34. Ikherkendehemeerstniet.Hijhaddelange
domineestoga van zijn vader aan. Een state-
mentvandeeersteorde.
IkkenCornogalsverlegenjongemandieop
universiteitsfeesten met meisjes aan kwam
zetten met wie hij dacht zich te gaan verlo-
ven. Later volgde de kennismaking met pas-
tor Hans Stolp met wie hij ging samenwo-
nen in een dertiende-eeuwse oude pastorie
in Zuidhorn. Ze organiseerden regelmatig
grote diners. Iedereen moest dan iets voor-
dragenofzijnlievelingsgedichtmeenemen.
Mooie, gedenkwaardige avonden. Een tijd-
lang zijn we heel intensief met elkaar omge-
gaan. Toen ik voor de tweede keer trouwde,
waren Cor en Hans onze getuigen. Hij heeft
verschillende gedichten voor mij geschre-
ven, maar die droeg hij dan op aan mijn ex-
vrouw.
Het werd altijd over de band gespeeld, li-
terair gestileerd. Ik wist nooit goed wat ik
daarmee aan moest. Als je een avond met
hem had zitten praten kreeg je de vol-
gende dag een brief in dat typische hand-
schrift. Schrijven was voor hem een ma-
nier om zichzelf mee te delen aan anderen.
Hij kon er erg onder lijden dat er een soort
scherm was tussen hem en de mensen, een
scherm waar hij niet doorheen kon breken.
Meestal lukte dat pas als hij alleen was en
zo’n brief schreef, of een gedicht waarin hij
heel zijn ziel en zaligheid legde. Ik kreeg al-
tijd al zijn bundels, voorzien van een prach-
tige opdracht, maar ik kon daar nooit he-
lemaal adequaat op reageren. Ik vond met
name zijn vroege poëzie erg moeilijk, wat
onpersoonlijk ook. In mijn reactie stond
ik naar mijn gevoel vaak met de mond vol
tanden.’
GerritKrol:‘Ikherinnermijvanonzeontmoetingvooralverbazing:datzo’n fijnzinnig
dichterzulkekolenschoppenvanhandenkonhebben.Hetisnooitechtwatgeworden
tussenons.Bijeenbevriendedichterthuishebbenweelkaareenslatenhorenwelkege-
dichtenonsnaaanhethartlagen.Iklasmetveelgevoelenemotieeengedichtvoorvan
DrummonddeAndrade.WaaropJellemakortenbondigzei:“Datisnupreciesdepoë-
ziewaariknietvanhou.”Hetverbaasdemijdateenzachtmoedigdichtererinslaagde
mijzobotopmijnzieltetrappen.’
Het Verzameld Werk van C.O. JellemaVerzameld Werk van C.O. JellemaVerzameld Werk
is in een cassette van twee delen
(Gedichten en Essays) verschenen bij
Uitgeverij Querido, 880 pagina’s, € 39,95.
Bijeenkomst van de Fuji Art Association op landgoed Oosterhouw,1990. Derde van links, zittend, C.O. Jellema
ARCHIEFJELLEMA
99
VRIJ NEDERLAND
17 DECEMBER 2005
98
DE VERHALEN
PROFIEL
35. Literair erfgenaam van C.O. Jellema werd le-
raar Nederlands Gerben Wynia. Tot zijn ver-
bazing. ‘Was hij soms verliefd op je, hebben
mensenmeweleensgevraagd.Maardatweet
ikniet,voordatsoortdingenhebikgeenan-
tenne.IkhebCorlerenkennennadatikhem
vroeg of hij een gedicht wilde vertalen van
StefanGeorgevooreenbibliofielboekjevoor
Willem Brakman. Per kerende post kreeg ik
antwoord en een kladje van een proefverta-
ling. We begonnen brieven uit te wisselen
en algauw werd het minder ‘geachte heer’.
Het werd een intensieve correspondentie,
die geduurd heeft tot vlak voor zijn overlij-
den. Ik bezit honderden brieven van hem.
Deeerstekeerdatikbijhemopbezoekging,
had ik het gevoel dat ik bij een negentiende-
eeuwer terecht was gekomen. Iemand van
Russische landadel. Ik durfde niet eens ach-
ter mijn oren te krabben. Uiterste etiquette,
zeer erudiet. Tegelijkertijd wist ik: dit is een
lieve, kwetsbare man. Je werd soms bekro-
pen door de neiging een arm om hem heen
te slaan en te zeggen: “Kom op, Cor.” Ik heb
dat nooit gedaan. Ik denk ook dat weinigen
dat gedaan hebben, want tegelijkertijd riep
hijeengroteafstandop.Hijgedroegzichge-
remdenterughoudend.
Toen Cor doorkreeg dat ik een meer dan op-
pervlakkige belangstelling had voor zijn
werk,ginghijmesteedsvakerdingenopstu-
ren. Interviews, voorpublicaties, zei: bij jou
is het in goede handen. Ik archiveerde alles
zeer nauwkeurig. In eigen beheer heb ik vijf
boeken van hem uitgegeven. De zorgzaam-
heidwaarmeedatgebeurdeontroerdehem.
En het sprak hem aan dat ons uitgeverijtje
Flanorliefdewerkoudpapierwas.
Vlak voor zijn dood ben ik naar hem toe ge-
gaan om te vragen wat hij zich daarbij voor-
stelde, bij “literair erfgenaam”. Hij heeft me
toenbijnaletterlijkbijdehandgenomenen
door het huis geleid. “Ik ben een soort eek-
hoorntje,”zeihij.“Ikheboveralstapeltjeslig-
gen.Ikwijszewelaan,danhoefjelaterniette
zoeken.”Hetbleekeenenormarchief.Alleen
alvijf,zesmetermappenmetcorresponden-
tie. Een kostbare schat voor een toekomstig
biograaf.Ikziehemnogstaan,dearminmi-
tella, door de verlamming vanwege de uit-
zaaiingen.Opzijnbureau,enigszinsverstopt
tusseneendriedeligMiddelhoogduitswoor-
denboek, haalde hij een klein notitieboekje
tevoorschijn.“Moetjeookmeenemen.”Het
bleken zeer persoonlijke ontboezemingen,
notities en gedachten. Ook zeer openharti-
geerotischebekentenissen.Privégedachten
dieiklievernietgelezenhad.Bijhetlezener-
van voelde ik bijna een soort gêne. Mensen
doen vaak voorkomen alsof hij totaal ver-
geestelijkt was. Daar geloof ik niks van. Hij
kon intens genieten van mooie maaltijden,
mooie mensen, een mooi glas wijn. Hij ging
zinnelijk door het leven. Werd ook veelvul-
digverliefd.
Ik heb de beschikking gekregen over al zijn
dagboeken. Ik moet zeggen, dat is geen
vrolijke lectuur. Ongelooflijk tobberig.
Woordenalsschuld,verdrietenpijnkomen
daarvaakinterug.Datwasookeenkantvan
Cor. Dat was soms ook zichtbaar. Er zijn fo-
to’s, als je die ziet, kun je wel janken. Er staat
opmijnbureaueenfotodieikhebgekregen
vanKlaas.Somswordiknietgoedvandieme-
lancholieke blik. Dan leg ik de foto plat neer
enzeg:‘Sorry,Cor,nuevenniet.’
AlleauteursrechtenophetwerkvanJellema
berustenbijmij.Ikhadhetbezorgenvanzijn
Verzameld werk door iemand kunnen laten
doen,maardatstrooktnietmetmijntaakop-
vatting.Ikhebpasgaandewegdoorgekregen
watvoorgrootblijkvanvertrouwenditisge-
weest. Cor noemde mij zijn “beredderaar”.
Datbeschouwikalseeneretitel.’
CorJellemawasaltijdalheelnauwgezetover
elke snipper papier, vertelt Hans Stolp, pas-
tor, schrijver en ex-partner. “Dit moet la-
ter naar het Letterkundig Museum,” zei hij
dan. We ontmoetten elkaar bij de gespreks-
groep De Kringen, een initiatief van domi-
nee Klamer, bestemd voor wat toen met
een vreselijk woord “christenhomofielen”
heette.Corenikhebbenaanheteindvande
avond de afwas gedaan. Hij had in zijn ogen
ietswatmediepraakte.Eengrotefijnzinnig-
heid. Vanaf dat moment zijn we samen ver-
dergegaan.Ikwaseenstudenttheologievan
drieëntwintig,hijwaswetenschappelijkme-
dewerkerenvierenhalfjaarouder–vanafhet
begin zat er een ongelijkwaardigheid in die
onslatergenektheeft.
Cor heeft lang geen vrede gehad met zijn
homoseksualiteit. Vóór mij had hij een die-
pevriendschapgehadmetHenkvandeWall
Repelaer. Die heeft het uitgemaakt om te
gaan trouwen en dat heeft hem lang beves-
tigd in de gedachte: in onze kringen hoor
je in het huwelijk te treden. Zijn moeder
had grote moeite met de homoseksualiteit
van Cor. Toen zijn jongere broer Anne Otto
trouwde, mocht ik niet mee naar het huwe-
lijk. Cor durfde niet tegen zijn moeder in te
gaan.Zijwaseendochtervanrijkeherenboe-
ren uit Oost-Groningen, een harde vrouw.
Cor was bang voor haar, heeft zich nooit he-
lemaal van haar kunnen los vechten. Zijn
vader was een lieve man, ik heb nog steeds
theologische handboeken van hem in de
kaststaan.Hijwasevenmintegendievrouw
opgewassen, hij sloot zichzelf in de studeer-
kamerop.Zijweigerdederolvandominees-
OekdeJong:‘Devonksloegonmiddellijkover.Ikwist:ditiseenverwantegeest.Hijver-
telde me hoe hij als student al het gevoel had dat hij Eckhart moest vertalen. Eckhart
vondinJellemaeenvertalerdiejemaareensindehonderdjaartegenkomt:eengoede
germanist, een geschoolde theoloog en ook nog eens een dichter. Wat zijn eigen werk
betreft, mij zijn de latere, vrije verzen het liefst. Door zijn verbondenheid met de tradi-
tieheeftJellemazichbuitendemainstreamgeplaatst.MaarIdaGerhardtheeftbewe-
zendateendergelijkdichterzicheenindrukwekkendeplekindeliteratuurkanverwer-
ven.Enikmoetzeggen,ikgeef dandevoorkeuraanJellemabovenGerhardt.’
‘Hijleederonderdatereensoortschermwastussenhemende
mensen,waarhijnietdoorheenkonbreken’
— Interieur van landgoed Oosterhouw. ‘Zijn huis,
zijn gedichten, niets was spontaan, het was
allemaal doordacht’
100
DE VERHALEN
PROFIEL
36. vrouwtespelen,hijstondoveralalleenvoor.
Cor dacht dat ik presentabel zou zijn omdat
ik theologie studeerde, maar zo werkte het
niet. Als ze bij ons logeerde en we met zijn
drieën aan tafel zaten, weigerde ze om met
mij te praten. We spraken dus allebei apart
tegen Cor. Cor was niet in staat om daarmee
om te gaan. Ik vond het mooi dat hij aan het
einde van zijn leven toch nog getrouwd is.
Dat kun je bijna zien als een late overwin-
ningopzijnmoeder.
We zijn uiteindelijk achttien jaar samen ge-
weest. Hij heeft mij de wereld van cultuur
binnengeleid. Soms heb ik hem geholpen
met vertalingen. Hij kwam altijd met alle
teksten naar mij toe, ook nog lang nadat wij
uit elkaar waren. Het is uiteindelijk naar af-
gelopen.Ikhebindekrantmoetenlezendat
hij was overleden. Ik heb het verdrietig ge-
vonden dat er niet het kleinste briefje voor
me klaar lag. Helemaal niks. Dat doet pijn.
Nogsteeds.
De problemen tussen ons begonnen te ont-
staan toen ik een eigen wereld kreeg, met
name toen ik ziekenhuispastor werd in
Groningen.Corwerdjaloers.Indiezelfdetijd
raakte hij gebiologeerd door een boek van
Forster: Maurice. De hoofdpersoon, die ho-
moseksueel is, gaat er met de tuinman van-
doorenvertrektnaarAmerikaomeennieuw
leven op te bouwen. Ik voelde: dit gaat over
iets heel wezenlijks. Zodra Klaas op het to-
neelverscheen,wistikhet.
Ik heb twee jaar lang verdragen dat hij ieder
weekendnaarKlaasging.Opzijnverjaardag
ging hij met Klaas naar een hotel. Als ik pro-
testeerde zei hij: “Homoseksualiteit is iets
anders dan heteroseksualiteit. Homo’s kun-
Ger Siks, kunstschilder: ‘Cor was een romanticus in hart en nieren. Tien jaar geleden
zeihijtegenTrudy,mijnvrouw:“Hetwordttijddatikeenpaardvoorjekoop.Alsikdood
benwilikdatjemetjelosseblondeharenaankomtgalopperenbijmijngraf metblau-
weanemonen.Endannietineentuiltje,nee,ikwildatjezesprenkeltovermijngraf.”
EndusbrengtTrudynuiederjaartrouwblauweanemonennaarzijngraf bijhetkerk-
jevanSaaksum,aldoetzedatmethaarOpelAstra’tjeinplaatsvanmeteenpaard.’
Met de klok mee: Christiaan Klasema, Hans Stolp, Gerben Wynia en Klaas Noordhuis
Huwelijksfoto van Cor Jellema
(rechts) en Klaas Noordhuis.
‘Anderhalve week nadat we
gehoord hadden dat hij kanker had,
zijn we getrouwd’
ARCHIEFJELLEMA
102
DEEL
RUBRICERING
103
VRIJ NEDERLAND
17 DECEMBER 2005
37. nen van twee mensen tegelijk houden, dat
is geen probleem.” Toen zijn nieuwe dicht-
bundel verscheen bestond die voorname-
lijk uit liefdesgedichten over Klaas. De bun-
del was ook aan hem opgedragen, iets wat
bijnaonverdraaglijkwas.
Ik heb het Klaas niet kwalijk genomen. Een
derde kan er uiteindelijk niets aan doen. Op
een dag heb ik gezegd: Cor, we moeten pra-
ten, zo kunnen we niet verder. Waarop Cor
reageerde met: “Ik heb er een gedicht over
gemaakt.” Ik zei: Cor, ik heb altijd geluis-
terd naar je gedichten. Maar nu wil ik geen
gedicht maar een gesprek. Hij werd razend.
Scheurde de hele nieuwe dichtbundel in
stukken en verbrandde de resten in de open
haard. Cor was doodsbang om te praten. Ik
snaptezijnonmacht,maarhetheefthetver-
werkingsproceswelheelzwaargemaakt.
De laatste avond dat ik thuis was hebben we
samen eten staan koken. Ik stond achter het
fornuis en voor het eerst sloeg hij zijn arm
ommijnschouder.Ikzei:Cor,weetjedatdit
de eerste keer is sinds we elkaar kennen dat
je dit doet? Hij kon het niet. Hij was niet in
staat tot tederheid. Ik was altijd degene die
hémbeetpakte.
Toen ik wegging kwam al mijn creativi-
teit vrij. Ik schreef een kinderboek voor
Lemniscaat: De gouden vogel. Vanaf het mo-
ment dat ik wegging openden zich mijn pa-
ranormale vermogens. Inmiddels heb ik
dertigboekengemaaktoveresoterischchris-
tendom. Ze worden vertaald in Engeland,
DuitslandenAmerika.’
Hijstaatop,komtterugmeteenboek.Dehe-
lende kracht van vergeving. Schrijver: Hanslende kracht van vergeving. Schrijver: Hanslende kracht van vergeving
Stolp.Slaatdeeerstebladzijopen,wijstopde
opdracht op de eerste pagina: ‘In dankbaar-
heidopgedragenaanhendiemijdemoeilij-
ke les van vergeving leerden. Mijn moeder
enC.O.J……’
Slaat dan het boek dicht en zegt: ‘Weet je
waarikblijomben?Dathijopdedagvanzijn
dood de laatste hand heeft gelegd aan het
vertalenvandeprekenvanTauler,deDuitse
mysticus. Een tijdgenoot van Eckhart. Ons
eersteweekendsamenzijnweineenhotelin
Drenthedaaraanbegonnen.Ikvondhetheel
ontroerend te horen dat hij daarmee zijn le-
ven is geëindigd. Als je me vraagt naar goe-
de herinneringen kan ik dat alleen maar sa-
menvattenmet:hijwasmijngroteliefde.’
Hetwasgeengelukkiggezinwaardejongens
Jellema uit voortkwamen, vertelt Adrienne
Jellema, weduwe van Anne Otto, de jongere
broer van Cor die een halfjaar voor hem is
overleden. ‘Het waren betrekkelijk oude ou-
ders. De moeder van Cor was 41 bij de komst
van Cor. Er waren elf jaar overheen gegaan
eer er kinderen kwamen. De zonen hebben
er achteraf vaak over gespeculeerd waarom
datnieteerderhetgevalwas.Inhetbeginvan
hunhuwelijkzijnhunoudersnaarDavosge-
gaan, waar mijn schoonvader als predikant
verbonden was aan het Nederlands sanato-
rium. Hij was een hoogstaand mens, het be-
schouwende karakter van Cor valt zeker op
hem terug te voeren. Mijn schoonmoeder
kon heel schwärmerisch over Davos praten.
Ze was een behoorlijke flirt en er zijn tallo-
ze foto’s met vrienden op ski’s of op de al-
penweide. Het was zo’n huwelijk waarvan je
denkt:warenzemaaruitelkaargegaan.Haar
levenbestonduittoneelenbuitenkant.Zijn
moeder kwam uit een rijke Groningse fami-
lie. Ze bezaten veel land en lieten zich daar
ook op voorstaan. Een naar trekje. Zij was
een lastige vrouw. Als de jongens uit school
kwamen,stondereenglasmelkvoorzeklaar
en was mama altijd aan het rusten. Dat glas
melkgingeindeloosvaakom.Waarschijnlijk
uit woede. Er is een portret van die drie jon-
getjes. Cor kijkt heel waakzaam, Max onge-
looflijkbangenAnneOttokijktvan:blijfvan
me af. Eigenlijk een heel griezelige foto. Alle
drie stralen ze iets uit van: noli me tangere,
raakmenietaan.
Mijn schoonmoeder wilde dat haar jongens
het hoogste van het hoogste zouden berei-
ken. Tegen Cor werd tot op hoge leeftijd ge-
zegd: je had allang professor kunnen zijn.
Jarenlangwerdergevraagd:Cor,wanneerga
je promoveren? Het antwoord dat nooit ge-
geven werd, maar wel in praktijk gebracht,
was: dus nooit. Cor kon feilloos voordoen
hoe ze reageerde als er een nieuwe dicht-
bundel uitkwam. Dan pakte hij met een vies
gezicht tussen duim en wijsvinger een ima-
ginairboekjebeetenzei:“En,weerzo’ndun-
netje?”’
‘Moeder Jellema was groot van gestalte, pik-
zwart geverfd haar, geaffecteerde stem,’ ver-
teltAnne-MarijkevanWieringen,huisvrien-
din en vroeger buurmeisje. ‘Ze sliep zomer
en winter tussen de middag buiten – waar-
schijnlijk een overblijfsel uit Davos. Dan lag
zeopeenroodgebloktedekenopeenbedte-
gen de garage. Een zeer formele vrouw. Ik
kwam naast de familie te wonen toen ik der-
tienwasenikkeekmijnogenuit.“Dejongens
Jel”, zoals ze spottend werden genoemd, za-
gen eruit of ze uit een vorige eeuw kwamen.
Ik had gebleekte haren, groene nagellak en
een lila spijkerbroek, zij droegen een jagers-
jas met gebreide kousen en broeken tot op
hun knie. Als het slecht weer was vaak ook
nogoverschoenen.Zezagenerníétuit.
Die eerste gedichten van Cor ademen iets
van dat rare plechtstatige van die familie.
Cor studeerde al, maar was veel thuis om
RutgerKopland:‘Erisveel“Noorden”inzijnpoëzie,erwordtveelgekekennaardewe-
reldvanzijnouders,zijnvooroudersenzijneigenjeugd.Veelgedichtenroependiewe-
reld op, doordrongen van een verlangen naar “oorspronkelijke heelheid”. We zien de
wereld,maareriseenonoverbrugbarescheidingtussenhaarenons.Omhaarwerke-
lijkte“zien”zoudenwetotdiewereldmoetenbehoren,haarzelf “zijn”.Ineenvanzijn
essaysschrijftJellema:“Poëzie,demagievanpoëzie,loktonstotbijnaoverdegrensvan
het zien en het zijn.” Poëzie als poging tot herstel van onze onvoltooidheid, als poging
omeven,voordeduurvanhetgedicht,“deheelheidvanhetenedurendeNu”opteroe-
pen. En inderdaad, zo’n typisch Cor Jellema-gedicht kan dat bij mij, dat verlangen op-
roepenenvervullen.Even.’
‘ZonderafgunstkonhijhorendatikdepoëzievanRawie
toegankelijkervond.Hijwashooguiteenbeetjeverdrietig’
— Slaapkamer van landgoed Oosterhouw
104
DE VERHALEN
PROFIEL
38. tot in de kleinste details. Zo ruimde hij na
een diner altijd de tafel af met aan zijn arm
een porseleinen emmertje met een rieten
hengsel,metdaarintweecompartimenten,
éénvoorhetgroteenéénvoorhetkleinebe-
stek. Typisch iets van bij hen thuis. Daarna
werd er met zijn allen afgewassen waarbij
Corzorgvuldighetschortombond.Kokenen
afwassen vormden zoals Cor zei: de humus
vanhetbestaan.’
C.O. Jellema verkeerde graag in het gezel-
schap van schilders, zegt Matthijs Röling.
‘Hij was daar zeer welkom, want schilders
zijn over het algemeen zeer saaie mensen
die hard dichters nodig hebben.’ De schil-
derleerdeCorJellemakennenviazijneerste
vrouw. ‘Zij is Duitse, ging college lopen in
Groningen. De afdeling Germanistiek vond
zijniks,opéénuitzonderingna:dejongedo-
centJellema.
Het eerste wat ik dacht toen ik Cor ontmoet-
te: dit is kostbaar porselein. Ik vond het een
uitzonderlijk schuwe, breekbare jongen. Ik
was een van de eerste buitenstaanders aan
wie hij verteld heeft dat hij homofiel was.
Nee, dat schiep geen verwarring, ik kan
goed tegen homofiele aantrekkingskracht.
We hebben hooguit wel eens met een lich-
te meewarigheid afscheid van elkaar geno-
men:Nee,jongen,hetziternietin.
Corontwikkeldezichtoteenveelzijdigman,
werdvanliefhebbersteedsmeereenkenner.
Toeniksamenmetcollega’svandeAcademie
Minerva de Fuji Art Association oprichtte,
hebben we Cor gevraagd onze spreekstal-
meester te worden. Wij, dat waren Wout
Muller en zijn vriendin Clary Mastenbroek,
Ger Siks met zijn vrouw Trudy Kramer en
FritziHarmsenvanBeekdieopdatmoment
mijnvriendinwas.
Tienjaarlangexposeerdenweiederjaarinde
maand december en Later is dat gezelschap
uitgebreid met Jean Pierre Rawie en ande-
ren.Corverzamelde graagmensenomzich
heen. Hij probeerde op dat soort avonden
altijd de mensheid te verheffen. Het moest
méérzijndaneenavondjemetvrienden,het
moest“zielsverheffend”zijn.Hijorganiseer-
de veel. Niet altijd even gelukkig. Cor hield
erg van gezang. Inviteerde ons regelmatig
ophuisconcerten.Nubenikgeenliefhebber
van Schubert, zeker niet als het door twee-
derangstenorenwordtgezongen,maarCor
kon daar maar niet genoeg van krijgen. Dat
wasweleenseenlangezit.
Ik luisterde graag naar Cor als hij vertelde
over poëzie of Meister Eckhart. Zijn eigen
werk vond ik lastiger. Ik heb hem wel eens
eerlijk gezegd: een goeie sinterklaasdichter
vindikleuker.Zonderafgunstkonhijhoren
dat ik de poëzie van Jean Pierre Rawie toe-
gankelijker vond. Misschien was hij hoog-
uit een beetje verdrietig. Cor kon héél goed
verdrietig zijn. Zeker die laatste jaren kwam
er een diepe melancholie door zijn gezicht
heen. Ken je dat portret dat ik van hem ge-
schilderdheb?’
Datportretiseenschilderijmeteenverhaal.
Misschien dat het daarom altijd ontbroken
heeft op de grote tentoonstellingen van
Matthijs Röling. Hans Stolp, ex-vriend van
CorJellema:‘Oorspronkelijkwasheteenpor-
tretvanonssamen.VooraanzatCor,neerge-
zet als een herenboer met de blauwe ring
met het familiewapen, ik stond er als een
soort slaafje achter. We hebben een officiële
vernissage gehad, met allerlei vrienden er-
bij,ophetlaatstemomenthetdoekeraf.
Ik was er doodongelukkig mee. Achteraf
heb ik gedacht: dit schilderij legt precies de
ongelijkwaardigheid bloot waar onze rela-
tie mank aan ging. Nadat we uit elkaar wa-
ren gegaan, belde Cor me op. Zei laconiek:
“Ik heb jou weg laten schilderen, en er een
aap voor in de plaats laten zetten.” Het rare
was,dieaapkwammijhelemaalnietvreemd
voor.Integendeel,hetleekbijnavanzelfspre-
kend.’
Volgens Matthijs Röling was het een aap
zonder symbolische bijbedoeling: ‘Cor wil-
deHansweghebben,enermoestietskomen
op die plek, want daar was dat hele schilde-
rij op gecomponeerd. Ik heb er toen een aap
neergezet–datisdoorsommigemensenop-
gevatalseenwraakneming.’
Klaas Noordhuis, weduwnaar van Cor
Jellema, vindt het een mooi doek, ‘maar als
het mij was overkomen, had ik er een mes
doorgehaald.’HijleerdeCorkennenalsklant
van zijn tuincentrum in Zuidhorn. ‘Een van
mijnallerbesteklanten.Hijmaakteavances,
maarikwasdaareigenlijknietaantoe.Ikhad
nooit een vaste relatie gehad, dacht dat ik
voor eeuwig vrijgezel zou blijven. Cor heeft
mij met veel geduld veroverd. Had daar al-
lesvoorover,zelfsomdieprachtigepastorie
in Zuidhorn te verlaten en naar Groningen
tegaan.Ikwildenietindeerfenisvanander-
mans verbintenis zitten en ook niet tussen
mijnklantenwonen.
Mijn eerste indruk van Cor: een aristocrati-
sche man die veel warmte bij zich had. Hij
straaldeveiligheiduit.Mijnlevenwasopdat
moment erg chaotisch. Ik lag vrijwel in de
goottoenikCorleerdekennen.Corschiepal
snelstructuur,datgafrust.Corheeftveelta-
lentenbijmewakkergeroepen.InGroningen
ben ik een ontwerpbureau begonnen voor
tuinen.Deeerstetuinhebikontworpenvoor
Cor,eenvierkantestadstuin.Naonzeverhui-
zing naar Leens ben ik begonnen met het
Marjoleine de Vos: ‘Ik begon zijn poëzie beter te begrijpen nadat ik hem had geïnter-
viewdoverzijngedicht“HetkerkjevanFransum”.Ikbegonmenetteinteresserenvoor
religie en zingeving. Cor Jellema is een gids voor me geweest, hij stelt goede vragen in
zijngedichten,erwordtaltijdgezochtnaarhetaanwezigzijninhethierennu.Hijbe-
nadrukt hoe je door het denken afstand schept tussen jezelf en de wereld. De omslag
diejeinlaterejarenzietinzijnpoëzieheeft,denkik,temakenmetOosterhouw.Hetbij-
nakloosterlijkebestaanvan’sochtendswerkenen’smiddagsdetuinin,boodeengoed
tegenwichtvooraldatdenken.EnEckhartheeftderestgedaan.’
‘Uitersteetiquette,zeererudiet.Tegelijkertijdwistje:ditiseen
lieve,kwetsbareman’
— De tuin van landgoed Oosterhouw. ‘’s Ochtends
ging Cor om halfacht achter zijn bureau zitten,
werkte dan tot halfeen. De middag werd besteed
aan tuinwerk’
108
DE VERHALEN
PROFIEL
42. HerwoltvanDoornen
Herwolt van Doornen
BUITENLAND
KoColijn
Hettribunaalleeftnog
D
edoodvanMiloseviczorgdevooreen
explosie aan commentaren op het
nut van tribunalen. Even leek het of
Den Haag slechts de gastheer was van het
Milosevic-tribunaal, alsof er niet tientallen
procedures tegen andere verdachten lopen.
Dedoodvandevoormaligedictatorbeteken-
devolgenssommigenmeteendemislukking
vanhetICTY(InternationalCriminalTribunal
for the former Yugoslavia). Anderen gingen
minder ver, maar zelfs Carl Bildt, voormalig
EU-gezant voor ex-Joegoslavië, spreekt van
eenernstigebeschadigingvanhettribunaal.
En overal rees de vraag of de rechtszaak niet
watkorterhadgekund.
Het is een dilemma, ook bij toekomstige za-
kentegenoorlogsmisdadigers.Jekuntkiezen
vooreenkortenkrachtigproces,opgeruimd
staat netjes. Maar met die efficiënte aanpak
laatjeallerleipijnlijkeenbelastendepunten
liggenenschepjeeenlegitimiteitsprobleem.
Kies je daarentegen voor lang en zorgvuldig
handelen, dan schuilt het risico in procedu-
rele overkill. Wie Milosevic zesenzestig ver-
schillende aanklachten voorlegt, 295 getui-
gen tegen hem laat spreken en vijfduizend
verklaringentegenheminzamelt,looptkans
datdeprocedureonderwegergensverzandt
en de verdachte de regie overneemt. Met de
dood, gewild of ongewild, als slotacte. Want
datishettweederisicovanlang&zorgvuldig:
wie boeven op leeftijd naar Scheveningen
haalt en ze aan slepende procedures bloot-
stelt, loopt domweg kans dat die boeven
voortijdig bezwijken. En dat is niet wense-
lijk, al was het maar om speculaties over ver-
giftigingsscenario’s te voorkomen en om
achterbannen die figuren als Milosevic gre-
tig tot martelaar uitroepen geen kans te ge-
ven.‘DitisaldezesdeServiërdiesterftinhan-
den van dit tribunaal,’ riep de huisadvocaat
vandefamilieMiloseviczaterdag,sentimen-
ten aanwakkerend over anti-Servische com-
plotten.Metterugwerkendekrachtzullende
rechtersmisschienspijthebbenvandebeslis-
sing op 24 februari om Milosevic een behan-
delingineenMoskousehartkliniekteweige-
ren. Maar medisch gezien was er geen reden
voor de trip naar Moskou. Buitenlandse spe-
cialisten mochten naar Den Haag komen,
goedeziekenhuizengenoeginderesidentie,
en bij dat al mag niet vergeten worden dat
Milosevicnuttigeadviezenvandedoktervol-
komen aan zijn laars lapte. Hij bleef ketting-
roken, dronk te veel koffie en wilde van zijn
procesuitallemachteenone-man-showma-
ken,hetgeenhemzijnnachtrustkoste.Indit
opzicht is het Tribunaal, dat hem zijn eigen
verdediging liet voeren en hem geen advo-
caat toewees, misschien juist te veel coulan-
ce te verwijten. Hij mocht een tergend lange
Milosevic-show opvoeren en zorgvuldig aan
zijnmartelaarschapbouwen.
Aandelange&zorgvuldigeproceduremogen
dannadelenkleven,hetandereuitersteiseen
efficiëntproceszonderalteveelrechtenvoor
de verdachten. Je hoeft niet meteen aan het
Saddam-tribunaalofGuantánamotedenken
omtotdeconclusietekomendatdeinterna-
tionalerechtsordedaarooknietmeegediend
is.Enresultaatgerichtiszo’nproceduretrou-
wensooknietvanzelf:inGuantánamozitten
veel verdachten al langer vast dan Milosevic
inzijnScheveningsecelzat.
Debesteaanpakzitwaarschijnlijktussende-
zetweeuiterstenin.ICTY-rechterClaudeJorda
zei eind vorig jaar dat achttien maanden ge-
noeg kunnen zijn voor een degelijk proces.
HetJoegoslavië-Tribunaalistienjaargeleden
bewustontworpenineenonafhankelijkeop-
zet. Geen overwinnaarsrechtspraak, geen
exposure in Belgrado. Daar is wel tegen in-
gebracht dat berechting in eigen land beter
zou zijn voor de politieke verzoening en het
helen van trauma’s. De oprichting van het
Internationaal Strafhof in Den Haag is al een
stap in die richting, omdat dat hof geen za-
ken onderzoekt die door staten zelf kunnen
wordenafgehandeld.
Datbrengtweerhetgevaarmetzichmeedat
oorlogsmisdadigers er te gemakkelijk van
af zullen komen. Het is dus tasten en zoeken
methetinternationalestrafrecht.Maarzorg-
vuldigheid moet voorlopig toch het zwaarst
wegen.
Staat het tribunaal van Carla del Ponte nu
met lege handen? Gelukkig niet. Er ligt een
berg aan bewijsmateriaal tegen Milosevic,
dat ook tegen andere verdachten gebruikt
kan worden. Dit materiaal zal de Balkan-
geschiedschrijvers ter beschikking staan en
moet dan maar langs indirecte weg tot ge-
noegdoening en afronding dienen bij de
slachtoffers en politieke erfgenamen. Dat
leidt dan wel niet tot een veroordeling in ju-
ridische zin, maar wel tot een postuum oor-
deeloverderolvanMilosevic. V
BINNENLAND
FrankPoorthuis
Allehelpersderingin
D
e eerste keer dat ik Jan Peter Balke-
nendesprakwashijnetkamerlidge-
worden, najaar 1998. Ik had hem al
weleenpaarwekenals‘embeddedverslagge-
ver’ in de CDA-fractievergaderingen mogen
gadeslaan. Telkens als hij het woord kreeg,
zag je Jaap de Hoop Scheffer instemmend
knikken en stralen: wat was die Jan Peter
toch een slimmerd! Nu praatten we in het
restaurant van de Tweede Kamer ruim een
uuroverzijnbeweegredenenomdepolitiek
integaan,zijninzichten,zijnportefeuille(fi-
nanciën) en even over zijn gezin. Die avond
realiseerde ik me dat ik uiteindelijk alleen
hadonthoudendathijeenvrouweneenlief
kleindochtertjehad.
Toen dacht ik nog dat het aan mij lag. Maar
al snel merkte ik dat ik niet de enige was
die, tegenover hem gezeten, het spoor bijs-
ter raakte. Nadien zagen wij elkaar nog zeer
geregeld en ik garandeer u: aan de emoties
van Jan Peter Balkenende mankeert niets.
Hij kan uitstekend vertellen waarom hij
kwaad op je is, je zelfs officieel doodzwij-
gen. Maar ook een ruzie bijleggen en dan
weer met warmte over vrouw en kind spre-
ken.
Maarwanneerhijovernormenenwaarden,
nieuwe regels en instrumenten, eigen ver-
antwoordelijkheid en soevereiniteit in ei-
gen kring praat, droom je vanzelf weg. Hij
mag een helder denker zijn, hij mist de
woorden die je bijblijven. De omarming
van iemand die troost biedt na een verve-
lende boodschap.
Publieke communicatie, wou ik maar zeg-
gen, is dus nooit het sterke punt geweest
van de man die al kort na ons eerste tref-
fen (ik claim geen oorzakelijk verband)
een stormachtige carrière doormaakte.
Hij volgde De Hoop Scheffer op als CDA-
leider en werd zomaar premier van alle
Nederlanders na de grootste politieke om-
wenteling die Nederland de afgelopen de-
cennia trof. Dat hij in 2003 nog eens de ver-
kiezingen won, was feitelijk een veel groter
wonder dan de eerste keer. Zijn grootste te-
genstander van toen zal hij ook in 2007 te-
gen het lijf lopen: Wouter Bos. In zijn on-
langs verschenen boekje laat Bos over veel
zaken mist drijven, maar over één ding is
hijduidelijk:hijzalBalkenendeproberente
verslaanopdeleiderschapskwestie.Bosbe-
looft ons een bindend leiderschap. Dat lijkt
me eerlijk gezegd dubbelop, maar alla.
Vooralsnog ziet het ernaar uit dat het tus-
sen die twee zal gaan. Het is spijtig voor
de VVD, maar Rutte maakt geen schijn van
kans. Slechts als Henk Kamp zich over een
paar maanden laat smeken om alsnog
lijsttrekker te worden (en ik verwacht dat
Kamp daarop speculeert) zullen we de libe-
ralen bij de strijd van mei volgend jaar seri-
eus kunnen nemen. Rutte kan zeggen dat
hij het hele liberale spectrum van midden
tot uiterst rechts dekt: het is onzin. Hij laat
de complete rechterflank open. Wilders,
Pastors en het CDA klappen in hun handen
bij de gedachte aan Rutte. ‘Drie man op het
podium, waarvan alleen de onze een strop-
das draagt,’ grapte deze week een CDA-stra-
teeg. ‘Graag!’
Wie wel eens in de zaaltjes is geweest waar
de VVD-achterban zijn grieven bespreekt,
weethoesociaal-liberalenalsRuttedaarlig-
gen.DiewillendehardheidvanVerdonk.Of
Kamp.
Leiderschap dus. Bos tegen Balkenende. In
zijn CDA knijpen ze ’m daarom natuurlijk.
Niet zonder reden. Want Balkenende mag
dan in de loop der jaren langzamer zijn
gaan spreken, gel in zijn haar hebben ge-
smeerd en meer, heel veel meer ervaring
met de media hebben opgedaan: een war-
mepersoonlijkheidineenzaalmetmensen
of voor de camera is hij nog steeds niet.
Hij blijft de instrumenteel leider van een
kabinet dat geen vergezicht biedt. Wat me
een van de noodzakelijkheden voor poli-
tiek leiderschap lijkt: vertellen waar al on-
ze ellende voor nodig is. Een opwekkend
vergezicht schetsen. Dit kabinet neemt van
de mensen zonder te laten zien wat ze er-
voor terug krijgen. Ook waar het, op imma-
teriële zaken, zijn barmhartigheid kan la-
ten blijken, straalt het meedogenloosheid
uit. Dat de top van het CDA daar het afgelo-
penweekeindeoververgaderde,isechtniet
de eerste keer.
Ik denk eerlijk gezegd dat ze de hoop heb-
benopgegevendathetvanBalkenendegaat
komen. Ze zitten in een dead-lock daar. De
meest voor de hand liggende oplossing is
onmogelijk: een leiderschapswisseling.
Ook al hoor je met steeds grotere regel-
maat de namen van Gert Leers en Joop Wijn
opduiken: geen schijn van kans. Het imago
van een grote regeringspartij die haar lei-
der loost, is die van een reddeloze bende.
Wat we wel mogen verwachten? Dat zagen
we afgelopen zondag in het tv-programma
Buitenhof. Camille Eurlings, ook ooit eenBuitenhof. Camille Eurlings, ook ooit eenBuitenhof
lieveling van De Hoop Scheffer, haalde óm
de zin uit naar Wouter Bos. Bos is een leu-
genaar, een mooiprater, dat was wat ons
moest bijblijven.
Dit wordt geen gewone verkiezingsstrijd.
De aanvallen die de VVD afgelopen we-
ken op de PvdA uitvoerde, waren plaag-
stootjes vergeleken bij wat het CDA in
petto heeft. De partij heeft zich voorge-
nomen alle helpers de ring in te sturen.
Het belooft een vuile strijd te worden.V
MaxvanWeezelisopreis.
DekomendetijdzalFrankPoorthuis
zijncolumnwaarnemen.
24
ALLEREERST
DE OPINIEMAKERS
25
VRIJ NEDERLAND
18 MAART 2006
Opiniemakers-1 24-25 18-05-2006 09:58:16
43.
44. MartheNagengast
Kortverhaal
D
AAR ZIT HIJ. GEHULD IN TIE-
dye, een snoer van appelpitten
om zijn hals, een sfeer van flo-
werpower uitstralend. Daar zit
hij, in gedachten verzonken te
midden van zijn potten, wor-
tels,kokers,kruidenendezwar-
tekatmetdeframbozentong.
Daarzithij,belastmetdedrukvangeërfdeontdekkin-
gen. Een oudoom had goudaderen gebracht in varikeu-
zehellingen.Overgrootpapahadprinseninpaddenver-
anderd.Watzijnvaderbetreft,diehadpaleizengebouwd
meteengrootshandgebaar.
Daar zit hij bij de haard de nek van de zwarte kat te
krabben en in het vuur te staren. De hele dag en nacht
broedt hij op de gedachte dat het leven aan hem voor-
bijgaat.
Komnaarbed,mijnlief
AnitaNair
Danspringthijineenopwellinguitzijnschommelstoel.
In een pot gooit hij een handvol as, een schep zand en
eendozijnzeeschelpen.Hijzetdepotophetvuuromte
smeltenentepruttelen.
Daar zit hij te waken bij het vuur dat de schoorsteen
inspringt.
Nustaathijopenlooptnaarzijnstoofpot.Hijpakteen
rietstengelendraaiterzachtjesmeeindepot,eendrup-
pel gesmolten massa bijeengarend. Hij zet de stengel
aan zijn mond en blaast er een vreemde melodie in die
dedruppelzaloverhaleneenvormaantenemen.
Dehelenachtblaasthijdoorenalsdezondeluchtbe-
gint te kleuren, haalt hij de vorm behoedzaam van de
pijp en legt hem tussen de gloeiende kolen. Hij ligt in
zijn bed en kijkt toe. Het aanbreken van de dag. De ge-
boortevanglas.
Zonder dat hij het weet, vliegt er een kleine glastraan
H
etislekker als een
schrijfster schaamteloos
toegeeft dat ze van
pulpliteratuur houdt. De
Indiase Anita Nair doet daar
niet moeilijk over. In de streek
waar ze opgroeide was er
gewoon niets anders en ze
heeft ervan geleerd een verhaal
te vertellen en spannend te
houden. Daarnaast is Nair
natuurlijk een verdomd
slimme meid die goed om
zich heen kijkt, analyseert en
met vormen en genres durft te
experimenteren. Bovendien is
ze niet bang om uit te komen
voor haar mening, ongeacht
of India daar op zit te wachten
of niet. Zo schreef ze in een
recensie dat de alom geprezen
roman Witte tandenvan
Zadie Smith maar ‘naar de
tandarts’ moest, want het boek
rammelde aan alle kanten.
Inhaareigenliterairewerk
paktezeIndiasetaboesaan.Zo
geefthaarromanLadies’Coupe
–haarinternationaledoor-
braak,metvertalingeninze-
ventwintiglanden–debeper-
kingenaandievrouweninIndia
wordtopgelegd.Tot1998waser
inhetstationvanBangaloreeen
aparterijvoorvrouwen,ouden
vandageneninvaliden,enNair
vraagtzichafwaaromvrou-
wendataccepteerden.Inde
romanreisteengroepjevrou-
wensamenineenvandevrou-
wencoupés.Doordatzevreem-
denvoorelkaarzijn,vertellen
OverAnitaNair
‘Komnaarbed,mijnliefste’vandeIndiase
AnitaNairbegintsprookjesachtig,engaat
overineenmodernevertelling.Maarwaar?
zeopenhartigoverhunleven.
Zoherinnerteenvrouwzich
hoezeervangenootineenvolle
busbetastteworden.Datkwam
Nairopenormekritiekvande
Indiasefeministentestaan,
maardeIndiasevrouwen,dege-
nendiemisschiennietzofemi-
nistischzijn,verslondenhet.
AlsjournalistwildeNairde
wereldverbeteren,maar
waarschijnlijkheeftzemeer
bereiktmetLadies’Coupe.
Datzeookliterairelefheeft,
toondezebeginditjaaraan
metdeambitieuzeroman
Minnares.Dezebegintals
eenclichématig,Bollywood-
achtigoverspelverhaal,maar
ontwikkeltzichalnaeenpaar
bladzijdentoteengrootse
vertellingmetsprookjesachtige
passages.Datallesverteld
binnenhetraamwerkvande
klassiekeenuiterstcomplexe
Kathakali-dans.Nairhoudt
allesindehand.Ervaltover
tediscussiërenofalleeindjes
welzonetjesaanelkaar
geknooptmoetenworden,
maarbevredigendisdatwel
enNairweetmooimetde
verwachtingenvandelezerte
spelen.
Dattalenthadzeoverigens
vanafhetbegin,wanthetisalte
vindeninhaardebuutSatyrof
theSubway.Deverhalenbundel
verscheenbijeenkleineIndiase
uitgeverenwerdvorigjaar
opnieuwuitgebracht.Het
zalinvertalingbijSignature
verschijnen.Ookinditboek
maaktzesomsnetteveel
duidelijkaanheteinde.Bij
hetverhaalvaneenmoeder
dieeenvoorspellingkrijgt,
maardienietkanduiden–een
verhaalmeteenschitterende
sfeertekeningenstructuur–
neemteenkrantenbericht
aanheteindealletwijfelweg.
‘Jammer!Nietdoen!’roepik
dan.Antwoordenmakeneen
verhaalnietaltijdsterker.
‘Komnaarbed,mijnlief’,het
verhaalvandezeweek,iszo
magischenvreemddatjeer
misschiennietuitkomt.Of
iederopzijneigenmanier.
InditverhaalspeeltNair
netalsinMinnaresmethet
sprookjeselement.Hetverhaal
opentermeeenhetisniet
eenvoudigomvasttestellen
waarinhetmoderneverhaal
demagieophoudtende
werkelijkheidbegint.Enhet
verbandtussendemagische
openingenderestvande
vertelling?Nairmaildemijdat
zenahetlezenoverglasblazen,
‘heteenmooiemetafoorvond
voorhetbijeenhoudenvaneen
huwelijk,metdeveerkrachten
debreekbaarheidvanglas.Die
tweeeigenschappenwisselen
elkaarafenzijnmetelkaar
verbonden.’
Dedaadvandeechtgenoot
lijkteenliefdesdaad,maar
stelthijstiekemnietook
eenvoorwaardeenisdie
voorwaardeeenvormvan
wraak?Hetiseenbeklemmend
avontuur,waarvanjede
betekeniswaarschijnlijkeerder
kuntvoelendankuntduiden.
Datisdemagievanproza.
LidewijdeParis
ANITA NAIR
1966 Geboren in Mundakot-
takurissi, India en
groeide op in Chennai
(voorheen Madras),
India. Studeerde Engelse
Taal- en Letterkunde in
Kerala en werkt daarna
als makelaar, tentoonstel-
lingontwerper, journalist
en copywriter. Krijgt als
copywriter vele prijzen.
Woont tegenwoordig in
Bangladore, het zuiden
van India. Publiceert
vanaf de jaren negentig
verhalen en artikelen in
tijdschriften en voor de
radio
1997 Satyr of the Subway,Satyr of the Subway,Satyr of the Subway
debuut, verhalenbundel
waarvoor ze een
fellowship wint aan het
Virginia Center for Creative
Writing in Amerika
1997 Malabar Mind, gedichten
2000 The Better Man, roman
2001 Ladies’ Coupe, roman
2002 Ladies’ Coupe gekozen
tot een van de beste vijf
romans van India
2004 The Puffin Book of Worlds
Myths and Legends
2005 Mistress, roman
2006 Heruitgave Satyr of the
Subway, verhalen
2006 Adventures of Nonu,
the Skating Squirrel,
kinderboek
2007 Living Next Door To Alise,
kinderboek
56
DE REPUBLIEK DER LETTEREN
57
VRIJ NEDERLAND
31 MAART 2007
45. hetraamuit.Alseendauwdruppelblijfthijstekenineen
hart.Slameteenhameropdeglazendruppel;brekenzal
hij niet. Knip de krul van zijn staart en hij zal versplin-
teren.
Bellaisgeenkoningin.Bellaisgeenkeizerin.Bellaisniet
de vissersvrouw die keizerin werd en toen weer een vis-
sersvrouw.
Bella is een prinses. Bella zit graag in haar toren haar
haren te kammen. Bella voelt graag hoe de tanden van
dekamhaarschedelraken.Bellahoorthaarharengraag
zingen.
Bella zit te wachten. Bella wacht tot de hoeven onder
haar toren roffelen. Bella wacht tot ze een witte hengst
hoort hinniken en snuiven. Bella wacht op de prins met
het witte paard. Bella wacht op de ridder die haar redt
van de draak. Bella wacht tot hij haar de reikwijdte van
zijnliefdetoont.Bellawachtmethaarhoopvollehart.
De strengen van Bella’s haar zijn de snaren van een
harp.Zullenwezedanharpijennoemen?
Half vrouw, half monsterlijke vezeldraad; elke streng
heeft een verhaal te vertellen. Als de tanden van de kam
eraanrukken,latenzeteretonenlos:Bella’sdromen.
Do…nkereduivelszalhijvoorhaarbevechten,weetje
datzedatdroomt?Re…aliseerjejedatzenooitstoptter-
wijl ze ons om haar vingers windt? Mi…sschien houdt
zepasopalszeonseenlokkanafknippendiezeaanhem
geeft om op zijn borst te dragen. Fa…ah! So…rry! Dat
wist ik niet. Ik weet dat ze denkt dat ze hem tot boven-
menselijke prestaties zal stimuleren. La…at hij in haar
fantasieën niet vooral blijken hoezeer hij haar zal lief-
hebben? Si…mpel: tot hij komt, is zij bereid te wach-
ten.
Bella heeft haar sprookjes door elkaar gehaald. Bella
isGoudlokjemetdegroteogen.BellaishetLelijkeJonge
Eendje dat een zwaan werd. Bella is Doornroosje en
Raponsje. Bella is de Sneeuwkoningin wier kus kouder
isdanglas.
Bella is als de glazen druppel in haar hart. In haar bin-
nenste heerst een staat van permanente consternatie.
Enzokanikhaarblazen,modelleren,draaienoftrekken
inonverschilligwelkevorm,textuurofstemming.Maar
ikkanhaarnooitdwingen.
Misschien ziet Bella een verwante geest in glas. Ze
heeftzichaltijdtotglasaangetrokkengevoeld.
Ik heb glas voor haar gekocht. Verschillende soorten.
Gebrandschilderd glas, glinsterend glas, melkglas, ge-
zandstraald glas, geslepen glas, krullen van glas, glas
metsubtielelichtjeserinverwerkt.
Maardiestukkenvansilicaenzanddedenergeenvan
alle toe. Ze hield ze alleen een ogenblik in haar hand,
drukteplichtmatighaarlippenopdemijneenlietzeop
dedichtstbijzijndetafelliggen.Daarlagenzedanstof en
onachtzaamheid te vergaren. Tot ik ze in de pronkkast
wegborg en voor mezelf etaleerde hoe weinig aanslui-
tingikmethaarleektehebben.
Alleen dat ene glas moest het zijn. Ik zag hoe je ogen er
telkens naar zochten als we bij de Fernandes thuis wa-
ren.Ikkonzienhoezeerjeerjezinnenophadgezet.Enik
vroegmeafwaaromjehetzobekoorlijkvond.
Watwashetuiteindelijk?Gewooneensouveniruiteen
bar in Amerika. Een glas op een voetje, waarin een cock-
tailwasgeserveerdenwaardenaamvandebaropstond.
Een overblijfsel van iemands vakantie. En aan dit niets-
zeggendestukglashadjijjehartverloren.
Vergeet niet dat ik heb gezegd dat ik jou zo’n glas kon
latenbezorgen.
Vergeet niet dat ik zelfs heb beloofd dat ik er een keer
met jou naartoe zou gaan. Maar dat was niet wat je wil-
de.HetmoesthetglasvandeFernandesjeszijn,enniets
anders.
Het glas. Plotseling was het een symbool. Iets wat je
me zomaar ineens voorhield om te zeggen: bewijs het,
bewijsdatikzo’nliefdewaardben.Laatmezienhoeveel
je van me houdt, haal het voor me en laat me zien hoe-
veel.
Vanavond ben ik de ridder. Ik ben de prins. Vanavond
benikdescheppervandesprookjesachtigeafloop.
Kijk me aan, Bella. Ik ben je knappe held niet. Mijn
is niet genoeg dat ik ’s nachts wakker bleef om de luier
te verschonen en het flesje te maken. Of dat ik de wieg
schommelde terwijl jij sliep met je haar op het smette-
lozekussensloopgedrapeerd.
Het is niet genoeg, hè, mijn lieve Bella, dat ik al die ja-
ren nooit een andere vrouw heb begeerd? Voor jou had
hetnietstebetekenen,hè,datikmeelkeavondnaarhuis
haastte om bij jou te zijn? Of dat ik nooit ergens anders
hebwillenzijndanbijjou?
Je zit daar in de auto, de motor uitgeschakeld, je ogen
dicht. Je golvende haar. Zulk mooi haar. Zulke mooie
ogen.Maarnietvoormij.Toch,mijnschoonheid?
Vijfentwintig jaar als eerste wakker worden om voor
jou een kop thee te maken zodat je je dag met heldere
blik kon beginnen. Vijfentwintig jaar jou het eerst de
krantlatenlezen.Vijfentwintigjaarzienhoejeogenwa-
zig worden en langs me heen kijken als ik je in mijn ar-
men sluit. Vijfentwintig jaar denken dat jij eerder moet
klaarkomendanik.Vijfentwintigjaartoegeeflijkheiden
genegenheid.
Hetisgewoonnietgenoeg,hè?
Ik ga de trap op. Langzaam. Eén tree tegelijk. Geen
haast.
Ik pak het glas en doe het in de met vilt gevoerde tas
dieikbijmeheb.Iklaatinplaatservaneenglazenkikker-
tje achter. Misschien denkt de familie Fernandes dat ze
een kabouter op bezoek hebben gehad. Misschien mer-
kenzehetnieteens.Terwijlikhethuisuitloop,klinkter
eenvreemdzingeninmijnaderen.
Want vannacht ben ik de galante ridder die meer dan
windmolens heeft bestormd. Vannacht verbrijzel ik het
glas waar jij jezelf in hebt opgesloten. Vannacht ontlok
ik aan jou, lichaam en ziel, een reactie. Vannacht, mijn
prinses, is je tijd gekomen. Vannacht, mijn liefste, kreu-
kenwedelakensmetmeerdanslapen. V
Vertaling:LauravanCampenhout
borstkas omspant het universum niet. Ik ben gewoon
eengemiddeldemanmetgemiddeldekrachten.
Jehadnietgedachtdatikhetzoudoen,hè?Jehadniet
gedachtdatikmijnreputatieenalhetanderewaarvoor
ikzohardhebgewerktophetspelzouzetten.
Jezitdaareenhaarstrengomeenvingertewinden.Jezit
daaronaangedaanalsglas.Jezitdaaralsofernietsiswat
ikkanzeggenofdoenomjewakkertekrijgen.Jezitdaar
indeauto.Tewachten.
Ikstavoordeanderhalvemeterhogemuurbegroeidmet
klimplant.Ikplaatsmijnhandenmetdehandschoenen
opdegetandebovenkantendrukmezelfomhoog.
Ziezo.Ikbenoverdemuurheen.Driehondendwalen
over het terrein. Ik wacht tot ze mijn geur oppikken. De
honden kennen me en toch grommen ze. Voor hen heb
ikvlees,goedgemarineerdineenmengelingvanhoest-
siroopenvaliumpoeder.Dommemormels,kijktochhoe
makkelijkzezichlatenbedwelmen.Eentjeliktzelfsmijn
hand.
Mijnrubberzolenverstorendestiltevandenachtniet.
Ik steek het gazon over en loop naar de eetkamer. Dit is
makkelijk.
Toen we hier eerder vanavond kwamen eten, heb ik een
raam ontgrendeld. Ik klim er nu door naar binnen. Ik
ben binnen en alles is vertrouwd. Ik moet op adem ko-
men. Ik loop de huiskamer in en ga in een leunstoel zit-
ten.Hetglasstaatbovenopeenopenplankentussenmij
enhetglasliggenvijfentwintigtreden.Eéntreevoorelk
jaardatwesamenhebbendoorgebracht.
Vijfentwintig jaar en nog steeds hangt er iets afwach-
tends om je heen. Terughoudends. Afstandelijks. Een
sfeervanraak-me-niet-aan.
Het is voor jou niet genoeg dat ik elke centimeter van
je bemin. Je nu-niet-zo-stevige borsten, je mondhoeken
dieomlaagwijzen,jeslobberigebuik,deblauweaderen,
dekraaienpootjes,delijneninjehals,jeslappedijen...
Mijn liefde is dus niet genoeg? Dat ik je baarmoeder
heb gevuld met kinderen en je borsten met melk? Het
59
VRIJ NEDERLAND
31 MAART 2007
58
DE REPUBLIEK DER LETTEREN
KOM NAAR BED, MIJN LIEF
46.
47.
48. Woensdag 26 juli 2006, omstreeks half elf in de ochtend. Het vertrek van de helikopter vanaf de
helihaven van Tryco International, nabij het vliegveld van Kaboel
Door Thijs Niemantsverdriet
en Freke Vuijst
Illustraties Cyprian Koscielniak
H
et is woensdagochtend 26 ju-
li als de Amerikaan Stuart
Moulder op de heliport in
Khost zijn gezin opwacht. Zijn
vrouw Darlene (55) en doch-
ters Bryn (21) en Caroline (17) komen hem
opzoeken in Afghanistan, waar Stuart werkt
voor Fluor, een Amerikaans ingenieurs- en
constructiebedrijf.Fluorbouwtinopdracht
Hetgedoemde
werkpaard
Op26julivanditjaar
stortteinAfghanistaneen
burgerhelikopterneer.Bij
hetongelukkwamentwee
Nederlandsemilitairen
om.Zewarendeeerste
slachtoffersvandemissie
inAfghanistan.Erblijven
veelvragenover.Wiewaren
deandereinzittenden?Hoe
bonafidewasdeexploitant
vandehelikopter?Watging
ermistijdensdevlucht?
Reconstructievaneen
tragischongeval.
Stuarts vrouw en dochters zullen nooit aan-
komen. De volgende ochtend treft een red-
dingsteam van Amerikaanse soldaten het
wrakaanvandehelikopter,vijfentwintigki-
lometertennoordoostenvanKhost.Hettoe-
stelisneergestorteninbrandgevlogen.Het
heeft een zwarte krater geslagen in de berg
en is op de bodem van een ravijn beland.
Geen van de inzittenden heeft het ongeluk
overleefd.
Contingentscommando
Naast het gezin van Moulder bevonden zich
aanboordvandehelikopterooktweesolda-
ten: Bart van Boxtel en Jan van Twist. Ze wa-
ren de eerste Nederlandse militairen die in
Afghanistan omkwamen. Van Boxtel (29, af-
komstiguithetLimburgseUrmond)wasser-
geantbijdeluchtmobielebrigade.VanTwist
(47, Zwijndrecht) was luitenant-kolonel bij
de luchtmacht. De twee militairen maakten
deel uit van het centrale Nederlandse con-
tingentscommando in Kaboel. Van Twist
was daar juridisch adviseur. Ze reisden naar
KhostomdebeveiligingvanhetProvinciaal
Reconstructie Team (PRT) te bestuderen, al-
dus het persbericht van Defensie. Wellicht
konden ze iets leren voor de beveiliging van
de Nederlandse basis in Uruzgan, die vijf da-
genlateroperationeelzouworden.
De dood van de twee soldaten leidde in
Nederland meteen tot vragen. Waarom za-
ten Van Twist en Van Boxtel in hemelsnaam
in een civiele helikopter en niet in een mili-
tair toestel, wilde de Tweede Kamer weten.
Het ministerie van Defensie gaf geen ant-
vanhetPentagoneenmilitairebasisvoorhet
Afghaanse leger en Moulder werkt er sinds
novemberalsbouwopzichter.
Stuart Moulder is trots op zijn werk en hij
verheugt zich erop zijn gezin rond te leiden
opdebasis,diebijnaaf is.Zijnvrouwendoch-
terszullenéénnachtinKhostblijven.Danzal
hetvoltalligegezinterugreizennaarKaboel,
waardeMoulderseenpaardagendestadzul-
len verkennen om vervolgens de rest van de
vakantieinIstanboeldoortebrengen.
Het is elf uur. In de vallei die zich van de
heliportopdeAfghaansebasisinKhostnaar
Gardez in het noordwesten uitstrekt, hangt
een lichte mist. Zal de piloot daar doorheen
vliegen, vraagt Moulder zich af, of zal hij
naarKaboelterugkeren?Moulderdenktdat
de mist geen belemmering zal zijn. Zo dicht
lijkt het niet. Hij kan de contouren van de
bergenzien.
Moulders vrouw en kinderen hebben er
al een lange reis op zitten. Ze zijn van uit
hun woonplaats Atlanta, via Amsterdam
en Istanboel, naar Kaboel gevlogen. Daar
zijn ze overgestapt op de helikopter van het
particuliere bedrijf Tryco dat door Stuarts
werkgever Fluor is ingehuurd. Hoewel
Darlene tegen de reis met de helikopter
opzag, is de vlucht van vijfendertig minu-
ten te verkiezen boven een autorit van acht
uur. Bovendien heeft Moulder zelf vaker
gevlogen met de helikopter van Tryco. Hij
weet uit ervaring dat de Russische beman-
ninggeenrisico’sneemtenlieverrechtsom-
keertmaaktdaninslechtweerterechtkomt.
Gevaarlijk zal het niet worden, denkt hij.
ReconstructieEenongelukinAfghanistan
46
KERST 2006
47
49. woord, maar stelde een commissie in onder
leiding van oud-CDA-Kamerlid Hans Hillen.
Dezecommissiemoetdeoorzaakvanheton-
gevalonderzoeken,alsmede‘welkefeitenen
omstandigheden hebben geleid tot de aan-
wezigheid van twee Nederlandse militairen
aanboordvandehelikopter’.
Bij de bekendmaking van het ongeluk
wees een Nederlandse woordvoerder op
slechte weersomstandigheden als de moge-
lijke oorzaak van het ongeluk: door de zwa-
re regen en mist zou de helikopter tegen de
bergzijngevlogen.Overeeneventueeltech-
nisch mankement aan het toestel werd niet
gerept. Ook de mogelijkheid dat de helikop-
ter was neergeschoten werd vrijwel onmid-
dellijk verworpen, hoewel er een e-mail op-
dookwaarineneMuhammadHanif claimde
dattaliban-strijdershettoestelhaddenneer-
gehaald.
Twijfels
Wat is er die ochtend in juli gebeurd? Een
voorlichter van Defensie verwijst ons door
naar commissievoorzitter Hans Hillen, die
op zijn beurt zegt niet op de inhoud van
zijn rapport vooruit te willen lopen. Vrij
Nederland ging zelf op onderzoek uit. We
stelden vast dat er aan de bedrijfsvoering
van Tryco, de eigenaar en exploitant van de
helikopter,eenhoopnietdeugt.Zoblijktdat
Amerikaansemilitairennietmetdehelikop-
tersvanTrycovervoerdmochtenworden.Er
was op 26 juli noch een vliegplan, noch een
passagierslijst. Diverse betrokkenen plaat-
senvraagtekensbijdekundigheidvandepi-
loten, die niet in het bezit waren van een in-
ternationaal vliegcertificaat. Ook blijkt dat
de Nederlandse militairen niet onderweg
waren naar het Amerikaanse PRT in Khost,
zoals Defensie mededeelde, maar naar een
in aanbouw zijnde Afghaanse basis, vijfen-
veertig kilometer verderop. Ze gingen daar
kijken naar de verrichtingen van een par-
ticulier beveiligingsbedrijf, dat ze wellicht
wilden inhuren voor de beveiliging van het
NederlandsekampinUruzgan.
De ernstigste twijfels betreffen Tryco’s
vliegtuigbrandstof.Naarnublijkt,heefteen
voormalige hoofdtechnicus het bedrijf vo-
rig jaar juni voor de federale rechtbank in
Virginia gesleept. Belangrijkste aanklacht:
Tryco zou in Afghanistan brandstof gebrui-
ken die niet voldeed aan de standaard van
decontractenendienietwasgecontroleerd
omdat Tryco niet over de benodigde testap-
paratuurbeschikte.
Zakenman
Aan Airport Road in Kaboel ligt de heliha-
ven van Tryco International. Hier stijgt op
26 juli de helikopter op die later die dag in
de bergen bij Khost zal verongelukken. Het
Amerikaanse Tryco is de grootste leveran-
ciervanbrandstofvoorauto’senvliegtuigen
in Afghanistan. Het is eigendom van Franz
Zenz, een tot Amerikaan genaturaliseerde
Oostenrijksezakenman.Eennevenactiviteit
van het bedrijf is de verhuur van vier trans-
porthelikopters van Russische makelij van
hettypeMI-8.
Tryco doet goede zaken met de helikop-
ters. Vijf jaar na de Amerikaanse inval heeft
Afghanistan nog steeds vrijwel geen wegen.
Helikopterszijnnietalleenaanzienlijksnel-
ler. Ze zijn, nu het gevaar van bermbom-
men is toegenomen, ook stukken veiliger.
En iedereen – ngo’s, bedrijven, ambassades
– kan bij Tryco terecht. Grootste klant is de
Amerikaanse overheid, die de helikopters
van Tryco inhuurt voor de strijd tegen de
opiumteelt. Tryco opereert als subcontrac-
torvanLockheedMartin(inNederlandvoor-
al bekend vanwege de Joint Strike Fighter),
dat op zijn beurt afspraken heeft met
het Counter Narcoterrorism Technology
Program Office van het Amerikaanse minis-
terievanDefensie.
Helaas voor Tryco komt er een kink in de
kabel. Amerikaanse militairen mogen hele-
maalnietvliegenmetdehelikoptersvanhet
bedrijf. Burgervliegtuigen en -helikopters
die Amerikaanse militairen vervoeren moe-
ten namelijk in het bezit zijn van een certi-
ficaat van de Amerikaanse luchtvaartdienst
(Federal Aviation Administration, FAA). En
dat is niet het geval: de Afghaanse papieren
van Tryco worden door de FAA niet erkend.
LockheedMartindoeteenpogingomophef-
fingvanhetvliegverbodtekrijgenenstuurt
een Amerikaanse expert naar Kaboel, die
twee lovende rapporten over Tryco schrijft.
Maar het mag niet baten. Regels zijn regels.
Geen FAA-certificaat? Geen militairen aan
boord.
BetekenthetvliegverbodvanhetPentagon
datdeTryco-helikoptersnietveiligzijn?Niet
per se. MI-8’s vliegen in al hun civiele en mi-
litaire varianten in meer dan vijftig landen,
waaronder diverse NAVO-leden. Sinds de ja-
ren zestig zijn er meer dan twaalfduizend
van geproduceerd. De MI-8 is een solide jon-
gen: hij wordt vaak omschreven als ‘werk-
paard’ of ‘de tractor in de lucht.’ Ook zijn ci-
vielehelikoptersnietperdefinitieonveiliger
danmilitaire.MaaralsdeNederlandsekrijgs-
machtzijnsoldatenaanboordlaatgaanvan
een niet-militair toestel, ‘dan geef je de ver-
antwoordelijkheiduithanden’,zoalsdevak-
bond van militairen, de AFMP, het na het on-
gelukverwoordde.
Over de helikopters van Tryco bestaan
twee openbare rapporten. Ze zijn opgesteld
door Guy Cannady, de deskundige die werd
ingehuurd door Lockheed Martin om ont-
heffing op het militaire vliegverbod te be-
werkstelligen. De documenten, geschre-
vennatweebezoekenaanTrycoinKaboelin
2005, zijn lovend. Cannady noemt het ma-
nagement, de operaties en het onderhoud
van Tryco ‘superb’. De piloten – Russen en
Afghanen – zijn ‘zeer ervaren veteranen met
oorlogservaring’. De onderhoudsmonteurs
zijn‘minstenszodeskundig’.‘Veiligheid,’ju-
beltCannady,‘iseenfundamenteelaspectin
debedrijfsvoeringvanTryco.’
Een‘joke’
We vonden Guy Cannady in Myrtle Beach,
South Carolina, waar hij voor een bedrijfje
werkt dat kleine vliegtuigen verhuurt. Hij
bleek niet op de hoogte te zijn van de crash
op 26 juli. Cannady wilde niets zeggen over
zijninspectievanTryco.Uitanderebronnen
vernamenweechterdatCannady’sexpertise,
die breed wordt uitgemeten in het rapport,
behoorlijk te wensen overlaat. Cannady is
weliswaarpiloot,maarhijweetnietsvanhe-
likopters. Ook erkende hij dat de Afghaanse
luchtvaartdienst, die de vergunningen aan
piloten verstrekt, een ‘joke’ is. De piloten, zo
vertelde hij, worden niet eens medisch ge-
keurd.
In zijn twee rapporten geeft Cannady
hoog op van het patriottisme van Tryco en
noemt hij eigenaar Franz Zenz ‘een zaken-
man met buitengewone capaciteiten voor
wie kwaliteit en veiligheid de allerhoogste
prioriteit hebben’. Hoe Cannady dit weet
is een raadsel. In zijn rapport beweert hij
‘gedetailleerde discussies’ gevoerd te heb-
ben met de eigenaar van Tryco. Maar die
verklaart tegenover Vrij Nederland nog
nooit van Cannady gehoord te hebben.
ErismetTryconogietsandersaandehand.
RussellDoyenwerktevanaugustus2002tot
februari 2004 als hoofdtechnicus van Tryco
in Kaboel. Bij een federale rechtbank in de
staat Virginia ligt een klacht van hem tegen
Tryco en eigenaar Franz Zenz. Het is een ex-
plosief document. Volgens Doyen leverde
Tryco ondeugdelijke diesel aan de NAVO,
hetAmerikaanselegerenhetministerievan
Buitenlandse Zaken. De brandstof was ver-
vuildmetwaterenanderestoffen.Ookleng-
de Tryco volgens Doyen de diesel aan met
kerosine, wat het brandgevaar verhoogde.
VerderwasdeluchtvaartbrandstofvanTryco
‘nietvolgensdestandaard’vanhetcontract.
Tryco behoorde alle brandstof zelf te testen,
maar beschikte niet over de benodigde ap-
paratuur.DoyenhadZenznaareigenzeggen
geconfronteerdmetdevraag:‘Belazerjehet
leger en de andere klanten?’ en was prompt
ontslagen. Het openbaar ministerie onder-
zochtdeklachtvandeklokkenluiderencon-
cludeerde dat er niet voldoende bewijs was
om Tryco en Zenz te vervolgen. Maar het is
ooknietzodatdeklachtniet-ontvankelijkis
verklaard. Doyens document ligt nog altijd
bijderechtbankinVirginia.
Vlottebabbelaar
Wieisde‘patriot’FranzZenz?DeOostenrijkse
Amerikaan is een bekende figuur in Kaboel
en omstreken. Een kennis kenschetst hem
als een ‘crazy guy’: een gezette man van be-
gin zestig, een vlotte babbelaar die rond-
loopt met een gouden Dior-bril en zich van
vier verschillende mobieltjes tegelijk be-
dient. Desondanks is Zenz moeilijk te berei-
ken voor de verslaggever. Wanneer hij ein-
delijkopneemt,wensthijgeenuitsprakente
doenoverdehelikoptercrash.‘Hetenigewat
ikkwijtwil,’zegthij,‘isdatwetotdezezomer
nooitéénongevalhebbengehad.Werunnen
hier een superstrakke business.’ Voor Zenz
lijkt de helikopterverhuur van Tryco niet
meer dan een bijzaak. Op het moment van
het ongeval was hij niet in Afghanistan, ver-
telthij.HijzatinhetoerwoudvanCambodja,
‘voorzaken’.
IndeafgelopenvijftienjaarheeftZenz’be-
drijf minstens drie verschillende gedaan-
tes gehad. In maart 1991, vlak na de eerste
Golfoorlog, duikt Tryco voor het eerst op in
hetMidden-Oosten,alsexporteurvanaspiri-
neenpenicillinenaarKoeweit.Aanheteinde
van de jaren negentig komt de Oostenrijkse
Amerikaan tevoorschijn in een nieuwe ge-
daante: hij verkoopt telecommunicatieap-
paratuur, onder meer aan de Amerikaanse
overheid. Daarna is Zenz naar eigen zeggen
actief inSaoedi-Arabië.In2002neemthijzijn
derde gedaante aan: die van brandstofmag-
naat in Afghanistan. Tryco opent een ‘tank
farm’ naast het vliegveld van Kaboel, waar
uit Pakistan geïmporteerde benzine en die-
sel gefilterd en verkocht wordt. Binnen kor-
tetijdvliegtenrijdtheelAfghanistanophet
spul van Tryco: naar eigen zeggen heeft het
bedrijf op dit moment negentig procent
van de Afghaanse brandstofmarkt in han-
den. Onder Zenz’ klanten zijn de Verenigde
Naties, het Amerikaanse leger, de NAVO en
ngo’s. Het gaat Zenz dermate voor de wind
dathijinoktober2005vijftigmiljoendollar
wilinvestereninAfghanistanseersteolieraf-
finaderij te Heyraton, vlak bij de grens met
Oezbekistan.
Zenzzietzichalseenonverschrokkenpio-
nierenbeschouwtzijnzakeninAfghanistan
als een spannende bezigheid. Voor zichzelf
doet Zenz het allemaal niet, zegt hij. Nee, hij
ishieromhetAfghaansevolkteverheffenuit
armoede en afhankelijkheid. De publicaties
van Tryco staan bol van de filantropie: niet
alleen wil het bedrijf de Afghanen ‘minder
afhankelijk maken van het buitenland’, ook
scheptheteen‘aanzienlijketoenamevande
werkgelegenheid.’ En daar houdt Zenz’ pas-
sie voor de Afghaanse zaak niet op. ‘Over vijf
jaar,’verklaarthijplechtig,‘isTrycovanplan
om zijn onderneming in Afghanistan naar
de beurs te brengen. Op die manier kunnen
zoveelmogelijkAfghanendeleninonzesuc-
cessen.’
In werkelijkheid lijkt het Zenz voorname-
lijktedoenomdehardedollarsdieteverdie-
nenzijnineenrisicovollandalsAfghanistan.
‘Bij Franz is niets gratis,’ zegt Uli Gack, een
Duitse journalist die twee jaar geleden een
televisie-item maakte over de ondernemer.
‘Toen ik met hem optrok, zei hij tegen mij:
“Ik ben geen Robin Hood!”’ Bij wíe hij die
harde dollars verdient, dat maakt hem alle-
maalnietuit.‘Nichtvielfragen,nurmachen,’
zo omschrijft hij zijn zakenadagium in het
tv-item van Gack. Zenz lijkt nog het meest
op een personage uit een roman van John
le Carré of Graham Greene: een archetypi-
sche ‘derde man’ die zich in een oorlogsge-
bied soepeltjes tussen alle fronten beweegt.
Maar is hij ook een dermate grote oorlogs-
profiteurdathijvóór2001handeldreef met
het fundamentalistische taliban-regime?
Uiteraard treedt hij daar niet over in detail,
maardetekenenwijzensterkindierichting.
Recente rapporten van Tryco benadrukken
dat Zenz al geruime tijd in Afghanistan ver-
toeft en goed geworteld is in het land. Zo be-
schikt hij over ‘contacten die meer dan een
decennium teruggaan’. Ook zou hij eind ja-
rennegentigsamenmetdetalibaneennieu-
wenationaletelecomfirmahebbenopgezet.
En, zo meldt Zenz trots: ‘Hoewel onze olie
vanuit Pakistan per tankwagen wordt aan-
gevoerd over bergwegen die in handen zijn
vantaliban-strijders,heeftTrycoindeafgelo-
pendriejaarslechtstweetrucksverloren.Ter
vergelijking: andere organisaties zijn naar
verluidtalleenalin2005meerdanhonderd
auto’skwijtgeraakt.’
Beveiligingsfirma
Terug naar 26 juli, de heliport van de
Afghaanse legerbasis bij Khost. Het is
twaalf uur ’s middags. De Amerikaan Stuart
Moulder heeft nog altijd geen bericht over
hetlotvanzijnvrouwendochters.
Wie zich ondertussen ook ernstige zor-
genbeginttemaken,isRowanPridgeon.Hij
staat al de hele ochtend samen met Stuart
Moulder te wachten. Pridgeon, een Zuid-
Afrikaan, is in dienst van de Britse beveili-
gingsfirmaSSSI.ZijnbaasLourensDuPlessis,
die door iedereen Doepie wordt genoemd,
zit in de helikopter. Als projectmanager van
SSSI is Du Plessis verantwoordelijk voor de
beveiligingvandemensendiedeAfghaanse
basis bouwen. Ook aan boord is George van
Schalkwyk,hoofdvanSSSIinAfghanistan,en
netalsDoepieeenZuid-Afrikaan.
Ongerust over zijn bazen, belt Pridgeon
met zijn SSSI-collega Bevan Campbell in
Kaboel. Die heeft ’s ochtends ontbeten met
Du Plessis en Van Schalkwyk in Kaboel voor-
dat ze om half elf in de helikopter stapten.
OokCampbellisbezorgd.Dehelikoptermet
hunmeerderenislaat,veeltelaat.Misschien
ishettoestelvanwegehetslechteweeruitge-
wekennaardebasisinGardez,ongeveerhal-
verwegedevlucht?Maareentelefoontjenaar
eenSSSI-medewerkerinGardezbevestigtdat
EigenaarZenzzietzichalseenonverschrokkenpionieren
beschouwtzijnzakeninAfghanistanalseenspannendebezigheid
Erwasop26julinocheenvliegplan,nocheenpassagierslijst.Er
warenvraagtekensbijdekundigheidvandepiloten
48
KERST 2006
HET GEDOEMDE WERKPAARD
49
VRIJ NEDERLAND
23 DECEMBER 2006
50. 1
2
4 5
De MI-8 verongelukt in de bergen 35 kilometer ten noordoosten
van Khost en vliegt in brand. De inzittenden:
1. De Amerikaanse Darlene Moulder (55) en haar
dochters Bryn (21) en Caroline (17)
2. De Nederlandse militairen Jan van Twist (47)
en Bart van Boxtel (29)
3. De Zuid-Afrikanen Lourens ‘Doepie’
du Plessis (50) en George van
Schalkwyk (39) van het
beveiligingsbedrijf SSSI
4.De Afghaanse crew: een
piloot, een co-piloot en
een technicus
5. De Turkse ingenieur
Ihsan Özer en zijn
Afghaanse assistent
5150
51. de Tryco-helikopter daar niet is geland. Nu
rijdt Campbell in vliegende vaart naar het
kantoorvanTrycoinKaboel.Daarneemthet
personeelopzijnverzoekcontactopmetde
Amerikaanse Doris Langer, de manager van
Tryco. Ze zit op dat moment in Pakistan. ‘Ik
verteldehaardatdehelikopternietinKhost
was aangekomen en als vermist moest wor-
den beschouwd,’ zegt Campbell. ‘Ook vroeg
ikhaarof zeeenpassagierslijsthad.Zezeidat
er alleen een lijst was aan boord van het ver-
miste toestel.’ Dat is tegen de regels, want er
moetaltijdeenlijstwordenachtergelatenop
kantoor. Ook weet Langer niet hoeveel men-
seneraanboordzijn.
OpdeheliportinKhostkomtomhalf drie
’s middags plots een helikopter van Tryco
aanvliegen. Het is niet de vermiste MI-8,
maareentweedehelidiedoorTrycooppadis
gestuurdomrondtekijkenindebergen.Het
voertuig keert onverrichter zake terug naar
Kaboel.EvenlatervertrekteenAmerikaanse
legerhelikoptervooreen‘searchandrescue’-
missie. In de bergen, zo’n vijfentwintig kilo-
meter ten noordoosten van Khost, spotten
deAmerikanenvanuitdeluchthetwrakvan
eenneergestortehelikopter.Maarzelanden
niet. ‘Dat was niet verstandig geweest,’ zegt
Pridgeon. ‘Het werd al donker. Bovendien
staat dat gebied bekend als hoogst onveilig,
en ze hadden geen troepen op de grond om
deplaatstebeveiligen.’
De Amerikanen keren terug naar de basis
en melden het slechte nieuws. Vanaf de ba-
sis trekt een team van soldaten, geleid door
een Afghaanse gids, te voet de bergen in. De
volgende ochtend bereiken ze het wrak. Ze
zijn niet de eersten. Een Afghaanse grenspa-
trouille heeft de helikopter al gevonden en
houdtwachtopdeplaatsvandecrash.
Rijzendester
Het ongeluk met de helikopter, vertelt
Rowan Pridgeon vanuit Zuid-Afrika, heeft
hem behoorlijk aangegrepen. In één klap is
hij twee collega’s kwijtgeraakt met wie hij
goedkonopschieten.‘Ikbennogenigetijdin
KhostgeblevenalsvervangervanDuPlessis,’
vertelt hij, ‘maar uiteindelijk ben ik naar
huis gegaan. Het was moeilijk om mijn col-
lega’s vaarwel te zeggen, maar het ongeluk
drukte te zwaar op me.’ Pridgeons hoogste
baas in Afghanistan, George van Schalkwyk,
was een geliefd man. Vrienden en beken-
denomschrijvenhemals‘charismatisch’en
‘in alle opzichten een geweldige gozer’. De
chef-Afghanistan, een rijzende ster binnen
SSSI, was eind dertig, lang van postuur en
knap. Hij had zijn dienstplicht in het Zuid-
Afrikaanse leger vervuld als officier bij de
artillerie. Daarna ging hij bij SSSI werken,
dathemnaarAfghanistanzond.VanSchalk-
wyk nam de klus graag aan: het bedrijf be-
taalde hem achttienduizend dollar per
maand.
InKaboelleefdeVanSchalkwykvolgenshet
adagium‘workhard,partyhard’.Hijorgani-
seerde de befaamde ‘donderdagavondfees-
ten’inhetGreenGuestHouse,hetgastenver-
blijf vanSSSI.Daarkwamdeexpat-scenevan
Kaboel samen om na een lange, afmattende
Afghaansewerkdagstoomaf teblazenonder
het genot van een flinke slok bier. Iedereen
kwam:privé-soldaten,werknemersvanngo’s
endeVerenigdeNaties–alleendemilitairen
van de ISAF-vredesmacht lieten het afweten,
omdatzegeenalcoholmochtendrinkenuit
respect voor de moslimbevolking. ‘George
was de grote man achter deze feesten,’ zegt
zijn collega Bevan Campbell. ‘Iedereen ken-
dehem.’Diebijeenkomstenzijnnuverleden
tijd,voegthijermetspijtinzijnstemaantoe.
Niet alleen omdat de grote animator dood
is,maarookomdathetgastenverblijf inmid-
dels door SSSI is overgedaan aan de aanpa-
lendeNederlandseambassade.
Ook‘Doepie’DuPlessis(50)konopdedon-
derdagavondfeesten stevig tekeergaan. Net
als Van Schalkwyk zat hij vóór zijn carrière
bij SSSI in de Zuid-Afrikaanse krijgsmacht.
Daarwashijeenzwarejongen.Een‘memori-
al site’ op internet, gemaakt door voormali-
ge strijdmakkers, toont een fotocollage van
Du Plessis. ‘Our great friend Doep’ blijkt een
besnorde,vlezigeAfrikaner,wiensgelaateen
voorliefde voor bier en barbecues verraadt.
InZuid-AfrikadiendeDoepieeengeheimzin-
nig en berucht legeronderdeel: het 32ste ba-
taljon. Dit eliteregiment werd halverwege
de jaren zeventig opgericht door het apart-
heidsbewind en gestationeerd in Namibië,
vlak bij de grens met Angola. Daar vocht het
tegen de Angolese regeringstroepen. Dat
gebeurde op weinig zachtzinnige wijze: de
Portugese bijnaam van het 32ste luidde ‘Os
Terriveis’, de verschrikkelijken. Het 32ste ba-
taljonkendeeenongebruikelijkesamenstel-
ling:desoldatenwarenzwarteAngolezen,de
officierenblankeZuid-Afrikanen.Doepie,die
opklom tot de rang van majoor, gold onder
zijnmedemilitairenalseenlegende.‘Hijwas
een onverschrokken soldaat en zeer geliefd,’
vertelt zijn oud-compagniegenoot Lourens
van Niekerk vanuit Zuid-Afrika. In 1979 was
Doepie in Angola ook al eens betrokken bij
een helikoptercrash. Toen overleefde hij het
ongeluk.
In het Zuid-Afrika van na de apartheid
was er geen plek meer voor ‘Os Terriveis’. In
1993 werd het bataljon ontbonden. Doepie
vond emplooi bij een internationaal be-
veiligingsbedrijf, net als honderden ande-
re blanke oud-militairen. Hij ging voor SSSI
alsbeveiligernaarAfghanistan.‘Hijwasniet
bepaald te spreken over het werk,’ zegt zijn
vriendLourensvanNiekerk.‘Maarhijmoest
geld verdienen voor zijn gezin. En als blan-
keoud-soldaatkomjeinZuid-Afrikanergens
meeraandebak.’
Oud-officieren
Niet iedereen in Kaboel is bekend met de
naam SSSI. Toch is de Britse firma een van
de grootste ‘private military companies’
(pmc’s) in Afghanistan. SSSI werd in 1998 in
Londen opgericht door drie Britse en twee
Amerikaanseoud-officierenenin2004over-
genomendooreenAmerikaansebedrijf.Het
bedrijf richt zich al in een vroeg stadium op
Afghanistan. Een verstandige keuze. In Irak
is steeds minder werk voor pmc’s nu grote
bedrijven zich beginnen terug te trekken –
Afghanistandaarentegeniseengroeimarkt.
In het land bedient SSSI een breed scala aan
cliënten. Grote internationale bedrijven als
hetAmerikaanseFluor,datdeTryco-helikop-
terop26julihadgehuurd,maarookngo’s,de
VerenigdeNatiesendeAfghanistanNational
Bank(onderbestuurvanING)behorentotde
klantenvandeBritsefirma.Daarnaastbevei-
ligtSSSIdeAmerikaanseenCanadeseambas-
sadesinKaboel.
Opdewebsitevanhetbedrijf staatookhet
Nederlandse ministerie van Buitenlandse
Zaken genoemd als cliënt. Een woordvoer-
der van SSSI in Londen bevestigt dat het be-
drijf een contract heeft met het ministerie,
maar wil verder geen inhoudelijke medede-
lingen doen. Buitenlandse Zaken ontkent
aanvankelijk stellig dat er een contract be-
staat met SSSI. Er waren wel gesprekken, al-
dus een zegsman, maar tot afspraken is het
nooitgekomen.Nageïnformeerdtehebben
in Kaboel, meldt het ministerie dat het tóch
zaken doet met het beveiligingsbedrijf: SSSI
neemt ‘een deel van de beveiliging’ van de
Nederlandse ambassade in Kaboel voor zijn
rekening. Waarom men dit niet wist in Den
Haag, is onduidelijk. Bij werknemers van
SSSI in Afghanistan was het contract met de
Nederlanders gewoon bekend. Sterker nog,
zo vertellen ze ons, er zat een twééde con-
tract in de pijpleiding: voor de Nederlandse
basis in Uruzgan. Dát was het doel van de
reis van Jan van Twist en Bart van Boxtel. ‘De
twee Nederlandse militairen,’ zegt Rowan
Pridgeon,‘kwamenkijkenof SSSIinUruzgan
hetzelfde beveiligingswerk kon gaan doen
alsopdeAfghaansebasisinKhost.’
De basis in Khost werd gebouwd door
Fluor, een Amerikaanse bouwbedrijf dat
internationaal opereert. Op de lijst van
Amerikaanse bedrijven met contracten in
Irak en Afghanistan staat Fluor op de vier-
de plek, na KBR (Halliburton), Bechtel en
Parsons. Stuart Moulder is trots op het werk
dat hij voor Fluor deed. ‘Het was het enige
project in Afghanistan dat op tijd is opgele-
verd,’ zegt hij. ‘Toen ik in Khost kwam had
het project vertraging opgelopen. Maar wij
brachten het weer op schema. We hebben
ongelooflijkgoedwerkverricht.’
Deachtsteinzittende
Op de heliport in Khost stond die ochtend
niemand te wachten op Ihsan Özer. Lang
was zijn naam zelfs niet bekend. De Turkse
ingenieurstapteinKaboelophetlaatstemo-
ment in de gedoemde helikopter van Tryco.
Hij is, naast het gezin van Stuart Moulder,
de Nederlandse militairen en de Zuid-
Afrikaansebeveiligers,deachtsteinzittende
die omkwam. Özer, een deskundige op het
gebied van waterputten, was een ‘sub-sub-
contractor’vanFluor.Veelvanheteigenlijke
werkvandebouwvandelegerbasiswerduit-
gevoerddoorhetTurksebouwbedrijfYuksel,
dat een contract had met Fluor. Yuksel had
op de basis zo’n grote aanwezigheid (acht-
honderd man), dat het zelfs beschikte over
een eigen kliniekje, bemand door medisch
personeel uit Kazachstan. Op zijn beurt
huurde Yuksel weer andere firma’s in, zoals
hetbedrijfjevanIhsanÖzer.
DeingenieurnameenAfghaanseassistent
mee, de negende inzittende. Zijn naam is
niet bekend. Ook heeft Vrij Nederland de fa-
milie van Özer niet kunnen lokaliseren. Hij
blijft dus ‘de onbekende Turk’, zij het dat hij
nueennaamheeft.
Debemanningsleden
En dan had de MI-8 nog drie bemannings-
leden. Wie waren ze? Volgens alle betrok-
kenen waren de piloten Afghanen. En dat is
vreemd, want volgens Tryco zelf werden de
helikopters doorgaans bestuurd door een
Russischecrew.Datwasookdeervaringvan
Stuart Moulder: telkens als hij met Tryco
vloog,trofhijdezelfdeRussischepilotenaan.
De drie waren volgens hem ervaren en voor-
zichtig.Nooitvlogenzeinslechtweer,altijd
keerden ze terug naar Kaboel als er donder-
wolken opdoemden. ‘Soms was dat wel ba-
len,’ vertelt Moulder, ‘dan was je al vijfen-
twintigminutenonderwegendanmoesten
we terug naar Kaboel.’ Rowan Pridgeon van
SSSIismindertesprekenoverdestuurmans-
kunsten van de Tryco-vliegeniers: ‘Ik had
absoluut geen vertrouwen in Tryco. Ik ging
nog liever acht uur lang in de auto naar
Kaboel. Eén keer heb ik aan boord gezeten
vanzo’nhelikopter.Depilotenstegenopals
cowboys, alsof ze nog altijd in een oorlogs-
situatie zaten. We bleven de hele tocht tus-
sen de bergkammen vliegen, in plaats van
erboven. De veiligheidsmaatregelen aan
boord vond ik ook maar zo zo. Vóór het ver-
trekinKaboelzatendepilotengewoontero-
ken in het toestel, in de buurt van de brand-
stoftank. Ook hoorde ik dat ze telkens een
andere vliegroute kozen naar Khost. Ik heb
het management van Fluor daar diverse
kerenopgeattendeerd.’
De kundigheid van de piloten is van extra
belang gezien de weersomstandigheden op
26 juli. Volgens het Nederlandse ministerie
van Defensie stortte het toestel neer ‘onder
slechte weersomstandigheden in bergach-
tiggebied.Erwordtinrapportengesproken
vanzwareregenvalenmist.’
De ‘rapporten’ waarop Defensie doelt
zijn zonder twijfel afkomstig van het
Amerikaanse reddingsteam dat het wrak
vond. Een persbericht van het Amerikaanse
leger rept inderdaad over ‘extreme weers-
omstandigheden’ die een landing bij het
wrak beletten. Maar toen de helikopter het
wrak vond, was het al bijna donker. De Try-
co-helikopter was ’s ochtends neergestort.
StuartMouldergelooftnietdatslechtweerde
oorzaak van het ongeluk was. Ja, zegt hij, er
hingmistindevalleiwaarhijstond.Maaruit-
eindelijk bleek de helikopter door een ande-
re vallei te zijn gevlogen. ‘Onverwacht slecht
weerindeanderevalleiwasonmogelijk,’zegt
hij.‘HetweerinKhostkendeikopmijnduim-
pje. Ik heb zó vaak een plotselinge onweers-
buimetzwareregenzienlosbarsten.Ookals
datopafstandwas,ineenanderevallei,zagje
vanaf de basis de staart van het slechte weer.
Die dag was de lucht helder, behalve dan die
plaatselijkelichtemist.’RowanPridgeon,die
ook vanaf ’s ochtends op de heliport stond,
beaamtMouldersverhaal:‘Hetwaseenvrese-
lijkehetedag.Ikherinnermedatwestonden
tezwetenindehitteterwijlweophelikopter
aanhetwachtenwaren.’
Tenzij er ooggetuigen zijn die in de val-
lei zelf ter plekke waren, lijkt het onmoge-
lijk om vast te stellen of er inderdaad van
slecht weer sprake was. En als het weer niet
de oorzaak was, wat dan wel? Gedroegen de
Afghaanse piloten zich als ‘cowboys’? Was
een van de piloten niet een Tryco-werkne-
mer, maar een hoge Afghaanse militair die
op het laatste moment het stuur nam, zo-
alseenhardnekkiggeruchtbeweert?Of was
het de brandstof, die volgens klokkenluider
RussellDoyennietdeugde?
Vreselijkedag
Vijf maanden later woont Stuart Moulder
alleen met drie katten in het grote huis in
Atlanta dat hij deelde met Darlene, Bryn en
Caroline.Sindskortishijmetonbetaaldver-
lof van zijn baan bij Fluor. Gelukkig kan hij
een vriend helpen met de renovatie van een
oudpand.Zoprobeerthijomnietaandievre-
selijke dag in Khost terug te denken. Wat er
zich later op woensdagmiddag 26 juli heeft
afgespeeld, weet hij niet meer. ‘Ze vertelden
me dat een helikopter van het Amerikaanse
leger het wrak van de Tryco-helikopter van-
uit de lucht had gezien. Toen ben ik inge-
stortenhebbendejongensvanSSSImenaar
het kliniekje gebracht van Yuksel, de Turkse
subcontractor van Fluor. Daar heeft een
Kazachstaanseartsmeeenspuitjegegeven.’
De volgende ochtend vloog Moulder te-
rug naar Atlanta. Drie weken later kwamen
de lijkkisten met zijn vrouw en dochters
aan. Het Rampen Identificatie Team dat de
Nederlandse regering naar Kaboel had ge-
‘Eénkeerhebikaanboordgezetenvanzo’nhelikopter.
Depilotenstegenopalscowboys’
IndebergenspottendeAmerikanenvanuitdeluchthetwrak
vaneenneergestortehelikopter
52
KERST 2006
HET GEDOEMDE WERKPAARD
53
VRIJ NEDERLAND
23 DECEMBER 2006
52. Woensdag 2 augustus 2006,
omstreeks half negen in de
avond. De lichamen van de twee
Nederlandse militairen komen
aan op vliegbasis Eindhoven
stuurd,haddedrievrouwengeïdentificeerd
opbasisvangebitskenmerken.
Moulder is een gebroken man. Haperend,
met heel veel pauzes, vertelt hij over de tele-
foon iets over zichzelf. Eigenlijk wil hij het
liefst slapen, om niet te hoeven denken, om
depijnvanhetverliesniettevoelen.‘Ikdenk
nietdatiemandzichkanvoorstellenwathet
isomallesinéénklapteverliezen,’zegthijna
eenlangepauze.Verontschuldigend:‘Ikben
vaakheelergemotioneel.’
Mouldersgedachtengaanvoortdurendte-
rug naar die fatale julidag. Waarom is de he-
likopterinhemelsnaamneergestort?Navijf
maandenheeftMouldernogaltijdgeenant-
woord op zijn vragen. Niemand heeft hem
ooit gebeld, behalve een Nederlandse admi-
raalvandeambassadeinWashingtoneneen
kolonel uit Den Haag, die bevriend was met
deverongelukteluitenant-kolonelVanTwist.
MoulderhaddeNederlandershetzelfdever-
teld als wat hij nu aan Vrij Nederland vertel-
de.Antwoordenhadhijnooitgekregen.
Moulderkanermoeilijkmeelevendathij
nogsteedsnietsweetoverdeoorzaakvanhet
ongeluk,zegthij.Isersprakevan‘eencover-
up’? ‘Iemand zou ter plekke bij Tryco onder-
zoek moeten doen,’ zegt hij. Zijn advocaten
hebbenbedongendatTrycoalhetbewijsma-
teriaal zal bewaren. Maar of het bedrijf daar
naar zal luisteren? ‘Het is Afghanistan, hè,’
zegtMouldergelaten.
Onderzoek
Behalve het Nederlandse ministerie van
Defensie doet op dit moment niemand on-
derzoek naar het ongeval op 26 juli. De
Amerikaanse luchtvaartdienst heeft geen
controle over Afghanistan, de Afghaanse
overheid zelf is niet in staat tot een onder-
zoek, en het Amerikaanse leger had geen
manschappenaanboord.ISAFinKaboelver-
wijst door naar het Nederlandse onderzoek.
Een civiele helikopter die neerstort in een
landdatineenoorlogssituatieverkeert,valt
doorallemazenvanhetnet.
Dat is niet verwonderlijk. In feite gaf
Defensieopdeochtendvan26juli‘deverant-
woordelijkheid uit handen’ aan een bedrijf
datallevliegregelsaanzijnlaarslapte.Stuart
Moulder somt nog eens op wat hij weet: ‘Er
was geen passagierslijst, geen vliegroute,
geen manier om met de piloten te commu-
niceren.Datopzichisalnalatigheid.’
Moulders familie en de Nederlandse mili-
tairen vlogen met een toestel dat een verle-
denhadindecontroversiëleoorlogtegende
opiumteelt, dat bemand werd door piloten
die zich soms als ‘cowboys’ gedroegen, die
geen medische keuring hadden en wellicht
zelfs geen werknemers van Tryco waren. De
exploitant van de helikopter blijkt een ver-
leden te hebben van dubieuze praktijken
en levering van brandstof die beneden de
maat is. Met andere woorden: Jan van Twist
enBartvanBoxtelstaptenaanboordvaneen
besmettehelikopter.
Het is jammer dat Defensie geen uitleg
wil geven over het reisdoel van de twee mi-
litairen op 26 juli. Want nu blijven er vra-
gen.Bijvoorbeeld:zatdejuristVanTwistaan
boordvandehelikopteromdateronderhan-
deldzougaanwordenmetdeprivatemilita-
ry company SSSI? De weduwe van Van Twist
geeft te kennen geen behoefte te hebben
aan contact met de media. De vriendin van
BartvanBoxtel,diezelf militairis,antwoordt
hetzelfde. Diens ouders willen eerst het rap-
portvanDefensieafwachten.Totdietijd,zegt
ACOM,devakbondvoormilitairen,zullende
familiesgeenjuridischestappennemen.
Andere nabestaanden doen dat wel.
Charmaine Du Plessis, de weduwe van
Doepie, en de vriendin van George van
Schalkwyk hebben een advocaat in de arm
genomen. Charmaine heeft als alleenstaan-
de moeder van twee kinderen hard geld
nodig en wil bovendien het naadje van de
kous weten. In opdracht van de twee wedu-
wes heeft Patricia Barlow, een advocate in
San Francisco die is gespecialiseerd in heli-
kopterongelukken, onlangs de eerste stap-
pen gezet voor een formele aanklacht tegen
FranzZenz,TrycoenFluor.Misschiendateen
rechtszaak meer helderheid verschaft over
degebeurtenissenop26juli?
Aan het slot van een lang en emotioneel te-
lefoongesprek, geeft Stuart Moulder ant-
woord op de vraag die de verslaggever niet
heeft gesteld, maar die onuitgesproken bo-
ven het gesprek hangt. De vraag hoe hij risi-
co heeft kunnen nemen om zijn gezin naar
Afghanistantelatenkomen.
‘De vlucht met de helikopter,’ zegt hij en
haalt diep adem, ‘daarvan heb ik nooit ge-
dachtdat-iegevaarlijkzoukunnenzijn.’
Endanvaltereenlangestilte. V
ZAKEN DOEN
IN EEN OORLOG
CONTRACTEN VAN TRYCO
• Verhuur van twee van de vier MI-8 helikopters
aan het Amerikaanse leger voor de oorlog tegen
de opiumteelt (vijftig uur vliegtijd per helikopter
per maand; niet-gebruikte uren mogen niet
worden meegenomen): twee miljoen dollar
(2005) (bron: Pentagon)
• Levering van diesel en luchtvaartbrandstof,
ondermeer aan het Amerikaanse leger en ISAF:
vijftig miljoen dollar (2004) (bron: studie van het
onafhankelijke onderzoeksinstituut Afghanistan
Research and Evaluation Unit)
CONTRACTEN VAN FLUOR
• Bouw van de Afghaanse legerbasis in Khost:
vijfentachtig miljoen dollar (bron: Pentagon)
• Totaal aan contracten van Fluor in Irak en
Afghanistan: 2,25 miljard dollar (bron: rapport
van het Amerikaanse Congres)
CONTRACTEN VAN SSSI
• Beveiliging van de Amerikaanse ambassade in
Kaboel: 3,6 miljoen dollar (februari 2006)
• Beveiliging Canadese ambassade in Kaboel:
bedrag onbekend (juni 2005)
• Beveiliging Nederlandse ambassade in Kaboel:
datum en bedrag onbekend, in ieder geval sinds
maart 2005
• CDM Constructors: 3,8 miljoen dollar voor
achttien maanden (februari 2006)
• International Relief and Development
(Amerikaanse ngo). Uit een contract van
achtenvijftig miljoen dollar dat IRD heeft met de
Amerikaanse overheid, betaalde het SSSI in 2005
bijna vier miljoen dollar
• Amerikaanse leger: 1,2 miljoen dollar voor
twaalf maanden (september 2005). Verlenging
van een bestaand contract, met opties voor nog
twee verlengingen
• Fluor: één miljoen dollar (februari 2006).
Verlenging van een bestaand contract (bron: pers-
berichten Universal Guardian, moederbedrijf van
SSSI)
‘Ikdenknietdatiemandzichkanvoorstellenwathetisomallesin
éénklapteverliezen’
54
KERST 2006
HET GEDOEMDE WERKPAARD
55
VRIJ NEDERLAND
23 DECEMBER 2006