2. Zouten SuperSv deel A 2
Kenmerken van zouten
• Een zout geleidt stroom in vloeibare fase
en in opgeloste vorm.
• Een zout is bij kamertemperatuur een
vaste stof.
• Sommige zouten hebben kleuren.
3. Zouten SuperSv deel A 3
Kenmerken van zouten
• Een zout is opgebouwd uit positieve en
negatieve ionen.
• De sterke ionbinding in het rooster zorgt voor
het hoge smeltpunt.
• De oplosbaarheid kan verschillen.
• De totale lading = nul.
• Met de ionlading van de ionen is de
verhoudingsformule te bepalen.
4. Zouten SuperSv deel A 4
Verhoudingsformules
De samenstelling
• Denk aan totaal neutraal en
kruiselings (X) vermenigvuldigen.
• Meestal: metaalion en niet metaal-ion.
• Barietwater
= een oplossing van bariumhydroxide Ba2+(OH-)2 in water
Dit schrijf je als Ba2+
(aq) + 2 OH-
(aq)
• Natronloog = oplossing van natriumhydroxide
• Aluminiumcarbonaat
Al3+
2(CO3
2-)3
• Zout
Na+Cl-
• Soda
Na +
2CO3
2-
5. Zouten SuperSv deel A 5
Zouten, reacties de basis
1. Oplosvergelijking:
Ca2+Cl-
2(s) Ca2+(aq) + 2Cl-(aq)
2. De neerslagreactie ziet eruit als een
indampreactie bv:
1. Na+(aq) + Cl-(aq) Na+Cl-(s)
2. Ba2+(aq) + SO4
2-(aq) Ba2+SO4
2-(s)
3. Welk proces hoort bij welke reactie en waarom?
3. Manier van werken:
bij reactievergelijkingen (RV) nauwkeurig
boekhouden.
6. Zouten SuperSv deel A 6
Hoe ziet dat oplossen eruit?
Op mijn symbaloo staat n link naar t oplossen van n zout.
Het eindresultaat ziet er ongeveer zo uit:
Ps Hier is micro naast macro tegelijk weergegeven……uuh
7. Zouten SuperSv deel A 7
Ca2+Cl-
2(s) Ca2+(aq) + 2Cl-(aq)
Oplossen van een
zoutkristal
in water een heldere oplossing
8. Zouten SuperSv deel A 8
Cl-Cl-
Cl-
Ca2+Cl-
2(s) Ca2+(aq) + 2Cl-(aq)
Oplossen ionen in een
zoutrooster
Schematisch op
microniveau
in water
een heldere oplossing
Ca2 +
Ca2+
Ca2+
Cl-
Cl-
Cl-
Cl-
Cl-
Cl-Ca2 +
Ca2+
Cl- Cl-
Cl-
Ca2+
We hebben voor de duidelijkheid de watermoleculen weggelaten.
9. Zouten SuperSv deel A 9
Een demonstratieproef. Onderzoek van de geleidbaarheid van zouten
Van deze calciumzouten voegen w e 1 gramtoe aan 200 ml water.
De spanningsbron levert een te laag voltage voor electrolyse.
Logboek
Conclusie
Zout Gemeten stroomsterkte Helderheid Oplosbaarheid
CaCO3 0,2 zeer troebel s
CaSO4 0,6 troebel m
CaCl2 0,8 helder g
Waarnemingen
Referentietabel
Stroomsterkte (A)
G goed 0,8-1
R redelijk 0,7-0,8
M matig 0,4-0,6
S slecht 0,0-0,2
Oplosbaarheid (kwalitatief)
10. Zouten SuperSv deel A 10
Boekhouden bij reacties
• Even terug naar de twee oplossingen waar we een neerslag
van bariumsulfaat kregen.
Ca2+Cl-
2(s) Ca2+(aq) + 2 Cl-(aq)
• De neerslagreactie ziet eruit als een indampreactie bv:
– Na+(aq) + Cl-(aq) Na+Cl-(s)
– Ba2+(aq) + SO4
2-(aq) Ba2+SO4
2-(s)
– Vraagje: Welk proces hoort bij welke reactie en waarom?
• Kenmerken:
– Bij reactievergelijkingen (RV) nauwkeurig boekhouden.
– Schrijf de ionen als ionen, dus met lading.
– Samengestelde ionen ... uuh
– Werken met en noteren van zouten en oplossingen hebben we geleerd
bij de geprogrammeerde instructie.
– Voor de duidelijkheid heb ik de lading van de ionen in de vaste stof
vermeld.
11. 11
Gebruik van de oplosbaarheidstabel van zouten (1)
Min-
ionen >
Plus-ionen
(T45A)
NO3
-
SO4
2-
Ba2+
g s
Na+
g g
We voegen een bariumnitraatoplossing bij een natriumsulfaatoplossing.
Wat gebeurt er?
De aanwezige ionen staan in onderstaand uittreksel
van de oplosbaarheidstabel uit BINAS T…..
Zoek deze is op voor n andere zometeen….
g is goed oplosbare en s slecht oplosbare ionencombinatie
Klopt de tabeltitel met het gebruikersdoel?
12. 12
Gebruik van de oplosbaarheidstabel van zouten (2)
Een bariumchlorideoplossing bevat Ba2+(aq) en 2 Cl-(aq)
Een natriumsulfaatoplossing Na+(aq) en SO4
2- (aq)
De barium-ionen en de sulfaat-ionen slaan neer, de andere
zijn tribune-ionen.
–Ba2+ + SO4
2 Ba2+SO4
2-(s)
–2Cl-(aq) 2Na+(aq) links EN rechts van de pijl
13. Zouten SuperSv deel A 13
Toepassen van de
oplosbaarheidstabel (2)
• Het toevoegen van een natriumsulfaat-oplossing
aan een bariumnitraatoplossing
– om bariumionen uit de oplossing halen
– om bariumsulfaat te maken
– om bariumionen aan te tonen in een oplossing met ionen
met een andere oplosbaarheid
– kortom drie maal dezelfde neerslagreactie met een
ander doel
14. Controle vraag
Zouten SuperSv deel A 14
• Heb je een goed tekstschema of mindmap?
• Met een sterk (moeder-)voorbeeld?
3 Vraagstukken:
• Je hebt 3 witte poeders
• Calciumcarbonaat
• Calciumnitraat
• Kopernitraat
Met 1 proefje (experiment) kun je bepalen welk poeder
wat is.
Kijk ook ns bij wikipedia voor de omschrijvingen.
• Kun je kristalwater drinken?
• Hoe zou jij mooi zoutkristallen maken?
Leg dit uit met n mooi beargumenteerd werkplan.