1. Hoe het komt dat het kerstverhaal zo lang duurt ...

2. Jozef en Maria waren op zoek naar een

3. Het mocht ook in zijn.

4. Maar iedereen weet dat er geen plaats was in de

6. Ten einde raad, moe en uitgeput dan maar naar ...

8. Het was er helemaal anders dan in

9. In ieder geval, 't Is daar behoorlijk fout gelopen.

10. Eerst was er die ezel...

11. Die maakte aldoor jacht op het ...

12. De kribbe werd klaargezet voor de langverwachte redder, namelijk ...

14. Er was geen stro, maar geen nood! Daar komt ...

16. Maria was in de

17. De herders! Ze speelden een airreke op ...

19. ... en lokten Jozef mee naar het ...

21. Maria wist toen al de klepel in hangen ...

22. Ze besloot er nogmaals bij te halen.

23. Zoals gebruikelijk zong die van ...

24. De engel keek eerst naar

25. Daarna naar de ster, in het Latijn genaamd:

26. en adviseerde om raad te vragen aan

28. Zoals gewoonlijk hield de vorst zijn antwoord in beraad ...

29. Hij dacht aan het

30. Hij besloot dan maar om het advies in te winnen van

31. En zo komt het dat dat verhaaltje blijft duren ...

32. Geniet van de kersttijd !!! ! WiM schol