1. Tweeklanken.
Het Nederlands heeft een aantal speciale klinkers/vocalen : de tweeklanken.
‘Tweeklanken’ worden met twee of drie vocalen geschreven.
Bij tweeklanken hoor je twee verschillende klanken wanneer je ze uitspreekt.
Bij de ‘zuivere’ tweeklanken vloeien de twee verschillende klanken vlot in elkaar over.
Het lijkt alsof je één speciale klank hoort. Deze klanken zijn daarom moeilijk om te
schrijven. De zuivere tweeklanken zijn :
- [ɛi] ei/ij
- [ʌu] ou/au
- [œy] ui
Bij de onechte tweeklanken hoor je de twee verschillende klanken heel duidelijk.
Deze klanken zijn daarom gemakkelijker om te schrijven. Je schrijft dus wat je hoort.
De onechte twee klanken zijn :
aai oei
ai oi
eeu ooi
ieu