Notulenboek Cooperatieve Landbouw vereniging, van Munnekezijl. Geschonken door Oeble Viersen te Swifterbant. Origineel wordt bewaard in Oudheidkamer Mr Andreae te Kollum.
El documento describe el creciente uso de smartphones y tabletas, con España como el segundo país con mayor penetración. También explica cómo las aplicaciones móviles están invadiendo los entornos profesionales para mejorar la relación con clientes y la productividad de los empleados. Finalmente, promueve el desarrollo de aplicaciones móviles para empresas y administraciones públicas con el objetivo de prestar servicios a ciudadanos y mejorar la productividad.
Fryske plaknammen deel XI deel 2. Publikaesje fan it toponymysk wurkferban fan de Fryske Akademy, Septimber 1958. Toponiemen in Friesland.
S.J. van der Molen, Jan de Vries bihannelet 150 Fryske plaknammen, 46
S.J. van der Molen, Wobbingabrege, 48
Dr. P. Sipma, Earnewald, 50
J. Smit, Terschellinger toponymen, 51
J. Smit, Lannammen under West-Skylge, 61
W.T. Beetstra, Warkumer Wetternammen, 70
P. Palma, In lyts kuijerke by in mennich toponymen fan Baeijem en omkriten lans, 76
O. Santema, Boerepleatsennammen yn it Suderleech, 78
R.S. Roorda, In mannich toponymen, 79
R.S. Roorda, In mannich toponymen, 81
R.S. Roorda, Niget oan nammen, 85
D.P. Blok, Friese invloed aan de Rijnmond? , 89
Register, 91
Artikel Speuren in Sonttolregisters in het blad Letterhoeke voor de Vrienden van Tresoar, 2012. Over het gezonken schip Vrouw Maria voor de kust van Finland met aan boord vele Hollandse meesters die gekocht waren door Catharina de Grote.
Brieven van Brouerius Brouwer uit Leeuwarden vanuit India, waar hij voor de VOC werkte, naar familie en Johannes Accama rond 1786. Zaten in de buurt van Nicolaas Tadema in Pulicat.
Notulenboek Cooperatieve Landbouw vereniging, van Munnekezijl. Geschonken door Oeble Viersen te Swifterbant. Origineel wordt bewaard in Oudheidkamer Mr Andreae te Kollum.
El documento describe el creciente uso de smartphones y tabletas, con España como el segundo país con mayor penetración. También explica cómo las aplicaciones móviles están invadiendo los entornos profesionales para mejorar la relación con clientes y la productividad de los empleados. Finalmente, promueve el desarrollo de aplicaciones móviles para empresas y administraciones públicas con el objetivo de prestar servicios a ciudadanos y mejorar la productividad.
Fryske plaknammen deel XI deel 2. Publikaesje fan it toponymysk wurkferban fan de Fryske Akademy, Septimber 1958. Toponiemen in Friesland.
S.J. van der Molen, Jan de Vries bihannelet 150 Fryske plaknammen, 46
S.J. van der Molen, Wobbingabrege, 48
Dr. P. Sipma, Earnewald, 50
J. Smit, Terschellinger toponymen, 51
J. Smit, Lannammen under West-Skylge, 61
W.T. Beetstra, Warkumer Wetternammen, 70
P. Palma, In lyts kuijerke by in mennich toponymen fan Baeijem en omkriten lans, 76
O. Santema, Boerepleatsennammen yn it Suderleech, 78
R.S. Roorda, In mannich toponymen, 79
R.S. Roorda, In mannich toponymen, 81
R.S. Roorda, Niget oan nammen, 85
D.P. Blok, Friese invloed aan de Rijnmond? , 89
Register, 91
Artikel Speuren in Sonttolregisters in het blad Letterhoeke voor de Vrienden van Tresoar, 2012. Over het gezonken schip Vrouw Maria voor de kust van Finland met aan boord vele Hollandse meesters die gekocht waren door Catharina de Grote.
Brieven van Brouerius Brouwer uit Leeuwarden vanuit India, waar hij voor de VOC werkte, naar familie en Johannes Accama rond 1786. Zaten in de buurt van Nicolaas Tadema in Pulicat.
Tekeningen van de Slag bij Texel in 1694, waarbij de Friese schout-bij-nacht Hidde de Vries sneuvelde in een gevecht met de beruchte Franse kaperkapitein Jean Bart.
Genealogysk Jierboek 1993 burgerwapens Gerrit Hesman, deel 2. Met beschrijvingen van burgerwapens in Dokkum en omgeving begin 18e eeuw. Wapens opgetekend door J.C. Terluin. Genealogische aantekeningen door leden van het Genealogysk Wurkferban onder redactie van Reid van der Ley, Melle Koopmans en Douwe van der Meer. Met achterin Register op Namen.
Aantekeningen van Evert Ype Borgman, timmerman te Kloosterburen, van zijn reis als landverhuizer naar Amerika in 1849, met zijn vrouw Reinou Worp van Peyma. Zij was de dochter van Worp van Peyma die in hetzelfde jaar naar Amerika vertrok. Bron: Groninger Archieven, Simon Koorn.
Monsterrol schip Snelheid, eind 18e eeuw, onder kapitein Dooitzen Eelkes Hinxt. Scans op https://goo.gl/photos/AGov9DUfNVGvqQfU9
Zie ook publicatie in De Sneuper 119. Bron: Snelheid Kapitein D.E. Hinxt.1787-1790. Nationaal Archief, Den Haag, Admiraliteitscolleges, nummer toegang 1.01.46, inventarisnummer 3343
Beminde zoon. Een brief uit 1831 in de collectie van museum Dokkum. Geschreven door Gosse (Gozewinus) Heeringa aan zijn zoon Willem die op dat moment te Maastricht gelegerd is.
Kleine geschiedenis van de Grote kerk van Dokkum. W.T. Keune. Ter gelegenheid van de restauratie in 1968. Lotgevallen van het kerkgebouw en vermelding van grafstenen.
Wat de lichtjes ons vertellen, 1949. Herinnering aan de feestelijke verlichting van Dockum.. Feestweek 1949. Uitgeverij J. Kamminga, Dockum. Is.J. Reedijk.
Gabe Doedes was de stamvader van een talrijke Fries/Groningse familie met namen als Talsma, De Jong, Meindertsma, Sandijk, Jellema, De Vries, Damstra, Suidema, Van der Schaaf, Boorsma, Bijma, Schuitema, Klopstra, Postma. Auteur in eigen beheer: J.F. Krips, Tuk.
Andere publicatie: Genealogie van de familie Zult, nakomelingen van Sjoerd Jeltes en Trijntje Minzes uit Munnekezijl. Vermelding in Gens Nostra 2015 nr 11 NGV.
Inventarisatie van inwoners van Tietjerksteradeel en de belasting die ze moesten betalen, met namen van de gezinshoofden in 1915. Plaatsen als Tietjerk, Oenkerk, Giekerk, Oostermeer, Hardergarijp, Bergum/Burgum, Eernewoude, Garijp, Oudkerk/Aldtsjerk, Rijperkerk/Ryptsjerk, Suameer/Sumar en Suawoude
Lijst van boerderijen die voorkomen in het boek Houtstromen, van auteur Paul Borghaerts, dendrochronoloog die Friese boerderijen heeft gedateerd middels dendrochronologie, jaarringenonderzoek.
Artikel Ferenc Postma over Briefe von Stephanus Bányai an Prof. Valckenaer in Franeker, 1742-1760. In de Friese universiteitsstad studeerden vele Hongaren.
Artikel door Ferenc Postma, Die Eintragungen aus den Niederlanden im Stammbuch Bányai, over de Nederlandse inscripties in het Album Amicorum van de Hongaar Stephanus Bányai. 1740-1743
Artikel Als ballingen aan de boorden van de Amstel, door Ferenc Postma, over de galei-dominees uit Hongarije die bevrijd werden door Michiel de Ruyter en oa naar de Nederlanden kwamen.
Tekeningen van de Slag bij Texel in 1694, waarbij de Friese schout-bij-nacht Hidde de Vries sneuvelde in een gevecht met de beruchte Franse kaperkapitein Jean Bart.
Genealogysk Jierboek 1993 burgerwapens Gerrit Hesman, deel 2. Met beschrijvingen van burgerwapens in Dokkum en omgeving begin 18e eeuw. Wapens opgetekend door J.C. Terluin. Genealogische aantekeningen door leden van het Genealogysk Wurkferban onder redactie van Reid van der Ley, Melle Koopmans en Douwe van der Meer. Met achterin Register op Namen.
Aantekeningen van Evert Ype Borgman, timmerman te Kloosterburen, van zijn reis als landverhuizer naar Amerika in 1849, met zijn vrouw Reinou Worp van Peyma. Zij was de dochter van Worp van Peyma die in hetzelfde jaar naar Amerika vertrok. Bron: Groninger Archieven, Simon Koorn.
Monsterrol schip Snelheid, eind 18e eeuw, onder kapitein Dooitzen Eelkes Hinxt. Scans op https://goo.gl/photos/AGov9DUfNVGvqQfU9
Zie ook publicatie in De Sneuper 119. Bron: Snelheid Kapitein D.E. Hinxt.1787-1790. Nationaal Archief, Den Haag, Admiraliteitscolleges, nummer toegang 1.01.46, inventarisnummer 3343
Beminde zoon. Een brief uit 1831 in de collectie van museum Dokkum. Geschreven door Gosse (Gozewinus) Heeringa aan zijn zoon Willem die op dat moment te Maastricht gelegerd is.
Kleine geschiedenis van de Grote kerk van Dokkum. W.T. Keune. Ter gelegenheid van de restauratie in 1968. Lotgevallen van het kerkgebouw en vermelding van grafstenen.
Wat de lichtjes ons vertellen, 1949. Herinnering aan de feestelijke verlichting van Dockum.. Feestweek 1949. Uitgeverij J. Kamminga, Dockum. Is.J. Reedijk.
Gabe Doedes was de stamvader van een talrijke Fries/Groningse familie met namen als Talsma, De Jong, Meindertsma, Sandijk, Jellema, De Vries, Damstra, Suidema, Van der Schaaf, Boorsma, Bijma, Schuitema, Klopstra, Postma. Auteur in eigen beheer: J.F. Krips, Tuk.
Andere publicatie: Genealogie van de familie Zult, nakomelingen van Sjoerd Jeltes en Trijntje Minzes uit Munnekezijl. Vermelding in Gens Nostra 2015 nr 11 NGV.
Inventarisatie van inwoners van Tietjerksteradeel en de belasting die ze moesten betalen, met namen van de gezinshoofden in 1915. Plaatsen als Tietjerk, Oenkerk, Giekerk, Oostermeer, Hardergarijp, Bergum/Burgum, Eernewoude, Garijp, Oudkerk/Aldtsjerk, Rijperkerk/Ryptsjerk, Suameer/Sumar en Suawoude
Lijst van boerderijen die voorkomen in het boek Houtstromen, van auteur Paul Borghaerts, dendrochronoloog die Friese boerderijen heeft gedateerd middels dendrochronologie, jaarringenonderzoek.
Artikel Ferenc Postma over Briefe von Stephanus Bányai an Prof. Valckenaer in Franeker, 1742-1760. In de Friese universiteitsstad studeerden vele Hongaren.
Artikel door Ferenc Postma, Die Eintragungen aus den Niederlanden im Stammbuch Bányai, over de Nederlandse inscripties in het Album Amicorum van de Hongaar Stephanus Bányai. 1740-1743
Artikel Als ballingen aan de boorden van de Amstel, door Ferenc Postma, over de galei-dominees uit Hongarije die bevrijd werden door Michiel de Ruyter en oa naar de Nederlanden kwamen.
Namenregister Ver van het Front? Friesland en de Friezen in de Eerste Wereldoorlog (Uitgeverij Louise). 470 blz. Te bestellen via https://websjop.afuk.frl/nl/winkel/ver-van-het-front-friesland-en-de-friezen-in-woi/
Dacht u ook dat er in de Eerste Wereldoorlog weinig gebeurde in Nederland en dus ook in Friesland? Niets is minder waar. De invloed van de oorlog is enorm. Mobilisatie van tienduizenden Friezen, de komst van Belgische en Franse vluchtelingen, interneringskampen voor buitenlandse militairen in Gaasterland en Leeuwarden, honderden aangespoelde zeemijnen, honger en distributie. Een groot aantal Friezen wordt ingelijfd in het Amerikaanse leger en sneuvelt aan het front. Duizenden buitenlandse kinderen, die ernstig hebben geleden onder de oorlog, worden opgevangen.
In dit fraai vormgegeven boek worden deze vergeten oorlogsjaren beschreven aan de hand van wat gewone mensen meemaken. Gebeurtenissen in en personen uit vrijwel alle Friese gemeenten komen aan bod. Met meer dan 250 grotendeels unieke beelden.
More from Historische Vereniging Noordoost Friesland (20)
Ver van het Front? Friesland en de Friezen in de Eerste Wereldoorlog
Kollumer Oproer transcriptie proces Salomon Levy
1. Het Hoff Comitteert den
Burger Raad Haringsna ??? Articulen deminator
de get. op deze art? te exam voor den
meren. actum des 7. Sept 1797 procureur generaal deeser
Ter ord ?? van den Hore Landschappen Rat opp.? Klager
Contra
get
Salomon Levi van CollumerZwaag
gediend en geleverd den gevangene en Beklaagde
12 Sept 1797
Om daar op door een lid van de Raad van Justitie als Commissens verhoort te
worden worden -
Den Klager Steld waar te Zijn
1 dat de gevangene op Saturdag den 4 de februarij 1797 onder en met een Hoop
muijtelingen of oproermaekers op Weg is Geweest na dokkum
2 dat hij gevangene bij die gelegenheit heeft gesegt dat so hij Abel Keuning
ontmoete deselve aan Riemen Soude Snijden
3 dat hij gevangene niet verre van het Huiz van Abel Keuning, afzijnde Gesegt
heeft dat hij Abel Keuning, van kant moesten.
4 dat hij gevangene met eene Blote Sabel in de Hand anderen heeft gedwongen om
met hem en Zijn oproerigen Bende mede te gaan
5 dreijgende hun anders de Kop te kloven; de Glaasen in te Slaan enz
6 dat hij Gevangene hierop door menschen heeft mede gesleept welke teegen Zin en
Wil Enkel uit vreez voor Zijn dreijgementen hebben moeten volgen:
Nicolaas Scheltema
7 Al het welke Zijnde Zaaken van kwaden gevolgen en daarom Anderen ten
Exempel ten hoogsten Strafbaar
8 En vermits het Hoff de Klager geordoneert heeft de gevangenen Proces te maken.
9 Zoo houd de Klager deeze Articulen voor Zijn Libel
Mits Welken Concludeerende ex dictes dicendes et Nobili curia off: Supplendis
Contendeert de Klager ten einde de Gevangene Zoodanig Zal worden gestraft als het Hoff
in goeder Justitie verstaan Zal te behoren. idque omni meliori modo ac via cum Expensis.
Implorato te?
Nicolaas Scheltema
Mits welken concluderen den ex dictis dicendis et Nobili curia off: Supplendis
contendeert de Klager ten einde de gevangen Zoodanig Zal worden gestraft als het Hoff
in goede Justitie verstaan zal te behoren idque omni meliori modo ac via cum expensis
3. Salomon Levij, van
CollumerZwaag gevan
gen en beklaagde
contra
De proc r Generaal
deesen Landschappe
rat: off: klager
Comparerende voor den Hove
van vriesland om te dienen van antwoord, Zegt de
gevangen en beklaagde onder alle Salutaire Clausulen
van rechte.
1 1tot verstand van art 1 diene dat de gev e gedwongen van zijn huis af, met een
verzaa= melde gemeente gevreest is tot het huis ter Noord toe;
2 en dat hij toen de kans voor zig schoon ziende ontsnapt is
3 zijnde art: 2. en 3. geheel onwaar
4 daar art: 4. weeder geheel verkeerd is, alzoo de gevangen geen bloote sabel in
Zijn hand gehad heeft, maar Zelve gedwongen is geweest om met te gaan, en wel
met een Stok in de hand;
5 Zijnde art: 5 geheel onwaar
6 gelijk meede de 6e geheel Strijdig de waarheid is hebbende hij niet gedwongen,
maar is Zelve gedwongen om met te gaan
7 Zoo dat art 7.8.9. geheel niet te pas koomen, en den gev en niet raaken.
Mits welke concludeerende exdietis die: et nob: cur off Supplendis concludeert de
gev en en Beklaagden ten einde de klager B?: O: zal worden verklaart tot zijn
genomen eisch en conclusie niet ontfangbaar en de bekl e daar af geabsolveerd, en
uit Zijne detentie ontslagen id que omni mel?: modo ac via cum expensis
Implorato ?
(get)
informatien genomen bij mij onderschreven Raad
ord st in den Hoove van Vriesland als Comm ?
ter instantie van den procureur? generaal deesen
Landschappen Na? F off= klager
Ca?
Salomon Levij gevangene En Beklaagde
op Mr F probatoir den 12 de october 1797
Jan Coopmans woonagtig op de waard in groningerland, oud 22 jaar en gelijteerd
gecompareerd, geedigt, en geexamineerd op Art= 3 6 tot 32 incluis, volgens billet daar af
zijnde, verklaarde bij desse los afgegeven depositie, voor de verenigde Commissien van
gedeputeerdens er? Committen voor waakzaamheijd provintiaal No i, afgelegd en
vertekent, als de Zuiveren waarheijd in zig behebbende te verblijven Zeijde op
4. interrogaat nevens Art= 17, dat ‘zo hij Zalomon Levij, weeder Ziet, deselve dan heel wel
te zullen kennen, Schoon hem deponent, ook meer dan eens van anderen gesegt is, dat F=
Salomon Levij van Swaagwesterend was, meer van de Zaak niet wetende Sloot, deselve
na duidelijke voorleesing en persisteerde onder bekenning Zijne gedane vertekening
Jan Willems woonagtig digt bij ??woudenzijl oud 28 jaar gelijteert gecompareert geedigt,
en geexamineert, op Art 33-Tot 60 in Cluis volgens billet daar af Zijnde deponeerde in
alles te verblijven, bij desselvs afgegeven verklaring voor F= geregt voor dantumadeel
Sub No 2, als de Zuivere waarheijd in Zig behebbende, waar meede Sloot en na
duidelijke voorleesing persisteerde
Harmen Thomas woonagtig te CollumerSwaag, oud 55 jaar, gelijteert gecompareert
Geedigt en geexamineert op Art= 63 Tot 77 in cluis volgens billet daar af Zijnde Zeijde
bij desselvs afgegevene depositie voor t geregt van dantumadeel No 3, als de Zuivere
waarheijd in Zig behelsende te verblijven Zegde op interrogaat nevens Nr F= 67, en 68,
dat Salomon Levij, zo niet met Een sabel, ten minstens met een hartsvanger is geworden
geweest, dewijl den deponent de juiste benaming van Zodanige instumenten niet weet,
Zeijde verderen op interrogaat nevens Nr te? 70,71,73 dat Jacob Teedes, en niet Salomon
Levij, de dreijgementen had gedaan, waar meede Sloot En na duidelijke voorleesing
persisteerde Jacob Aukes thans woonagtig bij hemke Harings op Collumerswaag oud 22
jaar en gelijteert gecompareert geedigt, en geexamineerd op Art 78 tot 84 incluis volgens
billet daar af Zijnde verklaarde bij desselvs afgegevene deposijtien Sub /No 4 als de
Zuivere waarheijd in Zig behelsende te verblijven Zeijde op interrogaat nevens Art F= 80,
dat salomon Levij de ,man was, die de woorden en dreijgementen gesprooken heeft, waar
meede Sloot En na duidelijke voorlesing persisteerde
in kennisse van Mij
D Hanekamp van Harinxma
De klager en Doteerden?
verklaard de getuijgenis niet
wijder te admitteeren dan Pro Pauperen Captivo:
?also juren contrateprobande
en Imploreert interrogaten Articulen Reprobatoir
Zoo naar regten voor,Niclaas Scheltema Salomon Levij, van
CollumerSwaag
C: gevangen, beklaagde en Posant
contra
De proc v Gen: deeser Landschappen
rat: off: Klaager en Poseerden.
1 Dat de Posant Stelt waar te zijn, dat de Pos, v,o. bij Probatie tot getuigen heeft
belegd vier getuigen Jan Coopmans; Jan Willems, Harmen Thomas,
Jacob Aukes alle getuigen van geen beproefde trouw en waar op vrij wat te
zeggen val.
5. 2 daar uit het proces van Louw Johannes, anders Lou Corporaal, geblijkt, dat het
Jan Coopmans om t even is, of hij liegt dan of hij waarheid Spreekt, wijl de
gevangene aldaar t alibi beweesen heeft.
3 dat ook Fokke Abrahams, huisman, en Tjepke Djoeros Koopman beijde op
CollumerSwaag, verklaaren waar te zijn, dat Jan Willems, huisman op
CollumerSwaag op den 4 febr. 1797 beneevens op groote meenigte menschen met
zijn geweer is op de weg geweest,
4 dat de getuigen zulks met eijegen oogen gezien hebbende, perssisteren bij hun
afgegeeven assestatie met N. 1. met recognitie van naam teekening of merk daar
onder Staande
5 dat de Getuigen Hendrik geerts, mr Schoenmaker, en Baukjen Tjeerds, des
medegetuiges huisvrouw beijde woonende in Westerend verklaaren waar te zijn,
dat Harmen Thomas woonende tot CollumerSwaag zijnde één van des klaagers
Probatoire getuigen ongeveer agt jaaren geleeden een zolveren Borijser, ‘t welk
toebehoorde aan één van der getuigen kinderen op de weg gevonden had,
6 Dog dat hij zonder daar van gerugt te maaken, of zulks bekend te maaken, ‘t zelve
te Dokkum verkogt had de, en wel voor drie Caroli guldens en Zeeventien
Stuivers.
7 Dat toen de meede attestant Hendrik Geerts hem zulks oversloeg, hij Harmen
Thomas ten Sterksten ontkende zulks gedaan hebben,
8 dog dat de volgende morgen gemelde Harmen Thomas, en zijn Vrouw
Schreijende bij de medegetuige Hendrik Geerts gekoomen zijn, verzoekende om
zulks aan den gerechte niet aan te brengen
9 dat de getuigen toen gemelde Somma van drie Caroli guldens van hun weeder
gekoomen hebben,
10 dog de Zeeventien Stuivers uit medelijden hun hebben laaten houden
11 zijnde de getuigen mij des bekend, dat Harmen Tomas bij het verkoopen van’t
Borijser te Dokkum een verkeerde naam heeft opgeroepen.
12 Dat de getuigen, na recognitie hunner handmerken Staande onder Attestatien
adnex met N. 2., verklaaren te persisteren bij dezelve als de waarheid behebbende.
13 Dat de getuigen Lammert Anes, arbeider woonende op CollumerSwaag, verklaart
waar te Zijn, dat jacob Aukes, woonende te SwaagWesteinde, op den 4 febr. 1797.
met het geweer, beneevens de andere menigte op weg is geweest ten tijde van de
opStand in Collumerland
14 dat de getuige na recognitie van Zijn handmerk persisteert bij afgegeevene
attestatie met N.3.
6. D: informatien genomen bij mij ond z Raad
ord n in den hoove van Vriesland, als
Commo n , ter instantie van Salomon
Levij, gev e en posant
en?
den proCur. gen ? deesen landschappen
?at,= off: Klager en poseerden
(get)
Op Art= Reprobatoir den 24 PV? 1798
Fokke Abrahams woonagtig te Collumerswaag oud 55 jaar, gelieerd geCompareerd,
geedigt En geexamineerd op Art 3 en 4 volgens billet daar af Zijnde, Zeijde in alles bij
desselvs afgegeven verklaring of Attest No 1 als de Zuivere waarheijd in Zig behelsende
te verblijven waar meede na duidelijke voorlesing in recognitie van desselvs hand, Sloot
en persisteerde
Tjepken Djoerds woonagtig te Collumerswaag, oud ongeveer 42 jaar Geliteerd
Gecompareerd, geedigt en geexameneert op Art 3 en 4 volgens billet daar af Zinde Zeijde
bij desselvs afgegeven Attes Sub No 1, als de Zuivere en opregte waarheijd in Zig
behelsende te verblijven waar meede na van desselvs gesette Handmerk Sloot en
persisteerde
Hendrik Geerts woonagtig op Collumerswaag westeijnde, oud 50 jaar geliteert
gecompareerd, geedigt En geexamineert, op Art 5 Tot 12 in Cluis volgens billet daar af
Zijnde Zeijde bij desselvs afgegeven Attes Sub No 2 a de den 23 Feb 1798, als Zuiveren
waarheijd waar meede na duidelijken voorLesing en bekenning van deselvs gesette
handmerk Sloot en persisteerde
baukje tjeerds woonagtig op Collumer swaag westeijnde oud 42 jaar geliteert
gecompareert, geedigt en geexamineert op Art 5 Tot 12 in Cluis volgens billet daar af
Zijnde Zeijde bij desselvs afgegeven Attes Sub No 2, a d= den 23 Feb? 1798, vertekent
als de Zuiveren en opregten Waarheijde in Zig te behelsende te verblijven waar meede na
duidelijken voorlesing en bekenning van desselvs gesette handmerk Sloot, en persisteerde
Lammert Annes woonagtig te Collumerswaag oud 78 jaar geliteert geCompareert,
geedigt en geexamineert, op Art 13 en 14 volgens billet daar af Zijnde, Zeijde bij desselvs
afgegeven Attes Sub No 3, a d= den 23 Feb 1798 vertekent, als de Zuiveren en, opregten
Waarheijd, in Zig behelsende verblijven, waar meede na duidelijke voorlesing, en
herkenning van desselvs gedane vertekening Sloot en persisteerde, in kennisse van mij
J D Hanekamp van Harinxma
d= als boven
7. F: Gedient en ? en gelevert
den 8 Maart 1798
Pro Paupere Captivo
Remonstrantie
voor
Salomon Levij, van Collumerzwaag
gevangen en beklaagde
Contra
De Proc r generaal van dit gewest rat: off: klaager.
Comparerende voor de Raaden van Justitie en’t voormalig gewest vriesland om te dienen
van deesen, Zegt onder alle Salutaire Clausulen van Rechte de gevangen en beklaagde.
dat de gev e op den 4 febr 1797 gedwongen is geworden om met eene verzamelde
menigte van Zijn huis af te gaan na het huis ter Noord toe.
als wanneer hij eene gunstige geleegenheid vonde om uit het gezichte der meenigte te
geraaken en alzoo te ontkoomen.
Dat egter de klaager hem ten laste legt, dat hij gezegd zou hebben, dat als hij keuning of
Abele keuning vond, den zelven aan Riemen Soude Snijden
Dan de klaager heeft zulks door een getuige Jan Coopmans beweesen, dog deeze ééne
getuige is als gééne, dan hoe weinig Staat te maaken is op deeze Jan Coopmans, is u
lieden Raaden reeds gebleeken uit ‘t Proces van Louw Johannes, maar toe de gev e zig
refereert.
De beschuldiginge van Jane Willems behelst, dat deze gevangene op Saturdag den 4 febr.
1797 den getuige zoude gedwongen hebben om op de weg te koomen, of dat hij hem
anders de kop kloven, de glasen inslkaan zou ect. moet U:? al suspect voorkomen, derwijl
voor eerst de gev e alleen geen grote vreese ijmand konde aanjaagen, wijl hij een klein en
geensins Sterk persoontje is, maar ook boovendien de gevenagen reprobatoire getuigen
Fokke Abrahams en Tjepke Djoerds deponeren, dat hij Jan of Jane Willems onder de
oproerige menigte op weg geweest is, niet behoevende gedwongen te worden
verders koomt een Harmen Tomas op, die zegt, dat de gev e op Saterdag den 4 febr. 1797
ten Zijnen huise gekomen is met eene bloote Sabel in de hand, hem dwingende om met
na Zwaagwesteinde te reijsen of anders hem de kop en glasen in te zullen Slaan. - dog
hoe weinig Credit die Harmen Tomas verdient, blijkt uit de reprobatoiree getuigen
Hendrik Geerts, en Baukjen Tjeerds die deponeren dat hun kind een oorijser verlooren
had, dat Harmen Tomas zelve was? te Dokkum verkogt had Sonder Zulks bekend
gemaakt te hebben, dus hij als diefmens, te meer dat zijn ‘t hem overgeslaagen hadden,
dog dat hij ‘t Sterk ontkend had. Egter toen hij Haremen Tomas de zaak naader indagte,
en bevreest wierde, of men hem desweegen niet in ‘t kastjen zoude Sluiten, heeft hij
naderhand voor die getuigen geconfesserd, en drie gulden daar van te mij gegeeven.
Dan verhaalt eindelijk de getuige Jacob Aukes, dat hij door de gev e op den 3. febr. 1797
circa drie úúr te CollumerSwaag gedwongen is geworden om met te gaan, ‘t welk immers
Suspect is, daar hij zelve vrijwillig op de weg geweest is, volgens den reprolatoire
8. Getuige Lammert Annes, en nog meerder wort dit twijfelagtig, en Strijdig, daar in ‘t
nader Proces Hendrik Gialts Sandurg? en Adam Mannus voorgeeven, dat de gev e op die
tijd te Collum voor’t regthuis zou geweest zijn, hoewel de gevangene Zulks Stelling
ontkent.
Hiermede post interlocutonans conclude ende persisteert de gev e en beklaagde voor
Remonstrantie
Imploration Sudicum officie
(get)
9. Articulen Probatoir
voor
de Procureur Generaal deeser
Landschappe rat: off
Klager en Posant
Contra
Salomon Levij van Collu
merzwaag Gevangen, Be
klaagde en Poseerde
De Poseerde admittert de gebilletterde getuigen, niet wijders dan Salvo Sure? reprobandi,
en Stelt voor interrogaten
De Klager steld waar te zijn-
1 Dat Jan Coopmans woonachtig onder Westergeest in Collumerland verklaard
waar te zijn, dat hij op Saterdag den 4e Februarij 1797 ongeveer een uur
namiddag door een hoop der muijtelingen gedwongen is geworden mede te gaan
na Dockum.
2 Dog niet bewust te wie.
3 Of hoe de naamen zijn van hun die hem gedwongen hebben.
4 Dat hij op weg zijnde met de hoop na Dockum had hooren zeggen van een kobus
Jurgens dat hij geweest was op het Collumer verlaat
5 Bij Abele Keuning
6 Dat hij dezelve aangetast had.
7 Waar op Keuning hem uijt vrees de hand had gekust.
8 En hij daar op ten antwoord gaf Bliksem wilt gij mij bijten.
9 Dat zig onder deesen hoop bevond een Feike Luitses.
10 Die de menigte aanvoerden.
11 En encourageerde om op Dockum los te gaan.
12 Dat daar na op Leeuwarden zouden los gaan.
13 Dat verders nog onder de menigte was eenen Marten Joukes Schoolmeester van
Driesum.
14 Die ook als een der hoofden scheen te ageeren.
15 Dat deese te paard had gezeeten.
16 Om te spionneeren hoe het bij Dockum gesteld was.
17 Dat eenen Salomon zijnde een Jood, woonachtig te ZwaagWesteinde zig zeer
brutaal heeft gedragen.
in marge: af de get e 17 den Poseerde wel eens kent, of niet aan de get e door
anderen verhaald is, dat ‘t Salomon Levij van Swaagwesteinde was.
18 En gesegd dat zoo hij Abele Keuning ontmoete deselve aan riemen zoude snijden.
19 dat onder de hoop meerdere aanvoerders waaren.
20 Die egter bij den Deponent in persoon niet bekend zijn.
10. 21 Dat hij de menigte die bij het huijs ter Noord bij elkanderen waaren begroot op
drieduisend.
22 Dog dat bij het laaste Tolhek aan Dockum een hoop agter is gebleeven
23 Die den Deponent oordeelde dat uijt vrees nier verder durfden avanceeren.
24 Dat de getuige nog verklaard, dat bovengenoemde Feike Luitses als
Gecommitteerde scheen benoemd te zijn.
25 Wijl hij aldus door de muijtelingen wierd genoemd.
26 Dat den Deponent verders verklaard dat in den Schuijt, waar uijt de Militairen
door Canaille gehaald zijn, zig ook had bevonden eenen Louw, bijgenaamd
Corporaal.
27 Dat hij van dezelve had hooren zeggen, tot de menigte. Mannen ik heb er de
geheele dag de kop goed voorgehouden, past nu op dat wij het bewaaren.
28 Dat den Deponent niet weet dat gemelde Louw, de Soldaaten mede hadden
gedwongen
29 Maar wel van hem had hooren zeggen, dat er goed volk in de Schuijt was.
30 Dat nog verder door de menigte was gezegd dat wanneer Sijbren van Rijs Lid van
den gerechte van Dockum door hun ontmoet wierd, dezelve van kant zoude
brengen.
31 Waar op een Andries Heintje had gezegd, Ja die mag er wel aan, dat is een groote
Patriot.
32 Dat Jan Coopmans na prelectie persisteerde bij zijn afgegeven Depositie Sub No
1.
33 Dat Jane Willems, Arbeider te Collumerzwaag verklaard waar te zijn, dat op
vrijdag den 3e Februarij 1797 Albert Foppes mede aldaar woonachtig de Getuige
heeft aangezegd om zig te Collum te vervoegen.
34 En als dan de Gevangene mede te ontslaan
35 Dat de Getuige daar op na Collum is gereisd.
36 En wanneer daar was gekoomen en veele menschen bij malkander stonden
37 Voor het Rechthuijs.
38 Dat de Getuijge direct gehoord heeft dat degevangen was ontslagen.
39 dat de Getuijge daar op weder na huijs is gereisd.
40 Dat dezelve verders verklaart dat op Saturdag den 4e dito bij hem zijn gekoomen
Jacob Taedes van Collumerzwaag.
41 En Salomon Levij van Zwaag Westeinde
42 Hem Getuijge dwingende om op de weg te koomen.
43 Of dat hem anders de kop zouden klooven
44 De glaasen inslaan.
45 En Veele dreigementen meer.
46 Dat de getuijge bevreesd is geworden.
47 Zig daar na op de weg heeft vervoegd.
48 Reisende met meer anderen de weg op na Zwaag Westeinde
49 Dat daar op den Substituut Procureur Generaal, eenige dienaars en gewapende
Burgers de getuijgen zijn tegen gekomen.
50 En hem en meer andere in de kerk te Collum hebben gebragt
51 Zijnde de deur eenige tijd daar na met geweld weder geopend.
52 Waarop de getuijge en de anderen uijt de kerk zijn gegaan.
11. 53 Dat de getuijge hier op van Collum na het Collumer verlaat gereisd is.
54 En wanneer digt bij het huijs van Abele Keuning was, deselve heeft hooren
kermen.
55 Dog dat zig niet durfde in huijs begeeven om hem te helpen.
56 dat de Getuijge nog verklaard dat Salomon Levij, wanneer niet verre van Abele
keunings huijs af waaren, gezegd heeft dat Abele van kant moest.
57 Dog dat de getuijge Salomon bij het schouder heeft gevat.
58 En gezegd, neen daar niet heen.
59 Waar op de getuijge na huijs is gereisd.
60 Dat Jane Willems na prelectie persisteerd bij zijn afgegeven depositie Sub No. 2
61 Dat Harmen Thomas Arbeider te Collumerzwaag verklaard waar te zijn, dat
Albert Foppes van Collumerzwaag. hem op Vrijdag den 3e
Februarij 1797 aanzegging heeft gedaan om na Collum te reisen.
62 En als dan de Gevangen aldaar weder te ontslaan.
63 Dat de Getuijge een eind weegs is mede gereisd.
64 En toen weder na huijs gekeerd.
65 Dat de getuijge verders verklaard dat op Saturdag den 4e dito ten zijnen huijse is
gekomen Jacob Taedes van Collumerzwaag.
66 En salomon Levij van Zwaag Westeinde
67 Ieder met een bloote Sabel in de hand.
68 Dat gemelde persoonen de Getuijgen hebben gedwongen na Zwaag Westeinde te
reisen.
in marge: of get e durft Staande houden, ??? deeze poseerde in zijn hand gez had
heeft een Sabel daar de get e zal bedoelen Jacon Taedes.
69 Of dat hem anders de kop zouden klooven.
70 De glaasen inslaan.
71 En andere uijtdrukkingen meer
in marge: of niet Jacob Taedes die woorden , niet ??? aan de poseerde gesproken
heeft
72 dat de getuijge bevreesd is geworden.
73 En zig een weinig derwaarts heeft begeeven
74 Dog dat de Substituut Procureur generaal eenige dienaars en gewapende mannen
de getuijge na Collum in de kerk hebben getransporteerd
75 Dog dat de deur eenige tijd daar na met geweld wierd geopend.
76 Waar op de Getuijge weder na huijs is gegaan.
77 Dat Harmen Thomas na prelectie persisteerd bij zijn afgegeeven depositie Sub no.
3
12. 78 Dat Jacob Aukes knegt van Jan Jarichs huisman te Collumerzwaag verklaard,
waar te zijn, dat op den 3 e Februarij ten huijse van de Boer Jan Jarichs, is
gekoomen/ wanneer de Boer en vrouw uijt waaren/ ongeveer 3 Uur. Salomon
Levij, en Pieter Cornelis beide te Zwaag Westeinde.
79 Dewelke de Getuijge gedwongen om mede te gaan
80 Of wilden de getuijge doodslaan
in marge: niet Pieter ??? dit gesproken heeft
81 Waar op de Getuijge is mede gegaan tot Boode Ebes woonende te Collum.
82 Alwaar de getuijge zig versteeken heeft.
83 En is terug gereisd
84 Dat Jacob Aukus na prelectie persisteerd bij zijn afgegeven depositie Sub no. 4
Nicolaas Scheltema
implorerende voorts ik. interrogaten, zoo na regte
(get)