1. Verteller: Ik kijk door mijn kaleïdoscoop… daar zie ik een boom, en wat vliegt er daar in de
lucht? Een mooie blauwe vogel. En daar beneden in het gras? (kijkt naar de kindjes in de klas)
ik zie allemaal lieve kindjes. (zwaait naar de kindjes)
En wat zie ik daar? (kijkt naar kasteel in de klas)…een groot kasteel. Wawseg, dat heb ik nog
nooit gezien. Hij is helemaal bedekt met koekjes en snoepjes en lekkere cake. Ik zou er wel
van kunnen smullen.
Maar wat zie ik daar? In dat kamertje van de hoogste toren? Het lijken wel een prins en een
prinses.
Wacht eens even…ik denk dat ik ze ken. O ja, ik weet het weer. Maar natuurlijk, het zijn prins
Emelion en prinses Kimmy.
(naar de kleuters: kennen jullie die?)
Ze liggen in hun bed, ze liggen lekker te dromen. En ik, ik alleen, ik kan hun droom zien…
(vertelt hun droom)
Prins Emelion en prinses Kimmy spelen met de blokjes in hun kamer.
Snif snif (snuift) Wat ruik ik daar?
(de kok komt binnen)
Kok: Dag lieve kindjes, ik hoop dat jullie grote honger hebben, want ik heb voor jullie een
lekkere taart gebakken. Met lekkere roze frambozen en sappige bosbessen. Ik weet dat jullie
van slagroom houden. Jullie zullen deze taart dan zeker lekker vinden. (vriendelijk)
Emelion: Ik heb reuzehonger (enthousiast)
Kimmy: Het ruikt zo lekker, ik krijg er nog meer honger van
Emelion&Kimmy: MMMMMMHHHHH
Kok: dat hoor ik graag. Eet jullie buikje maar rond
Verteller: Emelion neemt een beetje slagroom op zijn vinger en proeft ervan.
(Emelion doet dit voor (wel geen echte slagroom in de klas))
Emelion: Hmmmmmm, zo lekker
Verteller: Maar plots gebeurt er iets vreemds….een groene flits gaat door de kamer en….
Kimmy: Emelion, Emelion, waar ben je???” (bezorgd)
Emelion: Kwak, kwak, kwaaaaaaaaaaaak
Kimmy: Oh nee Emelion is veranderd in een kikker! (roept)
Verteller: Kikker Emelion schrikt van het geroep van Kimmy en springt weg.

2. Kimmy: “Blijf hier Emelion, ik wil je geen pijn doen hoor!”
Verteller: Maar Emelion springt op de taart in de slagroom. Dan springt hij door de kamer met
zijn poten vol slagroom.
Kimmy: “oh nee Emeliooon hier blijven!”
Verteller: Overal in de kamer zijn er kikkersporen. Op het plafond, op de muren,…, dikke
vuile witte kikkersporen.
De hele namiddag spelen Kimmy en kikker-Emelion in de kamer. Het wordt laat. Het wordt
buiten donkerder en donkerder. Het is nu tijd om te gaan slapen.
Kimmy en kikker-Emelion kruipen samen in hun bed en vallen snel in slaap. Kimmy houdt
haar kikker in haar armen.
Kimmy: Slaapwel lieve kikker
Emelion: kwak, kwak
Na een lange nacht, komen de zonnestralen door het raam.
Kimmy: “Wat heb ik lekker geslapen”, (geeuwt) en draait zich naar haar broer om.
Emelion: Ik heb ook zo lekker geslapen
Verteller: En wat ziet ze????..... Het was maar een droom.