Powerpointpresentatie van enkele leerlingen van het zesde leerjaar in het kader van het thema 'Vuur' (Leerplan Godsdienst Lager Onderwijs - Derde Graad).
Vuur kompas matthijs melissa ryan woutMeesterGeert
Powerpointpresentatie van enkele leerlingen van het zesde leerjaar in het kader van het thema 'Vuur' (Leerplan Godsdienst Lager Onderwijs - Derde Graad).
Powerpointpresentatie van enkele leerlingen van het zesde leerjaar in het kader van het thema 'Vuur' (Leerplan Godsdienst Lager Onderwijs - Derde Graad).
Powerpointpresentatie van enkele leerlingen van het zesde leerjaar in het kader van het thema 'Vuur' (Leerplan Godsdienst Lager Onderwijs - Derde Graad).
Powerpointpresentatie van enkele leerlingen van het zesde leerjaar in het kader van het thema 'Vuur' (Leerplan Godsdienst Lager Onderwijs - Derde Graad).
Powerpointpresentatie van enkele leerlingen van het zesde leerjaar in het kader van het thema 'Vuur' (Leerplan Godsdienst Lager Onderwijs - Derde Graad).
Vuur kompas matthijs melissa ryan woutMeesterGeert
Powerpointpresentatie van enkele leerlingen van het zesde leerjaar in het kader van het thema 'Vuur' (Leerplan Godsdienst Lager Onderwijs - Derde Graad).
Powerpointpresentatie van enkele leerlingen van het zesde leerjaar in het kader van het thema 'Vuur' (Leerplan Godsdienst Lager Onderwijs - Derde Graad).
Powerpointpresentatie van enkele leerlingen van het zesde leerjaar in het kader van het thema 'Vuur' (Leerplan Godsdienst Lager Onderwijs - Derde Graad).
Powerpointpresentatie van enkele leerlingen van het zesde leerjaar in het kader van het thema 'Vuur' (Leerplan Godsdienst Lager Onderwijs - Derde Graad).
Powerpointpresentatie van enkele leerlingen van het zesde leerjaar in het kader van het thema 'Vuur' (Leerplan Godsdienst Lager Onderwijs - Derde Graad).
Christenen zien kinderen als een geschenk van God. Daar zijn ze God dankbaar voor.
In een christelijk gezin verlangen de ouders bij de geboorte dat hun baby ook bij de Kerk zou horen. Daarom kiezen ouders voor het doopsel.
Het doopsel is één van de zeven sacramenten of glimlachjes van God, waarbij God laat zien dat Hij mensen nabij is.
Daarom kiezen gelovigen ervoor om hun kind te laten dopen.
Een doopviering is een groot feest. In de meeste gevallen draagt de baby een wit doopkleed als teken van vriendschap met Jezus. Ouders, broers en zussen, grootouders, doopmeter en dooppeter en de familie en vrienden zijn welkom in de kerk.
De priester (of diaken) gaat voor in de doopviering. Hij vraagt aan het gezin om rond de doopvont (kuip of schaal) te staan.
Enkele belangrijke gebaren bij de doopselviering zijn ondermeer het geven van een kruisje op het voorhoofd van de baby en de handoplegging door de priester.
De priester leest een verhaal voor uit de Bijbel waar mensen horen dat kinderen altijd welkom zijn bij God.
Daarna bidden de mensen in de kerk samen voor dit kind.
Tijdens de doopplechtigheid beloven de ouders, de doopmeter en peter dat zij deze baby tijdens zijn leven zullen steunen om uit te groeien tot een gelukkig mens.
De aanwezigen spreken hun geloof uit in God als Vader voor alle mensen, in zijn Zoon Jezus en in de goede Geest die Jezus ons schenkt.
De priester doopt het kind met gewijd doopwater. Hij spreekt hierbij de volgende woorden: ‘(voornaam van het kind), ik doop je in de naam van de Vader, de Zoon en de heilige Geest.’
Terwijl de priester deze woorden zegt, giet hij driemaal water uit over het hoofd van de baby.
Dit kleine kind wordt ook gezalfd met chrisma als teken van kracht om te leven in de liefde van Jezus.
De vader steekt de doopkaars aan met de vlam van de paaskaars. Symbolisch staat deze paaskaars voor Jezus, het Licht van de wereld. Met de doopkaars krijgen de ouders de
opdracht mee om hun kind in de liefde van God groot te brengen zodat het kind later zelf het Licht van Jezus uitdraagt.
De doopviering sluit af met het bidden van een Onze Vader en een Wees Gegroet bij het beeld van Maria.
Christenen zien kinderen als een geschenk van God. Daar zijn ze God dankbaar voor.
In een christelijk gezin verlangen de ouders bij de geboorte dat hun baby ook bij de Kerk zou horen. Daarom kiezen ouders voor het doopsel.
Het doopsel is één van de zeven sacramenten of glimlachjes van God, waarbij God laat zien dat Hij mensen nabij is.
Daarom kiezen gelovigen ervoor om hun kind te laten dopen.
Een doopviering is een groot feest. In de meeste gevallen draagt de baby een wit doopkleed als teken van vriendschap met Jezus. Ouders, broers en zussen, grootouders, doopmeter en dooppeter en de familie en vrienden zijn welkom in de kerk.
De priester (of diaken) gaat voor in de doopviering. Hij vraagt aan het gezin om rond de doopvont (kuip of schaal) te staan.
Enkele belangrijke gebaren bij de doopselviering zijn ondermeer het geven van een kruisje op het voorhoofd van de baby en de handoplegging door de priester.
De priester leest een verhaal voor uit de Bijbel waar mensen horen dat kinderen altijd welkom zijn bij God.
Daarna bidden de mensen in de kerk samen voor dit kind.
Tijdens de doopplechtigheid beloven de ouders, de doopmeter en peter dat zij deze baby tijdens zijn leven zullen steunen om uit te groeien tot een gelukkig mens.
De aanwezigen spreken hun geloof uit in God als Vader voor alle mensen, in zijn Zoon Jezus en in de goede Geest die Jezus ons schenkt.
De priester doopt het kind met gewijd doopwater. Hij spreekt hierbij de volgende woorden: ‘(voornaam van het kind), ik doop je in de naam van de Vader, de Zoon en de heilige Geest.’
Terwijl de priester deze woorden zegt, giet hij driemaal water uit over het hoofd van de baby.
Dit kleine kind wordt ook gezalfd met chrisma als teken van kracht om te leven in de liefde van Jezus.
De vader steekt de doopkaars aan met de vlam van de paaskaars. Symbolisch staat deze paaskaars voor Jezus, het Licht van de wereld. Met de doopkaars krijgen de ouders de
opdracht mee om hun kind in de liefde van God groot te brengen zodat het kind later zelf het Licht van Jezus uitdraagt.
De doopviering sluit af met het bidden van een Onze Vader en een Wees Gegroet bij het beeld van Maria.
3. In de vorige dia hebben jullie al met mij kennis gemaakt.
Maar ik ben een paar dingetjes vergeten te zeggen.
Bv: ik ben een vlam, dat hadden jullie al door. Maar mijn familie
zijn ook allemaal vlammen. Maar wat is dat nu?
4. Hoe Het Begon…
Ooit zat het vuur in de bliksem
verborgen, en niemand durfde toen
echt dichterbij. Tot op een
keer, allicht was het toevallig, toen gaf het
vuur z’n geheim prijs. En sinds
die dag is vuur onze warmte, en brengt het licht en
sfeer in huis, maar
tegelijk heeft vuur ook iets dreigends, waar het ver
nietigt, heerst kommer en pijn.
5. Interview:
Waarom is het teken van Zedenleer een fakkel?
Wie heeft dit gemaakt? Die vragen stelden wij aan
juffrouw Evi.
Wij: wanneer is het teken gemaakt?
Juf Evi: in de jaren ’70, dus meer dan 30 jaar geleden.
Wij: wie heeft dit ontworpen?
Juf Evi: de vrijzinnige of humanisten hebben dit
gemaakt. De fakkel staat voor warmte en licht. Niet
echt warmte zoals in de zomer maar eerder als
vriendschap. Het licht betekent ook niet letterlijk:
LICHT . Maar wij bedoelen dat eerder als een lampje
dat in ons hoofdje brandt.
U reporters van dienst:
Fien, Yani en Charlotte
6. Het zit er al weer op voor vandaag.
Ik had het leuk en ik hoop dat ik en mijn
collega’s (nl. Fien, Yani en Charlotte) jullie
op een leuke en originele manier iets
hebben bijgeleerd. Hopelijk zien wij elkaar
ooit nog eens als FYC nog eens een
presentatie maakt.
Xxx FYC
10. Met Dank Aan…
Zonder ons FYC-mannetje zou het ons niet
gelukt zijn om deze powerpoint te maken.
Wij danken u zeer, omdat u zo goed heeft
meegedaan. Bedankt dat jullie aandachtig
wouden luisteren naar wat wij jullie te vertellen
hadden.
U reporters van dienst:
Fien, Yani en Charlotte.