SlideShare a Scribd company logo
1 of 28
Download to read offline
IS Staten ZJ 2006-2014 - 163
Scan nummer 1 van 4 - Scanpagina 1 van 28
Ötobteftua/rt ClJtufl›m
M
_________________ __
Landsverordening houdende regels inzake
de mededinging in Aruba en de instelling
ek2/"mvzmai
Â
V
in dat kader van een Autoriteit Markt en ,W us. s, s
Consument (Mededingingsverordening)
/ „
}
AANBIEDING
rw. 1
A
De regering van Aruba biedt aan de Staten ter goed-
keuring aan een ontwerp-Landsverordening houdende re-
gels inzake de mededinging in Aruba en de instelling in dat
kader van een Autoriteit Markt en Consument
gingsverordening)
Ora
`
tad
De m
en f
 in o isehe Zaken Sociale Zar
/
„ m§ÉCf
Van Justitie en Onderwijs,
ßaï
ir
(Mededin-
15 Nov2013
ken
.L--,~*"“'""" `°"""`"""“”“"-- W
_„„„„,„ e
V
2
/f „„„,„„„,.,M~r»~i
IS Staten ZJ 2006-2014 - 163
Scan nummer 1 van 4 - Scanpagina 2 van 28
ÖbctlluuJML Qnnßm,
-?._l_.2~_<;>_1_;^±_:_@_<_>_›_i«_›_:_33_i:?________________ __
Landsverordening houdende regels inzake
de mededinging in Aruba en de instelling in
dat kader van een Autoriteit Markt en Con-
sument (Mededingingsverordening)
""""""""""""
IN NAAM VAN DE KONING!
DE GOUVERN EUR van Aruba,
In overweging genomen hebbende:
dat het ter waarborging van een duurzame economische ontwikkeling in
Aruba wenselijk is regels vast te stellen over mededingingsafspraken en
machtsposities, alsmede om regels te stellen omtrent toezicht op concen-
traties van ondememingen;
dat het in dit kader tevens wenselijk is om een zelfstandig lichaam met
rechtspersoonlijkheid in te stellen, Autoriteit Markt en Consument ge-
naamd, dat belast is met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij
of krachtens deze landsverordening;
Heeft, de Raad van Advies gehoord, met gemeen overleg der Sta-
ten, vastgesteld onderstaandelandsverordening:
Hoofdstuk l
Algemene bepalingen
Artikel l.l
1. In deze landsverordening en de daarop berustende bepalingen
IS Staten ZJ 2006-2014 - 163
Scan nummer 1 van 4 - Scanpagina 3 van 28
wordt verstaan onder:
onderneming
Minister
Autoriteit
Raad
machtspositie
dienst van algemeen
economisch belang
zeggenschap
bindende aanwijzing
concentratie
2
een eenheid die een economischeactiviteit ver-
richt;
de minister, belast met economische aangele-
genheden;
de Autoriteit Markt en Consument, genoemd in
artikel 4.1, eerste lid;
de raad van bestuur van deAutoriteit;
een positie van economische of feitelijke aard
van een of meer ondernemingen die hen in staat
stelt de instandhouding van een daadwerkelijke
mededinging op de Arubaanse markt of een deel
daarvan te verhinderen door hun de mogelijk-
heid te geven zich in belangrijke mate onafhan-
kelijk van hun concurrenten, hun leveranciers,
hun afnemers of de eindgebruikers te gedragen;
dienst van economische aard, die door de over-
heid aan een onderneming is opgedragen;
de mogelijkheid om op grond van feitelijke of
juridische omstandigheden een beslissende in-
vloed uit te oefenen op de activiteiten van een
onderneming;
een wegens een overtreding opgelegde last tot
het verrichten of nalaten van bepaaldehandelin-
gen;
a. het fuseren van twee of meer voorheen van
elkaar onafhankelijke ondernemingen;
b. het direct of indirect verkrijgen van zeggen-
schapdoor:
1°.een of meer natuurlijke personen of
rechtspersonen die reeds zeggenschap
over ten minste een onderneming hebben,
of
2°.een of meer ondernemingen over een of
meer andere ondernemingen of delen
daarvan door middel van de verwerving
van participaties in het kapitaal of van
vermogensbestanddelen, uit hoofde van
een overeenkomst of op enige andere
wijze.
IS Staten ZJ 2006-2014 - 163
Scan nummer 1 van 4 - Scanpagina 4 van 28
3
2. Onder een concentratie als bedoeld in onderdeel b van de defini-
tie van concentratie, bedoeld in het eerste lid, wordt mede verstaan de
totstandbrenging van een gemeenschappelijkeonderneming die duur-
zaam alle functies van een zelfstandige economische activiteit vervult.
Hoofdstuk 2
Mededingingsafspraken
§ 1. Verbod van mededingingsafspraken
Artikel 2.1
1. Verboden zijn overeenkomsten tussen ondernemingen, besluiten
van ondernemersverenigingen en onderling afgestemde feitelijke gedra-
gingen van ondernemingen, die ertoe strekken of als gevolg hebben dat
de concurrentie op de Arubaanse markt of een deel daarvan merkbaar
wordt verhinderd, beperkt of vervalst.
2. Tot de in het eerste lid bedoelde overeenkomsten tussen onder-
nemingen, besluiten van ondernemersverenigingen en onderling afge-
stemde feitelijke gedragingen van ondernemingen behoren in ieder geval
die welke bestaanin het, direct of indirect:
a. bepalenvan verkoopprijzen of andereverkoopvoorwaarden;
b. bepalen van inschrijfprijzen of anderebiedingsvoorwaarden in geval
van aanbestedingen;
c. beperken of controleren van productie of afzet, waaronder gezamen-
lijke leveringsweigering;
d. verdelen van markten.
3. De krachtens het eerste lid verboden overeenkomsten en beslui-
ten zijn van rechtswege nietig.
Artikel 2.2
1. Behoudens voor de overeenkomsten tussen ondernemingen, be-
sluiten van ondernemersverenigingen en onderling afgestemde feitelijke
gedragingen van ondernemingen, bedoeld in artikel 2.1, tweede lid, is ar-
tikel 2.l, eerste lid, niet van toepassingop overeenkomsten tussen onder-
nemingen, besluiten van ondernemersverenigingen en onderling afge-
stemde feitelijke gedragingen van ondernemingen, indien het gezamen-
lijke marktaandeel van de ondernemingen die betrokken zijn bij de over-
eenkomst of onderling afgestemde feitelijke gedraging of ondernemingen
IS Staten ZJ 2006-2014 - 163
Scan nummer 1 van 4 - Scanpagina 5 van 28
4
die deel uitmaken van de bij het besluit betrokken ondernemersvereni-
ging, op elke relevante markt niet meer bedraagt dan 25%.
2. ln geval van afzonderlijke overeenkomsten tussen een onderne-
ming of een ondernemersvereniging en twee of meer andere onderne-
mingen, die dezelfde strekking hebben, worden voor de toepassing van
het eerste lid die overeenkomsten tezamen beschouwd als eenovereen-
komst. In geval van afzonderlijke onderling afgestemde feitelijke gedra-
gingen van een onderneming met twee of meer andere ondernemingen,
die dezelfde strekking hebben,worden voor de toepassing van het eerste
lid die onderling afgestemde feitelijke gedragingen tezamen beschouwd
als eenonderling afgestemde feitelijke gedraging.
3. Bij landsbesluit, houdende algemenemaatregelen, kan het in het
eerste lid bedoelde percentage worden gewijzigd en kan voor de toepas-
sing van het eerste lid de opsomming van overeenkomsten tussen onder-
nemingen, besluiten van ondernemersverenigingen en onderling afge-
stemde feitelijke gedragingen van ondernemingen als bedoeld in artikel
2.1, tweede lid, worden gewijzigd.
4. De voordracht voor een landsbesluit als bedoeld in het derde lid,
wordt niet gedaan, dan nadat het ontwerp, vergezeld van zowel de toe-
lichting als het advies dat de Raad van Advies over het ontwerp heeft uit-
gebracht, aan de Staten is overgelegd en de Staten gedurendetwee weken
de gelegenheidis geboden hun wensen en bezwaren ter kennis te brengen
van de Minister.
Artikel 2.3
l. Behoudens voor de overeenkomsten tussen ondernemingen, be-
sluiten van ondernemersverenigingen en onderling afgestemde feitelijke
gedragingen van ondernemingen, bedoeld in artikel 2.1, tweede lid, kan
de Autoriteit een ontheffing verlenen van het verbod, bedoeld in artikel
2.1, eerste lid, voor overeenkomsten, besluiten van ondernemersvereni-
gingen en onderling afgestemde feitelijke gedragingen als bedoeld in dat
artikel, die bijdragen tot verbetering van de productie of van de verdeling
der producten of tot verbetering van de technische of economische voor-
uitgang, mits een billijk aandeel in de daaruit voortvloeiende voordelen
de gebruikers ten goede komt, en zonder aan de betrokken ondernemin-
gen:
a. beperkingen op te leggen die voor het bereiken van deze doelstellin-
gen niet onmisbaar zijn, of
IS Staten ZJ 2006-2014 - 163
Scan nummer 1 van 4 - Scanpagina 6 van 28
5
b. de mogelijkheid te geven, voor een wezenlijk deel van de betrokken
goederen en diensten de concurrentie uit te schakelen.
2. Een ontheffing kan onder beperkingenworden verleend; aan een
ontheffing kunnen voorschriften worden verbonden.
3. Bij landsbesluit, houdende algemenemaatregelen, kunnen nade-
re regels worden gegeven met betrekking tot de in het eerste lid bedoelde
ontheffingen.
Artikel 2.4
Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kan, de Autori-
teit gehoord, worden bepaald, zo nodig onder voorschriften en beperkin-
gen, dat artikel 2.1, eerste lid, niet geldt voor in die maatregel omschre-
ven categorieën van overeenkomsten, besluiten en gedragingen als be-
doeld in dat artikel, die bijdragen tot verbetering van de productie of van
de verdeling der producten of tot verbetering van de technische of eco-
nomische vooruitgang, mits een billijk aandeel in de daaruit voortvloei-
ende voordelen de gebruikers ten goede komt, en zonder aan de betrok-
ken ondernemingen:
a. beperkingen op te leggen die voor het bereiken van deze doelstellin-
gen niet onmisbaar zij n, of
b. de mogelijkheid te geven, voor een wezenlijk deel van de betrokken
goederenen diensten de concurrentie uit te schakelen.
Artikel 2.5
Artikel 2.1, eerste lid, is niet van toepassing op collectieve arbeids-
overeenkomsten. Onder een collectieve arbeidsovereenkomst wordt ver-
staan de overeenkomst, aangegaan door een of meer werkgevers of een
of meer verenigingen met volledige rechtsbevoegdheid van werkgevers
en een of meer verenigingen met volledige rechtsbevoegdheid van werk-
nemers, waarbij voornamelijk of uitsluitend worden geregeld arbeids-
voorwaarden, bij arbeidsovereenkomsten in acht te nemen.
§ 2. Uitzondering in verband met het vervullen van bijzondere taken
Artikel 2.6
Voor overeenkomsten, besluiten en gedragingen als bedoeld in arti-
kel 2.1, eerste lid, waarbij tenminste een onderneming of ondernemings-
IS Staten ZJ 2006-2014 - 163
Scan nummer 1 van 4 - Scanpagina 7 van 28
6
vereniging betrokken is die bij wettelijk voorschrift of door een bestuurs-
orgaan is belast met het beheer van diensten van algemeen economisch
belang, geldt artikel 2.1, eerste lid, voor zover de toepassingvan dat arti-
kel de vervulling van de aan die onderneming of ondememersvereniging
toevertrouwde bijzondere taak niet verhindert.
§ 3. Verbod van misbruik machtspositie
Artikel 2.7
1. Het is ondernemingen verboden misbruik te maken van een
machtspositie. Tot dergelijke misbruik wordt in ieder geval gerekend:
a. het rechtstreeks of zijdelings opleggen van onbillijke aan- of ver-
koopprijzen of van andereonbillijke contractuele voorwaarden;
b. het beperken van de productie, de afzet of de technische ontwikke-
ling ten nadele van de verbruikers;
c. het toepassen ten opzichte van handelspartnersvan ongelijke voor-
waarden bij gelijkwaardige prestaties, hun daarmee nadeel berokke-
nend bij de mededinging;
d . het feit dat het sluiten van overeenkomsten afhankelijk wordt gesteld
van het aanvaarden door de handelspartnersvan bijkomende presta-
ties, welke naar hun aard of volgens het handelsgebruik geen ver-
band houden met het onderwerp van deze overeenkomsten.
2. Het tot stand brengen van een concentratie wordt niet aange-
merkt als het misbruik maken van een machtspositie.
3. Een onderneming, die op de relevante markt een marktaandeel
heeft van 60% of meer, heeft een machtspositie.
4. Voor zover de toepassingvan het eerste lid de vervulling van bij
wettelijk voorschrift of door een bestuursorgaan aan een onderneming
opgedragen beheer van een dienst van algemeen economisch belang ver-
hindert, kan de Autoriteit op aanvraag verklaren dat het eerste lid niet van
toepassing is op een daarbij aangewezen gedraging.
5. Een beschikking als bedoeld in het vierde lid kan onder beper-
kingen worden gegeven; aan een beschikking kunnen voorschriften wor-
den verbonden.
IS Staten ZJ 2006-2014 - 163
Scan nummer 1 van 4 - Scanpagina 8 van 28
7
§ 4. Preventieve maatregelenbij machtspositie
Artikel 2.8
l. Indien de Autoriteit van oordeel is dat een onderneming beschikt
over een machtspositie of meerdere ondernemingen gezamenlijk be-
schikken over een machtspositie, kan de Autoriteit die onderneming of
ondernemingen een of meer van de volgende verplichtingen opleggen:
a. de verplichting om door de Autoriteit te bepalencategorieën van in-
formatie aan door de Autoriteit te bepalen categorieën van belang-
hebbenden op een door de Autoriteit te bepalenwijze bekend te ma-
ken;
b. de verplichting om bij de levering van door de Autoriteit te bepalen
producten of diensten, de afnemers van die producten dan wel dien-
sten in gelijke gevallen gelijk te behandelen;
c. de verplichting om een door de Autoriteit te bepalen dienst of pro-
duct los te leveren van andere diensten of producten;
d. de verplichting de kosten en opbrengsten van door de Autoriteit te
bepalen diensten of producten die de onderneming aan zichzelf of
aan zijn afnemers aanbiedt, te scheiden van die van de overige door
de onderneming verrichte activiteiten en daartoe een gescheiden
boekhouding te voeren overeenkomstig door de Autoriteit gegeven
aanwijzingen;
e. de verplichting onder redelijke voorwaardente voldoen aan elk rede-
lijk verzoek van een onderneming tot het sluiten van een overeen-
komst;
f. andere, bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, aangewe-
zen verplichtingen.
2. De Autoriteit zendt het ontwerp van de te nemen beschikking,
bedoeld in het eerste lid, aan de belanghebbendetot wie het gericht zal
zijn.
3. De Autoriteit stelt de betrokkene in de gelegenheid om binnen
een redelijke termijn naar keuze schriftelijk of mondeling zijn zienswijze
naar voren te brengen voordat de beschikking wordt genomen.
4. De Autoriteit neemt bij het opleggen van verplichtingen als be-
doeld in het eerste lid de beginselen van proportionaliteit in acht.
5. De Autoriteit kan aan de verplichtingen, bedoeld in het eerste lid,
voorschriften en beperkingen verbinden die nodig zijn voor een goede
uitvoering van de verplichtingen.
IS Staten ZJ 2006-2014 - 163
Scan nummer 1 van 4 - Scanpagina 9 van 28
8
6. Een verplichting als bedoeld in het eerste lid geldt voor een peri-
ode van ten hoogste drie jaar na de datum Waarop deze ingaat. De Autori-
teit kan binnen die periode beslissentot intrekking indien de verplichting
naar zijn oordeel niet meer noodzakelijk is. Voorts kan de Autoriteit bin-
nen die periode beslissentot wijziging of verlenging van de verplichting,
telkens voor een periode van ten hoogste drie jaar.
Artikel 2.9
1. Indien de Autoriteit een redelijk vermoeden heeft dat hij tot een
oordeel als bedoeld in artikel 2.8, eerste lid, zal komen, kan hij in spoed-
eisende gevallen vooruitlopen op de toepassingvan artikel 2.8 en de des-
betreffende onderneming of ondernemingen een of meer van de verplich-
tingen opleggen, bedoeld in artikel 2.8, eerste lid.
2. Artikel 2.8, vierde en vijfde lid, is van overeenkomstige toepas-
sing op de verplichting, bedoeld in het eerste lid.
3. Artikel 2.8, zesde lid, is van overeenkomstige toepassingop de
verplichting, bedoeld in het eerste lid, met dien verstande dat de verplich-
ting geldt voor een periode van ten hoogste zes maanden en dat deze
eenmaal met een periode van ten hoogste zes maanden kan worden ver-
lengd.
Hoofdstuk 3
Concentraties
Artikel 3.l
l. Een concentratie wordt voorafgaande aan de totstandbrenging
ervan gemeld bij de Autoriteit, indien:
a. de gezamenlijke omzet van de betrokken ondernemingen in het
voorafgaande kalenderjaar meer bedroeg dan een bij landsbesluit,
houdende algemene maatregelen, vast te stellen bedrag, waarvan
door ten minste twee van de betrokken ondernemingen ieder ten
minste een bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, vast te
stellen bedrag in Aruba is behaald,of
b. de betrokken ondernemingen op een of meer relevante markten in
Aruba een marktaandeel van 30% of meer creëren of versterken.
2a. De berekening van de omzet, bedoeld in het eerste lid, geschiedt op
grond van de netto-omzet, waarbij onder de netto-omzet wordt ver-
staan de opbrengst uit de levering van goederen en diensten door de
IS Staten ZJ 2006-2014 - 163
Scan nummer 1 van 4 - Scanpagina 10 van 28
9
onderneming, onder añrek van kortingen en daarmeevergelijkbare
voordelen en van over de omzet gehevenbelastingen.
b. Indien een onderneming behoort tot een groep worden voor de bere-
kening van de omzet van die onderneming de omzetten van alle tot
die groep behorende ondernemingen opgeteld. Bij deze berekening
worden de transacties tussen de tot die groep behorende onderne-
mingen buiten beschouwing gelaten. Een groep als bedoeld in dit lid
is een economische eenheid waarin ondernemingen organisatorisch
zijn verbonden.
c. Voor de berekening van de gezamenlijke omzet van de betrokken
ondernemingen, bedoeld in het eerste lid, worden de transacties tus-
sen die ondernemingen buiten beschouwing gelaten.
3. Wanneer de concentratie tot stand wordt gebracht door middel
van de verwerving van de zeggenschapover delen van een of meer on-
dernemingen, welke delen al dan niet eigen rechtspersoonlijkheid bezit-
ten, wordt bij de berekening van de omzet en het marktaandeel, bedoeld
in het eerste lid, ten aanzien van de vervreemder of de vervreemders uit-
sluitend rekening gehouden met de activiteiten van de te vervreemden
delen die voorwerp zijn van de transactie. Twee of meer verwervingen als
bedoeld in de eerste volzin, die plaatsvinden binnen een periode van twee
jaar en die afhankelijk van elkaar zijn of op een economischewijze zo-
danig niet elkaar zijn verbonden dat deze verwervingen als één verwer-
ving zouden moeten worden beoordeeld, worden beschouwd als één con-
centratie die tot stand gebracht wordt op de dag van de laatste transactie.
4. Onverminderd het derde lid worden voor de berekening van de
omzet en het marktaandeel van een betrokken onderneming als bedoeld
in het eerste lid, de omzetten respectievelijk de marktaandelen van de
volgende ondernemingen opgeteld:
a. de betrokken onderneming;
b. de ondernemingen waarin de betrokken onderneming rechtstreeks of
middellijk:
1°. meer dan de helft van het kapitaal of de bedrijfsactiva bezit,
2°. de bevoegdheid heeft meer dan de helft van de stemrechten uit te
oefenen,
3°. de bevoegdheid heeft meer dan de helft van de leden van het toe-
zichthoudend orgaan, of van de krachtens de landsverordening tot
vertegenwoordiging bevoegde organen te benoemen, dan wel
4°. het recht heeft de onderneming te leiden;
c. ondernemingen die in een betrokken onderneming over de in onder-
deel b genoemde rechten of bevoegdhedenbeschikken;
IS Staten ZJ 2006-2014 - 163
Scan nummer 1 van 4 - Scanpagina 11 van 28
10
d. ondernemingen waarin een in onderdeel c bedoelde onderneming
over de in onderdeel b genoemderechten of bevoegdhedenbeschikt;
e. ondernemingen waarin ten minste twee ondernemingen als bedoeld
in onderdelen a tot en met d gezamenlijk over de in onderdeelb ge-
noemderechten of bevoegdhedenbeschikken.
5. Indien bij de concentratie betrokken ondernemingen gezamenlijk
beschikken over de in het vierde lid, onderdeel b, bedoelde rechten of
bevoegdheden in een gemeenschappelijkeonderneming, wordt voor de
berekening van de omzet en het marktaandeelvan de betrokken onder-
nemingen, bedoeld in het eerste lid:
a. geen rekening gehouden met de omzet die, onderscheidenlijk het
marktaandeel dat het resultaat is van de verkoop van producten en
het leveren van diensten tussen de gemeenschappelijkeonderneming
en elk van de betrokken ondernemingen of van enige andere met de
betrokken onderneming verbonden onderneming als bedoeld in het
vierde lid, onderdelenb tot en met e;
b. rekening gehouden met de omzet die onderscheidenlijk het
marktaandeel dat het resultaat is van de verkoop van producten en
het verlenen van diensten tussen de gemeenschappelijke onderne-
ming en derde ondernemingen. Deze omzet onderscheidenlijk dit
marktaandeel wordt aan de ondernemingen toegerekend in verhou-
ding tot hun deelnemingen in de gemeenschappelijkeondememing.
6. Voor de berekening van de gezamenlijke omzet en het gezamen-
lijke marktaandeel van de betrokken ondernemingen, bedoeld in het eer-
ste lid, worden transacties tussen de in het vierde lid bedoelde ondeme-
mingen buiten beschouwing gelaten.
7. Voor de toepassingvan het eerste lid, wordt ten aanzien van kre-
dietinstellingen en financiële instellingen de omzet vervangen door de
som van de volgende op de winst- en verliesrekening over het vooraf-
gaandeboekjaar opgenomen baten:
a. rentebaten en soortgelijke baten;
b. opbrengsten uit waardepapieren;
c. ontvangen provisie;
d. resultaat uit financiële transacties;
e. overige bedrijfsopbrengsten; na aftrek van de belasting over de toe-
gevoegde waarde en andere rechtstreeksmet de betrokken baten sa-
menhangende belastingen.
8. Voor verzekeraars wordt voor de toepassing van het eerste lid de
omzet vervangen door de waarde van de bruto geboekte premies in de zin
IS Staten ZJ 2006-2014 - 163
Scan nummer 1 van 4 - Scanpagina 12 van 28
ll
van de Landsverordening Toezicht Verzekeringsbedrijf (AB 2000 nr. 82)
in het voorafgaande boekjaar.
Artikel 3.2
l. Bij een melding worden bij landsbesluit, houdende algemene
maatregelen, aangewezen gegevens verstrekt.
2. Van de melding wordt mededeling gedaan in de Landscourant
van Aruba.
Hoofdstuk 4
De Autoriteit Markt en Consument
§ l. Algemeen
Artikel 4.1
l. Er is een Autoriteit Markt en Consument.
2. De Autoriteit bezit rechtspersoonlijkheid.
3. De Autoriteit staat onder leiding van de raad van bestuur.
4. De Autoriteit wordt in en buiten rechte vertegenwoordigd door
de Raad.
5. De Autoriteit kan in het Engels worden aangehaaldals: the Aru-
ban Fair Trade Authority.
Artikel 4.2
1. De Raad bestaat uit twee gewone leden, waaronder de voorzitter
en twee buitengewone leden.
2. Benoeming, schorsing en ontslag van de leden geschieden bij
landsbesluit. Benoeming vindt plaats op grond van deskundigheid op het
gebied van de taken waarmee de Autoriteit is belast alsmede op grond
van maatschappelijke kennis en ervaring. De benoeming van de buiten-
gewone leden geschiedt op voordracht van de twee gewone leden.
3. De leden worden benoemd voor een periode van vijf jaar. De le-
den kunnen eenmaal worden herbenoemdvoor een periode van vijf jaar.
4. Een lid van de Raad kan op eigen verzoek worden ontslagen. Hij
kan voorts worden geschorst of ontslagen wegens ongeschiktheid of on-
bekwaamheid voor de vervulde functie dan wel wegens andere zwaarwe-
gende in zijn persoon gelegen redenen.
IS Staten ZJ 2006-2014 - 163
Scan nummer 1 van 4 - Scanpagina 13 van 28
l2
5. De Directeur van het Bureau, bedoeld in artikel 4.6, tweede lid,
neemt deel aan de vergaderingen van de Raad. Hij heeft geen stemrecht.
Artikel 4.3
l. Een lid van de Raad vervult geen nevenfuncties die ongewenst
zijn met het oog op een goede vervulling van zijn functie of de handha-
ving van zijn onafhankelijkheid of van het vertrouwen daarin.
2. Met het lidmaatschap van de Raad is in ieder geval onver-
enigbaar:
a. het werkzaam zijn bij een ministerie of bij een instelling, een
dienst of bedrijf, ressorterende onder de verantwoordelijkheid van
een minister; of
b. het zitting hebben in de Staten.
3. Een lid van de Raad meldt het voornemen tot het aanvaardenvan
een nevenfunctie andersdan uit hoofde van zijn functie aan de Minister.
4. Nevenfuncties van een lid van de Raad, anders dan uit hoofde
van zijn functie worden openbaar gemaakt. Openbaarmaking geschiedt
door het ter inzage leggen van een opgave van deze nevenfuncties bij de
Autoriteit en bij de Minister.
5. Een lid van de Raad heeft geen financiële of andere belangen bij
ondernemingen waardoor zijn onpartijdigheid in het geding kan zijn.
Artikel 4.4
De Minister stelt de bezoldiging en de overige regels ten aanzien
van de rechtspositie van de leden en de buitengewone leden van de Raad
vast.
Artikel 4.5
l. De Raad beslist bij meerderheid van stemmen. Indien de stem-
men staken, beslist de voorzitter.
2. Onverminderd het eerste lid stelt de Raad een bestuursreglement
vast, waarin in ieder geval regels over de werkwijze en procedures zijn
opgenomen. In het reglement worden tevens regels opgenomen over de
verdeling van de werkzaamheden bij de voorbereiding van de besluiten
van de Raad.
3. Het bestuursreglement behoeft de voorafgaande goedkeuring van
de Minister. De goedkeuring kan worden onthouden wegens strijd met
IS Staten ZJ 2006-2014 - 163
Scan nummer 1 van 4 - Scanpagina 14 van 28
l3
het recht of op de grond dat het bestuursreglement naar het oordeel van
de Minister een goedetaakuitoefening door de Raad kan belemmeren.
4. Het bestuursreglement wordt na de goedkeuring door de Minister
bekend gemaakt door de Raad in de Landscourant van Aruba.
§ 2. Het Bureau
Artikel 4.6
l. Er is een Bureau ter ondersteuning van de Raad.
2. Aan het hoofd van het Bureau staat de Directeur.
3. De Directeur en het personeelvan het Bureau worden in dienst
genomen, geschorst en ontslagen door de Raad.
4. De Directeur en het personeelworden aangesteld op basis van
een arbeidsovereenkomstnaar burgerlijk recht.
Artikel 4.7
l. De Raad stelt de volgende documenten vast:
a. een formatieplan waarin in ieder geval de formatie van de Autoriteit,
de bijbehorende functies en de salarissenen de secundairearbeids-
voorwaarden van de Directeur en het personeelworden geregeld;
b. een personeelsreglement waarin de overige rechten en plichten van
het personeelworden geregeld;
c. een directiereglement waarin de taken en bevoegdhedenvan de Di-
recteur worden geregeld.
2. Het formatieplan, personeelsreglementen directiereglement,
alsmede alle daarin nadien aan te brengen wijzigingen behoeven de voor-
afgaande goedkeuring van de Minister.
§ 3. Taken en bevoegdheden
Artikel 4.8
1. De Minister kan, al dan niet op verzoek van een van de andere
ministers, de Raad opdragen een rapportage uit te brengen inzake de ef-
fecten voor de mededinging van voorgenomen of geldende regelgeving
of van een voorgenomen of geldend besluit.
2. De Raad kan een in het eerste lid bedoelde rapportage ook uit ei-
gen beweging uitbrengen.
IS Staten ZJ 2006-2014 - 163
Scan nummer 1 van 4 - Scanpagina 15 van 28
l4
3. Het uitbrengen van een rapportage aan een van de andere minis-
ters geschiedt door tussenkomst van de Minister.
4. Op verzoek van de Staten brengt de Raad met tussenkomst van
de Minister een rapportage uit aan de Staten. De Minister zendt de rap-
portage onverwijld naar de Staten. De Minister kan de rapportage doen
vergezellen van zijn bevindingen.
§ 4. Informatievoorziening, sturing en toezicht
Artikel 4.9
1. De Minister kan beleidsregels vaststellen met betrekking tot de
uitoefening van de aan deAutoriteit toegekendebevoegdheden.
2. De in het eerste lid bedoelde beleidsregels kunnen betrekking
hebben op de wijze waarop de Autoriteit bij toepassing van artikel 2.3,
eerste lid, andere belangen dan economischebelangen in zijn afweging
moet betrekken.
3. De bekendmaking van de beleidsregels geschiedt door plaatsing
in de Landscourant van Aruba.
Artikel 4.10
l. De Autoriteit verstrekt desgevraagdaan de Minister alle voor de
uitoefening van zijn taak benodigde inlichtingen. De Minister kan inzage
vorderen van alle zakelijke gegevens en bescheiden,voor zover dat voor
de vervulling van zijn taak redelijkerwijs nodig is.
2. De Autoriteit geeft bij het verstrekken van de in het eerste lid be-
doelde inlichtingen waar nodig aan welke gegevens een vertrouwelijk ka-
rakter dragen. Dit vertrouwelijke karakter kan voortvloeien uit de aard
van de gegevens, dan wel uit het feit dat natuurlijke- of rechtspersonen
deze aan de Autoriteit hebben verstrekt onder het beding dat zij als ver-
trouwelijk zullen gelden.
3. De Minister kan, nadat de Raad in de gelegenheid is gesteld zijn
opmerkingen te maken, nadere regels vaststellen met betrekking tot de
gegevensuitwisseling tussen de Minister en de Autoriteit.
Artikel 4.1l
l. Gegevens of inlichtingen welke in verband met enige werk-
zaamheid ten behoeve van de uitvoering van een taak op grond van deze
IS Staten ZJ 2006-2014 - 163
Scan nummer 1 van 4 - Scanpagina 16 van 28
15
landsverordening, alsmede ter uitvoering van andere landsverordeningen,
voor zover dat in de desbetreffende landsverordening is bepaald, zijn
verkregen mogen uitsluitend worden gebruikt voor de uitvoering van de-
ze landsverordening of die landsverordeningen, voor zover dat in de des-
betreffende landsverordening is bepaald.
2. Het eerste lid is niet van toepassing voor zover een wettelijk
voorschrift het gebruik van verkregen gegevens of inlichtingen regelt.
3. In afwijking van het eerste lid is de Autoriteit bevoegd gegevens
of inlichtingen te verstrekken aan:
a. een bestuursorgaan, indien bij regeling van de Minister is bepaald
dat verstrekking noodzakelijk is voor de goede vervulling van een
aan dat bestuursorgaanopgedragentaak;
b. een buitenlandse instelling, indien het gaat om gegevens of inlichtin-
gen die van betekenis zijn of kunnen zijn voor de uitvoering van de
taak van die buitenlandse instelling en die buitenlandse instelling op
grond van zijn nationale wettelijk regels is belast met de toepassing
van regels op het gebied van taken waarmee de Autoriteit belast is;
of
c. degene op wie de gegevens of inlichtingen betrekking hebben voor
zover deze gegevens of inlichtingen door of namens hem zijn ver-
strekt.
4. Verstrekking aan een in het derde lid bedoelde bestuursorgaan of
buitenlandse instelling vindt uitsluitend plaats indien:
a. de geheimhouding van de gegevens of inlichtingen in voldoende ma-
te is gewaarborgd; en
b. voldoende is gewaarborgd dat de gegevens of inlichtingen niet zullen
worden gebruikt voor een ander doel dan waarvoor deze worden ver-
strekt.
Artikel 4.12
1. Indien naar het oordeel van de Minister de Autoriteit bij de uitoe-
fening van zijn taak ernstig in gebreke blijft, kan de Minister de noodza-
kelijke voorzieningen treffen.
2. De voorzieningen worden, spoedeisendegevallen uitgezonderd,
niet eerder getroffen dan nadat de Autoriteit in de gelegenheid is gesteld
om binnen een door de Minister te stellen termijn alsnog zijn taak naar
behoren uit te voeren.
3. Indien de in het eerste lid bedoeldetaakverwaarlozing betrekking
heeft op werkzaamheden ten behoeve van de uitvoering van een andere
IS Staten ZJ 2006-2014 - 163
Scan nummer 1 van 4 - Scanpagina 17 van 28
l6
landsverordening, voor zover in de desbetreffende landsverordening is
bepaald dat de Autoriteit belast is met de uitvoering van die landsveror-
dening, treft de Minister de voorzieningen na overleg met de andere mi-
nister wie het aangaat.
4. De Minister stelt de Staten onverwijld in kennis van door hem
getroffen voorzieningen als bedoeld in het eerste lid.
Artikel 4.13
l. De Raad stelt jaarlijks vóór l april een jaarverslag op. Het jaar-
verslag heeft betrekking op de uitvoering van deze landsverordening en
andere landsverordeningen, voor zover in de desbetreffende landsveror-
dening is bepaald dat de Autoriteit belast is met de uitvoering van die
landsverordening, en bevat tevens een verantwoording van het financiële
beheer van deAutoriteit.
2. Het jaarverslag wordt gezonden aan de Minister en in voorko-
mend geval aan de andere minister wie het aangaat en wordt algemeen
verkrijgbaar gesteld.
3. De Minister brengt het jaarverslag, vergezeld van zijn bevindin-
gen daaromtrent alsmede van de bevindingen van de andere minister, be-
doeld in het tweede lid, vóór l septemberter kennis van de Staten.
Artikel 4.l 4
l. De Minister zendt elke vijf jaar aan de Staten een verslag over de
doeltreffendheid en doelmatigheid van het functioneren van de Autoriteit.
2. Voor zover het verslag betrekking heeft op de werkzaamheden
ten behoeve van de uitvoering van een andere landsverordening, voor zo-
ver in de desbetreffende landsverordening is bepaalddat de Autoriteit be-
last is met de uitvoering van die landsverordening, stelt de Minister het
verslag op na overleg met de andere minister wie het aangaat.
Artikel 4.l 5
l. De financiële middelen tot dekking van de uitgaven van de Au-
toriteit worden verkregen uit de algemene middelen van het Land.
2. De Raad zendt jaarlijks vóór l april aan de minister, belast met
financiën, de ontwerpbegroting voor het daaropvolgendjaar.
3. De financiële middelen, bedoeld in het eerste lid, worden telkens
voor de periode van eenjaar door de Minister vastgesteld.
IS Staten ZJ 2006-2014 - 163
Scan nummer 1 van 4 - Scanpagina 18 van 28
l 7
Artikel 4.16
De Raad draagt zorg voor de nodige technische en organisatorische
voorzieningen ter beveiliging van de gegevens bij de Autoriteit tegen ver-
lies of aantasting en tegen onbevoegde kennisneming, wijziging of ver-
strekking van die gegevens.
Artikel 4.17
De Raad verschaft de Minister periodiek informatie over de gele-
verde en te leveren prestaties.
Artikel 4.18
De Raad kan uitvoeringsregels vaststellen ter uitvoering van de aan
hem opgedragen taken. De uitvoeringsregels behoeven de voorafgaande
goedkeuring van de Minister. Van de uitvoeringsregels doet de Raad na
voorafgaande goedkeuring door de Minister mededeling in de Landscou-
rant van Aruba.
Artikel 4.19
1. De Minister onthoudt zich van instructies die op een individuele
zaak betrekking hebben.
2. De leden van de Raad en het personeelvan de Autoriteit verlan-
gen of ontvangen geen instructies die op een individuele zaak betrekking
hebben.
Hoofdstuk 5
Toezicht
Artikel 5.1
1. Met het toezicht op de naleving van het bepaaldebij of krachtens
deze landsverordening zijn belast de daartoe bij landsbesluit aangewezen
personen, werkzaam bij de Autoriteit. Een zodanig landsbesluit wordt
bekendgemaakt in de Landscourant van Aruba.
2. De krachtens het eerste lid aangewezen personen kunnen het
toezicht op een risicogeoriënteerde wijze uitoefenen. Zij rapporteren ter
zake van de uitoefening van de bevoegdheden,genoemd in het derde lid,
IS Staten ZJ 2006-2014 - 163
Scan nummer 1 van 4 - Scanpagina 19 van 28
l8
aan de voorzitter van de Raad of aan de door deze schriftelijk aan te wij-
zen leidinggevenden binnen de Autoriteit.
3. De krachtens het eerste lid aangewezen personen zijn, uitsluitend
voor zover dat voor de vervulling van hun taak redelijkerwijze noodzake-
lijk is, bevoegd:
a. alle inlichtingen te vragen;
b. inzage te verlangen van alle zakelijke boeken, bescheidenen andere
informatiedragers en daarvan afschrift te nemen of kopie te maken of
deze daartoe tij delijk mee te nemen;
c. alle plaatsen, met uitzondering van woningen, zonder de uitdrukke-
lijke toestemming van de bewoner te betreden, vergezeld van door
hen aangewezen personen;
d. bedrijfsruimten en voorwerpen te verzegelen;
e. woningen zonder de uitdrukkelijke toestemming van de bewoner te
betreden en te doorzoeken, voor zover dat voor de uitoefening van
de in onderdelen a tot en met d bedoelde bevoegdheden redelijker-
wijs noodzakelijk is.
4. Zo nodig, wordt de toegang tot een plaats of woning als bedoeld
in het derde lid, onderdelen c respectievelijk d, verschaft met behulp van
de sterke arm.
5. Alvorens toepassingte geven aan de bevoegdheid, bedoeld in het
derde lid, onderdeel e, toont de toezichthouder een legitimatiebewijs,
voorzien van een foto, en vraagt, zo mogelijk in een taal die de betrokke-
ne verstaat, onder mededeling van het doel van zijn komst, aan de bewo-
ner toestemming om in de desbetreffende woning binnen te treden; indien
de toestemming niet wordt gegeven, toont de toezichthouder een machti-
ging tot binnentreden van de rechter-commissaris, welke machtiging het
adres van de woning en, zo mogelijk, de naam van de bewoner daarvan
bevat, en verstrekt onmiddellijk een kopie daarvan aan de bewoner.
6. De wijze van taakuitoefening van de krachtens het eerste lid
aangewezen personen geschiedt conform de voorschriften van het
Landsbesluit algemene bepalingen toezichtuitoefening (AB 1998 no. 70)
of het landsbesluit dat dit vervangt.
7. Een ieder verleent aan de krachtens het eerste lid aangewezen
personen alle medewerking, die op grond van het derde lid van hem
wordt gevorderd.
IS Staten ZJ 2006-2014 - 163
Scan nummer 1 van 4 - Scanpagina 20 van 28
l 9
Artikel 5.2
1. De krachtens artikel 5.1, eerste lid, aangewezen persoon, die is
binnengetreden of een doorzoeking als bedoeld in artikel 5,1, derde lid,
onderdeel e, heeft verricht maakt op zijn ambtseedof -belofte een schrif-
telijk verslag op omtrent het binnentredenof de doorzoeking.
2. Bij landsbesluit, houdende algemenemaatregelen,worden regels
gegeven omtrent de inhoud van het verslag en aan wie het wordt toege-
zonden dan wel afschrift wordt verstrekt.
Artikel 5.3
1. Het is een ieder die uit hoofde van de toepassing van deze lands-
verordening of van een ingevolge deze landsverordening genomen be-
sluit enige taak vervult of heeft vervuld, verboden van gegevens of in-
lichtingen die ingevolge deze landsverordening zijn verstrekt of verkre-
gen van een buitenlandse instantie als bedoeld in artikel 5.4 zijn ontvan-
gen, verder of anders gebruik te maken of daaraanverder of anders be-
kendheid te geven dan voor de uitoefening van zijn taak of door deze
landsverordening wordt geëist.
2. In afwijking van het eerste lid, is de Autoriteit bevoegd met ge-
bruikmaking van gegevens of inlichtingen, verkregen bij de uitvoering
van haar taak op grond van deze landsverordening, mededelingen te doen
mits deze niet kunnen worden herleid tot afzonderlijke personen of in-
stellingen.
3. Het eerste lid laat onverlet de verplichting om overeenkomstig
het Wetboek van Strafvordering van Aruba (AB 1996 no. 75) als getuige
in strafzaken een verklaring af te leggen omtrent gegevens of inlichtingen
verkregen bij de vervulling van zijn ingevolge deze landsverordening op-
gedragentaak.
Artikel 5.4
1. ln afwijking van artikel 5.3, eerste lid, is de Autoriteit bevoegd
om gegevens en inlichtingen, verkregen bij de vervulling van de haar in-
gevolge deze landsverordening opgedragen taken, uit te wisselen met in
het buitenland van overheidswege aangewezen instanties die belast zijn
met het toezicht op de naleving van wet- en regelgeving ter zake van de
mededinging.
IS Staten ZJ 2006-2014 - 163
Scan nummer 1 van 4 - Scanpagina 21 van 28
20
2. Van de bevoegdheid, bedoeld in het eerste lid, wordt geen ge-
bruik gemaakt, indien:
a. het doel waarvoor de gegevens of inlichtingen zullen worden ge-
bruikt, onvoldoende bepaaldis;
b. verstrekking van de gegevens of inlichtingen zich niet verdraagt met
de openbareorde of het recht van Aruba;
c. de geheimhouding van de gegevens of inlichtingen niet voldoende is
gewaarborgd;
d. verstrekking van de gegevens of inlichtingen redelijkerwijs in strijd
is of zou kunnen komen met de belangen die deze landsverordening
beoogt te beschermen;
e. onvoldoende is gewaarborgd dat de gegevens of inlichtingen niet
zullen worden gebruikt voor een ander doel dan waarvoor deze wor-
den verstrekt.
3. Voor zover de gegevens of inlichtingen, bedoeld in het eerste lid,
zijn verkregen van een buitenlandse toezichthoudendeinstantie, verstrekt
de Autoriteit deze niet aan een anderebuitenlandse toezichthoudende in-
stantie, tenzij de instantie waarvan de gegevens of inlichtingen zijn ver-
kregen, heeft ingestemd met de verstrekking van de gegevens of inlich-
tingen en in voorkomend geval heeft ingestemd met het gebruik voor een
ander doel dan waarvoor de gegevens of inlichtingen zijn verstrekt.
4. Indien een buitenlandse toezichthoudendeinstantie aan de Auto-
riteit verzoekt om gegevens of inlichtingen, die de Autoriteit op grond
van het eerste of tweede lid heeft verstrekt, te gebruiken voor een ander
doel dan waarvoor zij zijn verstrekt, willigt de Autoriteit dat verzoek
slechts in, indien:
a. het beoogde gebruik niet in strijd is met het eerste of tweede lid; of
b. de toezichthoudende instantie in kwestie op een andere wijze dan in
deze landsverordening voorzien vanuit Aruba met inachtneming van
de daarvoor geldende wettelijke procedures voor dat andere doel de
beschikking over die gegevens of inlichtingen zou kunnen verkrijgen
Artikel 5.5
l. De Autoriteit kan ten behoevevan de uitvoering van haar taak op
grond van de artikelen 5.3 en 5.4 van een ieder gegevens of inlichtingen
vorderen, indien dat voor de vervulling van de taak van een in artikel 5.4,
eerste lid, bedoelde instantie nodig is. Artikel 5.1, derde tot en met ze-
vende lid, is van overeenkomstige toepassing.
IS Staten ZJ 2006-2014 - 163
Scan nummer 1 van 4 - Scanpagina 22 van 28
21
2. Op verzoek van een instantie als bedoeld in het eerste lid, kan de
Autoriteit gegevens en inlichtingen vragen aan of een onderzoekinstellen
of doen instellen bij een ieder waarvan redelijkerwijs kan worden ver-
moed dat hij over gegevens of inlichtingen beschikt, die redelijkerwijs
van belang kunnen zijn voor de verzoekende instantie.
3. Degene aan wie gegevens of inlichtingen als bedoeld in het
tweede lid, zijn gevraagd, verstrekt dezebinnen een door de Autoriteit te
stellen redelijke termijn.
4. Degene bij wie een onderzoek als bedoeld in het tweede lid,
wordt ingesteld, verleent alle medewerking die nodig is voor een richtige
uitvoering van dat onderzoek. Artikel 5.1, derde en vierde lid, is van
overeenkomstige toepassing.
5. De Autoriteit kan toestaan dat een functionaris van een instantie
als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, deelneemt aan de uitvoering van een
verzoek als bedoeld in het tweede lid. De functionaris, bedoeld in de eer-
ste volzin, volgt de aanwijzingen op van de werknemer van de Autoriteit
die met de uitvoering van het verzoek is belast. Het gebod,bedoeld in het
vierde lid, geldt eveneens jegens de in de eerste volzin bedoelde functio-
naris.
Hoofdstuk 6
Bestuurlijke handhaving
Artikel 6.1
l. Ter zake van de overtreding van de artikelen 2.1, eerste lid, of
2.7, eerste lid, kan de Autoriteit de overtreder:
a. een bestuurlijke boete opleggen;
b. een last onder dwangsom opleggen;
c. een bindende aanwijzing tot naleving van deze landsverordening op-
leggen.
2. Ter zake van een overtreding van de artikelen 2.8, eerste lid, 2.9,
eerste lid, 3.1, eerste lid, 5.1, zevende lid, 5.3 of 5.5, derde of vierde lid,
dan wel ter zake van de verbreking van de verzegeling, bedoeld in artikel
5.1, derde lid, onderdeel d, kan de Autoriteit de overtreder een bestuurlij-
ke boete opleggen.
3. Ter zake van een overtreding van een bindende aanwijzing als
bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, kan de Autoriteit de overtreder een
bestuurlijke boete of een last onder dwangsom opleggen.
IS Staten ZJ 2006-2014 - 163
Scan nummer 1 van 4 - Scanpagina 23 van 28
22
Artikel 6.2
1. De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste Afl. l.000.000,- of,
indien de omzet van de betrokken onderneming in het boekjaar vooraf-
gaand aan het jaar waarin de beschikking tot oplegging van de bestuurlij-
ke boete is gegeven, meer dan A?. l0.000.000,- bedraagt, ten hoogste 10%
van de omzet van de onderneming dan wel, indien de overtreding door
een ondernemersvereniging is begaan,van de gezamenlijke omzet van de
ondernemingen die van de vereniging deel uitmaken, in het boekjaar
voorafgaande aan de beschikking.
2. De omzet, bedoeld in het eerste lid, wordt berekendvolgens het
bepaaldein artikel 3.1, eerste lid.
Artikel 6.3
1. Aan een last onder dwangsom kunnen voorschriften worden ver-
bonden inzake het verstrekken van gegevens aan deAutoriteit.
2. Een last geldt voor een door de Autoriteit te bepalentermijn van
ten hoogste twee jaren.
Artikel 6.4
l. Overtredingen kunnen zowel door natuurlijke- of rechtspersonen
worden begaan. Artikel 53, tweede en derde lid, van het Wetboek van
Strafrecht van Aruba is van overeenkomstige toepassing.
2. De Autoriteit stelt richtsnoeren vast voor de toepassing van de
bevoegdheden, bedoeld in artikel 6.1, eerste en tweede lid, en legt deze
vast in een beleidsdocument. Het beleidsdocument bevat in ieder geval
een beschrijving van de te volgen procedures bij de toepassing van de
bevoegdheden, bedoeld in artikel 6.1, eerste en tweede lid. Het beleids-
document wordt, evenals nadien aan te brengen wijzigingen, vooraf be-
kend gemaakt op een door de Autoriteit te bepalen wij ze.
3. Bij landsbesluit, houdende algemenemaatregelen, worden regels
gesteld ten aanzien van de grondslagen voor de vaststelling van de hoog-
te van de last onder dwangsom en de bestuurlijke boete per overtreding,
alsmede de vermelding van bepaalde gegevens van de overtreder bij de
toepassing van de last onder dwangsom en de bestuurlijke boete; de over-
tredingen worden gerangschikt in categorieën naar zwaarte van de over-
treding met de daarbij behorende basisbedragen, minimumbedragen en
maximumbedragen.
IS Staten ZJ 2006-2014 - 163
Scan nummer 1 van 4 - Scanpagina 24 van 28
23
4. Verbeurde dwangsommen en bestuurlijke boeten komen toe aan
het Land.
Artikel 6.5
l. Indien tijdens het plegen van een overtreding nog geen vijf jaren
zijn verlopen sederthet opleggen van een bestuurlijke boete aan de over-
treder ter zake van eenzelfde overtreding, wordt het bedrag van de be-
stuurlijke boete, bedoeld in artikel 6.2, eerste lid, voor elke afzonderlijke
overtreding verdubbeld.
2. In afwijking van artikel 6.2, eerste lid, kan de Autoriteit de hoog-
te van de bestuurlijke boete vaststellen op ten hoogste twee keer het be-
drag van het voordeel dat de overtreder door de overtreding heeft verkre-
gen indien diens voordeel groter is danAfl. 1.000.000,-.
Artikel 6.6
l. Indien de Autoriteit voornemens is een bestuurlijke boete op te
leggen, geeft hij de betrokkene daarvan kennis onder vermelding van de
gronden waarop het voornemen berust. De Autoriteit zendt een kopie van
de kennisgeving aan het OpenbaarMinisterie.
2. De Autoriteit stelt de betrokkene in de gelegenheid om binnen
een redelijke termijn naar keuze schriftelijk of mondeling zijn zienswijze
naar voren te brengen voordat de bestuurlijke boete bij beschikking
wordt opgelegd.
3. Indien de Autoriteit nadat de betrokkene zijn zienswijze naar vo-
ren heeft gebracht, beslist dat voor de overtreding geen bestuurlijke boete
zal worden opgelegd, wordt dit schriftelijk aan de betrokkene medege-
deeld.
Artikel 6.7
Degene jegens wie door de Autoriteit een handeling is verricht,
waaraan hij in redelijkheid de gevolgtrekking kon verbinden dat hem
wegens een overtreding een bestuurlijke boete zal worden opgelegd, is
niet verplicht ter zake daarvan enige verklaring af te leggen. Hij wordt
hiervan in kennis gesteld, alvorens hem om informatie wordt gevraagd.
IS Staten ZJ 2006-2014 - 163
Scan nummer 1 van 4 - Scanpagina 25 van 28
24
Artikel 6.8
l. De bestuurlijke boete is verschuldigd binnen zes weken na de
dagtekening van de beschikking waarbij zij is opgelegd.
2. De bestuurlijke boete wordt vermeerderdmet de wettelijke rente,
te rekenen vanaf de dag waarop sedert de bekendmaking van de beschik-
king zes weken zijn verstreken.
Artikel 6.9
l. De bevoegdheid om een bestuurlijke boete op te leggen, vervalt:
a. indien ter zake van de overtreding een strafvervolging is ingesteld en
het onderzoek ter terechtzitting een aanvang heeft genomen, dan wel
het recht tot strafvervolging is vervallen ingevolge artikel 76 van het
Wetboek van Strafrecht van Aruba;
b. drie jaren na de dag waarop de niet-naleving van het voorschrift is
geconstateerd.
2. De termijn, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, wordt gestuit
door een bekendmaking van de beschikking waarbij de bestuurlijke boete
werd opgelegd.
3. Tussen de Autoriteit en het OpenbaarMinisterie vindt periodiek
overleg plaatsover de geconstateerdeovertredingen.
4. Het recht tot strafvervolging vervalt indien aan de betrokkene ter
zake van hetzelfde feit reeds een bestuurlijke boete is opgelegd.
Artikel 6.10
1. De Autoriteit kan op verzoek van de overtreder een last onder
dwangsom opheffen, de looptijd ervan voor een bepaalde termijn op-
schorten of de dwangsom verminderen ingeval van blijvende of tijdelijke
gehele of gedeeltelijke onmogelijkheid voor de overtreder om aan zijn
verplichtingen te voldoen.
2. De Autoriteit kan voorts op verzoek van een overtreder een last
onder dwangsom opheffen, indien de beschikking een jaar van kracht is
geweest zonder dat de dwangsom is verbeurd.
Artikel 6.1l
De Autoriteit legt geen bestuurlijke boete op, indien aan de over-
treder wegens dezelfde overtreding reeds eerder een bestuurlijke boete is
IS Staten ZJ 2006-2014 - 163
Scan nummer 1 van 4 - Scanpagina 26 van 28
25
opgelegd, dan wel kennisgeving als bedoeld in artikel 6.6, derde lid, is
gedaan.
Artikel 6.12
De Autoriteit houdt aantekening van de handelingen die in het ka-
der van een onderzoek, voorafgaand aan het opleggen van een bestuurlij-
ke boete, hebben plaatsgevondenonder vermelding van de personen die
die handelingen hebben verricht.
Artikel 6.13
l. Indien een verbeurde dwangsom of boete niet is betaald binnen
de door de Autoriteit bepaalde termijn, wordt de overtreder schriftelijk
aangemaandom bimien twee weken alsnog het bedrag van de dwangsom
of de boete, verhoogd met de kosten van de aanmaning, te betalen.
2. Bij gebreke van betaling kan door de Autoriteit van de overtreder
het bedrag en de kosten, bedoeld in het eerste lid, verhoogd met de in-
vorderingskosten, door middel van een dwangbevel worden ingevorderd.
3. De bekendmaking van het dwangbevel geschiedt door middel
van betekening van een exploot als bedoeld in het Wetboek van Burger-
lijke Rechtsvordering van Aruba en levert een executoriale titel op, die
met toepassing van de voorschriften van dat wetboek kan worden tenuit-
voergelegd.
4. Het dwangbevel vermeldt in ieder geval:
a. aan het hoofd het woord dwangbevel;
b. het bedrag van de invorderbare hoofdsom, vermeerderd met de ver-
schuldigde wettelijke rente;
c. het wettelijk voorschrift waaruit de verschuldigde geldsom voort-
vloeit;
d. de kosten van de aanmaning en van het dwangbevel;
e. dat het op kosten van de overtreder ten uitvoer kan worden uitge-
bracht.
5. Gedurende zes weken na de dag van betekening van het exploot
staat tegen het dwangbevel verzet open. Verzet wordt aanhangig gemaakt
tegen de Autoriteit bij het gerecht in eerste aanleg en op de voor het in-
dienen van vorderingen bepaalde wijze. Het verzet, mits tijdig en op de
voorgeschreven wijze gedaan, schorst de tenuitvoerlegging van het
dwangbevel.
IS Staten ZJ 2006-2014 - 163
Scan nummer 1 van 4 - Scanpagina 27 van 28
26
Artikel 6.14
lndien een boete ten onrechte is opgelegd, wordt de betaalde geld-
som, vermeerderd met de wettelijke rente, binnen zes weken nadat onher-
roepelijk is vastgesteld dat de boete ten onrechte is opgelegd, aan de
rechthebbendebetaalbaar gesteld.
Hoofdstuk 7
Overige- en slotbepalingen
Artikel 7.1
De Minister zendt binnen vijf jaar na de inwerkingtreding van deze
landsverordening, en vervolgens telkens na vijf jaar, aan de Staten een
verslag over het functioneren van de Autoriteit en de doeltreffendheid en
de effecten van dezelandsverordening in de praktijk.
Artikel 7.2
De Minister kan voor een periode van ten hoogste éénjaar na het
tijdstip van inwerkingtreding van deze landsverordening ten hoogste drie
ambtenaren ter beschikking stellen van deAutoriteit.
Artikel 7.3
1. Deze landsverordening treedt in werking op een bij landsbesluit
te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen
daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
IS Staten ZJ 2006-2014 - 163
Scan nummer 1 van 4 - Scanpagina 28 van 28
27
2. Zij kan worden aangehaaldals Mededingingsverordening
Gegeven te Oranjestad,
De minister van Economische Zaken, Sociale Zaken
en Cultuur,
De minister van Justitie en Onderwijs,

More Related Content

More from ArenaPolitico

Aanbieding eindrapport van de evaluatie van de Meerjarenprogramma’s Fondo Des...
Aanbieding eindrapport van de evaluatie van de Meerjarenprogramma’s Fondo Des...Aanbieding eindrapport van de evaluatie van de Meerjarenprogramma’s Fondo Des...
Aanbieding eindrapport van de evaluatie van de Meerjarenprogramma’s Fondo Des...ArenaPolitico
 
Eindevaluatie Meerjarenprogramma's Fondo Desaroyo Aruba (FDA)
Eindevaluatie Meerjarenprogramma's Fondo Desaroyo Aruba (FDA)Eindevaluatie Meerjarenprogramma's Fondo Desaroyo Aruba (FDA)
Eindevaluatie Meerjarenprogramma's Fondo Desaroyo Aruba (FDA)ArenaPolitico
 
Motie nr. 15 Fractie MEP.olv849
Motie nr. 15 Fractie MEP.olv849Motie nr. 15 Fractie MEP.olv849
Motie nr. 15 Fractie MEP.olv849ArenaPolitico
 
Banco Central: Consumer Confidence Survey Results Q3 2016
Banco Central: Consumer Confidence Survey Results Q3 2016Banco Central: Consumer Confidence Survey Results Q3 2016
Banco Central: Consumer Confidence Survey Results Q3 2016ArenaPolitico
 
CBA - Economic Forecast Monitor October 2016
CBA - Economic Forecast Monitor October 2016CBA - Economic Forecast Monitor October 2016
CBA - Economic Forecast Monitor October 2016ArenaPolitico
 
Manifiesto - Comision Nacional ProSigiridad
Manifiesto - Comision Nacional ProSigiridadManifiesto - Comision Nacional ProSigiridad
Manifiesto - Comision Nacional ProSigiridadArenaPolitico
 
20160908 amendement bikker - wever-croes - herde - lopez-tromp - geregistreer...
20160908 amendement bikker - wever-croes - herde - lopez-tromp - geregistreer...20160908 amendement bikker - wever-croes - herde - lopez-tromp - geregistreer...
20160908 amendement bikker - wever-croes - herde - lopez-tromp - geregistreer...ArenaPolitico
 
Banco Central: Monthly Bullitin June 2016
Banco Central: Monthly Bullitin June 2016Banco Central: Monthly Bullitin June 2016
Banco Central: Monthly Bullitin June 2016ArenaPolitico
 
Banco Central: State of economy 2015
Banco Central: State of economy 2015Banco Central: State of economy 2015
Banco Central: State of economy 2015ArenaPolitico
 
AHATA: Letter to the minister of tourism June 17 2016
AHATA: Letter to the minister of tourism June 17 2016AHATA: Letter to the minister of tourism June 17 2016
AHATA: Letter to the minister of tourism June 17 2016ArenaPolitico
 
Banco Central: Relato Mensual di April 2016
Banco Central: Relato Mensual di April 2016Banco Central: Relato Mensual di April 2016
Banco Central: Relato Mensual di April 2016ArenaPolitico
 
Contestacion di minister Bermudez riba pregunta di parlamentario Xiomara Maduro
Contestacion di minister Bermudez riba pregunta di parlamentario Xiomara MaduroContestacion di minister Bermudez riba pregunta di parlamentario Xiomara Maduro
Contestacion di minister Bermudez riba pregunta di parlamentario Xiomara MaduroArenaPolitico
 
Ministerio di Turismo - Buoys na beachnan
Ministerio di Turismo - Buoys na beachnanMinisterio di Turismo - Buoys na beachnan
Ministerio di Turismo - Buoys na beachnanArenaPolitico
 
Revitalisatie San Nicolas - Promenade Area
Revitalisatie San Nicolas - Promenade AreaRevitalisatie San Nicolas - Promenade Area
Revitalisatie San Nicolas - Promenade AreaArenaPolitico
 
Ad placement - ArenaPoliti.co
Ad placement - ArenaPoliti.coAd placement - ArenaPoliti.co
Ad placement - ArenaPoliti.coArenaPolitico
 
Rendering renovacion Promenade San Nicolas
Rendering renovacion Promenade San NicolasRendering renovacion Promenade San Nicolas
Rendering renovacion Promenade San NicolasArenaPolitico
 
Mike Eman - Discurso Nacional 2015
Mike Eman - Discurso Nacional 2015Mike Eman - Discurso Nacional 2015
Mike Eman - Discurso Nacional 2015ArenaPolitico
 

More from ArenaPolitico (17)

Aanbieding eindrapport van de evaluatie van de Meerjarenprogramma’s Fondo Des...
Aanbieding eindrapport van de evaluatie van de Meerjarenprogramma’s Fondo Des...Aanbieding eindrapport van de evaluatie van de Meerjarenprogramma’s Fondo Des...
Aanbieding eindrapport van de evaluatie van de Meerjarenprogramma’s Fondo Des...
 
Eindevaluatie Meerjarenprogramma's Fondo Desaroyo Aruba (FDA)
Eindevaluatie Meerjarenprogramma's Fondo Desaroyo Aruba (FDA)Eindevaluatie Meerjarenprogramma's Fondo Desaroyo Aruba (FDA)
Eindevaluatie Meerjarenprogramma's Fondo Desaroyo Aruba (FDA)
 
Motie nr. 15 Fractie MEP.olv849
Motie nr. 15 Fractie MEP.olv849Motie nr. 15 Fractie MEP.olv849
Motie nr. 15 Fractie MEP.olv849
 
Banco Central: Consumer Confidence Survey Results Q3 2016
Banco Central: Consumer Confidence Survey Results Q3 2016Banco Central: Consumer Confidence Survey Results Q3 2016
Banco Central: Consumer Confidence Survey Results Q3 2016
 
CBA - Economic Forecast Monitor October 2016
CBA - Economic Forecast Monitor October 2016CBA - Economic Forecast Monitor October 2016
CBA - Economic Forecast Monitor October 2016
 
Manifiesto - Comision Nacional ProSigiridad
Manifiesto - Comision Nacional ProSigiridadManifiesto - Comision Nacional ProSigiridad
Manifiesto - Comision Nacional ProSigiridad
 
20160908 amendement bikker - wever-croes - herde - lopez-tromp - geregistreer...
20160908 amendement bikker - wever-croes - herde - lopez-tromp - geregistreer...20160908 amendement bikker - wever-croes - herde - lopez-tromp - geregistreer...
20160908 amendement bikker - wever-croes - herde - lopez-tromp - geregistreer...
 
Banco Central: Monthly Bullitin June 2016
Banco Central: Monthly Bullitin June 2016Banco Central: Monthly Bullitin June 2016
Banco Central: Monthly Bullitin June 2016
 
Banco Central: State of economy 2015
Banco Central: State of economy 2015Banco Central: State of economy 2015
Banco Central: State of economy 2015
 
AHATA: Letter to the minister of tourism June 17 2016
AHATA: Letter to the minister of tourism June 17 2016AHATA: Letter to the minister of tourism June 17 2016
AHATA: Letter to the minister of tourism June 17 2016
 
Banco Central: Relato Mensual di April 2016
Banco Central: Relato Mensual di April 2016Banco Central: Relato Mensual di April 2016
Banco Central: Relato Mensual di April 2016
 
Contestacion di minister Bermudez riba pregunta di parlamentario Xiomara Maduro
Contestacion di minister Bermudez riba pregunta di parlamentario Xiomara MaduroContestacion di minister Bermudez riba pregunta di parlamentario Xiomara Maduro
Contestacion di minister Bermudez riba pregunta di parlamentario Xiomara Maduro
 
Ministerio di Turismo - Buoys na beachnan
Ministerio di Turismo - Buoys na beachnanMinisterio di Turismo - Buoys na beachnan
Ministerio di Turismo - Buoys na beachnan
 
Revitalisatie San Nicolas - Promenade Area
Revitalisatie San Nicolas - Promenade AreaRevitalisatie San Nicolas - Promenade Area
Revitalisatie San Nicolas - Promenade Area
 
Ad placement - ArenaPoliti.co
Ad placement - ArenaPoliti.coAd placement - ArenaPoliti.co
Ad placement - ArenaPoliti.co
 
Rendering renovacion Promenade San Nicolas
Rendering renovacion Promenade San NicolasRendering renovacion Promenade San Nicolas
Rendering renovacion Promenade San Nicolas
 
Mike Eman - Discurso Nacional 2015
Mike Eman - Discurso Nacional 2015Mike Eman - Discurso Nacional 2015
Mike Eman - Discurso Nacional 2015
 

Mededingingsverordening (ontwerp)

  • 1. IS Staten ZJ 2006-2014 - 163 Scan nummer 1 van 4 - Scanpagina 1 van 28 Ötobteftua/rt ClJtufl›m M _________________ __ Landsverordening houdende regels inzake de mededinging in Aruba en de instelling ek2/"mvzmai  V in dat kader van een Autoriteit Markt en ,W us. s, s Consument (Mededingingsverordening) / „ } AANBIEDING rw. 1 A De regering van Aruba biedt aan de Staten ter goed- keuring aan een ontwerp-Landsverordening houdende re- gels inzake de mededinging in Aruba en de instelling in dat kader van een Autoriteit Markt en Consument gingsverordening) Ora ` tad De m en f  in o isehe Zaken Sociale Zar / „ m§ÉCf Van Justitie en Onderwijs, ßaï ir (Mededin- 15 Nov2013 ken .L--,~*"“'""" `°"""`"""“”“"-- W _„„„„,„ e V 2 /f „„„,„„„,.,M~r»~i
  • 2. IS Staten ZJ 2006-2014 - 163 Scan nummer 1 van 4 - Scanpagina 2 van 28 ÖbctlluuJML Qnnßm, -?._l_.2~_<;>_1_;^±_:_@_<_>_›_i«_›_:_33_i:?________________ __ Landsverordening houdende regels inzake de mededinging in Aruba en de instelling in dat kader van een Autoriteit Markt en Con- sument (Mededingingsverordening) """""""""""" IN NAAM VAN DE KONING! DE GOUVERN EUR van Aruba, In overweging genomen hebbende: dat het ter waarborging van een duurzame economische ontwikkeling in Aruba wenselijk is regels vast te stellen over mededingingsafspraken en machtsposities, alsmede om regels te stellen omtrent toezicht op concen- traties van ondememingen; dat het in dit kader tevens wenselijk is om een zelfstandig lichaam met rechtspersoonlijkheid in te stellen, Autoriteit Markt en Consument ge- naamd, dat belast is met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze landsverordening; Heeft, de Raad van Advies gehoord, met gemeen overleg der Sta- ten, vastgesteld onderstaandelandsverordening: Hoofdstuk l Algemene bepalingen Artikel l.l 1. In deze landsverordening en de daarop berustende bepalingen
  • 3. IS Staten ZJ 2006-2014 - 163 Scan nummer 1 van 4 - Scanpagina 3 van 28 wordt verstaan onder: onderneming Minister Autoriteit Raad machtspositie dienst van algemeen economisch belang zeggenschap bindende aanwijzing concentratie 2 een eenheid die een economischeactiviteit ver- richt; de minister, belast met economische aangele- genheden; de Autoriteit Markt en Consument, genoemd in artikel 4.1, eerste lid; de raad van bestuur van deAutoriteit; een positie van economische of feitelijke aard van een of meer ondernemingen die hen in staat stelt de instandhouding van een daadwerkelijke mededinging op de Arubaanse markt of een deel daarvan te verhinderen door hun de mogelijk- heid te geven zich in belangrijke mate onafhan- kelijk van hun concurrenten, hun leveranciers, hun afnemers of de eindgebruikers te gedragen; dienst van economische aard, die door de over- heid aan een onderneming is opgedragen; de mogelijkheid om op grond van feitelijke of juridische omstandigheden een beslissende in- vloed uit te oefenen op de activiteiten van een onderneming; een wegens een overtreding opgelegde last tot het verrichten of nalaten van bepaaldehandelin- gen; a. het fuseren van twee of meer voorheen van elkaar onafhankelijke ondernemingen; b. het direct of indirect verkrijgen van zeggen- schapdoor: 1°.een of meer natuurlijke personen of rechtspersonen die reeds zeggenschap over ten minste een onderneming hebben, of 2°.een of meer ondernemingen over een of meer andere ondernemingen of delen daarvan door middel van de verwerving van participaties in het kapitaal of van vermogensbestanddelen, uit hoofde van een overeenkomst of op enige andere wijze.
  • 4. IS Staten ZJ 2006-2014 - 163 Scan nummer 1 van 4 - Scanpagina 4 van 28 3 2. Onder een concentratie als bedoeld in onderdeel b van de defini- tie van concentratie, bedoeld in het eerste lid, wordt mede verstaan de totstandbrenging van een gemeenschappelijkeonderneming die duur- zaam alle functies van een zelfstandige economische activiteit vervult. Hoofdstuk 2 Mededingingsafspraken § 1. Verbod van mededingingsafspraken Artikel 2.1 1. Verboden zijn overeenkomsten tussen ondernemingen, besluiten van ondernemersverenigingen en onderling afgestemde feitelijke gedra- gingen van ondernemingen, die ertoe strekken of als gevolg hebben dat de concurrentie op de Arubaanse markt of een deel daarvan merkbaar wordt verhinderd, beperkt of vervalst. 2. Tot de in het eerste lid bedoelde overeenkomsten tussen onder- nemingen, besluiten van ondernemersverenigingen en onderling afge- stemde feitelijke gedragingen van ondernemingen behoren in ieder geval die welke bestaanin het, direct of indirect: a. bepalenvan verkoopprijzen of andereverkoopvoorwaarden; b. bepalen van inschrijfprijzen of anderebiedingsvoorwaarden in geval van aanbestedingen; c. beperken of controleren van productie of afzet, waaronder gezamen- lijke leveringsweigering; d. verdelen van markten. 3. De krachtens het eerste lid verboden overeenkomsten en beslui- ten zijn van rechtswege nietig. Artikel 2.2 1. Behoudens voor de overeenkomsten tussen ondernemingen, be- sluiten van ondernemersverenigingen en onderling afgestemde feitelijke gedragingen van ondernemingen, bedoeld in artikel 2.1, tweede lid, is ar- tikel 2.l, eerste lid, niet van toepassingop overeenkomsten tussen onder- nemingen, besluiten van ondernemersverenigingen en onderling afge- stemde feitelijke gedragingen van ondernemingen, indien het gezamen- lijke marktaandeel van de ondernemingen die betrokken zijn bij de over- eenkomst of onderling afgestemde feitelijke gedraging of ondernemingen
  • 5. IS Staten ZJ 2006-2014 - 163 Scan nummer 1 van 4 - Scanpagina 5 van 28 4 die deel uitmaken van de bij het besluit betrokken ondernemersvereni- ging, op elke relevante markt niet meer bedraagt dan 25%. 2. ln geval van afzonderlijke overeenkomsten tussen een onderne- ming of een ondernemersvereniging en twee of meer andere onderne- mingen, die dezelfde strekking hebben, worden voor de toepassing van het eerste lid die overeenkomsten tezamen beschouwd als eenovereen- komst. In geval van afzonderlijke onderling afgestemde feitelijke gedra- gingen van een onderneming met twee of meer andere ondernemingen, die dezelfde strekking hebben,worden voor de toepassing van het eerste lid die onderling afgestemde feitelijke gedragingen tezamen beschouwd als eenonderling afgestemde feitelijke gedraging. 3. Bij landsbesluit, houdende algemenemaatregelen, kan het in het eerste lid bedoelde percentage worden gewijzigd en kan voor de toepas- sing van het eerste lid de opsomming van overeenkomsten tussen onder- nemingen, besluiten van ondernemersverenigingen en onderling afge- stemde feitelijke gedragingen van ondernemingen als bedoeld in artikel 2.1, tweede lid, worden gewijzigd. 4. De voordracht voor een landsbesluit als bedoeld in het derde lid, wordt niet gedaan, dan nadat het ontwerp, vergezeld van zowel de toe- lichting als het advies dat de Raad van Advies over het ontwerp heeft uit- gebracht, aan de Staten is overgelegd en de Staten gedurendetwee weken de gelegenheidis geboden hun wensen en bezwaren ter kennis te brengen van de Minister. Artikel 2.3 l. Behoudens voor de overeenkomsten tussen ondernemingen, be- sluiten van ondernemersverenigingen en onderling afgestemde feitelijke gedragingen van ondernemingen, bedoeld in artikel 2.1, tweede lid, kan de Autoriteit een ontheffing verlenen van het verbod, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, voor overeenkomsten, besluiten van ondernemersvereni- gingen en onderling afgestemde feitelijke gedragingen als bedoeld in dat artikel, die bijdragen tot verbetering van de productie of van de verdeling der producten of tot verbetering van de technische of economische voor- uitgang, mits een billijk aandeel in de daaruit voortvloeiende voordelen de gebruikers ten goede komt, en zonder aan de betrokken ondernemin- gen: a. beperkingen op te leggen die voor het bereiken van deze doelstellin- gen niet onmisbaar zijn, of
  • 6. IS Staten ZJ 2006-2014 - 163 Scan nummer 1 van 4 - Scanpagina 6 van 28 5 b. de mogelijkheid te geven, voor een wezenlijk deel van de betrokken goederen en diensten de concurrentie uit te schakelen. 2. Een ontheffing kan onder beperkingenworden verleend; aan een ontheffing kunnen voorschriften worden verbonden. 3. Bij landsbesluit, houdende algemenemaatregelen, kunnen nade- re regels worden gegeven met betrekking tot de in het eerste lid bedoelde ontheffingen. Artikel 2.4 Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kan, de Autori- teit gehoord, worden bepaald, zo nodig onder voorschriften en beperkin- gen, dat artikel 2.1, eerste lid, niet geldt voor in die maatregel omschre- ven categorieën van overeenkomsten, besluiten en gedragingen als be- doeld in dat artikel, die bijdragen tot verbetering van de productie of van de verdeling der producten of tot verbetering van de technische of eco- nomische vooruitgang, mits een billijk aandeel in de daaruit voortvloei- ende voordelen de gebruikers ten goede komt, en zonder aan de betrok- ken ondernemingen: a. beperkingen op te leggen die voor het bereiken van deze doelstellin- gen niet onmisbaar zij n, of b. de mogelijkheid te geven, voor een wezenlijk deel van de betrokken goederenen diensten de concurrentie uit te schakelen. Artikel 2.5 Artikel 2.1, eerste lid, is niet van toepassing op collectieve arbeids- overeenkomsten. Onder een collectieve arbeidsovereenkomst wordt ver- staan de overeenkomst, aangegaan door een of meer werkgevers of een of meer verenigingen met volledige rechtsbevoegdheid van werkgevers en een of meer verenigingen met volledige rechtsbevoegdheid van werk- nemers, waarbij voornamelijk of uitsluitend worden geregeld arbeids- voorwaarden, bij arbeidsovereenkomsten in acht te nemen. § 2. Uitzondering in verband met het vervullen van bijzondere taken Artikel 2.6 Voor overeenkomsten, besluiten en gedragingen als bedoeld in arti- kel 2.1, eerste lid, waarbij tenminste een onderneming of ondernemings-
  • 7. IS Staten ZJ 2006-2014 - 163 Scan nummer 1 van 4 - Scanpagina 7 van 28 6 vereniging betrokken is die bij wettelijk voorschrift of door een bestuurs- orgaan is belast met het beheer van diensten van algemeen economisch belang, geldt artikel 2.1, eerste lid, voor zover de toepassingvan dat arti- kel de vervulling van de aan die onderneming of ondememersvereniging toevertrouwde bijzondere taak niet verhindert. § 3. Verbod van misbruik machtspositie Artikel 2.7 1. Het is ondernemingen verboden misbruik te maken van een machtspositie. Tot dergelijke misbruik wordt in ieder geval gerekend: a. het rechtstreeks of zijdelings opleggen van onbillijke aan- of ver- koopprijzen of van andereonbillijke contractuele voorwaarden; b. het beperken van de productie, de afzet of de technische ontwikke- ling ten nadele van de verbruikers; c. het toepassen ten opzichte van handelspartnersvan ongelijke voor- waarden bij gelijkwaardige prestaties, hun daarmee nadeel berokke- nend bij de mededinging; d . het feit dat het sluiten van overeenkomsten afhankelijk wordt gesteld van het aanvaarden door de handelspartnersvan bijkomende presta- ties, welke naar hun aard of volgens het handelsgebruik geen ver- band houden met het onderwerp van deze overeenkomsten. 2. Het tot stand brengen van een concentratie wordt niet aange- merkt als het misbruik maken van een machtspositie. 3. Een onderneming, die op de relevante markt een marktaandeel heeft van 60% of meer, heeft een machtspositie. 4. Voor zover de toepassingvan het eerste lid de vervulling van bij wettelijk voorschrift of door een bestuursorgaan aan een onderneming opgedragen beheer van een dienst van algemeen economisch belang ver- hindert, kan de Autoriteit op aanvraag verklaren dat het eerste lid niet van toepassing is op een daarbij aangewezen gedraging. 5. Een beschikking als bedoeld in het vierde lid kan onder beper- kingen worden gegeven; aan een beschikking kunnen voorschriften wor- den verbonden.
  • 8. IS Staten ZJ 2006-2014 - 163 Scan nummer 1 van 4 - Scanpagina 8 van 28 7 § 4. Preventieve maatregelenbij machtspositie Artikel 2.8 l. Indien de Autoriteit van oordeel is dat een onderneming beschikt over een machtspositie of meerdere ondernemingen gezamenlijk be- schikken over een machtspositie, kan de Autoriteit die onderneming of ondernemingen een of meer van de volgende verplichtingen opleggen: a. de verplichting om door de Autoriteit te bepalencategorieën van in- formatie aan door de Autoriteit te bepalen categorieën van belang- hebbenden op een door de Autoriteit te bepalenwijze bekend te ma- ken; b. de verplichting om bij de levering van door de Autoriteit te bepalen producten of diensten, de afnemers van die producten dan wel dien- sten in gelijke gevallen gelijk te behandelen; c. de verplichting om een door de Autoriteit te bepalen dienst of pro- duct los te leveren van andere diensten of producten; d. de verplichting de kosten en opbrengsten van door de Autoriteit te bepalen diensten of producten die de onderneming aan zichzelf of aan zijn afnemers aanbiedt, te scheiden van die van de overige door de onderneming verrichte activiteiten en daartoe een gescheiden boekhouding te voeren overeenkomstig door de Autoriteit gegeven aanwijzingen; e. de verplichting onder redelijke voorwaardente voldoen aan elk rede- lijk verzoek van een onderneming tot het sluiten van een overeen- komst; f. andere, bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, aangewe- zen verplichtingen. 2. De Autoriteit zendt het ontwerp van de te nemen beschikking, bedoeld in het eerste lid, aan de belanghebbendetot wie het gericht zal zijn. 3. De Autoriteit stelt de betrokkene in de gelegenheid om binnen een redelijke termijn naar keuze schriftelijk of mondeling zijn zienswijze naar voren te brengen voordat de beschikking wordt genomen. 4. De Autoriteit neemt bij het opleggen van verplichtingen als be- doeld in het eerste lid de beginselen van proportionaliteit in acht. 5. De Autoriteit kan aan de verplichtingen, bedoeld in het eerste lid, voorschriften en beperkingen verbinden die nodig zijn voor een goede uitvoering van de verplichtingen.
  • 9. IS Staten ZJ 2006-2014 - 163 Scan nummer 1 van 4 - Scanpagina 9 van 28 8 6. Een verplichting als bedoeld in het eerste lid geldt voor een peri- ode van ten hoogste drie jaar na de datum Waarop deze ingaat. De Autori- teit kan binnen die periode beslissentot intrekking indien de verplichting naar zijn oordeel niet meer noodzakelijk is. Voorts kan de Autoriteit bin- nen die periode beslissentot wijziging of verlenging van de verplichting, telkens voor een periode van ten hoogste drie jaar. Artikel 2.9 1. Indien de Autoriteit een redelijk vermoeden heeft dat hij tot een oordeel als bedoeld in artikel 2.8, eerste lid, zal komen, kan hij in spoed- eisende gevallen vooruitlopen op de toepassingvan artikel 2.8 en de des- betreffende onderneming of ondernemingen een of meer van de verplich- tingen opleggen, bedoeld in artikel 2.8, eerste lid. 2. Artikel 2.8, vierde en vijfde lid, is van overeenkomstige toepas- sing op de verplichting, bedoeld in het eerste lid. 3. Artikel 2.8, zesde lid, is van overeenkomstige toepassingop de verplichting, bedoeld in het eerste lid, met dien verstande dat de verplich- ting geldt voor een periode van ten hoogste zes maanden en dat deze eenmaal met een periode van ten hoogste zes maanden kan worden ver- lengd. Hoofdstuk 3 Concentraties Artikel 3.l l. Een concentratie wordt voorafgaande aan de totstandbrenging ervan gemeld bij de Autoriteit, indien: a. de gezamenlijke omzet van de betrokken ondernemingen in het voorafgaande kalenderjaar meer bedroeg dan een bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, vast te stellen bedrag, waarvan door ten minste twee van de betrokken ondernemingen ieder ten minste een bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, vast te stellen bedrag in Aruba is behaald,of b. de betrokken ondernemingen op een of meer relevante markten in Aruba een marktaandeel van 30% of meer creëren of versterken. 2a. De berekening van de omzet, bedoeld in het eerste lid, geschiedt op grond van de netto-omzet, waarbij onder de netto-omzet wordt ver- staan de opbrengst uit de levering van goederen en diensten door de
  • 10. IS Staten ZJ 2006-2014 - 163 Scan nummer 1 van 4 - Scanpagina 10 van 28 9 onderneming, onder añrek van kortingen en daarmeevergelijkbare voordelen en van over de omzet gehevenbelastingen. b. Indien een onderneming behoort tot een groep worden voor de bere- kening van de omzet van die onderneming de omzetten van alle tot die groep behorende ondernemingen opgeteld. Bij deze berekening worden de transacties tussen de tot die groep behorende onderne- mingen buiten beschouwing gelaten. Een groep als bedoeld in dit lid is een economische eenheid waarin ondernemingen organisatorisch zijn verbonden. c. Voor de berekening van de gezamenlijke omzet van de betrokken ondernemingen, bedoeld in het eerste lid, worden de transacties tus- sen die ondernemingen buiten beschouwing gelaten. 3. Wanneer de concentratie tot stand wordt gebracht door middel van de verwerving van de zeggenschapover delen van een of meer on- dernemingen, welke delen al dan niet eigen rechtspersoonlijkheid bezit- ten, wordt bij de berekening van de omzet en het marktaandeel, bedoeld in het eerste lid, ten aanzien van de vervreemder of de vervreemders uit- sluitend rekening gehouden met de activiteiten van de te vervreemden delen die voorwerp zijn van de transactie. Twee of meer verwervingen als bedoeld in de eerste volzin, die plaatsvinden binnen een periode van twee jaar en die afhankelijk van elkaar zijn of op een economischewijze zo- danig niet elkaar zijn verbonden dat deze verwervingen als één verwer- ving zouden moeten worden beoordeeld, worden beschouwd als één con- centratie die tot stand gebracht wordt op de dag van de laatste transactie. 4. Onverminderd het derde lid worden voor de berekening van de omzet en het marktaandeel van een betrokken onderneming als bedoeld in het eerste lid, de omzetten respectievelijk de marktaandelen van de volgende ondernemingen opgeteld: a. de betrokken onderneming; b. de ondernemingen waarin de betrokken onderneming rechtstreeks of middellijk: 1°. meer dan de helft van het kapitaal of de bedrijfsactiva bezit, 2°. de bevoegdheid heeft meer dan de helft van de stemrechten uit te oefenen, 3°. de bevoegdheid heeft meer dan de helft van de leden van het toe- zichthoudend orgaan, of van de krachtens de landsverordening tot vertegenwoordiging bevoegde organen te benoemen, dan wel 4°. het recht heeft de onderneming te leiden; c. ondernemingen die in een betrokken onderneming over de in onder- deel b genoemde rechten of bevoegdhedenbeschikken;
  • 11. IS Staten ZJ 2006-2014 - 163 Scan nummer 1 van 4 - Scanpagina 11 van 28 10 d. ondernemingen waarin een in onderdeel c bedoelde onderneming over de in onderdeel b genoemderechten of bevoegdhedenbeschikt; e. ondernemingen waarin ten minste twee ondernemingen als bedoeld in onderdelen a tot en met d gezamenlijk over de in onderdeelb ge- noemderechten of bevoegdhedenbeschikken. 5. Indien bij de concentratie betrokken ondernemingen gezamenlijk beschikken over de in het vierde lid, onderdeel b, bedoelde rechten of bevoegdheden in een gemeenschappelijkeonderneming, wordt voor de berekening van de omzet en het marktaandeelvan de betrokken onder- nemingen, bedoeld in het eerste lid: a. geen rekening gehouden met de omzet die, onderscheidenlijk het marktaandeel dat het resultaat is van de verkoop van producten en het leveren van diensten tussen de gemeenschappelijkeonderneming en elk van de betrokken ondernemingen of van enige andere met de betrokken onderneming verbonden onderneming als bedoeld in het vierde lid, onderdelenb tot en met e; b. rekening gehouden met de omzet die onderscheidenlijk het marktaandeel dat het resultaat is van de verkoop van producten en het verlenen van diensten tussen de gemeenschappelijke onderne- ming en derde ondernemingen. Deze omzet onderscheidenlijk dit marktaandeel wordt aan de ondernemingen toegerekend in verhou- ding tot hun deelnemingen in de gemeenschappelijkeondememing. 6. Voor de berekening van de gezamenlijke omzet en het gezamen- lijke marktaandeel van de betrokken ondernemingen, bedoeld in het eer- ste lid, worden transacties tussen de in het vierde lid bedoelde ondeme- mingen buiten beschouwing gelaten. 7. Voor de toepassingvan het eerste lid, wordt ten aanzien van kre- dietinstellingen en financiële instellingen de omzet vervangen door de som van de volgende op de winst- en verliesrekening over het vooraf- gaandeboekjaar opgenomen baten: a. rentebaten en soortgelijke baten; b. opbrengsten uit waardepapieren; c. ontvangen provisie; d. resultaat uit financiële transacties; e. overige bedrijfsopbrengsten; na aftrek van de belasting over de toe- gevoegde waarde en andere rechtstreeksmet de betrokken baten sa- menhangende belastingen. 8. Voor verzekeraars wordt voor de toepassing van het eerste lid de omzet vervangen door de waarde van de bruto geboekte premies in de zin
  • 12. IS Staten ZJ 2006-2014 - 163 Scan nummer 1 van 4 - Scanpagina 12 van 28 ll van de Landsverordening Toezicht Verzekeringsbedrijf (AB 2000 nr. 82) in het voorafgaande boekjaar. Artikel 3.2 l. Bij een melding worden bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, aangewezen gegevens verstrekt. 2. Van de melding wordt mededeling gedaan in de Landscourant van Aruba. Hoofdstuk 4 De Autoriteit Markt en Consument § l. Algemeen Artikel 4.1 l. Er is een Autoriteit Markt en Consument. 2. De Autoriteit bezit rechtspersoonlijkheid. 3. De Autoriteit staat onder leiding van de raad van bestuur. 4. De Autoriteit wordt in en buiten rechte vertegenwoordigd door de Raad. 5. De Autoriteit kan in het Engels worden aangehaaldals: the Aru- ban Fair Trade Authority. Artikel 4.2 1. De Raad bestaat uit twee gewone leden, waaronder de voorzitter en twee buitengewone leden. 2. Benoeming, schorsing en ontslag van de leden geschieden bij landsbesluit. Benoeming vindt plaats op grond van deskundigheid op het gebied van de taken waarmee de Autoriteit is belast alsmede op grond van maatschappelijke kennis en ervaring. De benoeming van de buiten- gewone leden geschiedt op voordracht van de twee gewone leden. 3. De leden worden benoemd voor een periode van vijf jaar. De le- den kunnen eenmaal worden herbenoemdvoor een periode van vijf jaar. 4. Een lid van de Raad kan op eigen verzoek worden ontslagen. Hij kan voorts worden geschorst of ontslagen wegens ongeschiktheid of on- bekwaamheid voor de vervulde functie dan wel wegens andere zwaarwe- gende in zijn persoon gelegen redenen.
  • 13. IS Staten ZJ 2006-2014 - 163 Scan nummer 1 van 4 - Scanpagina 13 van 28 l2 5. De Directeur van het Bureau, bedoeld in artikel 4.6, tweede lid, neemt deel aan de vergaderingen van de Raad. Hij heeft geen stemrecht. Artikel 4.3 l. Een lid van de Raad vervult geen nevenfuncties die ongewenst zijn met het oog op een goede vervulling van zijn functie of de handha- ving van zijn onafhankelijkheid of van het vertrouwen daarin. 2. Met het lidmaatschap van de Raad is in ieder geval onver- enigbaar: a. het werkzaam zijn bij een ministerie of bij een instelling, een dienst of bedrijf, ressorterende onder de verantwoordelijkheid van een minister; of b. het zitting hebben in de Staten. 3. Een lid van de Raad meldt het voornemen tot het aanvaardenvan een nevenfunctie andersdan uit hoofde van zijn functie aan de Minister. 4. Nevenfuncties van een lid van de Raad, anders dan uit hoofde van zijn functie worden openbaar gemaakt. Openbaarmaking geschiedt door het ter inzage leggen van een opgave van deze nevenfuncties bij de Autoriteit en bij de Minister. 5. Een lid van de Raad heeft geen financiële of andere belangen bij ondernemingen waardoor zijn onpartijdigheid in het geding kan zijn. Artikel 4.4 De Minister stelt de bezoldiging en de overige regels ten aanzien van de rechtspositie van de leden en de buitengewone leden van de Raad vast. Artikel 4.5 l. De Raad beslist bij meerderheid van stemmen. Indien de stem- men staken, beslist de voorzitter. 2. Onverminderd het eerste lid stelt de Raad een bestuursreglement vast, waarin in ieder geval regels over de werkwijze en procedures zijn opgenomen. In het reglement worden tevens regels opgenomen over de verdeling van de werkzaamheden bij de voorbereiding van de besluiten van de Raad. 3. Het bestuursreglement behoeft de voorafgaande goedkeuring van de Minister. De goedkeuring kan worden onthouden wegens strijd met
  • 14. IS Staten ZJ 2006-2014 - 163 Scan nummer 1 van 4 - Scanpagina 14 van 28 l3 het recht of op de grond dat het bestuursreglement naar het oordeel van de Minister een goedetaakuitoefening door de Raad kan belemmeren. 4. Het bestuursreglement wordt na de goedkeuring door de Minister bekend gemaakt door de Raad in de Landscourant van Aruba. § 2. Het Bureau Artikel 4.6 l. Er is een Bureau ter ondersteuning van de Raad. 2. Aan het hoofd van het Bureau staat de Directeur. 3. De Directeur en het personeelvan het Bureau worden in dienst genomen, geschorst en ontslagen door de Raad. 4. De Directeur en het personeelworden aangesteld op basis van een arbeidsovereenkomstnaar burgerlijk recht. Artikel 4.7 l. De Raad stelt de volgende documenten vast: a. een formatieplan waarin in ieder geval de formatie van de Autoriteit, de bijbehorende functies en de salarissenen de secundairearbeids- voorwaarden van de Directeur en het personeelworden geregeld; b. een personeelsreglement waarin de overige rechten en plichten van het personeelworden geregeld; c. een directiereglement waarin de taken en bevoegdhedenvan de Di- recteur worden geregeld. 2. Het formatieplan, personeelsreglementen directiereglement, alsmede alle daarin nadien aan te brengen wijzigingen behoeven de voor- afgaande goedkeuring van de Minister. § 3. Taken en bevoegdheden Artikel 4.8 1. De Minister kan, al dan niet op verzoek van een van de andere ministers, de Raad opdragen een rapportage uit te brengen inzake de ef- fecten voor de mededinging van voorgenomen of geldende regelgeving of van een voorgenomen of geldend besluit. 2. De Raad kan een in het eerste lid bedoelde rapportage ook uit ei- gen beweging uitbrengen.
  • 15. IS Staten ZJ 2006-2014 - 163 Scan nummer 1 van 4 - Scanpagina 15 van 28 l4 3. Het uitbrengen van een rapportage aan een van de andere minis- ters geschiedt door tussenkomst van de Minister. 4. Op verzoek van de Staten brengt de Raad met tussenkomst van de Minister een rapportage uit aan de Staten. De Minister zendt de rap- portage onverwijld naar de Staten. De Minister kan de rapportage doen vergezellen van zijn bevindingen. § 4. Informatievoorziening, sturing en toezicht Artikel 4.9 1. De Minister kan beleidsregels vaststellen met betrekking tot de uitoefening van de aan deAutoriteit toegekendebevoegdheden. 2. De in het eerste lid bedoelde beleidsregels kunnen betrekking hebben op de wijze waarop de Autoriteit bij toepassing van artikel 2.3, eerste lid, andere belangen dan economischebelangen in zijn afweging moet betrekken. 3. De bekendmaking van de beleidsregels geschiedt door plaatsing in de Landscourant van Aruba. Artikel 4.10 l. De Autoriteit verstrekt desgevraagdaan de Minister alle voor de uitoefening van zijn taak benodigde inlichtingen. De Minister kan inzage vorderen van alle zakelijke gegevens en bescheiden,voor zover dat voor de vervulling van zijn taak redelijkerwijs nodig is. 2. De Autoriteit geeft bij het verstrekken van de in het eerste lid be- doelde inlichtingen waar nodig aan welke gegevens een vertrouwelijk ka- rakter dragen. Dit vertrouwelijke karakter kan voortvloeien uit de aard van de gegevens, dan wel uit het feit dat natuurlijke- of rechtspersonen deze aan de Autoriteit hebben verstrekt onder het beding dat zij als ver- trouwelijk zullen gelden. 3. De Minister kan, nadat de Raad in de gelegenheid is gesteld zijn opmerkingen te maken, nadere regels vaststellen met betrekking tot de gegevensuitwisseling tussen de Minister en de Autoriteit. Artikel 4.1l l. Gegevens of inlichtingen welke in verband met enige werk- zaamheid ten behoeve van de uitvoering van een taak op grond van deze
  • 16. IS Staten ZJ 2006-2014 - 163 Scan nummer 1 van 4 - Scanpagina 16 van 28 15 landsverordening, alsmede ter uitvoering van andere landsverordeningen, voor zover dat in de desbetreffende landsverordening is bepaald, zijn verkregen mogen uitsluitend worden gebruikt voor de uitvoering van de- ze landsverordening of die landsverordeningen, voor zover dat in de des- betreffende landsverordening is bepaald. 2. Het eerste lid is niet van toepassing voor zover een wettelijk voorschrift het gebruik van verkregen gegevens of inlichtingen regelt. 3. In afwijking van het eerste lid is de Autoriteit bevoegd gegevens of inlichtingen te verstrekken aan: a. een bestuursorgaan, indien bij regeling van de Minister is bepaald dat verstrekking noodzakelijk is voor de goede vervulling van een aan dat bestuursorgaanopgedragentaak; b. een buitenlandse instelling, indien het gaat om gegevens of inlichtin- gen die van betekenis zijn of kunnen zijn voor de uitvoering van de taak van die buitenlandse instelling en die buitenlandse instelling op grond van zijn nationale wettelijk regels is belast met de toepassing van regels op het gebied van taken waarmee de Autoriteit belast is; of c. degene op wie de gegevens of inlichtingen betrekking hebben voor zover deze gegevens of inlichtingen door of namens hem zijn ver- strekt. 4. Verstrekking aan een in het derde lid bedoelde bestuursorgaan of buitenlandse instelling vindt uitsluitend plaats indien: a. de geheimhouding van de gegevens of inlichtingen in voldoende ma- te is gewaarborgd; en b. voldoende is gewaarborgd dat de gegevens of inlichtingen niet zullen worden gebruikt voor een ander doel dan waarvoor deze worden ver- strekt. Artikel 4.12 1. Indien naar het oordeel van de Minister de Autoriteit bij de uitoe- fening van zijn taak ernstig in gebreke blijft, kan de Minister de noodza- kelijke voorzieningen treffen. 2. De voorzieningen worden, spoedeisendegevallen uitgezonderd, niet eerder getroffen dan nadat de Autoriteit in de gelegenheid is gesteld om binnen een door de Minister te stellen termijn alsnog zijn taak naar behoren uit te voeren. 3. Indien de in het eerste lid bedoeldetaakverwaarlozing betrekking heeft op werkzaamheden ten behoeve van de uitvoering van een andere
  • 17. IS Staten ZJ 2006-2014 - 163 Scan nummer 1 van 4 - Scanpagina 17 van 28 l6 landsverordening, voor zover in de desbetreffende landsverordening is bepaald dat de Autoriteit belast is met de uitvoering van die landsveror- dening, treft de Minister de voorzieningen na overleg met de andere mi- nister wie het aangaat. 4. De Minister stelt de Staten onverwijld in kennis van door hem getroffen voorzieningen als bedoeld in het eerste lid. Artikel 4.13 l. De Raad stelt jaarlijks vóór l april een jaarverslag op. Het jaar- verslag heeft betrekking op de uitvoering van deze landsverordening en andere landsverordeningen, voor zover in de desbetreffende landsveror- dening is bepaald dat de Autoriteit belast is met de uitvoering van die landsverordening, en bevat tevens een verantwoording van het financiële beheer van deAutoriteit. 2. Het jaarverslag wordt gezonden aan de Minister en in voorko- mend geval aan de andere minister wie het aangaat en wordt algemeen verkrijgbaar gesteld. 3. De Minister brengt het jaarverslag, vergezeld van zijn bevindin- gen daaromtrent alsmede van de bevindingen van de andere minister, be- doeld in het tweede lid, vóór l septemberter kennis van de Staten. Artikel 4.l 4 l. De Minister zendt elke vijf jaar aan de Staten een verslag over de doeltreffendheid en doelmatigheid van het functioneren van de Autoriteit. 2. Voor zover het verslag betrekking heeft op de werkzaamheden ten behoeve van de uitvoering van een andere landsverordening, voor zo- ver in de desbetreffende landsverordening is bepaalddat de Autoriteit be- last is met de uitvoering van die landsverordening, stelt de Minister het verslag op na overleg met de andere minister wie het aangaat. Artikel 4.l 5 l. De financiële middelen tot dekking van de uitgaven van de Au- toriteit worden verkregen uit de algemene middelen van het Land. 2. De Raad zendt jaarlijks vóór l april aan de minister, belast met financiën, de ontwerpbegroting voor het daaropvolgendjaar. 3. De financiële middelen, bedoeld in het eerste lid, worden telkens voor de periode van eenjaar door de Minister vastgesteld.
  • 18. IS Staten ZJ 2006-2014 - 163 Scan nummer 1 van 4 - Scanpagina 18 van 28 l 7 Artikel 4.16 De Raad draagt zorg voor de nodige technische en organisatorische voorzieningen ter beveiliging van de gegevens bij de Autoriteit tegen ver- lies of aantasting en tegen onbevoegde kennisneming, wijziging of ver- strekking van die gegevens. Artikel 4.17 De Raad verschaft de Minister periodiek informatie over de gele- verde en te leveren prestaties. Artikel 4.18 De Raad kan uitvoeringsregels vaststellen ter uitvoering van de aan hem opgedragen taken. De uitvoeringsregels behoeven de voorafgaande goedkeuring van de Minister. Van de uitvoeringsregels doet de Raad na voorafgaande goedkeuring door de Minister mededeling in de Landscou- rant van Aruba. Artikel 4.19 1. De Minister onthoudt zich van instructies die op een individuele zaak betrekking hebben. 2. De leden van de Raad en het personeelvan de Autoriteit verlan- gen of ontvangen geen instructies die op een individuele zaak betrekking hebben. Hoofdstuk 5 Toezicht Artikel 5.1 1. Met het toezicht op de naleving van het bepaaldebij of krachtens deze landsverordening zijn belast de daartoe bij landsbesluit aangewezen personen, werkzaam bij de Autoriteit. Een zodanig landsbesluit wordt bekendgemaakt in de Landscourant van Aruba. 2. De krachtens het eerste lid aangewezen personen kunnen het toezicht op een risicogeoriënteerde wijze uitoefenen. Zij rapporteren ter zake van de uitoefening van de bevoegdheden,genoemd in het derde lid,
  • 19. IS Staten ZJ 2006-2014 - 163 Scan nummer 1 van 4 - Scanpagina 19 van 28 l8 aan de voorzitter van de Raad of aan de door deze schriftelijk aan te wij- zen leidinggevenden binnen de Autoriteit. 3. De krachtens het eerste lid aangewezen personen zijn, uitsluitend voor zover dat voor de vervulling van hun taak redelijkerwijze noodzake- lijk is, bevoegd: a. alle inlichtingen te vragen; b. inzage te verlangen van alle zakelijke boeken, bescheidenen andere informatiedragers en daarvan afschrift te nemen of kopie te maken of deze daartoe tij delijk mee te nemen; c. alle plaatsen, met uitzondering van woningen, zonder de uitdrukke- lijke toestemming van de bewoner te betreden, vergezeld van door hen aangewezen personen; d. bedrijfsruimten en voorwerpen te verzegelen; e. woningen zonder de uitdrukkelijke toestemming van de bewoner te betreden en te doorzoeken, voor zover dat voor de uitoefening van de in onderdelen a tot en met d bedoelde bevoegdheden redelijker- wijs noodzakelijk is. 4. Zo nodig, wordt de toegang tot een plaats of woning als bedoeld in het derde lid, onderdelen c respectievelijk d, verschaft met behulp van de sterke arm. 5. Alvorens toepassingte geven aan de bevoegdheid, bedoeld in het derde lid, onderdeel e, toont de toezichthouder een legitimatiebewijs, voorzien van een foto, en vraagt, zo mogelijk in een taal die de betrokke- ne verstaat, onder mededeling van het doel van zijn komst, aan de bewo- ner toestemming om in de desbetreffende woning binnen te treden; indien de toestemming niet wordt gegeven, toont de toezichthouder een machti- ging tot binnentreden van de rechter-commissaris, welke machtiging het adres van de woning en, zo mogelijk, de naam van de bewoner daarvan bevat, en verstrekt onmiddellijk een kopie daarvan aan de bewoner. 6. De wijze van taakuitoefening van de krachtens het eerste lid aangewezen personen geschiedt conform de voorschriften van het Landsbesluit algemene bepalingen toezichtuitoefening (AB 1998 no. 70) of het landsbesluit dat dit vervangt. 7. Een ieder verleent aan de krachtens het eerste lid aangewezen personen alle medewerking, die op grond van het derde lid van hem wordt gevorderd.
  • 20. IS Staten ZJ 2006-2014 - 163 Scan nummer 1 van 4 - Scanpagina 20 van 28 l 9 Artikel 5.2 1. De krachtens artikel 5.1, eerste lid, aangewezen persoon, die is binnengetreden of een doorzoeking als bedoeld in artikel 5,1, derde lid, onderdeel e, heeft verricht maakt op zijn ambtseedof -belofte een schrif- telijk verslag op omtrent het binnentredenof de doorzoeking. 2. Bij landsbesluit, houdende algemenemaatregelen,worden regels gegeven omtrent de inhoud van het verslag en aan wie het wordt toege- zonden dan wel afschrift wordt verstrekt. Artikel 5.3 1. Het is een ieder die uit hoofde van de toepassing van deze lands- verordening of van een ingevolge deze landsverordening genomen be- sluit enige taak vervult of heeft vervuld, verboden van gegevens of in- lichtingen die ingevolge deze landsverordening zijn verstrekt of verkre- gen van een buitenlandse instantie als bedoeld in artikel 5.4 zijn ontvan- gen, verder of anders gebruik te maken of daaraanverder of anders be- kendheid te geven dan voor de uitoefening van zijn taak of door deze landsverordening wordt geëist. 2. In afwijking van het eerste lid, is de Autoriteit bevoegd met ge- bruikmaking van gegevens of inlichtingen, verkregen bij de uitvoering van haar taak op grond van deze landsverordening, mededelingen te doen mits deze niet kunnen worden herleid tot afzonderlijke personen of in- stellingen. 3. Het eerste lid laat onverlet de verplichting om overeenkomstig het Wetboek van Strafvordering van Aruba (AB 1996 no. 75) als getuige in strafzaken een verklaring af te leggen omtrent gegevens of inlichtingen verkregen bij de vervulling van zijn ingevolge deze landsverordening op- gedragentaak. Artikel 5.4 1. ln afwijking van artikel 5.3, eerste lid, is de Autoriteit bevoegd om gegevens en inlichtingen, verkregen bij de vervulling van de haar in- gevolge deze landsverordening opgedragen taken, uit te wisselen met in het buitenland van overheidswege aangewezen instanties die belast zijn met het toezicht op de naleving van wet- en regelgeving ter zake van de mededinging.
  • 21. IS Staten ZJ 2006-2014 - 163 Scan nummer 1 van 4 - Scanpagina 21 van 28 20 2. Van de bevoegdheid, bedoeld in het eerste lid, wordt geen ge- bruik gemaakt, indien: a. het doel waarvoor de gegevens of inlichtingen zullen worden ge- bruikt, onvoldoende bepaaldis; b. verstrekking van de gegevens of inlichtingen zich niet verdraagt met de openbareorde of het recht van Aruba; c. de geheimhouding van de gegevens of inlichtingen niet voldoende is gewaarborgd; d. verstrekking van de gegevens of inlichtingen redelijkerwijs in strijd is of zou kunnen komen met de belangen die deze landsverordening beoogt te beschermen; e. onvoldoende is gewaarborgd dat de gegevens of inlichtingen niet zullen worden gebruikt voor een ander doel dan waarvoor deze wor- den verstrekt. 3. Voor zover de gegevens of inlichtingen, bedoeld in het eerste lid, zijn verkregen van een buitenlandse toezichthoudendeinstantie, verstrekt de Autoriteit deze niet aan een anderebuitenlandse toezichthoudende in- stantie, tenzij de instantie waarvan de gegevens of inlichtingen zijn ver- kregen, heeft ingestemd met de verstrekking van de gegevens of inlich- tingen en in voorkomend geval heeft ingestemd met het gebruik voor een ander doel dan waarvoor de gegevens of inlichtingen zijn verstrekt. 4. Indien een buitenlandse toezichthoudendeinstantie aan de Auto- riteit verzoekt om gegevens of inlichtingen, die de Autoriteit op grond van het eerste of tweede lid heeft verstrekt, te gebruiken voor een ander doel dan waarvoor zij zijn verstrekt, willigt de Autoriteit dat verzoek slechts in, indien: a. het beoogde gebruik niet in strijd is met het eerste of tweede lid; of b. de toezichthoudende instantie in kwestie op een andere wijze dan in deze landsverordening voorzien vanuit Aruba met inachtneming van de daarvoor geldende wettelijke procedures voor dat andere doel de beschikking over die gegevens of inlichtingen zou kunnen verkrijgen Artikel 5.5 l. De Autoriteit kan ten behoevevan de uitvoering van haar taak op grond van de artikelen 5.3 en 5.4 van een ieder gegevens of inlichtingen vorderen, indien dat voor de vervulling van de taak van een in artikel 5.4, eerste lid, bedoelde instantie nodig is. Artikel 5.1, derde tot en met ze- vende lid, is van overeenkomstige toepassing.
  • 22. IS Staten ZJ 2006-2014 - 163 Scan nummer 1 van 4 - Scanpagina 22 van 28 21 2. Op verzoek van een instantie als bedoeld in het eerste lid, kan de Autoriteit gegevens en inlichtingen vragen aan of een onderzoekinstellen of doen instellen bij een ieder waarvan redelijkerwijs kan worden ver- moed dat hij over gegevens of inlichtingen beschikt, die redelijkerwijs van belang kunnen zijn voor de verzoekende instantie. 3. Degene aan wie gegevens of inlichtingen als bedoeld in het tweede lid, zijn gevraagd, verstrekt dezebinnen een door de Autoriteit te stellen redelijke termijn. 4. Degene bij wie een onderzoek als bedoeld in het tweede lid, wordt ingesteld, verleent alle medewerking die nodig is voor een richtige uitvoering van dat onderzoek. Artikel 5.1, derde en vierde lid, is van overeenkomstige toepassing. 5. De Autoriteit kan toestaan dat een functionaris van een instantie als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, deelneemt aan de uitvoering van een verzoek als bedoeld in het tweede lid. De functionaris, bedoeld in de eer- ste volzin, volgt de aanwijzingen op van de werknemer van de Autoriteit die met de uitvoering van het verzoek is belast. Het gebod,bedoeld in het vierde lid, geldt eveneens jegens de in de eerste volzin bedoelde functio- naris. Hoofdstuk 6 Bestuurlijke handhaving Artikel 6.1 l. Ter zake van de overtreding van de artikelen 2.1, eerste lid, of 2.7, eerste lid, kan de Autoriteit de overtreder: a. een bestuurlijke boete opleggen; b. een last onder dwangsom opleggen; c. een bindende aanwijzing tot naleving van deze landsverordening op- leggen. 2. Ter zake van een overtreding van de artikelen 2.8, eerste lid, 2.9, eerste lid, 3.1, eerste lid, 5.1, zevende lid, 5.3 of 5.5, derde of vierde lid, dan wel ter zake van de verbreking van de verzegeling, bedoeld in artikel 5.1, derde lid, onderdeel d, kan de Autoriteit de overtreder een bestuurlij- ke boete opleggen. 3. Ter zake van een overtreding van een bindende aanwijzing als bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, kan de Autoriteit de overtreder een bestuurlijke boete of een last onder dwangsom opleggen.
  • 23. IS Staten ZJ 2006-2014 - 163 Scan nummer 1 van 4 - Scanpagina 23 van 28 22 Artikel 6.2 1. De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste Afl. l.000.000,- of, indien de omzet van de betrokken onderneming in het boekjaar vooraf- gaand aan het jaar waarin de beschikking tot oplegging van de bestuurlij- ke boete is gegeven, meer dan A?. l0.000.000,- bedraagt, ten hoogste 10% van de omzet van de onderneming dan wel, indien de overtreding door een ondernemersvereniging is begaan,van de gezamenlijke omzet van de ondernemingen die van de vereniging deel uitmaken, in het boekjaar voorafgaande aan de beschikking. 2. De omzet, bedoeld in het eerste lid, wordt berekendvolgens het bepaaldein artikel 3.1, eerste lid. Artikel 6.3 1. Aan een last onder dwangsom kunnen voorschriften worden ver- bonden inzake het verstrekken van gegevens aan deAutoriteit. 2. Een last geldt voor een door de Autoriteit te bepalentermijn van ten hoogste twee jaren. Artikel 6.4 l. Overtredingen kunnen zowel door natuurlijke- of rechtspersonen worden begaan. Artikel 53, tweede en derde lid, van het Wetboek van Strafrecht van Aruba is van overeenkomstige toepassing. 2. De Autoriteit stelt richtsnoeren vast voor de toepassing van de bevoegdheden, bedoeld in artikel 6.1, eerste en tweede lid, en legt deze vast in een beleidsdocument. Het beleidsdocument bevat in ieder geval een beschrijving van de te volgen procedures bij de toepassing van de bevoegdheden, bedoeld in artikel 6.1, eerste en tweede lid. Het beleids- document wordt, evenals nadien aan te brengen wijzigingen, vooraf be- kend gemaakt op een door de Autoriteit te bepalen wij ze. 3. Bij landsbesluit, houdende algemenemaatregelen, worden regels gesteld ten aanzien van de grondslagen voor de vaststelling van de hoog- te van de last onder dwangsom en de bestuurlijke boete per overtreding, alsmede de vermelding van bepaalde gegevens van de overtreder bij de toepassing van de last onder dwangsom en de bestuurlijke boete; de over- tredingen worden gerangschikt in categorieën naar zwaarte van de over- treding met de daarbij behorende basisbedragen, minimumbedragen en maximumbedragen.
  • 24. IS Staten ZJ 2006-2014 - 163 Scan nummer 1 van 4 - Scanpagina 24 van 28 23 4. Verbeurde dwangsommen en bestuurlijke boeten komen toe aan het Land. Artikel 6.5 l. Indien tijdens het plegen van een overtreding nog geen vijf jaren zijn verlopen sederthet opleggen van een bestuurlijke boete aan de over- treder ter zake van eenzelfde overtreding, wordt het bedrag van de be- stuurlijke boete, bedoeld in artikel 6.2, eerste lid, voor elke afzonderlijke overtreding verdubbeld. 2. In afwijking van artikel 6.2, eerste lid, kan de Autoriteit de hoog- te van de bestuurlijke boete vaststellen op ten hoogste twee keer het be- drag van het voordeel dat de overtreder door de overtreding heeft verkre- gen indien diens voordeel groter is danAfl. 1.000.000,-. Artikel 6.6 l. Indien de Autoriteit voornemens is een bestuurlijke boete op te leggen, geeft hij de betrokkene daarvan kennis onder vermelding van de gronden waarop het voornemen berust. De Autoriteit zendt een kopie van de kennisgeving aan het OpenbaarMinisterie. 2. De Autoriteit stelt de betrokkene in de gelegenheid om binnen een redelijke termijn naar keuze schriftelijk of mondeling zijn zienswijze naar voren te brengen voordat de bestuurlijke boete bij beschikking wordt opgelegd. 3. Indien de Autoriteit nadat de betrokkene zijn zienswijze naar vo- ren heeft gebracht, beslist dat voor de overtreding geen bestuurlijke boete zal worden opgelegd, wordt dit schriftelijk aan de betrokkene medege- deeld. Artikel 6.7 Degene jegens wie door de Autoriteit een handeling is verricht, waaraan hij in redelijkheid de gevolgtrekking kon verbinden dat hem wegens een overtreding een bestuurlijke boete zal worden opgelegd, is niet verplicht ter zake daarvan enige verklaring af te leggen. Hij wordt hiervan in kennis gesteld, alvorens hem om informatie wordt gevraagd.
  • 25. IS Staten ZJ 2006-2014 - 163 Scan nummer 1 van 4 - Scanpagina 25 van 28 24 Artikel 6.8 l. De bestuurlijke boete is verschuldigd binnen zes weken na de dagtekening van de beschikking waarbij zij is opgelegd. 2. De bestuurlijke boete wordt vermeerderdmet de wettelijke rente, te rekenen vanaf de dag waarop sedert de bekendmaking van de beschik- king zes weken zijn verstreken. Artikel 6.9 l. De bevoegdheid om een bestuurlijke boete op te leggen, vervalt: a. indien ter zake van de overtreding een strafvervolging is ingesteld en het onderzoek ter terechtzitting een aanvang heeft genomen, dan wel het recht tot strafvervolging is vervallen ingevolge artikel 76 van het Wetboek van Strafrecht van Aruba; b. drie jaren na de dag waarop de niet-naleving van het voorschrift is geconstateerd. 2. De termijn, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, wordt gestuit door een bekendmaking van de beschikking waarbij de bestuurlijke boete werd opgelegd. 3. Tussen de Autoriteit en het OpenbaarMinisterie vindt periodiek overleg plaatsover de geconstateerdeovertredingen. 4. Het recht tot strafvervolging vervalt indien aan de betrokkene ter zake van hetzelfde feit reeds een bestuurlijke boete is opgelegd. Artikel 6.10 1. De Autoriteit kan op verzoek van de overtreder een last onder dwangsom opheffen, de looptijd ervan voor een bepaalde termijn op- schorten of de dwangsom verminderen ingeval van blijvende of tijdelijke gehele of gedeeltelijke onmogelijkheid voor de overtreder om aan zijn verplichtingen te voldoen. 2. De Autoriteit kan voorts op verzoek van een overtreder een last onder dwangsom opheffen, indien de beschikking een jaar van kracht is geweest zonder dat de dwangsom is verbeurd. Artikel 6.1l De Autoriteit legt geen bestuurlijke boete op, indien aan de over- treder wegens dezelfde overtreding reeds eerder een bestuurlijke boete is
  • 26. IS Staten ZJ 2006-2014 - 163 Scan nummer 1 van 4 - Scanpagina 26 van 28 25 opgelegd, dan wel kennisgeving als bedoeld in artikel 6.6, derde lid, is gedaan. Artikel 6.12 De Autoriteit houdt aantekening van de handelingen die in het ka- der van een onderzoek, voorafgaand aan het opleggen van een bestuurlij- ke boete, hebben plaatsgevondenonder vermelding van de personen die die handelingen hebben verricht. Artikel 6.13 l. Indien een verbeurde dwangsom of boete niet is betaald binnen de door de Autoriteit bepaalde termijn, wordt de overtreder schriftelijk aangemaandom bimien twee weken alsnog het bedrag van de dwangsom of de boete, verhoogd met de kosten van de aanmaning, te betalen. 2. Bij gebreke van betaling kan door de Autoriteit van de overtreder het bedrag en de kosten, bedoeld in het eerste lid, verhoogd met de in- vorderingskosten, door middel van een dwangbevel worden ingevorderd. 3. De bekendmaking van het dwangbevel geschiedt door middel van betekening van een exploot als bedoeld in het Wetboek van Burger- lijke Rechtsvordering van Aruba en levert een executoriale titel op, die met toepassing van de voorschriften van dat wetboek kan worden tenuit- voergelegd. 4. Het dwangbevel vermeldt in ieder geval: a. aan het hoofd het woord dwangbevel; b. het bedrag van de invorderbare hoofdsom, vermeerderd met de ver- schuldigde wettelijke rente; c. het wettelijk voorschrift waaruit de verschuldigde geldsom voort- vloeit; d. de kosten van de aanmaning en van het dwangbevel; e. dat het op kosten van de overtreder ten uitvoer kan worden uitge- bracht. 5. Gedurende zes weken na de dag van betekening van het exploot staat tegen het dwangbevel verzet open. Verzet wordt aanhangig gemaakt tegen de Autoriteit bij het gerecht in eerste aanleg en op de voor het in- dienen van vorderingen bepaalde wijze. Het verzet, mits tijdig en op de voorgeschreven wijze gedaan, schorst de tenuitvoerlegging van het dwangbevel.
  • 27. IS Staten ZJ 2006-2014 - 163 Scan nummer 1 van 4 - Scanpagina 27 van 28 26 Artikel 6.14 lndien een boete ten onrechte is opgelegd, wordt de betaalde geld- som, vermeerderd met de wettelijke rente, binnen zes weken nadat onher- roepelijk is vastgesteld dat de boete ten onrechte is opgelegd, aan de rechthebbendebetaalbaar gesteld. Hoofdstuk 7 Overige- en slotbepalingen Artikel 7.1 De Minister zendt binnen vijf jaar na de inwerkingtreding van deze landsverordening, en vervolgens telkens na vijf jaar, aan de Staten een verslag over het functioneren van de Autoriteit en de doeltreffendheid en de effecten van dezelandsverordening in de praktijk. Artikel 7.2 De Minister kan voor een periode van ten hoogste éénjaar na het tijdstip van inwerkingtreding van deze landsverordening ten hoogste drie ambtenaren ter beschikking stellen van deAutoriteit. Artikel 7.3 1. Deze landsverordening treedt in werking op een bij landsbesluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
  • 28. IS Staten ZJ 2006-2014 - 163 Scan nummer 1 van 4 - Scanpagina 28 van 28 27 2. Zij kan worden aangehaaldals Mededingingsverordening Gegeven te Oranjestad, De minister van Economische Zaken, Sociale Zaken en Cultuur, De minister van Justitie en Onderwijs,