SlideShare a Scribd company logo
1 of 20
Genesis 221-18
Genesis 22
2
1 Hierna gebeurde het, dat God Abraham op
de proef stelde. Hij zeide tot hem:
Abraham, en deze zeide: Hier ben ik.
Genesis 22
3
2 En Hij zeide: Neem toch uw zoon, uw
enige, die gij liefhebt, Isaak, en ga naar
het land Moria, en offer hem daar tot een
brandoffer op een der bergen die Ik u
noemen zal.
Moria > de tempelberg
2Kronieken 31
Genesis 22
4
3 Toen stond Abraham des morgens vroeg
op, zadelde zijn ezel, en nam twee van zijn
knechten met zich, benevens zijn zoon
Isaak; hij kloofde hout voor het brandoffer,
begaf zich op weg en ging naar de plaats,
die God hem genoemd had.
ha makom
Genesis 22
5
4 Toen Abraham op DE DERDE DAG zijn
ogen opsloeg, zag hij die plaats in de verte.
Genesis 22
6
5 En Abraham zeide tot zijn knechten: Blijft
gij hier met de ezel, terwijl ik en de jongen
daarginds heengaan; wanneer we hebben
aangebeden, zullen WIJ tot u terugkeren.
17 Door het geloof heeft Abraham, toen
hij verzocht werd, Isaak ten offer gebracht,
en hij, die de beloften aanvaard had, wilde
zijn enige zoon offeren,
18 hij, tot wie gezegd was: Door Isaak zal
men van nageslacht van u spreken. Hij
heeft overwogen, dat God bij machte
was hem zelfs uit de doden op te
wekken,
19 en daaruit heeft hij hem ook bij wijze
van spreken teruggekregen.
Hebreeën 11
7
Genesis 22
8
6 Toen nam Abraham het hout voor het
brandoffer, legde het op zijn zoon Isaak
en nam vuur en een mes met zich mede. Zo
gingen die beiden tezamen.
Genesis 22
9
7 Toen sprak Isaak tot zijn vader Abraham
en zeide: Mijn vader, en deze zeide: Hier
ben ik, mijn zoon. En hij zeide: Hier is het
vuur en het hout, maar waar is het lam ten
brandoffer?
Genesis 22
10
8 En Abraham zeide: God zal Zichzelf
voorzien van een lam ten brandoffer,
mijn zoon. Zo gingen die beiden tezamen.
Genesis 22
11
9 Toen zij aan de plaats die God hem
genoemd had, gekomen waren, bouwde
Abraham daar een altaar, schikte het hout,
bond zijn zoon Isaak en legde hem op het
altaar boven op het hout.
Genesis 22
12
10 Daarop strekte Abraham zijn hand uit en
nam het mes om zijn zoon te slachten.
Genesis 22
13
11 Maar de Engel des HEREN riep tot hem
van de hemel en zeide: Abraham, Abraham!
En hij zeide: Hier ben ik.
Genesis 22
14
12 En Hij zeide: Strek uw hand niet uit naar
de jongen en doe hem niets, want nu weet
Ik, dat gij godvrezend zijt, en uw zoon, uw
enige, Mij niet hebt onthouden.
Genesis 22
15
13 Toen sloeg Abraham zijn ogen op en
daar zag hij een ram achter zich, met zijn
horens verward vast gehouden in het
struikgewas. En Abraham ging en nam de
ram en offerde hem ten brandoffer in plaats
van zijn zoon.
Genesis 22
16
14 En Abraham noemde die plaats: De
HERE zal erin voorzien; waarom nog
heden gezegd wordt: Op de berg des
HEREN zal erin voorzien worden.
Genesis 22
17
15 Toen riep de Engel des HEREN ten
tweeden male van de hemel tot Abraham
en zeide:
1-ste keer:
het offer
2-de keer:
Israël tot zegen voor
heel de wereld
Genesis 22
18
16 Ik zweer bij Mijzelf, luidt het woord
des HEREN: omdat gij dit gedaan hebt,
en uw zoon, uw enige, Mij niet onthouden
hebt,
Genesis 22
19
17 zal Ik u rijkelijk zegenen, en uw
nageslacht zeer talrijk maken, als de
sterren des hemels en als het zand aan
de oever der zee, en uw nageslacht zal de
poort zijner vijanden in bezit nemen.
Genesis 22
20
18 En met uw nageslacht zullen alle volken
der aarde gezegend worden, omdat gij naar
mijn stem gehoord hebt.

More Related Content

More from goedbericht

Openbaring studie 38
Openbaring studie 38Openbaring studie 38
Openbaring studie 38goedbericht
 
houdt God van alle mensen
houdt God van alle mensenhoudt God van alle mensen
houdt God van alle mensengoedbericht
 
die alléén onsterfelijkheid heeft
die alléén onsterfelijkheid heeftdie alléén onsterfelijkheid heeft
die alléén onsterfelijkheid heeftgoedbericht
 
GOD maakt dat ik lach
GOD maakt dat ik lachGOD maakt dat ik lach
GOD maakt dat ik lachgoedbericht
 
Koers houden (3) - maar jij!
Koers houden (3) - maar jij!Koers houden (3) - maar jij!
Koers houden (3) - maar jij!goedbericht
 
de jongeling te Nain
de jongeling te Nainde jongeling te Nain
de jongeling te Naingoedbericht
 
Koers houden 1 - gevaarlijke tijden
Koers houden 1 - gevaarlijke tijdenKoers houden 1 - gevaarlijke tijden
Koers houden 1 - gevaarlijke tijdengoedbericht
 
coronavirus uiting van Gods toorn
coronavirus uiting van Gods toorncoronavirus uiting van Gods toorn
coronavirus uiting van Gods toorngoedbericht
 
roemen in de hoop!
roemen in de hoop!roemen in de hoop!
roemen in de hoop!goedbericht
 
als een lamp in een duistere plaats
als een lamp in een duistere plaatsals een lamp in een duistere plaats
als een lamp in een duistere plaatsgoedbericht
 
Openbaring studie 33
Openbaring studie 33Openbaring studie 33
Openbaring studie 33goedbericht
 
vergeving in bloeduitgieten?
vergeving in bloeduitgieten?vergeving in bloeduitgieten?
vergeving in bloeduitgieten?goedbericht
 

More from goedbericht (20)

Welke dag 1
Welke dag 1Welke dag 1
Welke dag 1
 
Openbaring studie 38
Openbaring studie 38Openbaring studie 38
Openbaring studie 38
 
houdt God van alle mensen
houdt God van alle mensenhoudt God van alle mensen
houdt God van alle mensen
 
die alléén onsterfelijkheid heeft
die alléén onsterfelijkheid heeftdie alléén onsterfelijkheid heeft
die alléén onsterfelijkheid heeft
 
Openbaring 37
Openbaring 37Openbaring 37
Openbaring 37
 
Koers houden 4
Koers houden 4Koers houden 4
Koers houden 4
 
GOD maakt dat ik lach
GOD maakt dat ik lachGOD maakt dat ik lach
GOD maakt dat ik lach
 
Koers houden (3) - maar jij!
Koers houden (3) - maar jij!Koers houden (3) - maar jij!
Koers houden (3) - maar jij!
 
Openbaring 36
Openbaring 36Openbaring 36
Openbaring 36
 
de jongeling te Nain
de jongeling te Nainde jongeling te Nain
de jongeling te Nain
 
Koers houden 2
Koers houden 2Koers houden 2
Koers houden 2
 
Koers houden 2
Koers houden 2Koers houden 2
Koers houden 2
 
Openbaring 35
Openbaring 35Openbaring 35
Openbaring 35
 
Koers houden 1 - gevaarlijke tijden
Koers houden 1 - gevaarlijke tijdenKoers houden 1 - gevaarlijke tijden
Koers houden 1 - gevaarlijke tijden
 
coronavirus uiting van Gods toorn
coronavirus uiting van Gods toorncoronavirus uiting van Gods toorn
coronavirus uiting van Gods toorn
 
roemen in de hoop!
roemen in de hoop!roemen in de hoop!
roemen in de hoop!
 
Openbaring 34
Openbaring 34Openbaring 34
Openbaring 34
 
als een lamp in een duistere plaats
als een lamp in een duistere plaatsals een lamp in een duistere plaats
als een lamp in een duistere plaats
 
Openbaring studie 33
Openbaring studie 33Openbaring studie 33
Openbaring studie 33
 
vergeving in bloeduitgieten?
vergeving in bloeduitgieten?vergeving in bloeduitgieten?
vergeving in bloeduitgieten?
 

de Heere zal voorzien

  • 2. Genesis 22 2 1 Hierna gebeurde het, dat God Abraham op de proef stelde. Hij zeide tot hem: Abraham, en deze zeide: Hier ben ik.
  • 3. Genesis 22 3 2 En Hij zeide: Neem toch uw zoon, uw enige, die gij liefhebt, Isaak, en ga naar het land Moria, en offer hem daar tot een brandoffer op een der bergen die Ik u noemen zal. Moria > de tempelberg 2Kronieken 31
  • 4. Genesis 22 4 3 Toen stond Abraham des morgens vroeg op, zadelde zijn ezel, en nam twee van zijn knechten met zich, benevens zijn zoon Isaak; hij kloofde hout voor het brandoffer, begaf zich op weg en ging naar de plaats, die God hem genoemd had. ha makom
  • 5. Genesis 22 5 4 Toen Abraham op DE DERDE DAG zijn ogen opsloeg, zag hij die plaats in de verte.
  • 6. Genesis 22 6 5 En Abraham zeide tot zijn knechten: Blijft gij hier met de ezel, terwijl ik en de jongen daarginds heengaan; wanneer we hebben aangebeden, zullen WIJ tot u terugkeren.
  • 7. 17 Door het geloof heeft Abraham, toen hij verzocht werd, Isaak ten offer gebracht, en hij, die de beloften aanvaard had, wilde zijn enige zoon offeren, 18 hij, tot wie gezegd was: Door Isaak zal men van nageslacht van u spreken. Hij heeft overwogen, dat God bij machte was hem zelfs uit de doden op te wekken, 19 en daaruit heeft hij hem ook bij wijze van spreken teruggekregen. Hebreeën 11 7
  • 8. Genesis 22 8 6 Toen nam Abraham het hout voor het brandoffer, legde het op zijn zoon Isaak en nam vuur en een mes met zich mede. Zo gingen die beiden tezamen.
  • 9. Genesis 22 9 7 Toen sprak Isaak tot zijn vader Abraham en zeide: Mijn vader, en deze zeide: Hier ben ik, mijn zoon. En hij zeide: Hier is het vuur en het hout, maar waar is het lam ten brandoffer?
  • 10. Genesis 22 10 8 En Abraham zeide: God zal Zichzelf voorzien van een lam ten brandoffer, mijn zoon. Zo gingen die beiden tezamen.
  • 11. Genesis 22 11 9 Toen zij aan de plaats die God hem genoemd had, gekomen waren, bouwde Abraham daar een altaar, schikte het hout, bond zijn zoon Isaak en legde hem op het altaar boven op het hout.
  • 12. Genesis 22 12 10 Daarop strekte Abraham zijn hand uit en nam het mes om zijn zoon te slachten.
  • 13. Genesis 22 13 11 Maar de Engel des HEREN riep tot hem van de hemel en zeide: Abraham, Abraham! En hij zeide: Hier ben ik.
  • 14. Genesis 22 14 12 En Hij zeide: Strek uw hand niet uit naar de jongen en doe hem niets, want nu weet Ik, dat gij godvrezend zijt, en uw zoon, uw enige, Mij niet hebt onthouden.
  • 15. Genesis 22 15 13 Toen sloeg Abraham zijn ogen op en daar zag hij een ram achter zich, met zijn horens verward vast gehouden in het struikgewas. En Abraham ging en nam de ram en offerde hem ten brandoffer in plaats van zijn zoon.
  • 16. Genesis 22 16 14 En Abraham noemde die plaats: De HERE zal erin voorzien; waarom nog heden gezegd wordt: Op de berg des HEREN zal erin voorzien worden.
  • 17. Genesis 22 17 15 Toen riep de Engel des HEREN ten tweeden male van de hemel tot Abraham en zeide: 1-ste keer: het offer 2-de keer: Israël tot zegen voor heel de wereld
  • 18. Genesis 22 18 16 Ik zweer bij Mijzelf, luidt het woord des HEREN: omdat gij dit gedaan hebt, en uw zoon, uw enige, Mij niet onthouden hebt,
  • 19. Genesis 22 19 17 zal Ik u rijkelijk zegenen, en uw nageslacht zeer talrijk maken, als de sterren des hemels en als het zand aan de oever der zee, en uw nageslacht zal de poort zijner vijanden in bezit nemen.
  • 20. Genesis 22 20 18 En met uw nageslacht zullen alle volken der aarde gezegend worden, omdat gij naar mijn stem gehoord hebt.