4. Palet van Narmer: voorzijde
Farao (rode kroon)
pletruimte
Narmer
symbolische voorstelling
van de eenmaking
gesneuvelde vijanden
Hathor
Farao als stier
vesting geciviliseerde
vijanden die in steden
leefden
sandaaldrager
standaarddrager
functionaris
5. Palet van Narmer: achterzijde
Horus: farao is de aardse
incarnatie van Horus
Hathor: goddelijke moeder
van Horus
Farao (witte kroon)
gesneuvelde of vluchtende
vijanden
papyrus (delta)
Narmer
sandaaldrager
vijand
9. EGYPTE=LAND VAN DE FARAO
(schakel tussen goden en mensen)
Het koninklijk ornaat(bv. kromslag en vlegel
symbolen van macht en autoriteit)onderscheidde
de farao van de gewone mensen. Op aarde
moest de farao de taak van de goden
overnemen zo niet zou de wereld in chaos
vervallen (theopolitieke rol)
Opperbevelhebber en
bestuurde het rijk via
gouwvorsten
‘Bouwde’ monumentale gebouwen
Controleerde de
landbouweconomie
(bv. feest van Min)
10. Godsdienst: kenmerken
• polytheïsme:
• natuurgodsdienst:
Thot Anubis Maät Osiris
…
: Een natuurgodsdienst heeft goden en geesten die zich
met de natuur en de landbouw, en met de gezondheid
bezighouden en bepalen zo het leven van de mensen.
• een leven na de dood
waarnemen terugkerende natuurelementen: bv. de zon
mythe rond Osiris: overwint de dood
tempel= ‘het huis van god’
11. Godsdienst: dodenverering
• dood: onderbreking van het aardse bestaan en vormt de overgang naar een
andere wereld
• mummificatie: behoud van het lichaam tegen bederf, essentieel voor de
voortzetting van het leven na de dood (cfr. mythe Osiris en de
begraafwijze van hun voorouders) en in een lijkkist gelegd.
• rituelen die het weer tot leven brengen en bezielen van de mummie( en de
afbeeldingen) als doel hadden bv. ‘Het openen van de mond’.
12. • De dode werd bijgezet in zijn grafkamer te samen met zijn ‘bezittingen’ =
woonplaats voor het hiernamaals.
Putgraf met grafgiften uit de armere klassen. Mastaba ‘s zijn grafmonumenten voor de
rijkeren
Door de uitdroging van de woestijn,
veranderde de huid van de overledene in leder.
• Als je naar het hiernamaals ging, was dat een (boot)tocht met veel gevaren.
De belangrijkste aanlegplaats bij de ingang van de onderwereld was de
dodenrechtbank, waar de ceremonie ‘Het wegen van het hart’ plaatsvond.
13. De overledene betuigt tegenover het
godentribunaal dat hij een eerlijk leven heeft
geleid.
Anubis
veer = symbool van de gerechtigheid en de
universele orde (godin Maät)
hart= symbool van het geweten
Thot (ibiskop), god van het schrift noteert het
resultaat
Het hart wordt
gewogen, het
hart van een
rechtvaardig
mens is zo licht
als een veer
Horus (valkkop) Osiris
Isis en
Nephtys
Ammoet wacht het resultaat af, klaar om de overledene te
verslinden als het oordeel negatief uitvalt
14. KUNST: enkele kenmerken
• functioneel in dienst van de godsdienst
• geïdealiseerd onderwerp moest eeuwig meegaan werden tot leven gewekt
• gebonden aan regels bv.: hiërarchische verhoudingen
• elk aspect werd afgebeeld vanuit de meest karakteristieke hoek bv.: een dier
wordt van opzij afgebeeld zodat er meer te zien is dan normaal
16. Egypte als inspiratiebronHet jaar was, net zoals bij ons, verdeeld in 12 maanden.
Het verschil was echter dat de maanden uit 30 dagen
bestonden. De maand was opgedeeld in 3 weken, één
week bestond uit 10 dagen (‘decaden’). De maanden
waren verdeeld in 3 seizoenen. Achet (overstroming) liep
ongeveer van half juli tot half november. Peret (opkomst
of winter) was het volgende seizoen en liep tot half maart.
Dit was het belangrijkste groeiseizoen. Van half maart tot
half juli liep het laatste seizoen dat sjemoe (oogst of laag
water) heette. In dit seizoen stond de graanoogst
centraal. Op het einde van het seizoen sjemoe werden 5
extra degen toegevoegd om op precies 365 dagen te
komen.
http://www.technopolis.be/nl/index.php?n=4&e=48&s=202&exp=30
Editor's Notes
Controleerde de landbouweconomie
Putgraf met grafgiften uit de armere klassen. Door de uitdroging van de woestijn, veranderde de huid van de overledene in leder.