1. Bodemeigenschappen
Pascale Van Schandevyl
Bronnen:
Ameryckx, J., 1995, Bodemkunde, Gent.
Cabuy, A., Merchiers, J., Wuyts, A., 2000, Bodemkunde syllabus, Gent.
Coolsaet, D., ea, 2004, Terranova 5,De Boeck, Antwerpen.
De Maeyer, Ph., ea, 2006 De Boeck Atlas, De Boeck uitgeverij, Antwerpen.
Van Hecke, E., 2008, Plantyn Algemene Wereldatlas, Noordhoff-uitgevers, Groningen.
2. 1. Structuur van de bodem
Structuur
= manier waarop grondkorrels bij elkaar liggen
===> beïnvloedt de poriën
Het bepaalt zowel de vorm als de grootte van de poriën
en of de korrels aan elkaar kunnen kleven.
Veel grote poriën = goede drainage
Veel matige = veel hangwater
Veel kleine = veel dood water.
Kruimelstructuur ideaal, want tot 60 % holten.
sorptievermogen
hoeveelheid water beschikbaar
5. 2. Temperatuur van de bodem
Temperatuur is belangrijk omdat er een minemale
temperatuur nodig is voor kieming van planten en
overleven van bacteriën.
Er bestaan vroege, warme en late koude
De temperatuur wordt beïnvloed door:
- de waterhoeveelheid;
- de grondsoort;
- de kleur;
- de organische mest;
- de begroeiing;
- de oriëntatie.
6. 3. Zuurtegraad van de bodem
Zuurtegraad:Iedere teelt heeft een eigen ideale pH en
dus een eigen ideale bodem.
1 van de redenen waarom niet alle gewassen overal voorkomen,
elke teelt heeft namelijk een eigen ideale pH.
-pH = concentratie vrije H-ionen
-pH > 7 basische bodems
-pH < 7 zure bodems
Zand = zuur, leem = neutraal en klei = basisch
7. 4. Het vastleggins- en uitwisselingsvermogen
sorptievermogen en uitwisselingsvermogen = de
mogelijkheid om voedingsstoffen uit te wisselen.
Gebeurt als volgt:
humus-kleicomplex (-) bindt (+) ionen
= colloiden vb K+
, Na+
, Mg++
Water + ionen -> opname door plant
Dus: bij zand, weinig humus, veel uitspoeling
Editor's Notes
Verhouding tussen de poriën is van belang. Veel grote poriën = goede drainage
Veel matige = veel hangwater
Veel kleine = veel dood water.
Kruimelstructuur ideaal, want tot 60 % holten.