Beginners Guide to TikTok for Search - Rachel Pearson - We are Tilt __ Bright...
Deense wetgeving laagfrequent geluid windturbines - Geluid juni 2013
1. 14 geluid nummer 2 | juni 2013geluid nummer 2 | juni 2013
Deense wetgeving laagfrequent
geluid windturbines
Een Deense discussie in Nederland
Introductie Deense wetgeving in Nederland
Sinds 1 januari 2012 is in Denemarken een wettelijke regeling
van kracht voor laagfrequent geluid van windturbines.1
Denemarken is hiermee het eerste land ter wereld dat specifiek
voor windturbines wettelijke grenzen stelt aan laagfrequent ge-
luid. Nog diezelfde maand is door omwonenden van een gepland
windpark in Maastricht – na afloop van de formele inspraakter-
mijn voor dit windpark – aangedragen dat ook dit Nederlandse
windpark moet worden getoetst aan de Deense normen voor
laagfrequent geluid.
Op 30 januari 2012 verscheen hierover een artikel met de titel
‘Deens limiet op geluid windturbines’ in Dagblad De Limburger,
niet geheel toevallig op de dag van een vergadering over het ge-
plande windpark in Maastricht van de commissie Stadsbeheer,
Milieu en Mobiliteit (SMM) van de gemeenteraad van
Maastricht. Op deze vergadering werden eerst 10 insprekers –
voornamelijk buurtbewoners – aan het woord gelaten, waarbij de
Deense wetgeving en de Deense professor Møller meerdere ma-
len ter sprake kwamen. Toen vervolgens de wethouder Nuss aan
het woord kwam, ontstond er een discussie in de commissie over
het horen van externe deskundigen. Na nog geen uur besloot de
commissie SMM een hoorzitting te organiseren en de vergade-
ring te beëindigen. Voor deze hoorzitting zouden deskundigen
worden uitgenodigd, waaronder de Deense professor Møller. Dit
was feitelijk het moment dat de Deense wetgeving in Nederland
werd geïntroduceerd.
Deense geluidsnorm en rekenmethode
In Denemarken geldt sinds januari 2012 een geluidsnorm van 20
dB voor laagfrequent geluid. Deze waarde geldt bij een windsnel-
heid van 6 en 8 m/s. Dit betreft het A-gewogen geluidsniveau
voor het frequentiegebied van de 10 tot en met de 160 Hz terts-
band binnen in een woning. Dit in tegenstelling tot de reguliere
geluidsnormen die gelden op de buitengevel van een woning.
Hoe het laagfrequent geluid in een woning moet worden bere-
kend is wettelijk voorgeschreven. De berekeningsformule is voor
akoestici eigenlijk gesneden koek. De sterkte van de bron – de
windturbine – wordt als uitgangspunt genomen. Vervolgens
worden correcties toegepast voor de geometrische uitbreiding
– de afstandsdemping –, de reflectie in de bodem, de luchtab-
sorptie en tot slot het verschil tussen het geluidsniveau buiten
en binnen de woning. De precieze waarden voor deze correctie-
factoren zijn door de Deense overheid voorgeschreven. Het
meest bijzondere hieraan is de laatstgenoemde correctiefactor:
het verschil tussen het niveau op de gevel en binnen in de wo-
ning.
Voor de vaststelling van het niveauverschil buiten-binnen een
woning zijn er metingen verricht aan 14 verschillende Deense
woningen in het buitengebied en in dorpen, waarbij er in totaal
26 kamers zijn doorgemeten. Per kamer is het geluidsniveau in
drie posities gemeten overeenkomstig de richtlijn voor het meten
van laagfrequent geluid van het Deense Ministerie van Milieu.
Uit de metingen bleek dat de isolatiewaarde tussen specifieke wo-
ningen en kamers in een woning aanzienlijk kan verschillen. Bij
bepaalde frequentiebanden zijn wel verschillen van maar liefst 25
dB geconstateerd. Dit komt doordat het niveau in een ruimte
niet alleen afhankelijk is van de bouwkundige opbouw van de ge-
vels en het dak van de woning, maar vooral laagfrequent ook
sterk afhankelijk is van de afmetingen en de inrichting van een
ruimte. Bij lage frequenties is sprake van lange golflengtes, waar-
door er in een ruimte staande golven kunnen optreden. Hierdoor
kunnen binnen een ruimte grote verschillen in het geluidsniveau
optreden.
Omwonenden van nieuwe windparken vragen steeds vaker aandacht
voor laagfrequent geluid. Ze weten de weg naar nieuwe buitenlandse
wetgeving snel te vinden.
Door: Erik Koppen
Over de auteur:
Ir. H.D. Koppen is senior adviseur geluid en windenergie bij advies- en inge-
nieursbureau ARCADIS. Hij was recentelijk medeorganisator van de drukbe-
zochte themabijeenkomst ‘Geluid(shinder) van windturbines’ van de
Nederlandse Stichting Geluidshinder.
Nederlandse en Deense geluidsnormen windturbines
Nederland
- 47 dB Lden (jaargemiddeld)
- 47 dB Lnight (jaargemiddeld) [= 43-45 dB(A) bij 8 m/s op 10 m hoogte]
Denemarken
In woongebieden:
• 37 dB(A) bij 6 m/s*
• 39 dB(A) bij 8 m/s*
Nabij woningen in het buitengebied:
• 42 dB(A) bij 6 m/s*
• 44 dB(A) bij 8 m/s*
En sinds 1 januari 2012 in Denemarken
Laagfrequent geluid in woningen in
woongebieden:
• 20 dB(A) bij 6 m/s*
• 20 dB(A) bij 8 m/s*
Laagfrequent geluid in woningen in het
buitengebied:
• 20 dB bij 6 m/s*
• 20 dB bij 8 m/s*
*Windsnelheid op 10 m hoogte
014-016_GEL02_ART03.indd 14 6/5/13 9:19 AM
2. 15geluid nummer 2 | juni 2013geluid nummer 2 | juni 2013
Figuur: Metingen niveauverschil buiten-binnen in 26 kamers in 14 verschil-
lende Deense woningen in het buitengebied en in dorpen en vaststelling
van waarden die voor 67% van de meetresultaten worden overschreden
(rode lijn)7
In Denemarken is besloten om in de berekeningen uit te gaan
van een niveauverschil buiten-binnen de woning waaraan circa
67% van de woningen voldoet (zie rode lijn in voorgaande fi-
guur). Het is wettelijk voorgeschreven om bij toetsing aan de
Deense norm voor laagfrequent geluid met deze waarden te reke-
nen. Hiermee wordt geaccepteerd dat in circa 33% van de wonin-
gen een hoger niveau kan optreden.
Kritiek op Deense wet- en regelgeving
Het onderzoeksteam van professor Møller van de Universiteit van
Aalborg heeft kritiek op de nieuwe Deense wet- en regelgeving.
Deze kritiek is ook geuit in het second opinion rapport voor het
eerder genoemde windpark in Maastricht,2 een rapport dat in-
middels via het internet wijd verspreid is in binnen- en buiten-
land. In dit rapport komen Møller et al. tot de conclusie dat
ARCADIS in haar onderzoek voor het windpark in Maastricht de
nieuwe Deense regelgeving inzake laagfrequent geluid juist heeft
geïnterpreteerd en toegepast. Zij hebben de berekeningen gecon-
troleerd en kregen daarbij dezelfde uitkomsten. Tot zoverre goed
nieuws dus.
Vervolgens merken Möller et al. echter op dat de Deense regelge-
ving volgens de Universiteit van Aalborg niet correct is. Hiermee
wordt een Deense discussie in Nederland geïntroduceerd.
Volgens Möller et al. zijn de onderzoeken waarop de nieuwe
Deense regelgeving is gebaseerd namelijk niet correct uitgevoerd
en wordt hiermee het laagfrequent geluid binnenshuis onder-
schat. Hun kritiek richt zich vooral op twee punten:
• De geluidsmetingen voor de bepaling van de laagfrequente ge-
luidsisolatie zijn naar hun mening niet juist uitgevoerd. Er zou
binnenshuis op willekeurige posities zijn gemeten, waardoor
niet het luidste niveau in een ruimte is vastgesteld. Zij schatten
deze meetfout in op circa 5 dB;
• Er wordt in de regelgeving uitgegaan van geluidsisolatiewaar-
den waaraan circa 67% van de woningen voldoet. Möller et al.
zijn van mening dat dit uitgangspunt te soepel is en dat er zou
moeten worden gekozen voor isolatiewaarden waar 80 tot 90%
van de woningen aan voldoet. Bij laatstgenoemd uitgangspunt
zouden in de woningen circa 3 dB hogere niveaus berekend
worden.
Naar mening van professor Møller en de zijnen wordt met een
berekening conform de Deense regelgeving het laagfrequent
geluidsniveau in woningen met in totaal circa 8 dB onder-
schat. Möller et al. melden in voornoemd rapport dat door mid-
del van publicaties in het wetenschappelijke tijdschrift ‘Journal
of Low Frequency Noise, Vibration and Active Control’ in 2010
en 2011 over deze punten een discussie is gevoerd met de heer
Jakobsen van het Deense Ministerie van Milieu.3,4,5
Wat zij in het rapport niet vermelden is dat hun kritiek ook is
ingebracht tijdens de openbare inspraakprocedure voor de nieu-
we Deense wettelijke regeling.
Reactie Deense overheid
De kritiek van de Universiteit van Aalborg was voor het Deense
Ministerie van Milieu geen reden om de regelgeving aan te pas-
sen. Volgens het Deense Ministerie is het onderliggende onder-
zoek wel uitgevoerd conform de Deense richtlijn voor het meten
van laagfrequent geluid.5,6,7 Ook is het onderzoek uitgevoerd
door ervaren geluidsdeskundigen. Circa 67% van de Deense wo-
ningen heeft een isolatiewaarde die beter is dan de in de wettelij-
ke rekenmethode vastgelegde isolatiewaarde. Het Deense
Ministerie van Milieu geeft aan dat de keuze voor dit percentage
014-016_GEL02_ART03.indd 15 6/5/13 9:19 AM
3. 16 geluid nummer 2 | juni 2013geluid nummer 2 | juni 2013
in relatie moet worden gezien tot de ‘worst case’ uitgangspunten
die in de berekeningen worden gehanteerd.6,7 Zo is in de reken-
methode vastgelegd dat er moet worden uitgegaan van een wind-
snelheid van 8 m/s en van een wind van de windturbines in de
richting van de woningen. Deze weersomstandigheden treden
echter slechts een beperkt deel van de tijd op. Het Deense
Ministerie van Milieu vindt de kritiek van de Universiteit van
Aalborg dus niet terecht. De wettelijke regeling is hier dan ook
niet op aangepast en is sinds 1 januari 2012 van kracht.
Hoorzitting Maastricht
De hoorzitting in Maastricht is er gekomen en wel op 13 april
2012. Hier is echter geen enkele geluidsdeskundige of gezond-
heidsdeskundige aan het woord geweest. Het op 11 april 2012
gepubliceerde second opinion rapport van professor Møller en de
zijnen is tijdens deze zitting door een tegenstander van het wind-
park in Maastricht aan de commissie SMM gepresenteerd.
Dezelfde personen die in januari 2012 riepen om toepassing van
de nieuwe Deense regelgeving, bestreden– na toetsing aan deze
regelgeving – deze regelgeving nu feitelijk.
Voor de Commissie voor de milieueffectrapportage was het rap-
port van professor Møller en de zijnen geen aanleiding haar posi-
tieve toetsingsadvies voor het MER van het windpark in
Maastricht aan te passen. De Commissie achtte met het onder-
zoek van ARCADIS de kans op hinder door laagfrequent geluid in
het MER voldoende beschreven.8 Desondanks heeft de gemeen-
teraad van Maastricht op 24 april 2012 een motie aangenomen
om het bestemmingsplan voor het windpark niet verder in proce-
dure te brengen. De belangrijkste redenen waren gebrek aan
draagvlak in de gemeenteraad en de behoefte om de burgers van
Maastricht op dezelfde dag duidelijkheid te geven over de eventu-
ele komst van de windturbines.
Tot slot
De Deense regelgeving is in feite een vrij eenvoudige methode
om te beoordelen of het laagfrequent geluid van een windturbi-
ne dusdanig is dat er een grotere afstand tot woningen moet
worden aangehouden dan op basis van de reguliere normen zou
gebeuren. Ook op basis van de in Nederland gebruikelijke richt-
lijnen – de NSG-richtlijn Laagfrequent geluid en de Vercammen-
curve – is het echter al mogelijk om het laagfrequent geluid van
windturbines in het onderzoek te betrekken. Het laagfrequent
geluid maakt natuurlijk deel uit van het totale geluid van de
windturbines. In de vastgestelde dosis-effectrelaties voor wind-
turbines en de normering is dus al rekening gehouden met een
(gemiddeld) aandeel laagfrequent geluid. Het gaat er daarom
vooral om bovenmatig veel laagfrequent geluid te voorkomen.
Voor toekomstige windparken adviseren wij om het aspect laag-
frequent geluid vanwege windturbines bij de afwegingen te be-
trekken en de Deense regelgeving – en de kritiek hierop – niet te
negeren. Het is verstandig om hier proactief over te communice-
ren en niet af te wachten totdat de omwonenden dit aspect aan
de orde stellen.
referenties
1 Bekendtgørelse om støj fra vindmøller, BEK nr. 1284, Miljøministeriet, 15 de-
cember 2011
2 H. Møller, S. Pedersen, J.K. Staunstrup, C.S. Pedersen, Assessment of low‐fre-
quency noise from wind turbines in Maastricht, April 2012.
3 D. Hoffmeyer, J. Jakobsen, Sound insulation of dwellings at low frequencies,
Journal of Low Frequency Noise, Vibration and Active Control, 29(1), 15‐23,
2010.
4 H. Møller, S. Pedersen, K.P. Waye, C.S. Pedersen, Comments to the article
”Sound insulation of dwellings at low frequencies”, Letter to the Editor, Journal
of Low Frequency Noise, Vibration and Active Control, 30 (3), 229‐231, 2011
5 J. Jakobsen, Reply to ”Letter to the Editor” by Professor Henrik Møller et al.,
Journal of Low Frequency Noise, Vibration and Active Control, 30 (3), 233‐234,
2011
6 Telefoon en e-mail contact J. Jakobsen, Deense Ministerie van Milieu, 19 en 23
april 2012
7 J. Jakobsen, Danish regulation of low frequency noise from wind turbines,
Proceedings and Presentation 15th International Meeting On Low Frequency
Noise and Vibration and its Control, Stratford upon Avon (UK), 22-24 May 2012
8 Commissie voor de milieueffectrapportage, Windturbines Lanakerveld
Maastricht, Toetsingsadvies over het milieueffectrapport, nr. 2552-101, 22
maart 2012
014-016_GEL02_ART03.indd 16 6/5/13 9:19 AM