Irregular verbs in zinnen

1. Onregelmatige werkwoorden in zinnen
Stap voor stap uitgewerkt

2. My brother thought he was smart
Tegenwoordige tijd van thought = think
Think = denk
Thought = dacht
Dus THINK wordt THOUGHT ipv. thinked

3. My mother paid the groceries
Tegenwoordige tijd van paid = pay
Pay = betalen
Paid = betaalde
Dus PAY wordt PAID ipv. payed

4. I knew the answer to the question
Tegenwoordige tijd van knew = know
Know = weet
Knew= wist
Dus KNOW wordt KNEW ipv. knowed

5. I spent too much money at the mall
Tegenwoordige tijd van spent = spend
Spend = uitgeven
Spent = uitgegeven
Dus SPEND wordt SPENT ipv. spended

6. She did nothing yesterday
Tegenwoordige tijd van did = do / does
Do / does = doet
Did = deed
Dus DO/DOES wordt DID ipv. doed/doesed