Deze jaarlijkse studiereis georganiseerd door inverde voor de Vlaamse Bosgroepen had dit jaar volgende zaken in petto:
- gelijkvormig en ongelijkvormig hooghout, bosbeheer voor kwaliteit en structuurdiversiteit
- beheer van en voor (kwaliteits)eik, boskers, berk, esdoorn, …
- het huwelijk tussen natura2000 en privébos
- blokkades voor (natuurlijke) verjonging: concurrerende vegetatie
- problematiek wildschade
- prachtige kalkgraslanden (met orchideeën- en vlinderweelde)
1. ST U D IER EIS
Fotoverslag Bosgroepenreis 2015
LORRAINE (FR)
Martin Winnock, inverde
2. Hoofdthema’s van deze studiereis:
- (natuurlijke) bosverjonging
- bosstructuur
En zoals steeds:
bosgroepenreis = inspireren + leren + netwerken
Bosgroepenreis 2015 –
LORRAINE (FR)
3. De belangrijkste feiten voor het bos in Lorraine op een rij:
- derde grootste bosregio van Frankrijk: 869.000 hectares bos en een
bebossingsindex van 37% (ter vergelijking: Vlaanderen 11%; België 22%, Frankrijk
29%)
- De Beuk en de inlandse eiken (Zomer- en Wintereik) zijn de koplopers voor de
loofhoutsoorten. Voor het naaldhout treffen we vooral Fijnspar aan en in mindere
mate Gewone zilverspar en Grove den.
- Gemiddelde staande voorraad hout bedraagt ongeveer 195 m³ per hectare.
- Wat betreft boseigendom is 36% privébos oftewel grofweg 300.000 hectare.
Hoofdzakelijk loofhout
Bron: http://inventaire-forestier.ign.fr/spip/IMG/pdf/IFN_Publi_2010_Lorraine.pdf
4. Dag 1. Gemeentebossen Ebersvillers
en Chémery-les-Deux, en domeinbos
van Bouzonville
Thema: eik
5.
6. • De beheerders van het Office Nationale des Forêts (ONF) (1 houtvester + 8 boswachters)
beheren hier samen 10.000 ha bos.
• De loofhoutbossen werden tot 60 jaar geleden beheerd als middelhout (hakhout tussen
opgaande bomen).
• Doel is eik als hoofdboomsoort behouden. Eik is over de jaren heen een soort met
kwaliteitshout dat altijd in prijs gewaardeerd wordt. Maar men moet hard werken om beuk
en haagbeuk niet de bovenhand te laten nemen.
• 50% van het bos is momenteel eik, 30% beuk + haagbeuk.
• In het huidige beheerplan wil men op 20 jaar tijd 1/3 van de bosoppervlakte verjongen.
Hiertoe wordt over voldoende oppervlakte ineens verjongd (grootteorde van 10 ha per
verjongingseenheid) via het beheersysteem van schermslag. Zo’n massale verjonging heeft
zo z’n voordeel in aanwezigheid van een hoge wilddruk. Bedrijfstijd voor eik: 180 jaar
De werkwijze werd in opeenvolgende stopplaatsen toegelicht.
7.
8. Uitvoering 2015
Fase 1 : bezaaiiingskap,
ontvankelijke bodem
(kiembed)
kappen van haagbeuk in onderetage.
Het grondvlak (=oppervlakte van alle
stamdiameters op 1,3 m hoogte)
terugdringen tot 20 m²/ha. Er moet immers
voldoende licht aan de bodem raken opdat
jonge eikjes de kans zouden krijgen om uit
te groeien.
aanduiden vaste ruimingspistes (elke 25m)
9.
10. De plaatselijke bevolking koopt de loten aan 13 €/stère (op stam). Wie het takhout
mee verwijdert, mag het hout kappen voor 8 €/stère.
Nu is het wachten op een mastjaar van de eiken(gemiddeld alle 5 jaar – 2000-2006-
2009, ….)
13. Fase 2 : lichtingskap (jonge eikenzaailingen zijn nu 2-5 jaar oud).
Historiek van dit bosbestand:
• Mastjaar van 2009
• in 2011 zijn ruimingspistes aangelegd en is de bezaaiingskap (=fase 1)
uitgevoerd.
• kieming van de jonge plantjes, elke 2 jaar vrijstelling door knikken.
• Vanaf 2014 belichtingskappen geleidelijk gespreid over een periode van 10-
15 jaar
16. Fase 3: Moederbomen verwijderd in 2011. (eindkap
2011), verjonging is hier 16 jaar oud.
Om eikenbossen te creëren in concurrentie met
beuk en haagbeuk moet je enorm hard in het bos
werken: er werden 6 keer vrijstellingen uitgevoerd.
De beuken en haagbeuken naast de eiken worden
geknikt of met de bosmaaier verwijderd.
17.
18. Fase 4: ‘gaulis’ of dichtwas (eiken zijn nu 30-40 jaar), kwalificeringsfase.
Historiek van dit bosbestand:
• schermkap werd ingezet in 1983
• kieming vanaf 1984
• 15 jaar lang vrijstellingen – dan 10 jaar niets gedaan.
• Nu duidt men geleidelijk de toekomstbomen aan.
• Vanaf 2021 begint men te dunnen. Belangrijk criterium bij de selectie van
toekomstbomen is de vitaliteit van de bomen.
• Einddoel is 8-9 m hoge takvrije stam bij 50 à 60 bomen/ha.
19.
20. Men huivert voor aankoop van planten omdat
men het plaatselijk genetisch materiaal wil
behouden. Op deze plaats is de natuurlijke
verjonging niet gelukt en werd 35 jaar geleden
kunstmatig eik aangeplant, in een plantverband
van 1 x 1 m, stroken van 12 m breed werden
beplant en afgewisseld met pistes van 4 m
breed. De kwaliteit en dikte is beter dan bij
even oude natuurlijke verjonging, maar er werd
te dicht geplant en de pistes zijn te breed.
Ondertussen al fase 5: overgang van
kwalificering naar dimensionering met het
volledig vrijstellen van de toekomstbomen
21.
22. Fase 6: jong boomhout ,dunningen elke 6 à 8 jaar.
Bomen zijn hier 120 j oud, 45 cm diameter. De
volgende 60 jaar verwacht men nog 5 mm bijgroei in
diameter per jaar. Op 180 j hebben ze de
doeldiameter van 80 cm.
23. Kwaliteitshout kan altijd een
behoorlijke prijs bekomen.
Momenteel krijg je voor topkwaliteit
het meeste als die gebruikt wordt voor
snijfineer.
De volgende kwaliteitsklasse vindt zijn
toepassing in wijnvaten (duighout,
merrain).
Hout dat aan vorige kwaliteitseisen
niet voldoet, kan mogelijks gebruikt
worden als meubelhout. Maar ook het
zaaghout (balken en planken) levert
nog een behoorlijke prijs op.
Bij dit type eiken (zie foto) oogst men
het onderste deel van de stam (7-8
meter) als topkwaliteit. De 15 meter
daarboven wordt meubel- of
zaaghout. En in de top hoogwaardig
brandhout.
24. Dag 2: Forêt du « Bois du Roi » - Robert-Espagne
Thema’s: risicospreiding via soortensamenstelling; mechanisatie; optimale terreinvoorbereiding
bespaart kosten voor verpleging jongwas
25.
26. Tijdens de storm van 1999 zijn 60 ha (van de 180ha!) van het bos tegen de vlakte gegaan. De
windval werd in z’n totaliteit geoogst. In naaldhoutbestanden zijn het tak- en tophout op
rillen gelegd (‘andainage’) en de overblijven stronken opgeruimd. In loofhout zijn ook
ruimingspistes aangebracht en net zoals alle naaldhoutbestanden ook herbebost.
Aanplanting zomer- en wintereik in 2009 (foto):
• pistes gecreëerd met klepelmaaier om de 12 meter.
• Aanplanting gebeurde in voorbereide plantgaten. Dichtheid: 550 planten/hectare.
Individuele plantbescherming (tegen wildschade)
27. De beheerder voerde de bodembewerking (in de
plantgaten) uit met minigraver en aangepaste
werktuigen van Claude Becker®
28. Werktuig om Adelaarsvaren (inclusief de ondergrondse rhizomen) of bramen te verwijderen. De
biomassa wordt naast het plantgat gelegd en kan dan als wildbescherming dienst doen.
Herkolonisatie van Adelaarsvaren gebeurt te traag (na 3 jaar nog niks), waardoor aangeplante
boompjes een voldoende voorsprong krijgen. Vrijstelling/verplegingswerken overbodig dus.
29. Ander werktuig,
met dubbele rij
tanden van 25 cm
lengte om de
grond open te
scheuren,
grassen, bramen
en hout te
verwijderen en
vervolgens door
klinkbewegingen
de grond open te
breken.
30. Werktuig met tand om een
compacte grondlaag te
breken en plantrijen voor te
bereiden (beetje ophogen)
in waterzieke gronden. Met
de tanden op de rug
kunnen bijvoorbeeld
bramen ‘weggekamd’
worden.
31.
32. ‘Snijbak’ (couteau Suisse) om
de gewenste bomen in een
jonge opstand vrij te stellen.
Knipt de ongewenste bomen
af. Met de zwaluwstaart
bovenaan kunnen door een
opwaartse beweging ook
zijtakken afgesneden worden.
36. Op een idyllische locatie met bossen, vijvers, bomen met topkwaliteit uitleg over de toepassing
van natura 2000 in Frankrijk:
1. Het basischarter natura 2000, van toepassing voor iedereen
2. Een contract tussen de overheid en de eigenaar. Gekenmerkt door participatie van alle
partijen, eenvoudig, een eenmalige uitbetaling van de bedragen. Vooral minder economische
stukken van het bos worden opgenomen.
37. De stormen 1999 hebben ook hier (financieel) hun sporen nagelaten. Om de
herbebossingskosten te drukken en sneller inkomsten te genereren, wordt ook Douglas
aangeplant. Volledig afgerasterd om wildschade te vermijden. Hier is in 2013 geplant, 2 x
vrijgesteld
38. Dag 3 en 4: Forêt de la Haie Guérin - Châtrices
39. Een zeer rijke mening van loofboomsoorten. Doel: jacht en ongelijkvormig hooghout. Wild
(hert en ree) onderdrukt de verjonging van Boskers, esdoorn en eik. Vergelijk de verjonging
binnen (links) en buiten de omheining (rechts).
40. Boskers kan de concurrentie met Haagbeuk aan. Ze vormen de perfecte begeleiding voor
kwaliteitsbomen van Boskers.
41. Na de storm van 1999 lukte de
natuurlijke verjonging omwille van de
hoge wilddruk onvoldoende. Er werd
geëxperimenteerd met individuele
plantkokers van 1,8 m hoog en
collectieve rasters uit hout en metalen
draad.
44. Prachtige
voorbeelden van
toekomstbomen van
ratelpopulier en Ruwe
berk met diepe, brede
kronen die zeer vitale
bomen en een forse
diametergroei
opleveren. Zo ziet een
perfecte QD-boom er
uit na 2 of 3
dunningen.
Fineerkwaliteit
verzekerd!
45. Douglas, 52 jaar oud, 40 m hoog,
gemiddeld 1,8 à 2 m omtrek,
gemiddelde aanwas 15 à 20
m³/ha/jaar.
Men oogst hier op doeldiameter (=
minimumdiameter op borsthoogte
om kaprijp te zijn), niet op bedrijfstijd
Alle Douglas in de regio wordt door
Belgische zagerijen gekocht.
46. Stormen maken deel uit van de natuurlijke cyclus en kunnen enorme schade aanrichten. Dikke
bomen worden door wervelwinden omgewrongen en afgeknakt.
49. Aandacht voor bijzondere soorten: fladderiep, heeft geen last van de olmenziekte. Verdient ook
bij ons meer aandacht.
Wordt ook steeliep genoemd
omwille van het gesteeld zaadje
50. Vliegend hert, hagedissen, … de biodiversiteit is in deze bosrijke regio enorm groot. ‘s Nachts
hoor je het vliegend hert op 5 m hoogte rondzoemen.
51. Dag 4: dunningsoefenig a.d.h.v. een marteloscope in de geest van ‘futaie irrégulière’
(ongelijkvormig hooghout). Alle fasen van verjonging tot kaprijpe bomen komen in eenzelfde
opstand voor. Het omgekeerde van dag 1 (schermslag eik leidt tot gelijkvormige opstanden)
Essentie van deze oefening: (1) hou het grondvlak laag genoeg (bestand van eik en beuk rond 18
m²/ha) om voldoende (diffuus) licht in het bos te hebben; (2) doe dit vooral door kaprijpe (dikke)
bomen te oogsten
53. 2 kilometer bergop stappen bij 37°C, regenschermen tegen de felle zon…
jeneverbes
54.
55. Een overvloed aan orchideeën, Jeneverbes, rolklaver, Brem, ruwe weegbree, kleine tormentil, ….
Bijenorchis
Grote
muggenorchis
56.
57. Een fantastische editie alweer van de bosgroepenreis!!
Met dank aan onze lokale gidsen/beheerders: Gérard Muller (ONF), Jean-Claude Lincker
(ONF), Arnaud Apert (chambagri Meuse), Stéphane Hasel (CRPF), Frederik Vaes (DCB), Geert
Bruynseels (DCB)
Ter info: enkele, schaduw opzoekende personen ontbreken op de groepsfoto
Verslag: Patrick Meesters (BGHK), Martin Winnock (inverde)
Foto’s: Leen Meersschaert, Jakob Derks, Jeroen Truyen, Maarten Decoene, Patrick Meesters,
Robbie Goris