3. 2
Inhoud
Voorwoord................................................................................................................................... 4
Samenvatting............................................................................................................................... 6
1. Inleiding..................................................................................................................................10
1.1 Onderzoeksopgave .............................................................................................................11
1.1.1 Onderzoek naar eninzicht krijgen in..............................................................................11
1.1.2 Wat waar weghalen?....................................................................................................12
2. Wat is biomassa?.....................................................................................................................13
2.1 Mogelijkheden met biomassaen de waardepiramide ...........................................................14
2.2 (Rest)stromen in Zuid-Holland.............................................................................................17
2.3 Knelpunten toepassing biomassastromen ............................................................................18
3. Stromen in de Rotterdamse haven...........................................................................................20
3.1 Droog massagoed...............................................................................................................21
3.2 Nat massagoed...................................................................................................................22
3.3 Stukgoed............................................................................................................................22
3.4 Verwachte ontwikkelingen volgens de ‘Havenvisie 2030’ ......................................................23
3.5 Ontwikkelingen naar een Biobased Economy........................................................................27
4. Duurzaamheidseisen................................................................................................................29
4.1 Overheid............................................................................................................................29
4.2 Visie Commissie Corbey.......................................................................................................30
4.3 Visie Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen(KNAW) ..................................31
4.4 Dorette Corbeyen Patricia Osseweijer (TU Delft) versus KNAW.............................................32
4.5 ‘Convenant Duurzaamheid Biomassa’ ..................................................................................33
5. Stakeholders (interviews).........................................................................................................34
5.1 Overheid (Provincie Zuid-Holland, Gemeente Rotterdamen DCMR) ......................................34
5.1.1 Vragen en antwoorden.................................................................................................35
5.2 Kenniscluster(TU Delft, KNAW, Commissie Corbey en CE Delft).............................................42
5.2.1 Vragen en antwoorden.................................................................................................43
5.3 Samenwerkingsverband Biobased Delta Zuid-Holland...........................................................63
5.3.1 Vragen en antwoorden.................................................................................................63
5.4 Milieuorganisatie Natuur & Milieu.......................................................................................65
5.4.1 Vragen en antwoorden.................................................................................................65
5.5 Grote bedrijven (Havenbedrijf, AkzoNobel, EON, AVR en Indorama) ......................................69
5.5.1 Vragen en antwoorden.................................................................................................70
4. 3
6. Analyses, conclusiesen aanbevelingen.....................................................................................83
6.1 (Rest)stromen biomassa in Zuid-Holland en de Rotterdamse haven.......................................83
6.2 Duurzaamheidseisen...........................................................................................................83
6.3 Biomassa en bedrijven in de Rotterdamse haven..................................................................85
6.4 De rol van Natuuren Milieufederatie Zuid-Holland (NMZH)...................................................86
6.5 Conclusies..........................................................................................................................87
6.6 Aanbevelingen....................................................................................................................88
7. Bijlagen...................................................................................................................................90
Bijlage 1 Tabel Stromen haven Rotterdam .................................................................................90
Bijlage 2 Lignine als grondstof voor de chemische industrie?.......................................................91
Bijlage 3 YXY-FUELS:lignocellulose enpapierresiduenalsbruikbare grondstof voorde productie
van biobrandstoffen en biochemicaliën.....................................................................................92
8. Bronnen ..................................................................................................................................93
5. 4
Voorwoord
Alstweedejaarsstudente Milieukunde aande Hogeschool VanHall LarensteininLeeuwardendoe ik
deze projectstage ommeerte wetente komenoverde biobasedeconomyenoverhetwerkveldvan
eenNgo.Ikben30 jaar onderandere alsadviseurinhetbankwezen werkzaamgeweest,waardoorde
milieuwereldwasvoormij onbekend terreinwas.De klimaatproblematiekbaartmij zorgen,maar
heeftdaarentegenookmijninteressegewektenwel zodanigdatikdaarinmijnsteentje wil
bijdragen.Naeenaantal moduleshobbymatigbij de faculteitMilieuNatuurwetenschappenaande
OpenUniversiteitte hebbengevolgd,wil ikeensnellere enmeerpraktijkgerichte wegkiezenom
daarinberoepsmatigverderte gaan.Ik volgnude deeltijdHBO-opleidingMilieukunde enbenheel
blij metde mogelijkheidomdaarnaasteenstage bij de NatuurenMilieufederatieZuid-Holland
(NMZH) te kunnen volgen.
MijnstagebegeleidersBertBakkerenAlex Ouwehandstondenaltijdvoorme klaarmetopbouwende
kritiek enhetverstrekkenvanrelevante informatie.Ookwil ikSonjaRaaijmakersbedankenvoorhaar
redigerendwerk. Erheersteengoede sfeerbij de organisatieendatmaakte hetwerkenopde kamer
samenmetSusanne KuijpersenBertBakkerplezierig.Ikwil hierbij danookiedereenbij NMZH
bedankenvoorde prettige samenwerking.Daarnaastwasikook blij metde mogelijkheidomthuisin
de ‘cloud’te kunnenwerken aanmijnopdracht.
Heel prettigenleerzaamwarenookde interviewsmetde verschillende stakeholders.De gesprekken
warenuitgebreidende verschillendevisieskwamendaarbij aande orde.Vanalle interviewszijn
uitgebreide verslagengemaakt,eenhele klus, enbelangrijk omde antwoordenzozuivermogelijkte
houden.Daarnazijnde verslagenvoorfeedbacknaarhenteruggekoppeld,vande meestenhebik
deze ookmogenontvangen.Ikwil graaghierbij alle geïnterviewdennogmaalsbedankenvoorhun
genomenmoeite,verstrekte informatie enfeedback.Naasthetliteratuuronderzoekeninterviews
was erook gelegenheidomverschillende bijeenkomstenvande WerkgroepGroene chemische
bouwstenenvanBiobased DeltaZuid-Hollandbij te woneneneen‘BiobasedRoadshow’ inhet
ProvinciehuisZuid-Holland.Zeerleerzaamentevensleukdatik bij deze bijeenkomsteneenaantal
van de door mij geïnterviewdepersonen weertegenkwam.
Alslaatste wil ikmijnstagebegeleidsterbij de opleiding,PiaSloots,bedankenvoorhaarinspanningen
enondersteuning.
Ada Ouwehand,DenHaag 31 januari 2016
7. 6
Samenvatting
Er isonderzoekgedaannaarde huidige biomassastromenenduurzaamheid(eisen) inhet
Rotterdamse havengebiedenZuid-Holland.
Wat is eral aan biobasedeconomy(BBE) aanwezigenwatzijnde wensenenontwikkelingenvoorde
toekomst?Veelbiomassakan betergebruiktworden,teveelwordterooknog weggegooidof
verbrand.De waardepiramidegeeftaanhoe de biomassacascaderend(zohoogwaardigmogelijk)
gebruiktkanworden.De uitdagingis:hoe gaanwe de transitie vanfossiel naarbiobasedverderin
gang zetten,wantwe wetendatfossieleindigis enklimaatveranderingveroorzaakt.
Onderzoeksvragen
Voorhetonderzoeknaar‘Biomassina biobasedeconomy’zijn o.a. de volgendeonderzoeksvragen
opgesteld:
- Wat zijnde huidige reststromen(biomassa)inZuid-Hollandenmetname inRotterdam?
- Wat zijnde duurzaamheidscriteria?
- Welke bedrijfsontwikkelingenwillende stakeholders?
- Hoe verantwoordishetom conclusieste trekkennaaraanleidingvan de duurzaamheidscriteriaen
de daarinhandelendeindustrieënnaastde wetenschap?
Processen
Het onderzoekisgestartmeteenuitgebreidliteratuuronderzoek.Eengoede kennisvanzakenis
belangrijkomte weten‘watje waarkuntweghalen’endraagtbij aaninteractiestijdensde
interviews.De interviews hebbeneenbelangrijkdeelvanhetonderzoekingenomen.De
geïnterviewde stakeholderswaren:
- Overheid (Provincie Zuid-Holland, Gemeente Rotterdamen DCMR¹);
- Kenniscluster(TUDelft²,Commissie Corbey,KNAW³enCEDelft⁷);
- SamenwerkingsverbandBiobasedDeltaZuid-Holland;
- Milieuorganisatie Natuur&Milieu;
- Grote bedrijven(Havenbedrijf Rotterdam,AkzoNobel,AVR⁴,E.ON⁵enIndorama⁶)
Tijdensde interviewszijnduidelijkeverschillenvanmeningnaarvorengekomen.Dezeverschillenzijn
uitgebreid besprokeneninhetverslagweergegeven.Duurzaamheidscriteriazijnreedsopgesteld
voor biobrandstoffen(bijmengverplichting) envoorde bijstookvanbiomassainkolencentrales.Deze
zijndusduidelijk,al zijndaarovertochde meningenoverbepaalde detailsverdeeld.Nietalle
biomassavalteronder.Eendeel valtnogonderde afvalwetgeving,datheefthetverleden
(Gekkekoeienziekte) zobepaald.Hethoudtde mogelijkhedenvoorgebruikvoorhoogwaardige
toepassingenvoorbepaaldebiomassategen.Tevenswil meneen‘levelplayingfield’omdatvoor
biobrandstoffenenbijstookSDEsubsidieswordenverleendenvoorde andere mogelijkhedenniet.
Dit houdtgrote investeringentegen,terwijl menvaakwel geïnteresseerdis.
¹ DienstCentraal MilieubeheerRijnmond
² Technische UniversiteitDelft
³ Koninklijke Nederlandse Akademie vanWetenschappen
⁴ AfvalverwerkingRijnmond
⁵ E.ON Benelux
⁶ IndoramaVenturesEurope B.V.
⁷ CE Delft,onafhankelijkeonderzoeks- enadviesorganisatie,gespecialiseerdinhetontwikkelenvan
innovatieve oplossingenvanmilieuvraagstukken.
8. 7
Verschillenvanmening
De verschillenwarenhetmeestzichtbaarbij de punten:
- Heeftde wereldte zijnertijd,wanneerde wereldbevolkingnaar10-12 miljardgroeit,genoeg
biomassanaastde voedselketenvoorde hogere (chemische) toepassingen;
- Hoe wordt de biomassanaar Rotterdamverscheept?
- Is hetverstandigombiomassate verbrandeninkolencentrales?
- Is hetzinvol ombiobrandstoffente ontwikkelen?
Verschillenvanmeningen
Er vormdenzich twee kampeninsoortenantwoordenonderde geïnterviewden.Beidenzetten
klimaatverandering,CO₂-reductie,BBEeneencirculaire economiealsdoel voorop,alleende weg
ernaar toe isverschillend.
TU Delft,BiobasedDeltaZuid-Holland,etc.vindendatergenoegonderzoeksrapporten(o.a.VN) zijn
die bewijzendatergenoeglandbouwgrondinde toekomstzal zijnvooreengroeiende
wereldbevolking.Intensiveringvande landbouw iswel noodzakelijk.
Natuur&Milieu,KNAWenCE Delftdaartegenoverstellendaterbij de onderzoekenniet of
onvoldoende isgekekennaarbodemvruchtbaarheid.Omdie redenwillenzij de verwerkingvande
biomassaterplaatse houden. TU Delft,BiobasedDeltaZuid-Holland,etc.wil de biomassanaar
Rotterdamverschepen,wantditisgoedkoop enveroorzaaktweinigCO₂-uitstoot.InNederlandisde
technologie aanwezigenhetisbelangrijkvoorde economischetoekomstvanRotterdam.
TU Delft,etc.zienvoorde energietransitie vanfossielnaarhernieuwbaareenrol weggelegdvoor
biomassainbiobrandstoffenenbijstookinenergiecentrales,naastde hoogwaardige toepassingen
zoalsbijv.bioplastics.Natuur&Milieu,KNAW,etc.wijzenbiobrandstoffenenbijstookaf.Hetdoel
moethernieuwbaarzijnmetde focusopzon enwindof eventueel algeninde toekomst.Een
uitzonderingkanerwel gemaaktwordenvoorbiobrandstoffenvoorlange afstandtransporten.
Toekomst biobasedeconomy
De industrie iswelwillendomte innoveren. In2015 ishet‘hernieuwbaar’(renewable) clusternog
nietgroot,maar de verwachtingisdatdeze in2030 behoorlijk zal zijngegroeid(zie‘Havenvisie
2030’), MainportRotterdamstreefternaaromde duurzaamste haventerwereldte worden. In2060
verwachtmendat fossiele grondstoffenzogoedalsverdwenenzullenzijnuitde haven.
RotterdamisgeïnteresseerdineenBBEeneencirculaire economie.Daarinliggennieuwe kansen
voor de toekomst.Hetmoetwel gestimuleerdwordendoorde overheid,andersdurvenof kunnen
toch veel bedrijvende stapnietmaken.Momenteel gaaneralleensubsidiesnaarbiobrandstoffen en
bijstook,maarnietnaargrondstoffen.Datvindtmen‘unfair’enhetbevordertnietde ontwikkelingen
richtingde hogere toepassingen(cascadering).Erwordtgepleitvooreen‘levelplayingfield’.
De industrie isdus gebaatbij duidelijkeduurzaamheidscriteriavooralle toepassingenenmetsteun
van de overheid.Hetisvangrootbelangdat erin de komende tijdverdereduurzaamheidscriteria en
uitvoeringsplannen wordenopgesteld.Misschieneennieuweopdrachtvoorde CommissieCorbey?
Deze isper 1 januari 2016 opgehoudente bestaan.
Rol Natuur en Milieufederatie Zuid-Holland(NMZH)
De laatste vraagdie aan alle geïnterviewdenwerdgesteldis:“welkerol zietuvoorde NMZH”?
De stakeholderszienvoorde NMZHeenkritische enbemiddelenderol weggelegd.Eenlobbyende rol
richtingde overheideneeninformerende richtinghetbrede publiek.Hetisbelangrijkomde neuzen
9. 8
dezelfdekantopte krijgenomzo ontwikkelingenvande grondte krijgen.Hetisde hoogste tijddat
er grote stappenwordengezet.Menmoetvanelkaarlerenenonbevooroordeeldmetelkaar
discussiëren.
Voorde positie vanRotterdam,BBE,circulaire economie ende CO₂-reductieishetvanbelangdater
snel spijkersmetkoppenwordengeslagen.NederlandmoetvolgenshetEnergieakkoord(2013) in
2020 14% enin2023 16% duurzame energie produceren.Hetstrevenisomin2050 volledig
duurzaamte zijn.HelaasisinNederlandin2015 nog maar 4,5 à 5% vande energiemixduurzaam.Er
isnog eenlange wegte gaan. Heteinde vanhetfossieletijdperkisinzicht,biobasedheeftde
toekomstinhanden.
11. 10
1. Inleiding
Klimaatverandering:Kyoto enParijs
Velenmakenzichzorgenomde klimaatveranderingop aarde;de hoeveelheidbroeikasgasseninde
atmosfeerneemtsterktoe.De hoeveelheidCO₂isal sterkgestegenenzal nogverderstijgen,als
gevolgvanmenselijkeactiviteiten, totniveauswaarbij klimaatveranderingoptreedtmeternstig
gevolgenvoormensennatuur. HetKyoto-protocol (opgesteldin1997, in werkingvanaf 2005) loopt
teneinde in2020.Op 12 december2015 is er eennieuw (juridische bindend) Klimaatakkoorddoor
195 landenondertekendwelke geldttot2025. De globale temperatuurdientde 2 gradengrensniet
te overstijgen (strevenismaximaal 1,5graad).Het zouanders desastreuze gevolgenhebben. Tevens
komter onderandere eenfondswaarinjaarlijksvanaf 2020 eenbedragvan100 miljarddollar
beschikbaarisomarme landeninhunklimaatdoelstellingente helpen. Hetnieuweklimaatakkoord
treedtinwerkingper2020.
Situatie in Nederland
Nederland blijftachterendoethetwat CO₂-uitstootbetreftslecht. Nederlandzal de komende jaren
alle zeilenbijmoeten zettenomde afgesprokendoelente kunnenbehalen. De CO₂-uitstootisin
2014 vooral gestegendoorde kolencentralesenwegtransport.Nederlandheeftde slechtste lucht
kwaliteitvanEuropa.Oude kolencentrales(vanvóór1990) dienente worden gesloten(2016/2017)
volgenshetEnergieakkoord,drie nieuwe(rendabelere) mogenopenblijven .Eris op 26 november
2015 eenmotie inde 2e
Kamer(D66) aangenomenomsluitingvanalle centraleste bespreken. De
regeringmoetmeteenplankomenin2016.De motie washetgevolgvan eenoproepvan64
hoogleraren¹ inhetdagblad‘Trouw’op23 november2015 om alle kolencentrales uiterlijk2020 te
sluiten.
Hieraanvoorafgaand isin2013 het Energieakkoorddoor40 partijengetekend(oa.doorDe Natuur
enMilieufederaties),waarinondermeereentoename vanhetaandeel hernieuwbare
energieopwekkingnaar14% in2020 en 16% in 2023 isafgesproken.Ook iseronderandere
afgesprokenombiomassate stimulerenalsbijstooktotmaximaal 25Petajoules.De biomassadient
echterineerste instantie zohoogwaardigmogelijkte wordeningezetenvolgensscherpe
duurzaamheidscriteria(Bron=br1). VervolgensishetConvenantDuurzaamheidBiomassa inmaart
2015 getekenddoorverschillende grote energiebedrijvenenmilieuorganisaties.InhetConvenant
zijnerafsprakengemaaktoverde duurzaamheidvande biomassadie alsbijstookinkolencentrales
mag wordengebruikt,dezedientaantoonbaargoedte zijn(br2).
Optimale benuttingbiomassa enduurzaamheidseisen
De duurzame bijdrage aande energiemixinNederlandbedraagtmomenteel 4,5 à 5% (wind,zon,
biomassa).Ermoetdan ooknog hard gewerkt wordenomhetdoel van14% in 2020 te kunnen
behalen. Biomassaiséénvande mogelijkhedendie optimalerbenuthiervoorzoukunnenworden.
Eenbiobasedeconomy (BBE) metbiomassaalsgrondstof dientverderontwikkeld te worden.
Hoogwaardige toepassingenzoalschemiekunnen verdergeïnnoveerd engestimuleerd worden.
(momenteel zijneralleensubsidiesvoorbiobrandstoffenenbijstook) Biomassawordtnoglangniet
optimaal benut. Veel hoogwaardige biomassawordtnunogweggegooidof verbrand.Datkan
volgenshetcascaderingsprincipe veel beter benutworden.Als eerste dienen daarvoorverdere
duurzaamheidscriteriate wordenopgesteld. Voorbiobrandstoffenenenergieopwekking zijndeze al
bekend. Hoe gaatNederland eenbiobasedeconomyverderontwikkelenenwatbetekentditvoor
Rotterdamwaar de grootste bulk biomassabinnenkomt?
¹ O.l.v.Prof.JanRotmans,hoogleraar transitiekunde eninternationale autoriteitophetgebiedvan
transities&duurzaamheidaande ErasmusUniversiteit).
12. 11
Verschillenvanmening
VolgensCommissieCorbey¹ enTUDelft²iserwereldwijdvoldoendelandbouwgrondbeschikbaarom
de groeiende wereldbevolkingte voedenénruimte te biedenvoorduurzame toepassingenvan
biomassa. De KNAWnuanceertde opvattingenenverschiltinmeningoverde toepasbaarheidvan
biomassa. De vraag ishoe we de bio-economiezókunnenontwikkelendatze kansenbiedtaan
mensenenbedrijvenendaarnaastnatuurbeschermtenklimaatveranderingbeperkt.Daarvoorzijn
onderzoekeninvesteringennodig,enbeleiddatduurzaamheidenefficiëntie vooropstelt. Bio-
energiebeleidvormtdaarbij eenopstapnaarhoogwaardigere toepassingenvanbiomassa.
De verschillenvanmening vande KNAW,CommissieCorbeyenTUDelft overduurzaamheidende
toepasbaarheidvanbiomassa vormenhetuitgangspuntvoorditonderzoek.ZijnbiomassaenBBE
(mitsduurzaam) onderdelenvande energietransitie?Hoe zithetpreciesinelkaar;waarliggende
verschillen,watzijnhun wensenen ideeënenhoe liggende feiten?
Onderzoek
De NatuurenMilieufederatie ZuidHolland(NMZH) wil meerinzichtinde complexe problematiekvan
BBE, de (rest)stromeninNederland (veel viaimport)metname in RotterdamenZuid-Holland.
Belangrijkzijnook de uiteenlopendebevindingenvanmeerdere partijen.HetstrevenvanNMZHis
om eeneigenvisie te kunnenvormenmetname gerichtopde toekomstenontwikkelingvanhet
Rotterdamse havengebied.
Het onderzoekis opgezetalsonderdeel vaneen stageopdrachtenbetrefteen actueelonderwerp dat
door zijnveelzijdigheid inditonderzoekbegrensdwordttothetonderwerp: ‘biomassaineenBBE
metname in de Rotterdamse haven’.Hetbegripbiobasedeconomy iseendermatebreedonderwerp
enis te uitgebreidom inzijngeheel binnende stageopdracht onderte brengen. De opdrachtis een
hele uitdagingwaarinverschillendemogelijkhedenmetbiomassa,duurzaamheidseisen,wetgeving,
meningen, wensen, feiten,maarookde toekomstvooreenBBE naar vorenkomen. Hetonderzoekis
begonnenmeteen literatuur(voor)onderzoek waarnaerinterviewsmetrelevante stakeholders zijn
gehoudenom meerte wetente komenwaarde verschillen enovereenkomsten liggen,maarookwat
de wensenenmogelijkhedenzijn. Hetstageverslaggeefthiervaneenweergave.Daarnaastbevathet
verslaganalyseseneen aantal conclusiesenaanbevelingen.
1.1 Onderzoeksopgave
1.1.1 Onderzoeknaaren inzichtkrijgenin
* Huidige (rest)stromeninde Rotterdamse haven:
- Welke stromenzijnermomenteelinbiomassa,vanwelke sectoren/bedrijven (Zuid- Holland
enmet name inde Rotterdamse haven) enwatis de verwachtingvoorde toekomst?
- Hoe lopendeze stromen enhoe grootzijnze inNederland,Europaende wereld?
- Waaruit bestaandeze stromen(‘waardepiramide’)?
- Waar komenze vandaan?
- Hoe loopthethergebruikvangrondstoffen?Watisde waarde enhoe toepasbaarzijnze?
(laatste fase isverbranding)?
- Wat zijnde verwachte ontwikkelingeninde diversestromen?
- Hoe complex isde problematiekrondBBEmetbetrekkingtotde ontwikkelingvanBioPort
Rotterdamenwatzijnde voordelenenbedreigingen?
¹. Dorette Corbey, voorzitterCommissieDuurzaamheidsvraagstukkenBiomassa
². PatriciaOsseweijer, hoogleraarScience Communication
13. 12
* Wat zijnde duurzaamheidseisenvande overheid tezamenmetde visie vande Commissie Corbey
naast hetConvenantDuurzaamheidBiomassa.Watiser nodigomdeze toe te
passeninde Rotterdamse haven?Hoe te bereiken?
* Hoe verantwoord(doorverschillendevisiesstakeholders) ishetomconclusieste trekkennahet
bestuderenvanhetConvenantDuurzaamheid Biomassaende duurzaamheideisenvande
overheidmetbetrekkingtotde betrokken(rest)stromenende daarinhandelende industrieën
naast de wetenschap?
* Welke bedrijfsontwikkelingenwillende stakeholders,zoalshetHavenbedrijf Rotterdam, de
Provincie ZuidHolland,industrie,maarookde milieuorganisaties inrelatie totde
energietransitie inde Rotterdamse havenendoorwelke bedrijvenmoetditgefaciliteerdworden?
1.1.2 Wat waarweghalen?
Na hetliteratuuronderzoekzijnde vragenvoorde interviewsopgesteld. De vraagstellingbij de
interviewsisvoorde verschillende instanties/bedrijvenopmaat gemaakt,daarhet omverschillende
sectorengaat.Het doel isde volgende informatienaarbovente krijgen bij de volgendestakeholders:
- Kenniscluster:Commissie Corbey,KNAW, TU Delften samenwerkingsverbandBiobasedDelta
Zuid-Holland:
* hoe denkenzij overelkaarsmeningeninzakeeenBBEenoverde manierwaaropdeze ecologisch
en
economischmoetwordeningevuld?
* hoe zoudenzij tot elkaarkunnenkomenomzoeenbrederdraagvlakte creërenmetrealiseerbare
ideeënvoorde BioPortRotterdam?
* watis hetwettelijkkaderende inzet handhavingmetbetrekkingtoteen BBEen wat kunnenzij
doenom ditte bevorderenomzode afsprakeninhetEnergieakkoordte halen?
- DCMR en CE Delft:
* hoe kijkenzij naarde BioPort Rotterdam?
* waar lopenzij bij de bedrijven opmilieugebied tegenaanenhoe gaanze hiermee om?
- Milieuorganisatie Natuur& Milieu:
* watvindende milieuorganisatiesvande verschillenvanmeningt.a.v.de duurzaamheidseisenen
hoe ermee omgegaanwordtin de wetenschapenhet bedrijfsleven?
* hoe zouden deze twee partijennadertotelkaarkunnenkomen?
- Grote bedrijven:HavenbedrijfRotterdam,AkzoNobel,E.ON,AVR enIndorama:
* hoe kijken zij naarde uitsprakenvan de KNAW,’Corbey’, hetEnergieakkoordenhetfeit
dat NederlandsteedsmeerCO₂ blijktuitte stoten?
- wat zienzij alshunrol in eenBBE enBio PortRotterdam?
- hoe denkenzij hunCO₂-reductie te optimaliserenomzoookde voetafdruk verderte verlagen?
14. 13
2. Wat is biomassa?
* Welke stromenzijnermomenteel inbiomassa,vanwelke sectoren/bedrijven inZuid- Holland
enwat isde verwachtingvoorde toekomst?
* Hoe lopendeze stromen enhoe grootzijnze?
* Waaruitbestaandeze stromen(‘waardepiramide’)?
* Waar komenze vandaan?
* Hoe loopthethergebruikvangrondstoffen?Watisde waarde enhoe toepasbaarzijnze?
(laatste fase isverbranding)?
* Wat zijnde verwachte ontwikkelingeninde diverse stromen?
Fig.1 Houtpellets Bron: www.geerts.be
Biomassa
Biomassais eenverzamelnaamvoororganisch (rest)materiaal vanzowelplantaardige alsdierlijke
oorsprong.Biomassaishernieuwbaaralsgrondstof terwijl de fossielegrondstoffen,als kolen,olieen
aardgas uitvoorradeninde grond wordengehaald.Deze grondstoffenvoorraaddaalthierdoorenis
duseindigenniethernieuwbaar. Dooreenovermatig verbruikvande fossiele grondstoffenkomter
teveel CO₂ inde atmosfeer(zie:‘Koolstofkringloop:de natuurlijke klimaatbuffervande aarde’). Deze
verstoortde balansvanopname (o.a.fotosynthesedoorplanten)enafgifteinde atmosfeer,en kent
daardoor eengestage toename.
Alsbiomassakennenwe zoal:
- restenvanvoedselverwerkingsprocessenzoalspulp,schrootvan oliehoudendevruchtenenzaden,
schillen,snijresten,afkeur,etc.;
- restenvanindustriële processenuito.a.hout- enpapierproductie;
- voedselresten;
- gft-afval;
- biomassauitopenbaargroenennatuurgebieden;
- mest.
15. 14
Biomassawordtmomenteelveelgebruiktalsvoedsel voordieren (feed), bouwmaterialenen
verpakkingen. Verdere mogelijke toepassingen zijnenergieproductie,materialenenchemicaliën.
Diverse reststromenblijvennogonvoldoende benut.Vanwege eenbeperkte beschikbaarheid moet
verstandigbij energieproductie metbiomassa worden omgesprongen. Hetverdientdaarom
aanbevelingomde stromenbiomassazohoogwaardigmogelijkinte zettenendaarmee de kringloop
te sluiten. Hetopdeze maniersluitenvankringlopenbehoorttoteencirculaire economie (br3).
Koolstofkringloop:de natuurlijke klimaatbuffervan de aarde
De koolstofkringloopzorgtervoordatde hoeveelheidkoolstof tussenatmosfeerenaarde inbalans
is.De natuurlijkesituatieisdatereenevenwichtistussenuitstootenopname vankoolstof(CO₂).
Onderandere bomen enplanten nemenCO₂opbij de fotosynthese,maarademendeze ookweeruit
of bijv.doorverrottingvanbladerenkomtde CO₂teruginde atmosfeer. Ditheetde korte
koolstofkringloop.
De lange koolstofkringloopheefteenopslagvankoolstof die daarreedsmiljoenenjarengeledenis
gevormduitbiomassaendaar sindsdienverblijft,zoalsdatbij steenkool,aardolie enaardgashet
geval is. De lange kringloopdoetermiljoenenjarenover,de korte kringloopiseenkringloopdie veel
snellerverloopt.
Sindshetintredenvanhet industriëletijdperkstijgthetgehalte aanCO₂inde atmosfeer door
menselijkhandelen. De daarbij uitgestotenCO₂wordt zoveel mogelijkopgeslageninde aanwezige
carbon sinks,zoalsde oceanen,tropischregenwoud.Aandeze opslagcapaciteitzitechtereenlimiet.
De laatste decenniawordthetsteedsmeerduidelijkdatde CO₂-uitstootde natuurlijke
opnamecapaciteitvandeze carbonsinksoverstijgt. Hetbroeikas CO₂ zal inde atmosfeerblijven en
daar ophopen wanneerhetnietmeeropgenomenwordt,erontstaateensituatiedie uitbalansis.
Het effectisdatde aarde hierdooropwarmtmet eenklimaatveranderingalsgevolg.Een
klimaatveranderingzal inde toekomstzorgenvoor overstromingen,droogtes,hongersnood en
klimaatvluchtelingenenhetsnellerdoenuitstervenvansoorten.Hetergste scenariozal eenextinctie
kunneninluiden (br4).
2.1 Mogelijkheden met biomassa en de waardepiramide
Volgensde waardepiramide (ziefig.2) zijnerverschillende mogelijkhedenmetbiomassaineen
biobasedeconomy,al gaathetbij eenBBE grotendeels omde non-foodtoepassingen.De
waardepiramidegeeftweerdathoe lager(intreden) de toepassingdes te groterde benodigde
hoeveelhedenervoorzijn enhoe lagerde toegevoegde waarde.Hoe hogergerangschiktinde
piramide hoe hogerde toegevoegdewaarde vanhetproduct metminderbenodigde grondstoffen.
16. 15
Fig.2 Waardepiramide (Bron: Virida)
- farma;
- food& feed;
- chemie;
- transportbrandstoffen;
- energieopwekking.
Farma
Boveninde piramide staande productenvoorgezondheidenlifestyle,deze vragenveelland,geven
eenlage (energie) opbrengst maarzijntochvaneenhoge economische waarde. Voorfarmaiser
weinigvolumeaanbiomassanodig,hetheeftde hoogste (toegevoegde) waarde enstaatdanook
mede bovenaan inde waardepiramide (br5).
Food & feed
Eenandere hoogkwalitatieve stroombiomassaisde voedselstroom(food).Daarnaastiserde
stroomvoor veevoer(feed).De grondstoffenbij voedselstromen zijnonderandere graan,mais, soja,
palm,suikerriet,etc. De stromenzijnbelangrijkvoorde voedselketenenmogendanookvolgensde
duurzaamheidscriterianietvoorbiobrandstoffenof energieopwekkingwordengebruikt.
Reststromen,zoalssojaschroot,worden alsveevoederverwerkt.De afvalwetgevingbepaaltop
welke wijzereststromendaarvoorkunnenwordengebruikt.
Chemie
De organische chemie heefteenkoolstofbronnodig.Alleenal omdie redenisbiomassadegrondstof
voor de chemie,ook alsfossiele grondstoffenschaarsen/of duurworden.
Biomassakanin de chemiesectorzowel wordeningezetvooraaninde ketenvoorde productie van
bulkchemicaliën,alsininnovatieve routeswaarbij processenwordenaangepasten/of nieuwe
producten kunnen wordenontwikkeld.Ookkanbiomassawordeningezetalsenergiebron.Alle
routeszijninde toekomstnodigbij de vergroeningvande sector.De innovatieverouteshebben
hierbij de meestepotentie voorenergiebesparingenCO₂-reductie.
(Bron:Commissie Corbey; Duurzame biomassainde chemiesector,
Adviesvande CommissieDuurzaamheidsvraagstukkenBiomassa).
17. 16
Transportbrandstoffen
Voorbiobrandstoffenisveelbiomassanodig. Hetiseensnel groeiende toepassingvanbiomassa.
Belangrijke grondstoffenvoorbiobrandstof zijnolierijke gewassenalskoolzaad datwordtomgezetin
biodiesel ensuikerrijkegewassendie wordenomgezetnaar bio-ethanol.Hetverbouwenvandie
gewassenheeftook negatieve gevolgenvoorhetmilieuenvoorde voedselproductie.Met
nieuwe soorten biobrandstoffenuit biomassa(bv. algen) enhoutachtigegewassen(non-food;uit
cellulose/lignine) wordtgeprobeerddezenadeligeeffectente voorkomen(br7).(Bijlagen2en3)
Er wordtwel gesprokenvanbiobrandstof vande tweedeof derde generatie.Datkomtdoorde
problemendie biobrandstof vande eerste generatieoplevert,zoalsschade aanhetoerwoud,lokaal
verliesaanbiodiversiteit,of zeeromvangrijkgrondgebruik(FoodforFuel) eneenhoogwaterverbruik.
- Eerste generatie: uitbosof afgeleid(non-food) ,suikerriet,mais,palmolie,koolzaadolie engraan.
- Tweede generatie: voorbiodiesel of alcohol, gemaaktmeteenchemischprocesuitbiomassa
geproduceerdestoffen,houtachtige stoffen uitstro,houtof afvalresten:celluloseenlignine),
gebruiktfrituurvet,dierlijk vet.
- Derde generatie: vanorganismendie vooreengrootgedeelteuitolie bestaan,zoals algen.
Cascaderingvolgensde waardepiramide enrecyclingvande reststromenzorgenvooreenbetere
benuttingenhergebruikvangrondstoffen. Ditisbelangrijkomtoteencirculaire economiete kunnen
komen. Hetgebruikvaneerste generatie grondstoffen isvanwege de duurzaamheidseisennietmeer
actueel voorhetvervaardigenvanbiobrandstoffen,menconcentreertzichhoofdzakelijkophet
ontwikkelendoormiddel van de tweede generatie. Positieve enrelevante ontwikkelingen metalgen
verwachtmennognietinde nabije toekomst,al zijnde verwachtingendaarvoorwel hoopvol.
Aquacultuurbetekenttochondermeereenwinstinruimte ensnelheidinkweek .
Energieopwekkingmetbiomassa
Deze vormvan energieopwekking vindtplaatsinde vormvan bijstookinenergiecentralesof bij
afvalverwerkingscentrales.Hetisde laagste trede vande waardepiramide,biomassa dientalleen
verbrand te wordenalser geenhogere toepassing meermogelijkis.De gebruikte koolstofketen
wijzigtslechtsdoorbijstookvanbiomassainkolencentrales.Kolenbehorentotde lange
koolstofkringloop,houttotde korte kringloop.Erliggenwel plannen bij bedrijven omde CO₂af te
vangenendeze of inhet Westlandte gaangebruikenbij de glastuinbouw of opte slaanonderde
Noordzee. Bijvoorbeeld:de bio-ethanolfabriekvanAbengoainEuropoort.Rotterdamlevert
momenteelal CO₂viaOCAP vof. (organicCO2 for assimilationbyplants) aande glastuinbouw inhet
Westland. Restwarmte vande industrie inde haven, doormiddel van warmwaterdat vrijkomt,kan
wordenhergebruikt vooreenzogenaamde‘warmterotonde’ omstedeninde Randstadte
verwarmen.Ditalleszal zorgenvoorde nodige CO₂-reductie.
18. 17
2.2 (Rest)stromen in Zuid-Holland
Biomassa in Zuid-Holland(excl.havengebied)(x1000 ton)
Afval paprika'sentomaten(Westland-Oostland) 170
Diverse restenuito.a.bollen- envaste plantenteelt 65
Gemaaide grassenvan wegbermen 50
Totaal 285
Tabel 1 Bron: biobasedeconomy.nl
De jaarlijkse productie vanbiomassainde Provincie Zuid-Hollandbevindtzichtussende 230.000 en
240.000 tonaan gewasresten, voornamelijkuitde glastuinbouwvanGreenportWestland-Oostland.
Paprika’sentomatenleverenhet meeste afval. Hetzwaartepuntdaarvoorligtinde maanden
oktobertoten metdecemberalsde kassen met onder meer tomaten en paprika’s leeggehaald
worden. Daarnaast leverenookde bollenteelt (Greenport Duin- enBollenstreek),boomkwekerijen
(GreenportBoskoop) ende vaste plantensectorveel afvalop. Gemaaide grassenvanwegbermen zijn
eveneens interessante stromen ,deze meegerekend vormtdatintotaal 285.000 ton aan
gewasresten. Al diestoffenkunnentot waarde wordengebracht (br8en9).
Mainport Rotterdam
Fig3 http://jaarverslag.portofrotterdam.com/klant/marktpositie/1299
In deze grafiek(Fig.3) heefthetgeenzinomde beschikbarereststromenuitde restvanZuid-Holland
mee te nemen,daardeze nagenoeg0,05 % vande totale Rotterdamse overslagin2014 betreft.De
fossielestromenentotaal stukgoed (inclusief biomassastromen) wordeninhetkortinhoofdstuk3
omschreven,de voorhetonderzoekrelevante biomassastromenwatuitgebreider.
20%
45%
35%
Overslag Rotterdamsehaven 2014
Droog massagoed
Nat massagoed
Totaal stukgoed
19. 18
De biomassastromen(hetovergrote deel)zittenverwerktinde totale stromenvanzowel droog- als
nat massagoed.
Aan hernieuwbaar(renewable) clusteriserin2015 in de havenvanRotterdamaan overslag (5%) :
- 8 miljoentonvegetable oil (natmassagoed);
- 3,5 miljoentonbiofuels (natmassagoed);
- 10 miljoentonagribulk (droogmassagoed) en
- 1 miljoentonwoodchips/pellets(droogmassagoed).
2.3 Knelpunten toepassing biomassastromen
Er zijnverschillendeknelpuntendie de wegnaarhet gebruikvanbiomassablokkerenof lastigmaken.
Biobrandstoffenof energieopwekkingdoormiddel van biomassaleidenniettoteen(aanzienlijke)
verminderingvande CO₂-uitstoot,maarhethergebruikvanreststromenwel (bijv.recycling,CO₂-
afvang). Tevensleidtdittoteencirculaire economie metde BBEalsonderdeel. De afvalwetgeving
staat nu nogbepaalde ontwikkelingeninde weg.Zokunnennietalle reststromenzomaar
hergebruiktwordenof alsveevoerdienen.Erzijnnoggeenduurzaamheidscriteriavoorreststromen,
zoalsdie erzijnvoor hoofdstromenvangrondstoffen. Nieuwe criteriamoetenduidelijkheid
verschaffen. De economie draaitnunogvoormeerdan 90% op fossiel.Subsidiesopde verplichte
bijmengingvanbiobrandstoffenende subsidiesvoorbijstookinkolencentrales (vanaf2016) naast de
afschaffingvande kolenbelastingzorgenervoordatde fossiele brandstoffeninstandworden
gehouden.De energietransitie processenverlopenlangzaam enbelemmeren de
klimaatdoelstellingen.NederlandwileenCO₂-reductie van 20% in 2020 tenopzichte vanhetjaar
1990, maar op de wijze waaropernu wordtgehandeldgaatNederlanddiedoelstellingenniet halen.
Aandachtspuntenzijn:
- Verouderdeafvalwetgeving;
- Geenduurzaamheidscriteriavaste biomassa;
- Subsidiesvoorbijmengingbiobrandstoffenenbijstookkolencentrales;
- Afschaffenkolenbelasting
Afvalwetgeving
Eenwijzigingvande afvalwetgeving(invoeringvan duurzaamheidscriteriavoorreststromen) plus
subsidiëringvoorde hogere toepassingenvanbiomassavoorde chemie zoudenwenselijkzijn. Ookis
bijmengingdoorbiobrandstoffen nietaltijdgewenst,maarwel eentransitierichtingelektrischof
waterstof.Biomassazoueenprimabrandstof zijnvoorde langeafstandbij de scheep- enluchtvaart.
Aangepast beleid
De subsidiëringvanbijmengingvanbiobrandstoffen ende bijstook (hout) inkolencentrales leidtniet
tot de gewenste resultaten inCO₂-reductie.Biomassawordtdaardoornietaltijdvolgensde
cascaderingsprincipesgebruikt endatmaakt de subsidies,die nuwordenverstrekt, oneerlijk .Andere
initiatievenkomen daardoormaarmoeilijkvande grondenhoudende duurzame ontwikkelingen
tegen. Hetbeleiddienthieraanaangepastte worden enconstantte zijn.
Conclusie
De provincie Zuid-Holland(exclusief de Rotterdamsehaven)heeftjaarlijkseen totaal aanbiomassa
van ongeveer285.000 ton.De productie komt voornamelijk uitde GreenportsWestland-Oostland,
20. 19
Duin- enBollenstreekenGreenportBoskoop. De grootste stromenaanbiomassalopen echterdoor
de havenvan Rotterdam,intotaal in2015 was dat 22,5 miljoenton aan.Inde biomassastromen
bevindenzichvoornamelijk‘food&feed’ naastbiomassavoorchemie,transportbrandstoffenen
energieopwekking.De grondstoffendie de havenvanRotterdambinnenkomenworden vanuitde
gehele wereldingevoerd (ziebijlage 1).
VooreenBBE is hetbelangrijkdathethergebruikvande grondstoffenvolgensde waardepiramide
gebeurt(cascadering),waarbij de onderstetredenbrandstoffenenenergieinhouden.De laagste
tredenhebbende minste toegevoegde waarde maarbedragende grootste hoeveelhedenaan
biomassa.De economie draait nunogvoor ruim90% op fossiel ,maarfossiel iseindigendatgeeft
toekomstaaneenBBE en eencirculaire economie. Voorde hoogwaardigetoepassingenvoorde
chemie liggenonderde aandacht.
21. 20
3. Stromeninde Rotterdamse haven
* Welke stromenzijnermomenteel inbiomassa,vanwelke sectoren/bedrijveninde Rotterdamse
haven? Wat is de verwachtingvoorde toekomst?
* Hoe lopendeze stromen enhoe grootzijnze inNederland,Europaende wereld?
* Waaruitbestaandeze stromen(‘waardepiramide’)?
* Waar komenze vandaan?
* Wat zijnde verwachte ontwikkelingeninde diverse stromen?
* Hoe complex isde problematiekrondBBEmetbetrekkingtot de ontwikkelingvanBioPort
Rotterdamenwat zijnde voordelenenbedreigingen?
Overslaghaven van Rotterdam
De overslagvande havenvanRotterdamse is in2014 meteenprocentgestegentotzo’n450 miljoen
ton. De verwachtingisdatde havenin 2015 eengelijkende groeizal latenzienenuitkomtopeen
totale overslagvoordatjaar van bijna500 miljoenton. Hiermeeis de mainportRotterdamde
grootste havenvanEuropa meteenwereldwijde im- enexportvangoederen.(zie bijlage1voor
herkomstenbestemmingvanbiomassavande haven). Hethavengebiedomvat12.500 ha
havengebied(land enwater,waarvancirca6.000 ha bedrijfsterreinen).De totale lengtevanhet
havengebiedisruim40 kilometer.Jaarlijksbezoeken circa30.000 zeeschepenen110.000
binnenvaartschepende haven (br10en11).
OverslagRotterdamse haven 2014 (Brutogewichtx 1000 ton)
Ertsenen schroot 34.075
Kolen 30.401
Agribulk 11.266
Overigdroogmassagoed 12.850
Subtotaal Droog Massagoed 88.592
Ruwe olie 95.388
Minerale olieproducten 75.006
LNG 1.206
Overignatmassagoed 30.899
Subtotaal Nat Massagoed 202.499
TOTAAL MASSAGOED 291.091
================================
22. 21
Containers 127.598
Roll on/roll off 20.005
Overigstukgoed 6.039
Breakbulk 26.044
TOTAAL STUKGOED 153.642
================================
TOTALE OVERSLAG 444.733 (br12)
================================
3.1 Droog massagoed
Rotterdamisde grootste droge bulk havenvanEuropa. Het heefteenideale liggingendieptevoorde
grootste schepen.De typendroge bulkgaanvanijzererts,kolen,granentotbiomassaenindustriële
mineralenenhebbeneentotaalaandeelvan20% vande overslaginde haven.
Ertsen, schroot en kolen
Ertsenen schrootbetreffen‘nietdoorbiomassavervangbare stoffen’. Kolendaarentegenzijnwel
‘doorbiomassavervangbaarstoffen’.
Agribulk
De havenvanRotterdamiseenallroundagribulk-havenenheefteenruimekeuze voorde overslag
enopslagvan agrarische producten,zoalsmais,granen,sojabonenenoliehoudendezaden,zoals
raapzaad.De grote hoeveelheidlading draagtzorgvoor voeding,diervoedingenbiobrandstoffen
industrie. Tienmiljoentonvanhetagribulkvaltinhetrenewablecluster(br13).
Overigdroog massagoed
Houtpellets,de belangrijksteproductgroepvoorbiomassa,wordenmetname gebruiktinde
Europese warmte- enenergiemarkt. Opde Maasvlakte inRotterdamzijntwee kolencentrales
gevestigddie houtpelletsen andere biomassakunnenbijstoken.Deze energiecentralesende
centralesinde Rotterdamse regio,BelgiëenhetVerenigdKoninkrijkzorgenvooreengrote,
constante aanvoervanbiomassanaar Noordwest-Europa.De vraagnaar biomassavoorstoomen
warmte neemtnaarverwachtingtoe.ZostimulerenhetHavenbedrijf Rotterdamende Nederlandse
overheidhetgebruikvanbiomassainde chemische enenergie-industrie.Opde lange termijnzullen
houtpelletsdanooksteedsmeeralsgrondstof dienenvoorde biobasedindustrie inde havenvan
Rotterdam.De havenvanRotterdamverwachtdan ookeenflinke groei inde overslagvanbiomassa
enspeelthieropin,momenteel bedraagtde overslagnog1 miljoentonaanwoodchips/pellets
(br14).
Industriële mineralen
Het betreftalumina,ferro-legeringen,magnesiet,zout,boraten,zandengrind.Meteen
volumetotaal perjaarvanbijna13 miljoenton heeftRotterdameenmarktaandeel van24% van alle
importvan overzee enexport.Hetbetreffenhier‘niet doorbiomassavervangbare stoffen’, dusgeen
biomassa(br15).
23. 22
3.2 Nat massagoed
Enkele voorbeeldenzijn:stookolieuitRuslanddie naarSingapore wordtverscheeptmet
supertankers,ethanol uitBrazilië datnaarZwedengaat,gasolie voorgebruikinDuitse huishoudens
enpalmolie uitMaleisië enIndonesië voorde voedingsmiddelenindustrieinEuropa. Hettotale
aandeel vannatmassagoedbedraagt45% van de totale overslaginde haven (br16).
Ruwe olie
Rotterdamisin Noordwest-Europade absolutekoploperinde overslagvanruwe olie. De ruwe olie
die Rotterdambinnenkomt, bedraagt95tot 100 miljoenton.Hetbetrefteen‘doorbiomassa
vervangbare stof’(br17).
Minerale olieproducten
Bij minerale olieproductenmoetvooral gedachtwordenaanstookolie,diesel,kerosine,benzine,
naftaen bitumen,hetzijneveneens‘doorbiomassavervangbare stoffen’ (br18).
LNG (LiquefiedNatural Gas)
In de havenvanRotterdamvindtgrootschalige importenexportvanLNG voor gebruikinEuropa
plaats. Hetbetrefthierechtereen ‘doorbiomassavervangbarestof. LNGisvloeibaaraardgas.
Overignat massagoed:
Chemicaliën
Voorde importenexportvanchemicaliënvanennaar Europa isde havenvan Rotterdameen
belangrijkelogistiekeschakel.Rotterdamheeftnietalleeneengrote eigenpetrochemische industrie
die basischemicaliënenhalffabricatenproduceertengebruikt,maarisookeendoorvoerhavenvoor
chemicaliënvanennaarEuropa,het Midden-Oosten,AmerikaenAzië(br19).
Biobrandstoffen
In de havenkomenproductie,handel,op- enoverslagvanbiobrandstoffensamen. De grondstoffen
betreffenbiomassastromen.
Plantaardige oliënen vetten
Plantaardige oliënenvetten komenuitbiomassastromen.Hierin heeftde havenvanRotterdameen
bijzondersterke positie opgebouwd.Erbevindenzichdiverseraffinaderijenen
verwerkingsfaciliteitenvoorde raffinage vanplantaardige oliënenvetten,zoalspalm-,zonnebloem-,
koolzaad- enkokosolie.Ookde productievanbiobrandstoffen,metname biodiesel enhernieuwbare
diesel,heeftde positie vanRotterdaminhetsegmentvanplantaardige endierlijke oliënenvetten
verderversterkt(br20) .
3.3 Stukgoed
De overslagvanstukgoedhieldvoor2014 eentotaal percentage invan35%, bestaande uit
containers29% enbreakbulk6%.
Containers
De havenvanRotterdamisde grootste containerhavenvanEuropa.Er zijnlijnverbindingenmetruim
1000 havenswereldwijd:uitstekende verbindingenmetbestemmingenbinnenEuropavoorvervoer
van containers.In2014 betrof de overslag7.386.528 containers. Er bevindenzichhierbij geen
biomassastromen.
24. 23
Breakbulk
Breakbulkwordtinde havensnel enslimverwerkt.Of hetnu gaat om auto’s,projectladingenheavy
lift,forestproducts(betreftbiomassareststromennamelijk: houtproductenalspapier,pulp,
cellulose,etc.),staal of non-ferrometalen(aluminium, koper,zink,lood,tin,nikkel e.a.) (br21).
3.4 Verwachte ontwikkelingen volgens de ‘Havenvisie 2030’
Belangrijke trendsenontwikkelingendie naarverwachtinginde toekomsteengrote invloedopde
havenzullengaanhebben wordenweergegeven in de ‘Havenvisie 2030’ vanhetHavenbedrijf:
- verschuivingzwaartepuntwereldeconomie;
- schaarste aan grondstoffen,geopolitiek;
- kenniseconomie,toenamewerkgelegenheid;
- schaalvergrotingtransport;
- integratie vanlogistieke ketens;
- klimaatverandering,duurzaamheid;
- toepassingICT;
- veranderingenenergie- enbrandstofmix;en
- specialisatie Europese industrie.
Dit kangezienwordenmetdiverseandere factorendie betrekkingkunnenhebbenopde havenin
eenSterkte/Zwakte-ofwel SWOT-analyse.Eenvolledige SWOT-analyse isonderverdeeldinde
volgende categorieën:Strenghts,Weaknesses,Opportunities&Threats.Waarbij de eerste twee de
interne situatieweergevenende laatste tweede externe situatie zoalsdeze zichzoukunnen
voordoeninde toekomst. De analyse kanalsmiddel dienenombeslissingente nemenen de positie,
de koersen de strategie vaneenbedrijf te onderzoeken,maarkanook gebruiktwordenvoor
planning,marketing,beoordelingvande concurrentie, organisatieontwikkeling,etc.Voorbiomassa
ineenBBE wordeninde havenvisie 2030 de volgende kansenc.q.bedreigingengenoemd:
Kansen en bedreigingen m.b.t. biomassa in de haven
Extern Kansen (Opportunities) Bedreigingen(Threats)
*Groei voor minerale- enplantaardigeoliën * Afnemende beschikbaarheidopde
* Verderverbindenvande chemieclusters wereldmarktenoplopende prijzenvan
* Groeimarktvoorbijstookenbiomassacentrales (energie)grondstoffen
* Transitie naarduurzame energie enproductie * Bij de wet- enregelgevingblijft
vanwege infrastructuurenactieve verduurzamingindustrieenlogistiekachter
wereldspelers
Tabel 2 Bron:portofrotterdam.nl
Kansen enbedreigingen
In bovenstaande tabelzijnde belangrijkstemogelijkeontwikkelingenvoorbiomassainde haven
weergeven.Deze spelenzichmetname inde categorieën‘Kansen’en‘Bedreigingen’af.De
belangrijkste groeimogelijkhedenvande BBE op termijn komenerin naarvorenkomen,metname
25. 24
door groeikanseninde energiemarkt,verbeterenvande concurrentiepositiein hetchemieclusteren
kansenvoorbiomassacentrales.Duurzame energie zietmensowiesoalseeninvesteringoplangere
termijn.Daarentegenis de sterke positie vande fossielebrandstoffen (nogsteeds) eenbedreiging
voor de BBE met een afnemende beschikbaarheidinde toekomst.Eenkansisdanweerde bijstook
inkolencentraleswanneerdeze ingebruikblijven.De fossiele brandstoffenkunnen doorhunlage
prijseen snelletransitienaarduurzame energiebelemmeren.Ookde schaalvergrotinginde
(bulk)scheepvaart eneenCCS(CarbonCapture andStorage) dreigen de fossiele positie vande haven
vast te houden.De vraag vanuitde kolencentralesc.q.sluitingvande centraleszal de doorslaghierin
geven.
Eenduidelijke wet-enregelgevingisbelangrijkomtransitiesgoedte latenverlopen.De huidige wet-
enregelgevinglooptnogachterendientaangepastte worden.Omde toepasbaarheidvanbiomassa
te vergrotenende verduurzamingdaarmee te versnellendienterhaastgemaaktte worden meteen
vernieuwdwettelijkkader.De chemiesectorkanzichdansnellerontwikkelen.Ditzal de groei van
eenBBE inde havenbevorderen.
Europese energie- enbrandstofmix de komende jaren
Het huidige aandeel hernieuwbare energieisnogslechts4,5 à 5%. Dat moetovervijf jaar in2020
zijngestegennaar14% om in2023 16% te bedragen.Dat zijnde Europese afspraken Ermoetdus
nog veel gebeurenineenkorte tijd. We ziensteedsmeerhybride- enelektrische auto’sopde weg.
Steedsmeerhuizenmet zonnepanelenenwindmolenparken opzee enopland inaanbouw.Toch is
hetbij lange na nog nietgenoeg,de inzetmoetsterkverhoogdworden.De verwachtingisdatde
hoeveelheidbiobrandstoffenzal gaantoenemen.Hetwachtenisopde biobrandstoffenvoor de
lange transporten,zoalslucht- enscheepvaart.
De veranderende mix biedtkansen(onderandere nieuweladingstromenalsLNG,biomassaen
biobrandstoffen) enbedreigingen(onderandere afname minerale olieproductenals
transportbrandstof,lokale energieopwekking) voorde Rotterdamse haven. Ookverwacht
Rotterdameenverschuivingnaarhalffabrikateneneindproducten,wateenCO₂-reductiebij het
transportinhoudt.
Rotterdamverwachtde Europese hubvoorbiomassate wordenin2030. Nu al isRotterdamde
grootste biobasedhavenenwil dit,naast huninvesteringenin zonne-energie enwindmolens,graag
uitbreiden.HetHavenbedrijf (onderdeelvan hetRCI¹) isambitieusvoorde langere termijn enwil in
2025 eenCO₂-reductie van50%tenaanzienvan 1990 gerealiseerdzien.Ze wil de statusvanmeest
duurzame havenin2030 enhetplanis omdat op alle mogelijke terreinen voorelkaarte krijgen.
Voorbeeldendiegenoemdwordenzijn:zonnepanelenop3500 hectare totaal bebouwd
bedrijventerrein,aardgas metwarmtekrachtkoppeling,kolenmetafvangenopslag vanCO₂.
Het aandeel duurzame energieinde energiemix inRotterdammoetgroeienvan10% nu naar 30% in
2030. De fossiele energiedragermetde minste CO₂-inhoud(aardgas) zal circa40% van de energiemix
uitmakenenkolen(in2030 CO₂-neutraal doorCO₂- afvang/opslag) circa30% (Zie fig.4) Opdeze
manierhooptde haven zijnbijdrage te gaanleveren aande doelstellinghet RCI omde CO₂-uitstoot
in2025 50% te reducerentenopzichte van1990.
¹ SamenwerkingsverbandRotterdamClimate InitiativevanhetHavenbedrijf,gemeenteRotterdam,
DeltalinqsenDienstCentraal MilieubeheerRijnmond(DCMR)
26. 25
Fig. 4 Verwachte ontwikkelingenergiemix Rotterdamse haven (Bron:portofrotterdam.nl)
Fig.5 (Bron:Port of Rotterdam,13-11-2015)
In fig.5wordteenvergelijkinggemaaktmeteenverwachte wereldwijde groei vanduurzame energie
in2020, waarbij de EU eengroei van13% laatzienenChina(vanaf juli 2015 lidOECD¹)eengroei van
maar liefst38%.Onderandere de VSenIndiablijvenmet9% nogachter, netalsJapan enBrazilië met
beiden5%.
¹ OrganisationforEconomicCo-operationandDevelopment
9%
5%
13%
13%
9%5%
38%
8%
Renewable growth world to 2020
India
Brazilië
Rest non-OECD
EU
USA
Japan
China
Rest OECD
27. 26
Groei van biobasedchemie
De biobasedchemieisinvolle ganginRotterdam. Opde 2e
Maasvlakte is daarvooreenextraruimte
van 80 ha. gecreëerd. Inhoofdstuk2.2staat vermeldwaterreedsaanwezigisinRotterdam.Een
aantal bedrijvendraaital voor100% biobasedzoalsde bioraffinaderijenalsNeste Oil (hernieuwbare
diesel NEXBTL) enAbengoa(bio-ethanol),eenaantal gedeeltelijk. Hetchemiebedrijf Indorama
produceertmomenteel voor30%metbiomassa.De bedrijvenproducerenzoveel mogelijk
gecertificeerd.Eenvoordeelisdatergeenbelastingwordtgehevenopbio-ethanol.Opgewoon
ethanol wordtnogwel belastinggeheven.
Er zijnserieuzeplannenvoorhet‘Redefinery’-projectvoorhoogwaardigechemieuithout (zie
hoofdstuk5.2).Op 7 december2015 ishet tersprake gekomenineenoverleg vanministerKamp
metde chemische sector.
Het voordeel vanRotterdamisde synergie.De bedrijvenwisselenonderlinggrondstoffenen
halffabrikatenmetelkaaruit. Ookisde kennistechnologie inontwikkeling eninvesterende
bedrijveninR& D. Hetis de wensvan Rotterdamom in2030 eensynthesegasclusteropbasisvan
biomassa,kolenenolieresidute hebben.Oplangere termijnzal syngasookde bouwstenenvoor
chemische productenenzwavellozetransportbrandstoffenleveren.
Fig.6Biobasedproductie inde havenin2015 (Bron: portofrotterdam.nl)
28. 27
Koers bepalen
Het verledenleertdatalsde ene ontwikkelingnietdoorgaat(zoalsde inde jaren’60 geplande
hoogovensopde Maasvlakte),daarvaakeenandere,onvoorzienevoorinde plaatskomt.Zo liggen
er,ook ineenongunstigscenario,kansenvoorRotterdamomnieuwe stromenaante trekkendie
nietinde ramingenzijnopgenomen. Erisnog veel onzekerheid,zoalswanneersluitende
kolencentrales,hoe snel schakeltde wereldoverophernieuwbaar?
3.5 Ontwikkelingen naar een Biobased Economy
In fig.5 werdal aangegevendatChinazeerambitieusisinhaartransitie richtingduurzame energie
enEuropa ende VSminder.NahetKlimaatakkoordinParijsisduidelijkgewordendaterserieuze en
ambitieuze stappendienente wordengemaaktdooriedereen.HetNederlandse bedrijfslevenwil
daar eenflinke steenaanbijdragen.Ontwikkelingenrichtingbiobased- encirculaire economie
kunnendaardoorinde komende jarenineenstroomversnellingraken.Rotterdamwil daarklaarvoor
zijneneenkoploperpositieinnemen.Zij biedtbedrijvenalle mogelijkheden,inzowelinfrastructuur,
plug& play,als ketenbedrijven, etc. om zichsnel te ontwikkelenenmee te profiterenvande
voordelendie eenplekinde havenvanRotterdambiedt. Datbetekentdusookdater kansenzijn
voor eenprojectals‘Redefinery’(ziehoofdstuk5.2).(br22).
Structuur biobasedeconomyin 2030
De doorhet Havenbedrijf gewenste structuurvanhethavengebiedm.b.t.een biobasedeconomy in
hetjaar 2030 zijn:
- duurzaamste haven;
- toename biobasedtoepassingen volgensde waardepiramide;
- reduce,re-use andrecycle;
- duurzaamheidseisengesteldaanoa.bijstookvolgenshetEnergieakkoordvan2013 (FSC¹ of
gelijkwaardigecertificeringvoorhout),tevensgewenste certificeringvooronderandere palmolie
(RSPO²) ensoja(RTRS³);
- verhoudingfossiele-/duurzame energie (incl.windenzon) zal naarverwachtingrespectievelijk
70% en 30% zijn(zie fig.6) verwachte ontwikkelingenergiemix Rotterdamsehaven).
De havenzietaanmerkelijkekansen voorgroei inde toekomstvoorzowel de stromenvoor
biobrandstoffen,de chemie ende (bij)stookinkolencentralesen/ofinbiomassacentrales.Zij wil zich
inzettenvoorde hogere toepassingenvoorbiomassaenprefereertdeze conformde
waardepiramide.Al isde toekomstbepalendhoe eringezetgaatwordenopbiobrandstoffenen
bijstookin(kolen)centrales.Daarbij wordtook gewezenop de duurzaamheidscriteria.
Conclusie
De stromen biomassadie doorde havenlopenbevindenzichinde categorieën:droog- ennat
massagoedenbedragenongeveer5%vande totale overslag. De droge biomassagoederenbestaan
hoofdzakelijkuitagribulkstromenenstromenhoutpellets,de natte biomassastromenbestaan
hoofdzakelijkuitbiobrandstoffen,plantaardige oliënenvetten. De stromenlopenwereldwijd(zie
bijlage 1) enhebbenervoorgezorgddatRotterdamde duurzaamste havenismethetgrootste
‘renewable’clusterterwereld.
De verwachtingiseengroei inde biobasedchemieendaarvooriserop de 2e
Maasvlakte 80 ha.aan
ruimte gecreëerd.Ookverwachtmen eengroeiinbiobrandstoffen enrecycling.Ommetname de
lange afstandstransportenfossielvrij te krijgenzijnbiobrandstoffenalsbiokerosineenbiobunkerolie
29. 28
gewenst. De ontwikkelingengaanlangzaamdooreensteedswisselendbeleidenvanwege het
ontbrekenvaneen‘level playingfield’.Erzijnwel subsidiesvoorbiobrandstoffenenbijstookin
kolencentrales,maarnietvoorde chemie.Hetwachtenisopeennieuw wettelijkkader. Nederland
heeftslechtseenaandeel vanongeveer5% aan duurzaamin zijnenergiemix, endatzouin2020 naar
14% gestegenmoetenzijn.DatisafgesprokeninhetEnergieakkoordvan2013.
Er zijnkansenvoorde BBE en die bevindenzicho.a.ineentransitie naarduurzame energie eneen
groei inplantaardige oliënenhetverderverbindenvande chemieclusters.De bedreigingenzijn
vooral de beschikbaarheidenprijzenopde wereldmarktvangrondstoffeneneenachterblijvende
wet- enregelgevingm.b.t.de verduurzaming vanindustrieenlogistiek.
¹ ForestStewardshipCouncil
² Roundtable onSustainblePalmoil
³ Roundtable onResponsibleSoy
30. 29
4. Duurzaamheidseisen
* Wat zijnde duurzaamheidseisenvande overheid tezamenmetde visie vande Commissie Corbey
naast hetConvenantDuurzaamheidBiomassa? Watiser nodigomdeze toe te
passeninde Rotterdamse haven enhoe kanhetwordenbereikt ?
* Hoe verantwoord(doorverschillendevisiesstakeholders) ishetomconclusieste trekkennahet
bestuderenvanhetConvenantDuurzaamheid Biomassaende duurzaamheideisenvande
overheidmetbetrekkingtotde betrokken(rest)stromenende daarinhandelende industrieën
naast de wetenschap?
Om biomassate kunnen(her)gebruikenalsgrondstof ishetbelangrijkdatdaarvoorregelsworden
opgesteld.Voorde reststromen (vastebiomassa) geldende wettelijke kadersvolgensde
afvalwetgeving.Deze zijnonvoldoende toegespitstopde toepassingvanbiomassaalsgrondstof en
de voorwaardendaarvoor.
NEN/NTA 8080
Er zijnde laatste jarenduurzaamheidscriteria opgesteld volgendopde adviesgroep ‘Duurzame
productie vanbiomassa’uit2006 (zie Hoofdstuk 4.1).In2009 volgde daaropde NEN/NTA 8080
‘Duurzaamheidscriteriavoorbiomassatenbehoeve vanenergiedoeleinden.Eind2014 volgde een
herziening mbt.1.de duurzaamheidseisenen2.eisenaanketenbeheer,mettoevoegingvan
biobasedproducten (br32).
Recente ontwikkelingen
De CommissieCorbey (zieHoofdstuk4.2) heeftin2015 eeneindadviesopgesteld.Daarnaastisin
maart 2015 het‘ConvenantDuurzaamheidBiomassa’(zie Hoofdstuk4.5) doorverschillende
stakeholdersgetekendmetdaarinde afgesprokenduurzaamheidseiseninzake de bijstookin
kolencentrales. Hetconvenantmoetduidelijkheid scheppenoverde herkomst ende bestemming
van de biomassavoorhetverkrijgen vande SDE+subsidiesdoorenergiebedrijven(Energieakkoord
2013).(br23).
4.1 Overheid
Zoalsinhoofdstuk3.4 vermelddientin2020 in de EU 14% vande opgewekteenergie duurzaamte
zijnenin2023 16% (plus10% hernieuwbaretransportbrandstoffenin2020). De meeste duurzame
energie die momenteeldoorNederlandwordtopgewektiswindenergie.Daarnaastkanook
biomassaeengrote rol gaan spelen. OmNederlandde komende jarenverderte verduurzamenis
haast geboden, erdienen echterwel goede afsprakente wordengemaakt.Biomassamoetechter
wel duurzaamverkregenzijn,daaroverzijnverschillendepartijenheteens.Maarwelke
duurzaamheidscriteriadienenergehanteerdte worden?
In 2006 iser al eenbreedgedragenrapportgepubliceerdoverduurzaamheidscriteria doorde
adviesgroep“Duurzame productievanbiomassa” samengestelddoorhetministerievan
Economische Zaken (ondervoorzitterschapvanJacqueline Cramer,ministervanVROM2007-2010),
In hetrapport zijnde duurzaamheidscriteriagenoemd voorde productie enbewerkingvanbiomassa
inenergie,brandstoffenenchemie.De volgende thema’svormdende uitgangspunten:
- broeikasemissies;
31. 30
- concurrentie metvoedsel;
- biodiversiteit;
- milieu;
- welvaartenwelzijn.
Deze duurzaamheidscriteriazijnin2009 grotendeelsovergenomendoorde Europese Commissie,de
EU heeftopditgebied eenleidenderol.Vervolgens adviseerde de Commissie Corbey,vanaf 2009
actief, naaraanleidingvan hetin2013 afgeslotenEnergieakkoord, de regeringoverduurzaamheidbij
de productie engebruikvanbiomassa. Voorbepaaldestromen,zoalso.a.transportbrandstoffen
(gas) zijnerconcrete bindende eisenopgesteld,maarvoorandere biomassastromen zoalsvaste
biomassanogniet.
4.2 Visie Commissie Corbey
De ‘CommissieDuurzaamheidsvraagstukkenBiomassa’ofwel Commissie Corbey (genoemdnaar
voorzitterDorette Corbey) isingesteldin2009 door hetministerievanInfrastructuur&Milieuwordt
ondersteunddoorhetministerie vanEconomische Zakenende commissieisactief totenmeteind
2015. Ditadviesorgaan bestaatuitdiverse ledenmetverschillende achtergronden,zoalshet
bedrijfsleven, de wetenschapenngo’s. De Commissieonderzoektde kansenvaneenBBEten
aanzienvan de chemie-,landbouw- enenergiesector.Vanbelangisdater ooknegatieve effecten
zijn,vandaarde noodzaakvoor hetopstellenvanduurzaamheidseisen .Ze adviseertde regering
hierovergevraagdenongevraagd. Duurzaamheidisvanhetallergrootste belang envormtde kern
van een BBE.
Toepassingenbiomassaen wetgeving
Bij de uitwerkingvanwatduurzaamheidinhoudtenwelke eisendaaraanmoetenwordengekoppeld
inwettelijke zin,zijneenaantal zakenaanbodgekomen. Erzijnondermeerbesprekingen gevoerd
overpalmolie (voorbiodiesel),hetbosdatervoorgekaptwordt entevens de verminderingvanCO₂-
opname daardoor. Certificeringisal eenduurzame ontwikkeling.Latervolgde datbiomassaniet
alleenvoorenergiegebruiktkanworden.Houtkanbijvoorbeeld uitelkaarwordengehaalden
gescheideninlignine ensuikervoorde chemie enandere toepassingen.Hetgeeftbiomassaeen
hogere waarde.
De huidige afvalwetgevingis echtereenbelemmeringombeschikbare biomassaonbeperktte
gebruiken.De regelszijninhetverledenopgesteldvolgendopcalamiteitenalsde BSE
(Gekkekoeienziekte).Totdie tijdkonveel afvalalsveevoerwordengebruikt. De vraagis nu: “wat is
afval?”Wettelijkisdatnietgoedgeregeld vooreenbiobasedeconomy.Residuenkunnen doorde
huidige wetgevingnietaltijd worden gebruiktenwordengezienalsafval.Corbeybehandeltookdit
soort vraagstukken.
Cascadering
Eenduurzame bio-economie metbiomassaalsgrondstof biedtveelvoordelen.Minderuitstootvan
broeikasgassen,minderafhankelijkheidvanfossiele energie engrondstoffenenméér
werkgelegenheid.Hetontwikkelenvaneenhoogwaardige BBEiskansrijkvoorNederland enkanzich
incombinatie toteencirculaire economie gaanvormen.Vanbelangisdatde biomassacascaderend
wordtgebruiktvolgensde waardepiramide (zie 2.1). De biomassadientalsproduct enalsgrondstof
(hergebruikenrecycling) te wordengebruikt. Alsgrondstof voorde organische chemieheeft
hoogwaardige biomassaeenenormpotentieel - groterdanhetrendementvanbijstookin
energiecentralesof bijmenginginde transportsector. Echtergingtotvoorkort de meeste aandacht
hiernaar toe. Vanhoogwaardige biomassakande chemie onderanderebioplastics,bio-alcoholenen
32. 31
biozuren maken.Inde huidige situatiehebbenechtervooral de energiesectorende transportsector
toegangtot biomassa,zonderveelonderscheidtussenhoogwaardigof laagwaardig. “Endat zou
andersmoeten”, zoschrijftde commissieinhaaradviesin2012 (br24).
Belemmeringenvoorde bio-economie
Het nognietvolledige duurzaamheidskadervoorbiomassa vormteenbelemmering.Erliggenop het
chemische vlak vele kansenvoorhoogwaardige toepassingen.Eenonvolledigwettelijkkaderzorgter
nu voordat nietalle biomassaoptimaal kanwordenbenut.
Definitieve visie
De CommissieCorbeyheeft eind2015 haar definitieve visieopgesteld.Daarinconcludeertde
commissie datnuhetjuiste momentisombelangrijkestappenopwegnaarde duurzame bio-
economie te zetten methetzichtopde toekomst.“Omeenduurzame bio-economiein2050 te
bereiken,moetenal in2030 belangrijke stappenzijngezet”. Veel bedrijvenenregio’szettenreeds
flinkinopduurzaamheid enwillenhierinverderinvesteren.Positieveprikkelsvande overheidzijn
nodigom hetproceste versnellen. Helaasconstateerthetbedrijfslevendat de overheid achterblijft
bij de transitie die volgens henviaeen‘levelplayingfield’ (geldto.a.subsidies) zoumoetengebeuren
(br25).
4.3 Visie Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW)
De KNAWvervultdrie (wettelijke) taken:
- genootschapvanexcellente wetenschappersuitalle disciplines;
- bestuurdervanwetenschappelijke onderzoeksinstituten;
- adviseur vande regeringophetgebiedvanwetenschapsbeoefening.
Argumentenenknelpuntenbijgebruikvan biomassa
In 2015 publiceertde KNAWhaar‘Visiedocumentbiobrandstof enhoutalsenergiebronnen- effectop
uitstootvanbroeikasgassen’(2015) de volgende feiten vast.Zij wil daarinduidelijkmakenwatde
gevolgenzijnvande huidigeregelgevingengeeftaandathetbelangrijkisdat onderzoekdoorgaaten
de technologie zichverdermoetontwikkelen.
Hout voor elektriciteitscentrales
- Bomen kappen voormeestooklevertgeen CO₂winst op
De EU ziethoutenhoutafval alseenbelangrijkevormvanduurzame brandstof.Dankzijde subsidie
hieropneemtinNederlandse kolencentraleshetgebruiktoe vanhoutuitde VSen Canada. Het
gevaaris dat wanneerde vraagnaar hout gaat stijgen,dankzijdeze subsidies,ermeerbossen zullen
wordengekapt.Datproduceertveel broeikasgas,want hetverbrandenvan houtproduceert
minstensevenveelCO₂alssteenkool.Nieuw geplantebomenkunnendeze CO₂opnemen,maarook
alsvoor elke gekapte boomeennieuwewordt aangeplantduurthet20 tot 100 jaar tot de
uitgestoten CO₂weerisvastgelegd. Houtisdusgeeneffectief middelomde CO₂-uitstootte
reduceren.
Biobrandstof voor auto’s
- Het gebruikvan planten voorenergie is ineffectief
Slechtseenzeerlaagpercentage aanzonlichtwordtdoorde plantvastgelegd. Om5% vanonze
benzine endiesel te vervangendoorkoolzaadolie moetenwe heel Nederlandtennoordenvande lijn
Amsterdam-Enschedemetkoolzaadbeplantenomhetrendabel te maken.Veelbeterkande zon om
33. 32
deze reden gebruiktworden voorenergieopwekkingdoormiddel vanzonnecellen danvoor
biobrandstoffen.
- Er is niet genoeg goedelandbouwgrond
(‘IndirectLandUse Change’ofwel ILUC). Hetontginnenvannatuurgebiedenproduceert veel
broeikasgas enmaaktde grondstof voorbiobrandstoffendanooknietCO₂verlagend.
- Biobrandstof concurreertmethoogwaardigeren urgentergebruikvan biomassa
Bodemvruchtbaarheidisbelangrijkvoorde grondwaar die biomassavandaankomt.Wanneer deze
nietinacht wordtgenomenontstaanerter plaatste onvruchtbare grondenmetallegevolgenvan
dien.Eendeel vanhetafval hoortduste wordenteruggegevenaande grond. Beterishetdat het
afval wordtgebruiktals grondstof voorveevoerenhoogwaardige chemiedan voorbrandstof.
Eiwitten,vezels,etc.kunnenvoorhoogwaardige toepassingenwordengebruikt,alleswatdaarnanog
overblijftennergensandersvoorgebruiktkanworden,kanwordenverbrand. Doorde verplichte
bijmengingdoorbiobrandstoffenisnuversvetgoedkoperdangebruiktvet.Datmaaktdat
bijvoorbeeldgeïmporteerdepalmoliegoedkoperisdangebruikte vettendie we zelfhebben
geproduceerdzoalsfrituurvet. Hetleidttothetkappen vanoerwoudvoorpalmolie enneemtnu
desastreuze gevolgenaanzoalsde bosbrandeninhetnajaarvan2015 in Indonesië.Eenbedrijf als
Unileverheeftechterde wensomsnel overte schakelenopalgen (derde generatie biobrandstoffen)
inplaats van palmolie,zij isdanookeenvande hoofdsponsorsvanhet AlgaePARCinWageningen.
- Fabriceren van biobrandstof kostbrandstof
WanneerILUC ende energie ombiomassaomte zettenwordenmeegenomendanproduceren
sommige biobrandstoffenmeerbroeikasgasdangewone benzine. Of de tweede generatie danook
eenoplossingiswordtintwijfel getrokken,naditjarengeledenal te hebbengeconstateerdmet
betrekkingtotde eerste generatie(FoodforFuel). Hetwachtenisopde derde generatie die uit
olierijke algenbestaat,maarisnog toekomstmuziekendaardooronzeker.
Conclusie enaanbevelingenKNAW
KNAWsteltdathet verbrandenvanhoutinelektriciteitscentralesenvanbio-ethanol enbiodieselin
auto’snietof nauwelijksbijdraagtaanbesparingvan CO₂-uitstoot.Daaromzijnze nietgeschiktals
middel voorde transitie naareenduurzame energievoorziening.
1. Bouw de verplichtingenvoorbiobrandstofaf.Stel intussenhogere duurzaamheidseisenaande
herkomstvanbiomassaeneistransparantie daarover.
2. Bouw de bij- enmeestooksubsidie voorhoutinelektriciteitscentralesaf.
3. Verhoogde kostenvoorhetuitstotenvanbroeikasgas.
4. Bevorderdat biomassawordtgebruiktalsgrondstof voorhoogwaardige materialen(cascadering,
biorefinery) i.p.v.voorenergie.Verbrandalleenrestantendie nergensandersbruikbaarvoorzijn.
5. Bevorderenergie-efficiëntieenbrandstofbesparing.Daarisveel winstte behalen.
6. Bevorderinnovatiesinhetdirecte gebruikvanzonne-energie(solar,bio-organisch).(br26)
4.4 Dorette Corbey en Patricia Osseweijer (TU Delft) versus KNAW
Op 2 maart 2015 verscheeninhetFinancieeleDagbladhetartikel vanDr.Dorette CorbeyenProf.
PatriciaOsseweijer: “Voorbiomassaworden bomen nietwillekeuriggekapt” (Meestokenvan
resthoutinkolencentralesisnietideaal,maarwel te verdedigenomuitstootbroeikasgaste
verminderen).
34. 33
In hetartikel wordt doorhen gereageerd ophetdoorKNAW(Profs.Rabbinge,VetenKatan)
gepubliceerdevisiedocument.Ze vechtendaarbij de feitelijkeinformatievande KNAW aanen vinden
hetook vanweinigpraktischnutvoorde politiekebeslissingenvanvandaag.
VolgensCorbeyenOsseweijerisde visie vanKNAWte statischenwordtervoorbij gegaanaan
recente studiesoverbeschikbare landbouwgrond. Zij concluderen:
- ruimvoldoende beschikbaarvoorandere duurzame toepassingen (chemie/energie) naastvoedsel;
- efficiëntergebruikvanreststoffenenafval;
- herstel vangedegradeerdland
Het doorCorbeyenOsseweijergestelde isgeenvrijbrief,maareenmogelijkheid.Alseerste is
onderzoeknodig,tentweedemoetenduurzaamheidenefficiëntie vooropstaan. Zij vindenhet
belangrijk datvervangingvanfossieldooralternatieven wordtgerealiseerd endatdie rendabel
wordtgemaaktzoalszon,wind,maar ookbiomassa.Eengrotere vraag naar biomassakanleiden tot
meerduurzame landbouw,betere opbrengstenenmeersociale-envoedselzekerheid. Hetbio-
energiebeleidmoeteenopstapzijn naarde inzetvanbiomassainde chemiesector,Nederlandsterk
intechnologie enmoeterinvooropblijvenlopen.Datzal alleenlukkenmetgoedepolitieke
afsprakenenduurzame alternatieven.
4.5 ‘Convenant Duurzaamheid Biomassa’
Op 13 maart 2015 hebbenenergiebedrijvenenmilieuorganisatiesovereenstemmingbereiktoverde
duurzaamheidseisenvoorbiomassadie voorbijstookinNederlandse kolencentraleswordtingezet.
Deze ismaximaal 25 Petajoules. Metde introductie vandeze duurzaamheidseisenwordteen
belangrijkonderdeel vanhetEnergieakkoord (2013) voor Duurzame Groei uitgevoerd.Het
Energieakkoordmoetertoe leidendathetaandeel hernieuwbare energie datNederlandgebruikt
wordtverhoogd(zie hoofdstuk3.4en 4.1). De bijstookvanbiomassaleverthieraaneenbijdragevan
1,2% en zoudaarna uitkomenop5,7%.
Goede duurzaamheidseisenenaantoonbaarheid
Biomassamoetkomenuit de uitdunningvan bossen ende verwerkingvandathout.Ook moeter
wordengewaarborgddatbossennietwordengekaptvoorbiomassa endatbiomassanietmeerdan
eenbijproductvanhoutis.Hiermee komteennettoCO₂-reductietotstand.Alle biomassadie
verstooktwordtof verstooktgaatwordeninkolencentralesmoetinNederlandaandeze hoge eisen
voldoen (FSCof gelijkwaardige certificering) omvoorsubsidie inaanmerkingte komen. De
duurzaamheidvande biomassadientookte wordenaangetoond.De meestebiomassawordt
geïmporteerduitEuropaof uitde VS,waarbij erin hetbuitenlandnognietaltijdeencertificering
plaatsvindt.Ditmoetde komende jarengeregeldgaanworden. Welke eisenprecieswordengesteld
wordtnog naderuitgewerkttussende partijen. (De huidige discussieoverde sluitingvanalle
kolencentralesheeftopditmomentechterde meeste aandacht).(br27en31)
Conclusie
Duurzaamheidscriteriaencascadering moetenleidendmoetenzijn ineenBBEeneencirculaire
economie.Erisop die manierduidelijkheidvooriedereen watduurzaamheidinhoudtenwaaraan
menzichdientte houden. Er zijnreeds duurzaamheidscriteriaopgesteld voorbiobrandstoffenende
bijstookinkolencentrales,maardeze zijnniettoteeniederstevredenheid.Hetisdanook belangrijk
dat er overeenstemmingkomttussende verschillende partijen(KNAW,TUDelft,Commissie Corbey,
milieuorganisatiesenbedrijven) omvoorde hoogwaardige toepassingen breedgedragen
duurzaamheidscriteriaopte stellen.
35. 34
5. Stakeholders (interviews)
* Welke bedrijfsontwikkelingenwillende stakeholders,zoalshetHavenbedrijf Rotterdam, de
Provincie ZuidHolland,industrie,maarookde milieuorganisaties inrelatie totde
energietransitie inde Rotterdamse havenendoorwelke bedrijvenmoetditgefaciliteerdworden?
Voorhetonderzoekzijnverschillende stakeholdersgeïnterviewd uitde sectoren:overheid,
kenniscluster,samenwerkingsverbandBiobasedDeltaZuid-Holland, eenmilieuorganisatieengrote
bedrijven.Erisvooral gesprokenoverde stromeninZuid-Hollandmetde nadrukopde Rotterdamse
haven,de duurzaamheidseisen,wettelijkkader,hetEnergieakkoord,verlagingvoetafdruk ende
toekomstvande BBE. Ook werdde rol voor de Natuur enMilieufederatieZuid-Hollandinditverband
gevraagd. Inde interviewskwamenduidelijke verschillen vanmeningnaarvoren endaaropwerd
doorgevraagd.Indithoofdstuk worden de meestrelevante vragenenantwoorden uiteengezet. De
volledige interviewszijnte vindeninde bijlagen.
5.1 Overheid (Provincie Zuid-Holland, Gemeente Rotterdam en DCMR)
Provincie Zuid-Holland
Bij de Provincie Zuid-HollandisMarije Groengeïnterviewd,CarolienHuismanwas helaasziekten
tijde van ditinterview.
Marije Groen isinhet voorjaar2015 isaan de slaggegaanmet CarolienHuisman.Carolienisal een
tijdlangermetBBE bezig.Zij heeftreedseenstrategieopgezetmethetbedrijfslevenenwerkt tevens
voor BiobasedDeltaZuid-Holland.Eenorganisatie waarmee de Provincie nauw samenwerkt.Marije
houdtzichbinnenBBE hoofdzakelijkbezigmetgroene chemie,ditvanwege de doorhaarvergaarde
kennisoverchemie inde haven.Daarnaastmaaktzijnookdeel uit vande club‘Bio-economie’ bij de
Provincie.
Gemeente Rotterdam
Bij de gemeenteRotterdamisPeterVerschoorgeïnterviewd.Peterisprojectmanageronder
Cleantechenrichtzich voornamelijkopprojectenm.b.t.BBEencirculaire economie.Dithoudthet
stimulereninenhetfaciliterenvaninitiatievenenprojecteninde markt.Er wordtgewerktmethet
programma‘Duurzaam’en hij werktnauw samenmethetHavenbedrijf,IQ,Rotterdam Partnersen
InnovationQuarters.
DCMR (DienstCentraal MilieubeheerRijnmond)
Bij DCMR werktende medewerkersMarcKoene enJochemLangeveldmeeaanhetinterview.
Marc Koene isbeleidsadviseuromgevingsbeleidbij DCMRafdelingRuimteenRegelgeving.
Rotterdamheefteenaantal beleidstakenbij DCMRondergebrachtnaastVergunningverlening,
ToezichtenHandhaving(VT&H).DCMR werktin opdrachtisvan Provincie Zuid-Hollandenalle 14
gemeenteninhetgebied.
Eénvan de beleidstakenishetontwikkelenvaneenstrategiecirculaireeconomie voorRotterdam
onderandere m.b.t. eenBBE.Het is onderdeel vanhetproject‘Duurzaam’ vande gemeente
Rotterdam.VT&Hgeldtvooreengebiedmet26000 bedrijvenwaaronderhetgehele havengebied,
inclusief overslagbedrijven,raffinaderijen,e.d.NaastVT&Hligterookeentaak op hetgebiedvan
36. 35
ruimtelijke ordening(daarzijninpassingsvraagstukkenvanbelang;hoe zorgje dat bedrijvenen
woongebiedvoldoende afstandvanelkaarhouden(ruimtelijke regelgeving). OokwerktDCMRsamen
metgemeente Rotterdam,hetHavenbedrijf enDeltalinqsbinnenhetRotterdamClimate Initiative
(RCI)
JochemLangeveldischemischtechnoloog enmomenteel coördinatorbij eenbureaudatbetrekking
heeftophaven- enafval gerelateerdebedrijven, waaronderagribulk. Hij wasbetrokkenbij de
verleningvan vergunningenaanNeste Oil (biodieselfabriek) enAbengoa(bio-ethanolfabriek), waarbij
ookpalmolie- enandere duurzaamheidsthema eenbelangrijkerol speelden (FoodforFuel).
5.1.1 Vragenenantwoorden
*Hoe beoordeelt u de diverse mogelijkheden van biomassa in een biobased economy naar
aanleiding van de duurzaamheidseisen en beschikbaarheid?
Provincie:volgendefactorenzijn ineenBBE belangrijk:
- hetvergroenenvande grondstoffen;
- hetingebruiknemenvannieuwegrondstoffen;
- de verwaarding:hoe hoogwaardiger,hoe beterenhetoptimaal gebruikmakenvande
grondstoffen.
Het isbelangrijkopregionaal niveaute kijkenwatje metde reststromenkandoen,het te zienals
meerdan afval enhetzo hoogwaardigmogelijkop te werken.Bio-energie ishetmeestvoorde hand
liggendenzouopgrootschaligniveautoegepastkunnenworden.Noginteressanteris hetomte
kijkenhoe je nogmeeruitde reststromenkunthalen,wantdatisgoedvoorhetinnovatieve
vermogenen eenkoploperschap.Je hebtlokale- enregionalestromen,zoalsbij BiobasedDelta
waarbij suikerensuikerbietenheel belangrijk zijn.Opinternationale schaal (inde haven)zijndatde
grootschalige biomassastromen.
Gemeente:PeterVerschoorwerktbij de Gemeente Rotterdam.Zijnprojecten hebbendaarom
betrekkingopde gemeente ennietopde haven.De gemeente kijktnaarbiobased projecten,bij de
havenisdat op ditmoment:hetverbrandenvanhoutsnippersof meestookvanhoutsnippers.
Daaruit volgtde discussie overde herkomstvanhethoutenof deze duurzaam is.Hieroverbestaat
Europese Wet- enregelgeving.Erzittenverschillenderaffinaderijeninde haven,die inmiddels
gecertificeerd zijn.Grote biobased stromenbevindenzichinde haven,de gemeentehoudtzichbezig
metkleinere initiatieven;kleinerestromenenafvalstromen.Grote raffinaderijenvallenonder
provinciaal- of landelijkbeheer.
DCMR: AlspartnerbinnenRCIdenktDCMR mee methetverduurzamenvande stromen.Erbestaan
verschillendebelangen,dusaf entoe gaat hetmoeizaam, zoalsbij de kolencentrales.DCMRkan
daarop helaasgeeninvloeduitoefenenwanthetgeheel valtbuitenhethandhavingstraject.Erzijn
wel ‘Lettersof Intent’(intentieverklaringen) getekendendatwasdanook hethoogsthaalbare.Het
geheel ismomenteel nogeenpolitiek-maatschappelijkdebatmetalsgevolgdatbij de
vergunningverleningdestijdsde kolencentralesnietkondenwordenverplichtomCO₂af te vangen.
Men heefthetwel voorelkaargekregendatde installatievoorafvangdirectaangebracht kan
worden indiennodig(capture ready).Erismaximaal gebruikgemaaktvande wettelijke (Energiewet)
mogelijkhedenbij de procedures.
37. 36
*Hoe staat uw organisatie t.a.v. de diverse mogelijkheden van een biobased economy?
Provincie:Naaraanleidingvande grootschaligestromen biomassainde haven kijktde Provincie nu
nadrukkelijknaarhet‘Redefinery-project’vanonderandere George Brouwer. Hetdoel vanhet
projectisom in eengrootschalige vormeennieuwe grondstof vinden waaruitje suikerskunt halen.
Hiermee kun je de suikermarktbeïnvloeden.Doormiddelvannetwerkverbanden(BiobasedDelta
Zuid-Holland enBiobasedDelta) ondersteuntde Provincie ditproject.Ook financiertde provincieeen
deel vanhetprojecteniszij er inhoudelijkbij betrokken. Omhetprojectvande grondte krijgenzijn
er ookbedrijvennodigdie hunmedewerkingverlenen.De Provincie zietzichverantwoordelijkvoor
de randvoorwaarden.
Er isookeenbio-pilotfacilityinDelftophetDSM-terrein.Ditiseenfaciliteitvoorverschillende
chemische bedrijvenomophogerdan lab-niveaute kunnentesteninhetopschalen.DSM,TU en
Corbionzijnhoofdaandeelhoudersvande faciliteit.De Provincie heeftditprojectmedegefinancierd.
Marije zietde grootschalige stromenvoorde BBEals hetbelangrijkste stromen,al zijnookde lokale-
enregionale stromenbelangrijk,hethoudtallemaal verbandmetelkaar.De Provincie houdtzich
bezigmetde ‘groene chemie’(internationale ontwikkeling) inde havenen‘plantinhoudstoffen’
(lokale ontwikkeling) inhettuinbouwcluster. Beidenzijn belangrijkvoorZuid-Holland.
Gemeente:
Initiatieven
Rotterdamhoudtzichbezigmetkleinerestromenenafvalstromen,bijv.bleekaardestroom(soort
klei) vanpalmolie.Voorreinigingvande palmolie wordterbleekaarde gebruikt,waar
verontreinigingenaangaan kleven.Daarnahoudje schone olie overenverontreinigende klei.
Hergebruikindeze isbelangrijk.Eenanderprojectis de ontwikkelingvan eenpyrolyseapparaat om
onderandere houtolie,houtazijnensynthesegaste halenuithoutsnippersvande gemeente.Dit
projectwordtgesteunddoorde Gemeente.Er wordtgekekenof ereenpilotvangemaaktkan
worden.Biobasedisbeterdanfossiel,maarde energiebalanswordtwel inde gatengehoudenenper
case wordende projectenbekeken. Eenanderkleininitiatiefdatdoorde gemeente gefaciliteerdis, is
eenbroodvergistervoorafvalbrood waarbij hetgasdat vrijkomt gebruiktwordtvoorbakovensomzo
hetenergieverbruiken de hoeveelheidafvalvanbakkerijenterugte dringen.
Subsidie voor houtsnippers
Op grootte schaal zie je nu initiatieveninde havenomvan houtsnippersbio-ethanol te maken.Het
planvoor de haven isviermiljoentonsnippersbinnente halenvoorde chemie. Veel bedrijvenwillen
gebruikmakenvande Europese subsidie,dieeentotaalbedragvan€200 miljoeninhoudt.De
biobasedinitiatievenkomenechterlastigvande grond,omdatde prijsvanolie enandere
grondstoffenlaagis.De verwachtingisdaternicheszullenontstaan,zoalsbij suikerbieten,die nietin
de havenzullenwordenverwerktmaaropde plaatsvan de oogst zelf.
Rotterdamwil echterkleineengrote initiatievenbij elkaarhouden, omdatdeze elkaarkunnen gaan
versterken.
DCMR:
Sustainable palmoil
Bij Neste Oil weetmendaterook ontwikkelingenspelenrichtingalgen.Ookishetbedrijf
geïnteresseerdin‘usedcookingoil’ (frituurvet).Chemischgezienontlooptditelkaarnietzoveel.In
Rotterdamzoudus inde toekomstookeen2e
generatie grondstoffengebruiktkunnenworden,nu
betreftdatnog voedingsstoffen. DCMRheeftgesprekkengevoerdmetNeste omvoorschrifteninzake
politiek/publiekelijkgevoelige issuesopte stellen.Wettelijkgezienkan echternietsworden
afgedwongen.DoorNeste naarduurzame palmolie te blijvenvragenzal erhopelijksteedsmeer
38. 37
duurzame palmoliegeproduceerdgaanworden.Eris tevensbinnen hetRCIafgesprokenomnaar
duurzaamheidte kijken.Ditgeldtookvoorbijvoorbeeld houtsnippers.
Houtsnippers
Met energiecentrales isafgesprokendatzij opafzienbare termijn zoudenwerkenaanCO₂-afvangen
de opslagvan CO₂,maar dit ishelaasnogniet gebeurd.De afspraakwasom in2020 eeninstallatie
voor afvangte bouwen,maardoor eenlage CO₂-prijswordtdeze afspraaknuopeenafstand
gehouden.De bedrijvenEON enGDF Suez houden zichwel aande afspraken.Bij houtsnippersgeldt
netals bij palmolie datdeze grondstof geenversnipperdoerbosmaginhouden, omdatdaarmee
stappenachteruitwordengezetende CO₂-afdruknietverminderdwordt. Erbestaat helaasgeen
duurzame soja(inRTRS staat R voor‘responsible’),al wordtergeprobeerdde duurzame palmolie te
evenaren(waarde Sin RSPOstaat voor‘sustainable’) (ziehoofdstuk3.5).DCMR heeftmet
verschillendepartijen gesprekkengevoerdoverde te verwachtenSDE-subsidiesvoorduurzaam
opgewekte stroomvanuithoutsnippersuitbijvoorbeeldde VS.
Toezicht
Het wordtinde toekomstgemakkelijkerde bulkstromente kwantificerenente classificeren;de
stromenwordenzichtbaarderende vergunningverleningzal erdoorgemakkelijkerverlopen.De
bedoelingvansubsidie isdater bijvoorbeeld eennieuwe stoomketelwordtgebouwdmeteen
levensduurvan10 à 20 jaar netnaar gelangde subsidieduur.De subsidie isechtereenanderedande
SDE-subsidiedie geldtvoorbijstookvanbijv.houtinkolencentrales. Momenteelspelener
vernieuwende processen.Voorheen rookje meestal bepaalde geurenalszwaveldampinhet
havengebied,nuisdatnogzo’n een- of tweemaal permaand hetgeval.Abengoaheeftbehoorlijke
problemengehadmetnieuweprocessen enkreegde geuroverlastmoeilijk ondercontrole.Het
vermijdenvan geuroverlastisbepaaldinde vergunning.Hetbedrijf maaktbio-ethanoluitgranenen
mais,viade vergistertraderregelmatigstanknaarbuiten.De aannames(d.m.v.ingeleverde studies
enrapportendoor Abengoa) bij hetverlenenvande vergunningpakten andersuitdangedacht.De
nieuwe fabriekvanAbengoawaseenopschalingvaneeneldersbestaande versie. Normaal
gesprokenkloptde doorhetbedrijftverstrekteinfo.Kloptdeze niet,danmoeterweereennieuwe
vergunningwordenaangevraagd.DCMRdoetde nacontrolesentreedtopbij klachtenoverstank
vanuitde omgeving.Hetbedrijfmoet vervolgens meteennieuw plankomenomde afvanginstallatie
te herinrichten.Gebeurtditniet,dankunnenerdwangsommenwordenafgegevenzoalsbij Abengoa
tweemaal is gebeurd.Metaanvullende technieken zijnde problemenbij Abengoaverholpen.De
opschalingnaareentwee keerzogrote capaciteitheeftwaarschijnlijkde meesteinvloed opde
problemen gehad. Bij hetontwerp konhelaas nietzichtbaarwordengemaaktwatde gevolgenop
termijnzoudenkunnenzijn.
* Hoe belangrijk vindt u biomassa voor de huidige- en toekomstige economie in Nederland
(import/export)?
Provincie:Biomassadienteigenlijkinde huidigeeconomie al eengrotere rol te spelen, dannuhet
geval is. Bij de ontwikkelingvan hethavenbestemmingsplan isruimte gereserveerdvoorbiobased
clusters.De invullingervanverloopt tragerdanwerdverwacht.Volgensverschillendeanalistenisdit
hetgevolgvan de lastige dynamiekinde chemische- enenergiesector.Bedrijven ziennogteveel
onzekerheden omerinte stappen.Metkrachtenbundelingzouhetwaarschijnlijkwel kunnen slagen
(bijvoorbeeld het‘Redefinery’-project). Datisnietgemakkelijk,hetinstappenineengroot
consortiumvergtlef,meerdanbij hetinstappenineenkleinconsortium.
39. 38
Gemeente:
Kansen biobasedeconomy
Het iszeerbelangrijk. Eenbiobased economy iseennieuwekans.De concurrentie wereldwijdin
fossiel isenorm metveelal lageregrondstoffenprijzendan inNederland.Rotterdamheeftdaarvan
enormveel lastvan.De verwachtingvan Peterisdat de oliesectorvoorraffinaderijenzal gaan
krimpen.WaarzietEuropa danwel kansen?VolgensJeremyRifkin,eenAmerikaanse econoom,
liggende kansenin N.W.Europatoch inBBE, het heeftde potentieomfossielvooreendeeloverte
nemen.Zonderfossiele grondstoffenproduceren isnognietmogelijk. Hetiseentotaalplaatje van:
zon,wind,biomassa,waterstof,etc. Kortomeen‘en-en-en’-verhaal.
Sturende rol door Overheid
De verwachtingvanPeterisdatde biomassa nietrichtingbrandstoffen gaat,maarrichtingchemie.
Brandstoffenzoudentijdelijkhierinkunnenzijn.Prijzenkunnenzeerbepalendzijneneen overheid
die sturendis,isheel belangrijk.De overheidzoubijvoorbeeldde fabricage van afbreekbare plastics
kunnenstimuleren,kansendie inN.W.Europagroterzijndanelders. Ookzoude overheid
afbreekbaarplasticverplicht kunnen stellen,bijmenginginbrandstoffen enSDE-subsidies.Ditzouden
stimulerende maatregelen doorde overheidkunnenzijn,die je hardnodighebt.Hetwordtmoeilijk
wanneerde overheidgeensteunende rol inneemt. Watiser nodigalsje over20 jaar 20% groene
chemie wilt?Nuisergeen duidelijke koers. Erliggenal wel stukkeninde TweedeKameromBBE te
stimuleren,gedachtmoetwordenaanbulkenmeestookvoorenergie enbulkenvoorde haven.
DCMR: EenBBE mag nuwel vande grondkomen.Hetwachtenis dan ook op grootschalige
toepassingen.HetHavenbedrijf zet inopeenBBE voorde lange termijn,wanthetisze duidelijkdat
de grootste stromenzoalskolenenolie teneinde lopen.Schrootenafval dienente worden
gerecycled.Ditomdatertreedtschaarste optreedtenvanwege eente grote belasting vanschrooten
afval op hetmilieu. EendoelstellingvanhetHavenbedrijf is omalvastvoorte sorterenrichtingeen
‘nieuwe economie’.EchterhetHavenbedrijf isookeenonderneming.Wanneereenbedrijfgoed
binnenhetconcept vande haven past,dan krijgtdeze de toestemmingtothethurenvaneen
bepaaldstukgrondboveneennieuwbedrijf.
Groene chemie
Het Havenbedrijf zetzichinvoorgroene chemie inde vormvan grote bestaande bedrijvenals
AkzoNobel of DSMmetde wetenschapdatnieuwe bedrijvengemakkelijkerkunnenomvallen. Het
Havenbedrijfisvooral geïnteresseerdinbiobrandstoffenvanwege de verplichtingvoorbijmenging
vanuitde EU enwil deze bedrijveninRotterdamvestigen. De verwachtingisdatheteensterke
groeimarktbetreft,datgeldtookvoorhoutsnippersenhoutpellets. HetHavenbedrijfwil datdeze
stromenviaRotterdamgaan lopen,wanneerdeze stromeneenmaal gecertificeerdzijn.Bedrijven
kunneninRotterdam verdergroeien.Ditisbelangrijkvoorde toekomstvanRotterdam. Metde
verdere bewerkingvande ingevoerde stromen looptNederlandnogachter.Ruwe olie enertsgaan
bijvoorbeeld vrijwel directnaarhetachterland(o.a.Oostenrijk) omdaarverderte worden bewerkt.
Afvalwetgeving
De afvalwetgevinghoudtde ontwikkelingenvanreststromentegen.HieroverhoudtDCMR
besprekingen methetministerie vanInfrastructuur&Milieu.In2005 isde Europese wetgevingal
verruimd enwerden toepassingvansoja-afval (schroot) alsveevoertoe te staan.Nederland
interpreteertditvrij precies,zodatergeenverkeerde stoffeninde veevoederketen kunnenkomen.
Viamelk,eieren,etc.zoudendezestoffen voorde mens erweerkunnenuitkomen. Hetisinfeite de
basisvan de afvalwetgeving:geenafval alsveevoer.Inhetverleden isdatechtervaakvoorgekomen,
methetdioxineprobleem alsgevolg.Opafstand(bijvoorbeeldinBraziliëvoorsojaschroot)zijnerna
deze gebeurtenissenbijde bronEVOA-certificaten(volgensgroenelijstvoorhetoverbrengenvan
afvalstoffennaarde EU) opgesteld volgens hetEU-beleid.De kwaliteitvande stroom dientte
40. 39
wordenvermeld, zodatlaterde reststroomalsveevoerkanworden verwerkt.Omslachtigvoor
bedrijvenmaareengoede manieromde voedselketenenvoedselveiligheidoptimaal te beschermen.
Eenwijziginginde afvalwetgevingisdusnietnodig. Inde wetgevingbestaat eenscheidinginde vorm
van: product(soja),bijproduct(sojaschroot)enafval.
Bunkerolie
Fig.7 Bunkerolie Foto:Kennislink.nl
Eenander (niet-biobased) voorbeeldisde bunkerolie voorschepenen betrefteengrote stroominde
haven. Hetismogelijkom bijnaalle zware fractiesinbunkeroliete verwerkenenbij te mengen
(behalve chloorinverband methetroestenvande motor).Somsisbunkerolienieteensmeer
vloeibaaren lijktdanopeengrote afvalcentrale.Die ketendientte worden beschermd, zodater
geenillegaal afvalin de bunkeroliewordtbijgemengdenis eenuitdagingvoorfabrikanten in
bunkerolie.Erdientbij biobasedenniet-biobasedproducten voorgezorgdte wordendatwatin
nieuwe ketenswordtverwerktaanbepaalde specificatieseneisenvoldoet.
Houtsnippers
Houtsnippersishetlaatste voorbeeld.Hierbij dienteenscheidingte worden gemaakttussende
klassenA- B- enC-hout.
A-houtisonbewerkthout;
B-hout,bijvoorbeeld spaanplaat,hard- enzachtboardenookgebruikte meubels;
C-hout,bijvoorbeeld geïmpregneerdhoutenhoutbehandeldmetcarboleum.
C-houtiszodanigvervuildhout datde as na verbrandingnietmeerbruikbaaris,uit de vliegasvan
B-houtwordenonderandere de metalengefilterdendaarnahergebruikt(wegenbouw).Voor
C-houtverbrandingdientechter eenaparte verbrandingsinstallatie inclusief afvangte worden
gebouwd.Nade verbrandingvanhethout wordtde vliegas gestort,hetmagniethergebruikt
worden. C-houtwordtdanooknietgezienalsbiomassa.
41. 40
Wanneereenkolencentralealsbijstook5à 10% van ditchemischvervuilde houtzougebruikenenzo
nog binnen de grenzenvanhettoelaatbare blijft,dangaathethout naar eenandere ovenmet
andere eisen.Hethoutvaltdannietmeeronderde afvalwetgevingmaaronderde afvalstoffenvan
energiecentrales.Metdie bodem-envliegassenmagje veel meerdoendanmet de assenvaneen
afvalverwerkingsinstallatie(AVI).Bij AVI’szijnerspecifiekescheidingenvanstoffen(metalen,PCB’s,
PAK’s,etc.).Bij andere installaties(kolencentrales,cementovens)betrefthetmindergoede
scheidingenvanstoffenenmoeterop wordengeletdatdeze gevaarlijke stoffennietinhetmilieu
kunnenterechtkomen.Wanneereenstroomonderde afvalwetgevingvaltisergemakkelijkerte
regulerendanwanneerheteenvrije stroombetreft.Bij biomassamoethiereveneensop worden
gelet.Hetbetekentdatbiomassanietzomaaruitde afvalwetgevingkanwordengeschrapt,want
regelszijnvaaklessenuithetverleden. Zodienende agribulkstromengoedte worden
geclassificeerd,zodatze goedverhandelbaarzijn enweinigbehoefteisaantoezicht.Hetisbelangrijk
hierovergoednate denken.
*Er zijn behoorlijke tegenstrijdigheden in visies biobased economy naar aanleiding van de
duurzaamheidseisen.
Wat vindt u van de wetenschappelijke uitspraken van de KNAW?
Provincie:VolgensMarije moeterintensieveromgegaanwordenmetstoffenuitbiomassa. Nietsin
gang zettenomdatereenbepaalde voorspellingisvoorover20 jaar,is te kort door de bocht.
Gemeente:
Intensivering
Volgens Peterzittenwe nietaande grenzenvanbiomassaenbiobased producten,methetoogop
hoeveel houtsnipperserzijn.Eris nogheel watte winnen.Nogtientallenmiljoenenton aan
biomassaisbeschikbaarenzoudenwe kunnenimporteren. Daarinzitduseenenorme groeikans.
Productie vanlandbouwgoederenbij de evenaarisgoedkoperdanhier.Drie maal perjaaroogsten
maakt arbeidendusbosbouwisgoedkoper.Ooklandbouw is daargoedkoper.Maardie gebieden
moetenwordenbeschermd omproblemeninde toekomstte voorkomen.Datheeftnietalleenmet
eenbiobased economy te makenmaarookmet de landbouwgrond terplekke.De grondblijftechter
vaak onbenut.InEuropaiser bijvoorbeeld inRoemenië veel land datintensievergebruiktkan
worden. InFrankrijkgroeiteraan bomen meerbiomassadandater gesnoeidwordt. Peterdeeltde
meningvanKNAWnietomdie reden.Oplettendheideneen goederegelgevingzijnwel belangrijkom
bijvoorbeeld roofbouw bijhetkappen vanbomen tegente gaan.Datligtnamelijkopde loeren
gebeurtmaaral te vaak.
Koplopersrol
Nederlandheeft eenkoplopersrolinde wereld m.b.t.de handel ingrondstoffen ende handhaving
eringoedte regelen. Wanneerbijvoorbeeld eenlandzichzelfinde ‘uitverkoop’zet,dankan
Nederlandde ontwikkelingshulp stopzetten. Hij ishetgedeeltelijkwel (geenroofbouw,geen
uitverkoop) enniet(genoegland,genoegbiomassa,intensivering) metKNAWeens.BBEvereist
feitelijk eennieuweWet- enregelgeving.
DCMR isdeze vraag nietgesteld.
42. 41
*Hoe ziet u de toekomst van Bio Port Rotterdam naar aanleiding van de
tegenstrijdigheden van de KNAW en de Commissie Corbey?
Provincie:Erissindskort eenwindturbinebedrijf aanwezigopde 2e
Maasvlakte,zo’n35 à 40 ha.
heefthetbedrijf aangrondinbeslaggenomen. Eenheel interessantentechnischvooruitstrevend
bedrijf,maargeenBBE…. “Is dat erg”? De verwachtingis datinde toekomstopde 2e
Maasvlakte er
sowieso eenbiobased economy gaatkomen.Hetmoetennatuurlijk wel bedrijven zijndie biobased
productenmakenenzicher willengaanvestigen.MaarBBE zouzich ookverderkunnenverspreiden
tussende andere bedrijvenin andere delenvan de haven.
Gemeente:Alsereenbedrijf in bioplasticskomtdanmoeterook afname vande bioplasticszijn.Iser
vraag, dankomt er eenfabriek. Peterverwachtkleinere fabrieken inde haven,waarbij de ene fabriek
de grondstof voorde andere fabriekproduceert. Nietperdefinitie opde 80 ha.,maar op de
terreinentussende bestaande industrieën.Dit zal allesproductieverte maken,al houdende huidige
lage energieprijzen de ontwikkelingen tegen. De overheid moetmetstimulerendemaatregelen
komenomnieuwe marktente kunnenlatenontwikkelen.
DCMR: Somsishet éénstap naar voren entwee stappennaarachteren.Voornognietallesis het
juiste systeemontworpen,bijvoorbeeldwatgaje doenmetgemaaide grassenvoorvergassingtot
syngas?(synthesegasof syngasiseengeproduceerdgasmengselvankoolmonoxideenwaterstof):
- grassenverzamelenenmetveel vrachtauto’sendirecttransporterennaareengrote
verwerkingscentrale;of
- hetmakenvaneentussenstapdoormiddel vaneenvergistereenoliedrabte latenmaken(giftigen
stank) en hetdaarna naar de verwerkingscentrale te brengen.
Er wordenverschillende techniekenontwikkeld,ishetnietaltijddirectduidelijkwelkede beste zal
zijn.Hetkloptdat er hierendaar teveel biomassaversleeptwordt,waarnaje de vraagkunt stellen:
“hoe optimaliseerje eenketen”?De fossiele ketenheeft daarover70 jaar gedaan.Hetisdan niet
realistisch te verwachten dateenoptimaleketenmetbiomassaer1,2,3 zal zijn.Experimenterenis
dusessentieel.
*Hoe zou u de 80 ha. beschikbare ruimte op de 2e Maasvlakte voor een biobased economy
willen inrichten en verbinden met andere bedrijven (bijvoorbeeld Suikerunie) en delen van
de Rotterdamse haven, maar ook met bijvoorbeeld het Westland? Dit om het zo rendabel
en duurzaam mogelijk te maken.
Provincie:De havenisvoorgrootschalige biomassaenvoorgrootschalige ‘groene chemie’in een
BBE. Deze moetenineerste instantie faciliterendzijnaande huidigechemische clustersomte
kunnenvernieuwen.De 80 ha.aan ruimte is hiervoorbedoeld.De connectie tussen‘groenechemie’
en‘plantinhoudstoffen’ (actieve grondstoffenvoorde farmaceutischeindustrie) isechternogniet
van toepassing.Maarde faciliteitenvoorchemische processen zullenuiteindelijktochkomen enzijn
nodigom ‘plantinhoudstoffen’te bewerkenenverschillende markten te bedienen. Bijvoorbeeld de
suikersdie uithet‘Redefinery-projectkomenzullenweereenveel grotere stroomzijndande suikers
uitsuikerbieten. Dezelaatste isdesalniettemingeenonbelangrijkestroom, maareenlokale stroom.
Gemeente:Vanbelangisbioplastics.Daarliggende kansenof eengrootschalige fabriekinhout
(omzettingnaarchemische stoffen).Datzoueendoorbraak betekenen. Suikerbieten zoudeninniche
moetenblijven(nietverslepen),maarhoutkanoveral vandaankomenenhierwordenverwerkt.Als
dat op grote schaal gaat gebeuren, dandienthethoutte wordengeïmporteerd.
43. 42
DCMR: EenvergasservoorSyngaste plaatsen iseengoedidee of eenfabriekvoorhetmakenvan
bioplastics. Wanneermenvande olie af wil, dientereennieuwe platformstof gekozente worden.
Ruwe olie wordtteruggebrachtnaarC₂ vanwaaruitbijvoorbeeldplastics,benzine,diesel,etc.
wordenopgebouwd.VanuitSyngas(COH) kunje eveneens eennieuwechemieketenopbouwen met
plastics,methanol,etc.Hetgevaarligt wel opde loerdatwanneereenverkeerde platformstof wordt
gekozen datkanresulterenineen vervolgproces dateveneensfoutkangaan.Er kanook gekozen
wordenvoormeerdere platformstoffen,bijvoorbeeldSyngas,bio-ethanol, glycerine.De keuzes
wordennietdoorde havengemaakt,datis eenkwestievanmarktwerking.
*Rol Natuur en Milieufederatie (NMZH)?
Provincie:Erlooptnueenprojectingroene groei metJanKastje vanNMZH inverbandmethet
groene chemieperspectief. Eeninventariserenderol voorNMZH isbelangrijk. De achterbanvan
NMZH gaat voorduurzaam,die vertegenwoordigenze enhunstemisbelangrijk.
Gemeente:
- lobbyenrichtingwetgever,de barricadesop;
- voorzichzelf opmakenof eenbiobased economy OKisof niet.Duidelijkheiddus!Anders kunnen
geenstappen voorwaarts wordengemaakt.
- geenzwart/wit-visiehebben.
- eenbrede rol in eendiscussie aannemen.
DCMR: eenpositief,kritische rol.Wanneerhet ‘nieuwe’beterisdanhet ‘oude’ danhebje een
tussenruimte nodigwaaringeëxperimenteerdmagworden.”Nietdirectaande handremtrekken,
maar als hetmoetdan moethet”! Het isgevenennemen,ookwanneerereenpilotvande grond
moetkomen. Wanneerje omkleine dingende ondernemer ‘terugfluit’enhij verplichtwordtom
extrakostente maken,danzal de ondernemerwaarschijnlijkde stekkeruithetprojecttrekken.
5.2 Kenniscluster (TU Delft, KNAW, Commissie Corbey en CE Delft)
Vanhet kennisclusteris ervoorgekozenom PatriciaOsseweijervan TU Delft, RudyRabbinge van
KNAWenRop Zoetemeyervan Commissie Corbeyte interviewen.Allenstaanpositief tegenovereen
biobasedeconomy,de praktische invullingdaarvan isechteropbepaalde belangrijke punten
verschillend(zie hoofdstuk4.4).Hoe kijkenzij naarelkaarsuitsprakenenwaarinzittennude
essentiëleverschillen.VerderisHarryCroezenvanCE Delft geïnterviewd,hetCEDelftiseen
onafhankelijke onderzoeks- enadviesorganisatie,gespecialiseerdinhetontwikkelenvaninnovatieve
oplossingenvanmilieuvraagstukken.
Technische UniversiteitDelft
Prof. Dr. PatriciaOsseweijer(ProfessorScienceCommunication andSection LeaderBiotechnology
and Society, Departmentof Biotechnology, DelftUniversityof Technology) ishoogleraar
Biotechnologie aande TU Delften‘FlagshipManagerSocietal Embeddingof aBiobasedEconomy’bij
BE-BasicFoundation. Tevensiszij onlangsgekozentot‘distinguishedLorentzfellow bij hetKNAW
NiasInstituut. De BE-BasicFoundation coördineertenstimuleertde samenwerkingophetvlakvan
biobased economy tussenuniversiteitenenhetbedrijfsleven,tussenwetenschappersen
entrepreneurs(Entrepreneurs zijnextern(naarbuiten) gerichte ondernemers.Een entrepreneuris
een'bouwer'enisalertop kansenenbedreigingen).
44. 43
Koninklijke Nederlandse AkademievanWetenschappen(KNAW)
Prof. Dr. Ir. Rudy Rabbinge is tienjaarlang voorzittergeweestvanAard- enLevenswetenschappen
van NWO(Nederlandse OrganisatievoorWetenschappelijk Onderzoek),hij islidvande KNAW
(Koninklijke Nederlandse Akademie vanWetenschappen) enheeftleidinggegevenaande Raad van
Aard- enLevenswetenschappen.Hij ishoogleraargeweestingewasecologie,theoretische productie-
ecologie enplantaardige productiesystemenonderandere aande WUR (Universiteitvan
Wageningen) entenslotteuniversiteitshoogleraargeweesttotzijnemiraatin2011. Hij heeft
mondiale verantwoordelijkhedengehadbij allerleilandelijke- enonderzoeksinstituteninde wereld.
Hij heeftbij hetbedrijfslevengefunctioneerdènbij kennisinstellingen(KNAW,NWOenWUR).Prof.
Rabbinge heeftinhetbestuurgezetenvanlandbouwcoöperaties(CEBELOhandelsraad),daarnaastis
hij ookpolitiekactief geweest. Tevensishij internationaal actiefgeweestbij de FAO(Foodand
Agriculture Organization vande VN) enismede oprichtervande Alliantie voorde Groene Revolutie
inAfrika.
Commissie Corbey
Dr. Ir. Rop Zoetemeyerheeft30jaar in hetbedrijfslevengewerkt,o.a.Purac(nuCorbion) enheeft
veel metduurzaamheidte makengehad.Zoetemeyerisnugepensioneerd,heeftzijneigenbedrijf
‘ZoetemeyerCleantechConsultancy’,isonlangsvoorzittervanBiobasedDeltaZuid-Holland
gewordenenislidvande Commissie Corbey.De Commissie iseenmengelmoesvanNgo’s,Overheid,
Kennisclusterenindustrie,die allemaal hunbelangenhebben.Tezamenprobeertmentot
oplossingente komenovervraagstukken,erwordtalshetware adviesgegevenaande Tweede
Kamerenregering(rapporteertaanhetministerie vanEconomischeZakenenaanhetministerievan
Infrastructuur& Milieu),maarde Commissiegeeftookongevraagdadvies.Zij bestaatreeds zesjaar
eniedereenbinnende Commissie heeftdezelfde taken.Corbeyiseenbelangrijke commissie inzake
biomassa,datuiteindelijkkolenenoliemoetgaanvervangen.
CE Delft
Drs. Harry Croezenisseniorconsultantbij CEDelftenisbetrokkenbij projectenvoorontwikkeling
van biobasedproductieketens,milieuadviesenbeleidsadvies.Biobasedproductieketensvoor
chemische toepassingen,maarookvoorgebruikvanbiomassa,transportenenergie.Nietspecifiekin
de haven,maar hij heeftwel te makenmeteenpaarbedrijveninde havenalsNeste Oil enAbengoa.
Daarnaast heefthij te makenmetpartijeninde Rotterdamse haveninhetkadervanMJA-studies
(Meerjarenafspraken),parallelinsectie energie,hetgeengaatoverenergiegebruik,besparingen
event.andere vormenvanvergroening.
5.2.1 Vragenenantwoorden
*Hoe beoordeelt u de diverse mogelijkheden van biomassa in een biobased economy naar
aanleiding van de duurzaamheidseisen en beschikbaarheid?
TU Delft:Er isnog geengrootschalige transitie inNederland metbetrekkingtotbiomassagebruikin
plaatsvan fossielebronnen,maarerzijnal wel wat initiatievengaande enookeenaantal bedrijven
mee gestart.Eenvoorbeeld isde onlangsgeopendepyrolyse-fabriekinHengelo,daarnaast zijner
ook initiatieven inde afvalverwerking.
Minderduurzaamis de ‘meestook’inkolencentralesomde CO₂te reduceren,maaralleswat‘niet
kolen’ishelpt,zoalsdusookde houtpelletsdie inenergiecentralesgebruiktworden.De meestook
van houtmag daarbij natuurlijkniettenkoste gaanvan de natuur.