3. Maria-Magdalena, ik zou je een dienst willen vragen … ik maak me zorgen over mijn zoon Jezus, hij is bijna 30 en heeft nog nooit een vrouw gekend. Mijn God !
4. Kan ik op jou rekenen om hem, hoe zal ik het zeggen, te ontmaagden ? Wat zou ik niet voor u doen, mevrouw Maria ! Ik vlieg al.
5.
6. Sta je mij toe dat ik je wat gezelschap hou ? De kinderen van mijn Vader zijn mijn kinderen …
7.
8. Wat is er gebeurd, mijn zoon ? Zij heeft haar hand op mijn knie gelegd, dus heb ik ook mijn hand op haar knie gelegd.
9. Zij heeft haar hand op mijn bil gelegd, dus heb ik ook mijn hand op haar bil gelegd.
10. Zij heeft haar hand tussen mijn benen gelegd, dus heb ik ook mijn hand tussen haar benen gelegd.
11. Dan heb ik mij gerealiseerd dat zij daar geamputeerd was, dus heb ik haar genezen !!!
