Dit is een begeleidende presentatie bij het hoofdstuk 2.3 van het Sleutelboek Computerhardware. Deze presentatie mag vrij worden gebruikt, aangepast en verspreid.
Meer informatie over het Sleutelboek Computerhardware is beschikbaar op www.sleutelboek.eu
2. 2.3.1 Het binair talstelsel
2.3.2 Indeling van bussen
2.3.3 Busoperaties
Bussen
3. 24 tekens26 tekens
2.3.1 Het binair talstelsel
We gebruiken voortdurend codes:
alfabet Griekse alfabet
cijfers van 0 tot en met 9: tiendelig talstelsel
30. 2.3.1 Het binair talstelsel
1 bit 21 waarden 2 waarden
2 bits 22 waarden 4 waarden
3 bits 23 waarden 8 waarden
4 bits 24 waarden 16 waarden
5 bits 25 waarden 32 waarden
6 bits 26 waarden 64 waarden
7 bits 27 waarden 128 waarden
8 bits 28 waarden 256 waarden
1 byte
32. 2.3.1 Het binair talstelsel
een CD-R van 700 MB
een MP3-speler van 32 GB
een USB-stick van 8 GB
een externe harde schijf van 750 GB
een netwerkschijf van 8 TBbyte
33. signaal: lezen
of schrijven
transport van
geheugen-
adressen
transport van
gegevens
2.3.2 Indeling van bussen
indeling naar functie
databus
(gegevensbus)
adresbus
controlebus
(besturingsbus)
16-bits = 216 adressen = 64 KB geheugen
24-bits = 224 adressen = 16 MB geheugen
32-bits = 232 adressen = 4 GB geheugen
64-bits = 264 adressen = 16 EB geheugen
34. 2.3.2 Indeling van bussen
indeling naar locatie
bussen
intern extern
systeembus
IDE busSATA bus
specifieke bussen
AGP bus
I/O bussen
algemene bussen
PCI busPCX bus
35. 2.3.2 Indeling van bussen
1. De systeembus bevindt zich binnen de processor.
2. De PCI-bus is een Input/Output bus.
3. De specifieke bussen bevinden zich op het moederbord.
4. De IDE-bus is een externe bus.
5. De algemene bus verbindt de processor met het geheugen.
6. De PCI-Express bus is een specifieke bus.
7. De controlebus controleert of gegevens correct worden verstuurd.
8. Het verkeer over de databus kan in twee richtingen verlopen.
37. 2.3.3 Busoperaties
De processor stuurt het
adres van de geheugen-
plaats langs de adresbus
naar het geheugen.
lezen
1
Werkgeheugen
processor
controlebus
adresbus
databus
38. 2.3.3 Busoperaties
De processor zet een
leessignaal op de
controlebus.
lezen
2
Werkgeheugen
processor
controlebus
adresbus
databus
39. 2.3.3 Busoperaties
Het geheugen herkent
de opdracht om de
waarde die zich in de
aangegeven geheugen-
plaats bevindt op de
databus te zetten.
lezen
3
Werkgeheugen
processor
controlebus
adresbus
databus
40. 2.3.3 Busoperaties
Het geheugen geeft via
de controlebus aan dat
de waarde klaarstaat op
de databus.
lezen
4
Werkgeheugen
processor
controlebus
adresbus
databus
41. 2.3.3 Busoperaties
De processor neemt de
gegevens op de databus
over.
lezen
5
Werkgeheugen
processor
controlebus
adresbus
databus
43. 2.3.3 Busoperaties
De processor stuurt het
adres van de geheugen-
plaats waar het gegeven
moet worden opgeslagen
langs de adresbus naar
het geheugen.
schrijven
1
Werkgeheugen
processor
controlebus
adresbus
databus
44. 2.3.3 Busoperaties
De processor zet een schrijf-
signaal op de controlebus
over om het gegeven in die
geheugenplaats op te slaan.
schrijven
2
Werkgeheugen
processor
controlebus
adresbus
databus
45. 2.3.3 Busoperaties
De processor zet het
gegeven op de databus.
schrijven
3
Werkgeheugen
processor
controlebus
adresbus
databus
46. 2.3.3 Busoperaties
Het geheugen plaatst de
waarde op de databus in de
aangegeven geheugenplaats.
schrijven
4
Werkgeheugen
processor
controlebus
adresbus
databus
47. 2.3.3 Busoperaties
Het geheugen herkent de opdracht om de waarde die zich in
de aangegeven geheugenplaats bevindt op de databus te
zetten.
De processor stuurt het adres van de geheugenplaats langs de
adresbus naar het geheugen.
De processor neemt de gegevens op de databus over.
Het geheugen geeft via de controlebus aan dat de waarde
klaarstaat op de databus.
De processor zet een leessignaal op de controlebus.
48. 2.3.3 Busoperaties
De processor zet het gegeven op de databus.
De processor stuurt het adres van de geheugenplaats waar het
gegeven moet worden opgeslagen langs de adresbus naar het
geheugen.
De waarde op de databus wordt in de aangegeven geheugen-
plaats gezet. Een eventuele andere waarde die zich nog op die
geheugenplaats zou bevinden, wordt daarmee verwijderd.
De processor zet een schrijfsignaal op de controlebus.
Daardoor geeft de processor eigenlijk de opdracht aan het
geheugen om het gegeven dat zich op de databus bevindt in
de geheugenplaats te bewaren.
49. Sleutelboek Computerhardware 2.0
Dit is een begeleidende presentatie bij
het hoofdstuk 2.3 van het Sleutelboek
Computerhardware 2.0. Deze presentatie
mag vrij worden gebruikt, aangepast en
verspreid. Deze dia bevat de
bronvermelding en moet ten allen tijde
deel blijven uitmaken van de presentatie.
Meer informatie over het Sleutelboek
Computerhardware 2.0 is beschikbaar op
www.sleutelboek.eu
Klik op de knop EXIT om
de presentatie af te sluiten.