Beginners Guide to TikTok for Search - Rachel Pearson - We are Tilt __ Bright...
Paradisodebat 2010 Presentatie Berenschot
1. Kunst & cultuur, het investeren waard?
Onderzoek naar economische betekenis
Presentatie voor het Paradiso-debat
In opdracht van Kunsten’92, ACI en Paradiso
Zondag 29 augustus 2010
Bastiaan Vinkenburg
1
2. Deelsectoren van kunst & cultuur volgens de VNG
Publieke deelname: bezoeken en bereik per jaar
15 mln bezoeken 4 mln leden van bibliotheken
podia & festivals 45 mln NL’se boeken verkocht
Podiumkunsten en Media en
accommodaties letteren
Cultureel erfgoed;
Film
Musea, monumenten etc
27 mln bioscoopbezoeken 20 mln museumbezoeken
37 mln monumentenbezoeken
Amateurkunst en Beeldende kunst, bouwkunst
kunsteducatie en vormgeving
7 mln kunstbeoefenaars
2
4. Industrieën met relatie tot kunst & cultuursectoren
Verbanden tussen cultuur & economie
Optredens
op 500 podia Podia & festivals Evenementen
met subsidie Uitleen bibliotheken
107 mln boeken per jaar
CD´s -DVD´s Uitgeverijen
50% podiumbezoekers
60% filmbezoekers Podium- Media
gaat naar horeca kunsten
Toerisme
Film Erfgoed
Horeca 31 % van toeristen
AK/KE BK/BK/Vg bezoekt musea
Bioscopen
30 Nederlandse Kunst(vak)onderwijs Galeries / Kunstbeurzen
films per jaar Tefaf brengt Maastricht
Amateurkunst
€20 mln extra omzet
Creatieve diensten
Design leidt tot 20% meer omzet
265.000 creatieve banen
4
5. In de gesubsidieerde kunst & cultuursector gaat
€ 5,0 mld om, waarvan 37% eigen inkomsten betreft
Afkomst € mln
Privaat Rijk 951
Rijk
Overig eigen 7% 19% Provincies 261
12%
Gemeenten 1.894
G. Regelingen 75
Entree 880
Provincies
5% Overig eigen 587
Privaat 352
Entree
18% Totaal 5.000
Gemeen- Kunst & Cultuur, geen Media
schappelijke Bronnen:
regelingen
2% Gemeenten - Overheid: CBS (over 2008)
37%
- Privaat: GiN (over 2007)
- Entree/overig: Berenschot
5
6. Culturele instellingen zijn grotendeels afhankelijk
van subsidies om de vaste lasten te dekken
Baten Lasten
Subsidies Entree Overig eigen Personeel Huisvesting Productie
Theaters/
concertzalen
Centra voor
Kunsteducatie
Musea
Theater/dans/
opera/orkesten
Bibliotheken
0% 25% 50% 75% 100% 0% 25% 50% 75% 100%
Bronnen: CBS, OCW, TAS 6
7. De mogelijkheden voor instellingen om een korting
op de subsidies op te vangen zijn beperkt
Baten omhoog Lasten omlaag
• Entreegelden: te vergroten door: • Huisvestingskosten kunnen niet op
- prijsverhoging: effect is beperkt korte termijn omlaag
vanwege prijselasticiteit • Personeelskosten zijn beperkt
- meer kaartverkoop: lastig bij beïnvloedbaar; kleine besparing door
afname van aanbod en marketing stop tijdelijke contracten
• Sponsoring: meestal incidenteel, • Productiekosten bestaan uit:
geen groei gezien de crisis - Apparaat, daar is wel enige
• Cultuurmecenaat: pas op lange efficiencywinst realiseerbaar
termijn echt hogere inkomsten; - Marketing / Communicatie, nodig
fiscaal klimaat is wel gunstig om publiek en fondsen te werven
• Fondsen & loterijen: weinig rek - Activiteiten, het culturele aanbod,
• Commerciële activiteiten: dat zou deels komen te vervallen
kansen maar investering vereist
7
8. Als een culturele instelling 30% minder subsidie krijgt,
leiden zelfs zeer forse maatregelen niet tot dekking
100 100
Subsidie Na reductie
met 30% 90 90 personele &
gekort: na productie-
forse acties 80 80 kosten nog
nog 82% 70 70 92% lasten
baten over over
60 60
50 50
Overig 40 40
+10% Productie
30 30 -20%
Entree Personeel
+3% 20 20 -5%
Subsidie 10 10 Huisvesting
-30% 0%
0 0
% NU DAN DAN NU %
8
9. De kaasschaafmethode werkt maar zeer beperkt;
het is tijd voor keuzes voor de lange termijn
Gevolgen van de kaasschaaf op korte termijn
- Lasten worden zonder onderscheid verdeeld
- Personele afvloeiing kost vooralsnog geld
- Culturele aanbod op basis van kosten beperkt
Gevolgen van keuzes op langere termijn
- Zorgvuldige beleidsmatige afweging mogelijk
- Gelegenheid om zaken goed af te handelen
- Gezonde en effectieve sector resulteert
Gedeelde verantwoordelijkheid
- Overheden: niet hakken maar kiezen
- Culturele sector: initiëren en innoveren
- Samen investeren in maatschappelijk rendement
9