekpunt voor de regio’s die vragen hebben over dit onder- werp. Hierdoor hoeft niet iedere regio zelf het wiel uit te vinden. Door ook met de regio’s kennis uit te wisselen kunnen wij de kennis die bij de regio’s aanwezig is, verder verspreiden. Daarnaast kunnen wij ondersteunen bij het implementeren van het rampbestrijdingsplan en adviseren we bij de inkoop van specialistische materialen voor de hulpdiensten op dit gebied.’ Volgens Van Beek is het CKV een lerende organisatie. ‘Samen met internationale partners op dit gebied moeten we lering trekken uit alle relevante nucleaire ontwikkelingen op wereldschaal en die kennis delen. Wat kunnen wij bijvoor- beeld leren van de ramp in Fukushima? Japan is een heel ander land, maar er zijn ook overeenkom- sten waar we van kunnen leren. Daar zijn we nu mee bezig. Vorig jaar was voor ons een erg druk jaar. Wij hebben toen het project Verbetering Voorbereiding Kernongevallen Veiligheidsregio’s afgerond, de kerncentrale in Fukushima ontplofte, het nieuwe rampbestrijdingsplan nucleaire installaties is in Zeeland en Midden- en West-Brabant geïmplementeerd en de geplande nationale nucleaire oefening Indian Summer vond plaats.’ Geruchten over kernongevallen De kans op een daadwerkelijk kernongeval is heel klein. Een gerucht over een incident doet zich makkelijker voor. ‘Een gerucht kan de maatschappij ontwrichten, zeker tegenwoordig met de invloed van social media’, aldus Van Beek. Met name de communicatieafdelingen van de veiligheids- regio’s moeten hier goed op voorbereid zijn. ‘Communicatie over nucleaire objecten is een rijksver- antwoordelijkheid, maar de burger klopt aan bij de gemeente of de veiligheidsregio. Goede samen- werking tussen Rijk en regio in de voorbereiding en de respons is dan van essentieel belang.’ Er zijn volgens Van Beek voldoende voorbeelden van geruchten die in de media enorm zijn uitvergroot. Zo is een paar jaar geleden in gecontroleerd gebied in een kerncentrale een TL-buis gaan roken. Dit ver- oorzaakte een brandmelding. ‘Even later stond op Teletekst dat er brand was in de nucleaire installa- THEMA: EVALUERENTHEMA: KERNONGEVALLENGRIP4 OKTOBER 2012 17 Samen met internationale partners op nucleair gebied bekijkt Van Beek van het CKV wat geleerd kan worden van de ramp in Fukushima in 2011. (fotografie: ANP)
  • 3. THEMA: KERNONGEVALLEN18 SDU UITGEVERS tie. Doordat niet onmiddellijk duidelijk was wat er precies aan de hand was en er niet over werd gecommuniceerd, ontstonden speculaties over de dreiging van een kernongeval. Als organisatie moet je je hier goed op voorbereiden en zorgen dat je zo snel mogelijk alle feiten op een rij hebt en vertellen wat je weet, wat je verwacht en eraan doet.’ Met name als het gaat om de beeldvorming, beperken nucleaire inci- denten of geruchten daarover zich niet tot de regiogrenzen. Van Beek: ‘Ook de regio’s die geen A-regio zijn, maar wel een nucleaire installatie in de buurt hebben, moeten zich voorbereiden.’ Eén van deze regio’s is de Veiligheidsregio Zuid-Limburg. De kerncentrale Tihange in België staat op ongeveer veertig kilometer van de Nederlandse grens. ‘Tot het voorjaar zijn wij in de regio nauwelijks bezig geweest met de commu- nicatie over dit onderwerp’, vertelt communicatieadviseur Charlotte Smeets van de Veiligheidsregio Zuid-Limburg. ‘We zitten niet in één van de maatregelenzones die in een kring om Tihange zijn vastgesteld. En dus hebben wij geen rampenbestrijdingsplan en communiceren we er niet over’, Wanneer in het voorjaar in België wordt besloten dat de kerncentrale Tihange tien jaar langer open blijft en de media spreken over lekkend koelwater in de centrale, wordt het onderwerp in de regio actueel. ‘In gemeenteraden en de Provinciale Staten werden moties ingediend. De meeste waren gericht op sluiting van de centrale en het oprekken van maatregelzones naar Nederlands grondgebied. Daarop hebben wij als veiligheidsregio dit onderwerp opgepakt en contact gezocht met de Rijksoverheid of oprekking van de maatregelzones mogelijk is. Zij gaat daar nu naar kijken en dit afstemmen met de Bel- gische collega’s. Het kan natuurlijk niet zo zijn dat wij in Nederland een maatregelzone hebben en dit over de grens in België niet zo is’, aldus Smeets. ‘Als de maatregelzones naar onze regio worden opgerekt, moeten we ons voorbereiden op kernongevallen en geruchten daarover. Iedereen in die zone moet weten dat bij een incident het advies om te schuilen gegeven kan worden en we mogelijk ook jodiumtabletten beschikbaar stellen.’ Tot er een beslissing is genomen over de veiligheidszones, is de Veilig- heidsregio Zuid-Limburg volgens Smeets nog terughoudend in de risi- cocommunicatie. ‘Eerst moeten alle maatregelen duidelijk zijn, voordat we richting burgers gaan communiceren.’ Eind september worden in de regio informatiebijeenkomsten georganiseerd voor alle raadsleden van de achttien gemeenten en de Provinciale Staten. ‘Wat mij erg opviel was dat als je spreekt over kernongevallen, mensen direct denken aan rampen als Fukushima, Tsjernobyl, maar ook Hiroshima. Bij die laat- ste ging het niet eens om de ontploffing van een kerncentrale, maar om een kernbom. Iets heel anders’, vertelt Smeets. ‘We zijn tijdens die bijeenkomst feitelijke informatie gaan verstrekken over de kans op kernincidenten, maar ook over de veiligheidssystemen van centrales, Zeven A-regio’s In Nederland zijn zeven veiligheidsregio’s met een nucleair object van betekenis in het verzorgingsgebied of in de directe nabijheid, de zogenoemde A-regio’s. - Noord-Holland Noord - Haaglanden - Rotterdam-Rijnmond - Zeeland - Midden- en West-Brabant - Brabant-Noord - Twente Tijdens de nucleaire oefening Indian Summer in 2011 wordt ook de crisiscommunicatie beoefend. (fotografie: Natalie Risseeuw)
  • 4. THEMA: KERNONGEVALLENGRIP4 OKTOBER 2012 19 de meetnetten en hoe de contacten landelijk en internationaal lopen.’ Gedurende de bijeenkomst ziet Smeets dat het beeld dat bij veel aan- wezigen heerst, verandert. ‘Over het algemeen dachten de aanwezigen dat als een kernincident zich voordoet, we in de regio heel hard alarm moeten slaan en massaal in de auto moeten springen om te vluchten. Niemand had nagedacht over de verkeersopstoppingen, en dat je in de auto veel onveiliger zit dan thuis met gesloten ramen en deuren. Na de bijeenkomst waren meningen echt veranderd. Ik denk dat dit voor ons als veiligheidsregio een goed voorproefje is geweest van hoe we kunnen communiceren richting de burgers. Maar voordat we daarmee beginnen moeten eerst de uitgebreide zones zijn vastgesteld en dan laten we ons ook eerst nog op landelijk niveau adviseren.’ Openheid in risicocommunicatie Volgens Van Beek maakt goede risicocommunicatie vooraf, de crisiscommunicatie op het moment dat het nodig is effectiever. ‘Wat vooral belangrijk is, is dat je de aanwezigheid van een nucleaire installa- tie niet kunt negeren. Laat dit dus ook niet aan je aandacht ontsnappen. Het publiek weet dat de installatie er staat en zal als daadwerkelijk iets gebeurt al snel de relatie met Fukushima leggen, tenzij zij goed geïnfor- meerd is. Neem bijvoorbeeld de onderzoeksreactor in Mol, net over de Belgische grens. Dit is een hele kleine installatie, maar daar maakt het publiek geen onderscheid in. Alle wetenschappelijke onderbouwingen ten spijt, voor de beeldvorming is een kernreactor een kernreactor. Onze wereld bestaat voor het merendeel uit beeldvorming.’ Om een juist beeld te creëren, pleit Van Beek voor zoveel mogelijk openheid. ‘Door open en eerlijk te zijn win je vertrouwen van de burger, maar ook van de hulpverlener. Voor de burger is het een zwaar beladen thema en de exploitanten blijven vanwege de negatieve lading van het onderwerp liever uit de pers. Dat helpt misschien op de korte termijn, maar op de lange termijn is de impact als er iets gebeurt, alleen maar groter. De luchtvaart is hierbij een goed voorbeeld. Vliegen is ontzettend veilig, maar iedere keer krijg je wel datzelfde veiligheidsfilmpje te zien. Door dit consequent op iedere vlucht te doen, creëer je routine, voor zowel passagiers als personeel. Dit maakt het handelen in een echte noodsi- tuatie een stuk makkelijker. Stilte vergroot de geheimzinnigheid. De openheid waar ik voor pleit, geldt ook voor nucleaire transporten.’ Niet alleen richting burgers moet volgens Van Beek goed gecommuni- ceerd worden, ook richting hulpverleners. ‘Het hebben van een nucle- aire installatie in de regio is alleen mogelijk als de hulpverlener bereid is bij incidenten op te treden. Hulpdiensten zijn vaak de laatste strohalm. Als je hen onvoldoende voorbereidt op hun inzet in een nucleaire instal- latie, kan het best zijn dat ze zeggen ‘misschien is het maar beter als een ander daarheen gaat’. In geval van nood, kun je dat niet riskeren. Voor- lichting naar de hulpverleners moet breder worden opgepakt. Ook hun familie en directe omgeving moet daarin betrokken worden. Onbekend- heid, onwetendheid en angst van hen, kan je in een noodsituatie ook parten spelen. Het klinkt heel logisch, maar daar moet echt aandacht voor zijn.’ Lange aanlooptijd De kans op een groot kernongeval is klein en als dit zich voordoet is er volgens Van Beek enige aanlooptijd. ‘Ook in Fukushima verstreek tijd voordat een grote uitstoot van radioactiviteit plaatsvond. Om esca- latie te voorkomen, werden hulpdiensten vroegtijdig ingezet. Dat maakt nucleaire incidenten bijzonder en in die zin kun je wel een vergelijking maken met de dreiging van overstromingen. Die kennen ook een lan- gere aanlooptijd. Je ziet al dagen van te voren een verslechtering van de situatie en op dat moment moet je er al op anticiperen en tijdig maatre- gelen nemen.’ De tijdige signalering van de verslechtering van de situatie en openheid in de risicocommunicatie zijn echter niet voldoende om de rampenbe- strijding goed te laten verlopen. ‘De sleutelfunctionarissen moeten goed op de hoogte zijn van het feit dat de responsstructuren bij een kernon- geval anders zijn georganiseerd dan bij conventionele incidenttypen. En dan nog, je kunt je er nog zo van bewust zijn, in een noodsituatie zijn routines ook erg belangrijk’, aldus Van Beek. Probeer zoveel mogelijk onderdelen van nucleaire rampenbestrijding zo te organiseren als bij conventionele ramptypen. Iedere afwijking van normale structuren en handelingswijzen maakt de kans op fouten groter.’ Om bestuurders voor te bereiden op nucleaire scenario’s ontwikkelde TNO in samenwerking met het CKV een serious gaming programma. Daarin worden veel specifieke vraagstukken en dilemma’s voorgelegd. Hoe ga je om met jodiumprofylaxe en gaan we schuilen of evacueren? ‘Bestuurders waren hier erg enthousiast over. Voor dit type incidenten dat bijna nooit voorkomt, is het de ideale manier om te oefenen.’ ‘Samen met internationale partners leren we wat er op nucleair gebied gebeurt’ Verspreiding jodiumtabletten Wanneer een kernramp zich voordoet, kan in de directe omgeving van de kerncentrale de maatregel jodiumprofylaxe noodzakelijk zijn. Dit zijn tabletten die moeten voorkomen dat de schildklier radioactief jodium opneemt. In vastgestelde zones rond de kerncentrales zijn na goed overleg met de betrokken ministeries en op een zelfde manier als in België, jodiumtabletten verspreidt onder de bevolking. Het versprei- den van de tabletten vergroot ook het bewustzijn van de burger.’ Moch- ten de maatregelzones rondom Tihange worden uitgebreid naar delen van de Veiligheidsregio Zuid-Limburg, dan gaat die regio de jodiumta- bletten niet preventief verspreiden. De Nederlandse en Belgische overheden nemen deel aan een bilateraal grensoverleg nucleaire veiligheid. Het CKV zit daar ook bij. Doel is om de voorbereiding, zoals oefeningen af te stemmen en eventuele maat- regelen zoveel mogelijk gelijk te trekken. Van Beek: ‘In het geval van een grote ramp, zoals een overstroming of kernongeval, moeten we ons realiseren dat we dat als land niet in ons eentje kunnen afhandelen. In dat geval is het belangrijk dat je voorbereid bent op hulp van buitenaf. Dat is lastiger dan je denkt. Het Civil Protection programma van de Europese Unie kan daar prima bij helpen.’ Twee kerncentrales België stilgelegd Twee Belgische kerncentrales, net over de grens, zijn stilgelegd vanwege problemen die bij onderhoudswerkzaamheden zijn gecon- stateerd. In het reactorvat van kernreactor Doel 3 zijn in juni haar- scheurtjes geconstateerd. Volgens het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle (FANC) zijn er geen risico’s voor de omgeving. Eén van de reactoren bij de kernreactor in Tihange is stilgelegd vanwege een lek in een bassin voor de opslag van splijtstofstaven. Het lek zit aan de binnenkant van een dubbele wand, waardoor het radioactief besmette water dat weglekt wordt opgevangen in de installatie zelf.