Dit is een begeleidende presentatie bij het hoofdstuk 2.1 van het Sleutelboek Computernetwerken.
Meer informatie over het Sleutelboek Computernetwerken is beschikbaar op www.sleutelboek.eu
4. maasnetwerk
elke computer rechtstreeks verbonden met andere
indien geen rechtstreekse verbinding toch
communicatie mogelijk via tussenliggende pc’s
vergelijking: wegennet
centraal beheer = onmogelijk
niet geschikt voor lokale netwerken
wel voor verbindingen tussen netwerken
7. ringnetwerk
één verbinding van computer naar computer
doorgaans coaxiale kabel
elke computer ontvangt berichten en geeft door
enkel ontvanger leest het bericht effectief in
bericht wordt doorgegeven tot bij afzender
10. ringnetwerk
token passing ring-netwerk (gesynchroniseerd)
token wordt rondgestuurd
Indien token vrij: zenden is mogelijk
bij niet-gesynchroniseerde netwerken: jitter
weinig stabiel en nog zelden toegepast
13. busnetwerk
één verbinding van computer naar computer
weerstand aan begin en einde (“terminator”)
bidirectioneel dataverkeer
passieve topologie
defecte computer legt niet hele netwerk plat
maximale afstand tussen terminators: 185 m
17. sternetwerk
centraal netwerkverdeeldoos (hub / switch)
doorgaans UTP-bekabeling
passieve hubs: bericht naar alle computers
actieve switches: bericht enkel naar bestemmeling
hub of switch defect: hele netwerk plat
een computer defect: geen invloed op netwerk
19. netwerktopologieën
maas-, ring- en busnetwerken zijn achterhaald
combinatie van netwerktopologieën
voorbeeld: ster-busnetwerk
hubs met computers in ster errond
hubs verbonden in busnetwerk
fysieke en logische topologie kunnen verschillen
22. Sleutelboek Computernetwerken 2.0
Dit is een begeleidende presentatie bij
het hoofdstuk 2.1 van het Sleutelboek
Computernetwerken 2.0. Deze
presentatie mag vrij worden gebruikt,
aangepast en verspreid. Deze dia bevat de
bronvermelding en moet ten allen tijde
deel blijven uitmaken van de presentatie.
Meer informatie over het Sleutelboek
Computernetwerken 2.0 is beschikbaar op
www.sleutelboek.eu
Klik op de knop EXIT om
de presentatie af te sluiten.