2. Discussie
Wanneer trouwen mensen in jouw land?
Zijn er speciale trouwtradities?
Wat eet je op een trouwfeest in jouw land?
Scheiden er veel mensen?
Wat zijn populaire redenen om te scheiden?
Wat gebeurt er met de kinderen na een echtscheiding?
3. Zullen (+ infinitief)
Ik zal vanavond vroeg gaan slapen.
Ik zal altijd bij je blijven.
Zullen we vanavond naar de film gaan?
Het zal wel weer regenen morgen.
En wat zal het voor u zijn, mevrouw?
Je zult me gehoorzamen!
Dat zal me een zorg zijn!
GEBRUIK
Hulpwerkwoord van het futurum
Zullen voor
belofte, suggestie, waarschijnlijkheid, wens en
verplichting
4. Zouden (+ infinitief)
Zou er iets gebeurd zijn?
Als ik veel geld had, zou ik een zwembad laten aanleggen.
Ik zou graag op vakantie gaan.
Jullie zouden dat beter niet zeggen.
Zouden we u iets mogen vragen alstublieft?
Ik zou gaan paardrijden maar mijn vriendin kan niet.
Jullie zouden ook mee voor het cadeau van oma zorgen.
Ik zou het niet weten!
GEBRUIK
Zouden voor
onzekerheid, hypothese, voorkeur, beleefd
advies, beleefde vraag, intentie en verwijt
Idiomatische uitdrukkingen
5. Weet je het nog?
Definitie Nieuw woord
1. de vrouw die trouwt de bruid
2. de financiële straf de boete
3. de eerste nacht nadat een paar getrouwd is de huwelijksnacht
4. de man die trouwt de bruidegom
5. niet of slecht horend doof
6. een slag of tik met je hand de klap
7. omwille van, hiermee geef je de reden aan wegens
6. Weet je het nog?
Definitie Nieuw woord
8. toekomstig ( dat hoop je toch!) in spe
9. veel geluid gevend luid
10. de controle over zichzelf verliezen uit de bol gaan
11. antoniem: kerkelijk huwelijk burgerlijk
12. de getrouwde man de echtgenoot
13. de getrouwde vrouw de echtgenote
14. zijn bewustzijn verliezen flauwvallen
7. Weet je het nog?
Definitie Nieuw woord
15. het moment waarop je instemt met het huwelijk het ja-woord
16. plaats waar misdadigers hun straf uitzitten de gevangenis
17. iemand waarvan je houdt maar die niet je vaste partners is de minnaar
18. angst hebben, bang zijn vrezen
19. aan iemand of iets zware klappen uitdelen zodat hij/het valt in elkaar slaan
20. iemand die geen vaste partner heeft de vrijgezel
21. het moment waarop je trouwt het huwelijk
8. Weet je het nog?
Definitie Nieuw woord
22. lelijke dingen tegen iemand zeggen om te kwetsen iemand uitschelden
23. een hard geluid de klap