2. Ze hield het meest van de 4e vriend. Ze verzorgde hem heel goed en
gaf hem het beste van het beste.
3. Natuurlijk hield ze ook erg veel van haar 3e vriend. Ze werd graag met
deze vriend gezien en ze pronkte graag met hem maar ze was bang
dat hij haar eens zou verlaten voor een ander
4. Van haar 2e vriend hield ze ook heel veel. Hij was er altijd voor haar.
Hij was geduldig en liefdevol en altijd bereid te helpen onder alle
omstandigheden. Hij was haar zekerheid.
5. Haar 1e vriend was altijd zeer trouw en loyaal en offerde veel om haar
te behouden. Hij hield ziels veel van haar maar zij niet echt van hem.
Ze gaf hem maar weinig aandacht
6. Op een dag werd ze ernstig ziek en ze wist dat ze nog maar kort te
leven had. Ze overdacht haar luxueuze leven en ondanks dat ze 4
vrienden had ze helemaal alleen zou zijn als ze dood ging.
??
7. Zodoende zei ze tegen haar 4e vriend. Ik heb van jou het meest
gehouden. Je overladen met de meeste aandacht, de mooiste kleding
en cadeaus . Als ik dood ga wil je me dan gezelschap houden en met
me mee gaan?
8. NEE natuurlijk niet antwoordde de 4e vriend. Hij draaide zich om en liep
weg zonder nog maar één woord te zeggen. Zijn antwoord sneed haar
als een mes door het hart.
9. Het verdrietige meisje vroeg nu aan haar 3e vriend, ik heb altijd van je
gehouden, wil je met mij mee gaan als ik dood ga??
10. Mij niet gezien, antwoordde de 3e vriend.
Het leven is te goed voor mij. Als jij dood gaat trouw ik met iemand
anders.
11. Ze begreep het niet en diep verdrietig zakte ze in elkaar en huilde.
12. Toen vroeg ze aan haar 2e vriend, ik ben altijd bij je gekomen voor hulp
en je was er altijd voor mij om te helpen. Wil jij met mij meegaan als ik
dood ga?
13. Sorry, zei de 2e vriend, ik kan je deze keer niet helpen. Het meeste wat
ik kan doen voor je is meelopen tot aan je graf.
15. Plots hoorde ze een stem uit het niets. Een stem die ze al heel lang niet meer
had gehoord. “ik ga wel met je mee, waar je ook gaat” het meisje keek op en
zag haar 1e vriend, hij was mager en ondervoed. Vol schaamte zij ze tegen
hem “ik had beter voor je moeten zorgen toen ik de gelegenheid had”
17. Je 4e vriend is je lichaam.
Het maakt niet uit hoeveel aandacht je er aan besteed.
Uiteindelijk zal het je na je dood verlaten.
18. Je 3e vriend zijn al je bezittingen, status, ego, trots en eer
19. Je 2e vriend zijn je familie en vrienden. Het maakt niet uit hoeveel ze
voor je zorgen. Ze kunnen niet verder dan je graf.
20. Je 1e vriend is je ziel. Vaak vergeten en verstoten van deelname aan het leven.
Ondanks alles is je ziel het enige dat je overal volgt.
Verzorg en bewaar het goed want je zal er eens mee voor God komen te
staan.
21. Wanneer je door de druk van de wereld je op je knieën zit, weet dan
dat dit de beste positie is om te bidden.
Pjotr
