5. 'verklaring' 1: geloof is een keuze
a. de mens is niet te verontschuldigen
Rom.1:20
b. de mens wordt opgeroepen te geloven
Hand.16:31
6. 'verklaring' 1: geloof is een keuze
a. de mens is niet te verontschuldigen
Rom.1:20
b. de mens wordt opgeroepen te geloven
Hand.16:31
c. geloof is uit het horen van het Woord
Rom.10:17
7. 'verklaring' 1: geloof is een keuze
• deze verklaring is géén verklaring voor de vraag
waarom de één wèl en de ander niet gelooft
• het is een verschuiving van het probleem.
8. 'verklaring' 1: geloof is een keuze
• deze verklaring is géén verklaring voor de vraag
waarom de één wèl en de ander niet gelooft
• het is een verschuiving van het probleem.
• niemand heeft zichzelf gemaakt
Spreuken 20
12 Het oor dat hoort
en het oog dat ziet,
JAHWEH heeft beide gemaakt.
9. verklaring 2: geloof is een geschenk van GOD
Efeze 2
8 Want in genade zijn jullie geredden,
door geloof
en dat niet vanuit jullie zelf:
Gods naderingsgeschenk is het,
9 niet vanuit werken,
opdat niemand zich zou beroemen.
10 Want wij zijn maaksel van Hem...
10. verklaring 2: geloof is een geschenk van GOD
Efeze 2
8 Want in genade zijn jullie geredden,
door geloof
en dat niet vanuit jullie zelf:
Gods naderingsgeschenk is het,
9 niet vanuit werken,
opdat niemand zich zou beroemen.
10 Want wij zijn maaksel van Hem...
= redding en geloof
11. verklaring 2: geloof is een geschenk van GOD
Efeze 2
8 Want in genade zijn jullie geredden,
door geloof
en dat niet vanuit jullie zelf:
Gods naderingsgeschenk is het,
9 niet vanuit werken,
opdat niemand zich zou beroemen.
10 Want wij zijn maaksel van Hem...
waar men zich beroemt op geloof
is het geen geloof maar werken
12. verklaring 2: geloof is een geschenk van GOD
Efeze 2
8 Want in genade zijn jullie geredden,
door geloof
en dat niet vanuit jullie zelf:
Gods naderingsgeschenk is het,
9 niet vanuit werken,
opdat niemand zich zou beroemen.
10 Want wij zijn maaksel van Hem...
Gr. poiéma > poëzie
13.
14. Paulus in Athene
Handelingen 17
30 Inderdaad dan, met voorbijzien
van de tijden van de onwetendheid
geeft God nu de opdracht aan de mensen,
allen, overal zich te bezinnen,
15. Paulus in Athene
Handelingen 17
31 omdat Hij een dag heeft staan,
waarin Hij op het punt staat
de bewoonde wereld
in rechtvaardigheid te oordelen
door een man die Hij bepaalde,
geloof verschaffend aan allen,
door hem uit de doden te doen opstaan.
16.
17. Romeinen 11
6 Maar indien het in genade is,
dan niet meer vanuit werken,
anders wordt de genade geen genade meer.
7 Wat dan?
Hetgeen Israël naar zoekt,
dit verkreeg zij niet,
maar het uitverkorene verkreeg het,
de overigen echter werden verhard.
8 Zoals het is geschreven:
God geeft aan hen
een geest van verdoving,
ogen die niet zien
en oren die niet horen,
tot de dag vandaag.
18. Romeinen 11
6 Maar indien het in genade is,
dan niet meer vanuit werken,
anders wordt de genade geen genade meer.
7 Wat dan?
Hetgeen Israël naar zoekt,
dit verkreeg zij niet,
maar het uitverkorene verkreeg het,
de overigen echter werden verhard.
8 Zoals het is geschreven:
God geeft aan hen
een geest van verdoving,
ogen die niet zien
en oren die niet horen,
tot de dag vandaag.
19. Romeinen 11
6 Maar indien het in genade is,
dan niet meer vanuit werken,
anders wordt de genade geen genade meer.
7 Wat dan?
Hetgeen Israël naar zoekt,
dit verkreeg zij niet,
maar het uitverkorene verkreeg het,
de overigen echter werden verhard.
8 Zoals het is geschreven:
God geeft aan hen
een geest van verdoving,
ogen die niet zien
en oren die niet horen,
tot de dag vandaag.
20. Romeinen 11
32 Want God sluit allen op
in ongezeglijkheid,
opdat Hij zich over allen
zou ontfermen.
(...)
36 Want vanuit Hem
en door Hem
en tot in Hem
zijn alle dingen.
Aan Hem de heerlijkheid
tot in de aeonen. Amen!
21. Romeinen 11
32 Want God sluit allen op
in ongezeglijkheid,
opdat Hij zich over allen
zou ontfermen.
(...)
36 Want vanuit Hem
en door Hem
en tot in Hem
zijn alle dingen.
Aan Hem de heerlijkheid
tot in de aeonen. Amen!