2. De aanloop (1) & (2)
De slag (1) & (2)
De nasleep
3. Napoleon verzamelde zijn troepen in Toulon.
Britse admiralen kende bedoeling niet.
H. Nelson kreeg moest havenactiviteiten bij
Toulon observeren.
=> Napoleon was al vertrokken
Gingen op zoek in Alexandrië maar kwamen te
vroeg
=> Zeilden terug
4. Napoleon had zich tactisch opgezet bij een
zandbank.
Nelson’s mannen hadden een goede kaart.
=>“Val op korte afstand aan”
De bemanning van het schip stierven door de
kogelregen.
De Orient (het vlaggenschip van de Fransen)
werd aangevallen door de Britten
5. Napoleon kwam aan in Alexandrië.
Veroverde de dag na de aankomst Alexandrië.
Nelson hoorde dat Napoleon Alexandrië had
veroverd.
Keerde terug uit Griekenland en kwam aan op
1 augustus
6. De kapitein werd gewond, weigerde
verzorging.
=> Stierf aan bloedverlies.
Nelson geraakte gewond aan zijn hoofd.
Orient vloog de lucht in nadat het
kruitmagazijn vuur vatte.
=> 60 van de 1000 bemanningsleden waren dood
Fransen vluchtte toen ze zagen dat ze de slag
gingen verliezen.