2. Zinsvolgorde
• Onderwerp voor gezegde:
• I walk. He walks. We walk.
• Plaats aan het einde van de zin:
• I walk to school. He walks to school. We walk to school.
• Tijd helemaal voor of achter aan de zin
• I walk to school every day. He walks to school every day.
We walk to school every day.
• Every day, I walk to school. Every day, he walks to school.
Every day, we walk to school
3. Try it yourself!
Sarah sings in the shower all the time.
Click op het onderwerp van deze zin.
4. Well done!
Sarah is het onderwerp in deze zin!
Sarah sings in the shower all the time
Next question
5. Try again!
Dit was helaas niet goed, probeer het onderwerp nog een keer aan
te klikken.
Sarah sings in the shower all the time.
6. Try again!
Dit was helaas niet goed, probeer het onderwerp nog een keer aan
te klikken.
Sarah sings in the shower all the time.