2. De hond/kat poster
Afspraak:
1. luister naar het woord
Net als:
hond
kat
! !
3. De hond/kat poster
Afspraak:
1. luister naar het woord
2. Ik hoor de ‘t’-klank aan het einde van het woord
Net als:
hond
kat
! !
4. De hond/kat poster
Afspraak:
1. luister naar het woord
2. Ik hoor de ‘t’-klank aan het einde van het woord
3. Ik maak het woord langer
Net als:
hond
kat
! !
5. De hond/kat poster
Afspraak:
1. luister naar het woord
2. Ik hoor de ‘t’-klank aan het einde van het woord
3. Ik maak het woord langer
4. Ik hoor een ‘t’ of een ‘d’
Net als:
hond
kat
! !
6. Voorbeeld:
mant (je luistert naar het woord)
mant (je hoort een ‘t-klank’ aan het einde van het woord
manden (je maakt het woord langer)
mand (je hoort een ‘d-klank’
je schrijft mand
Net als:
hond
kat
! !
7. Voorbeeld:
mat (luister naar het woord)
mat (je hoort een ‘t-klank’ aan het einde van het woord)
matten (maak het woord langer)
mat (je hoort een ‘t-klank’)
je schrijft dus mat
Net als:
hond
kat
! !