1. Gr 3.8 korte vraagjes: tags
Meaning (betekenis):
nietwaar?/hé/toch?

2. Just like a battery! (+ and -!)
Zin Tag
Bevestigende zin? (+) Dan is de tag ontkennend! (-)
> The weather is nice, isn’t it?
Ontkennende zin? (-) Dan is de tag bevestigend!(+)
You aren’t tired, are you?

3. Hoe maak ik zo’n tag dan?
+ -
The weather is nice, …………….. ?
1. Is de zin bevestigend (+) of ontkennend (-)? Is de zin bevestigend,
dan moet de tag ontkennend of andersom!
2. De zin is in het voorbeeld bevestigend, want er staat geen ‘not’ in
de zin. ‘Not’ moet dan dus wel in de tag staan! Dit doe je door het
werkwoord op te zoeken en daarachter ‘not’ te zetten. In dit geval
dus ‘is’ + not wordt /isn’t/
3. Vervolgens herhaal je het onderwerp en schrijf je deze zo kort
mogelijk op! Dus je gebruik I/you/he/she/it/we/you/they. In de
voorbeeldzin kun je ‘the weather’ dus vervangen door ‘it’.

4. Exercise ‘tags’
1. It’s a nice book, …………… ?
2. John and Sarah are at school, …………. ?
3. Sophie isn’t at school,………….?
4. Your mum is thirty-five, ………………. ?
5. We aren’t late, …………….?

5. Answers
1. It’s a nice book, isn’t it?
2. John and Sarah are at school, aren’t they ?
3. Sophie isn’t at school, is she?
4. Your mum is thirty-five, isn’t she?
5. We aren’t late, are we?