Flip En Het Geheim Van Het Mirakkel-College

Editor's Notes

1. meneer de Loep: “ Goedemorgen jongens en meisjes, juffrouw van Dijk had zoveel klassen dat ik deze periode bijspring, en ik zal jullie voortaan Nederlands geven. Mijn naam is meneer de Loep. Ik ga even de klassenlijst langs om jullie aanwezigheid na te checken.”
2. -Flip: “Meneer, dat is een contaminatie!” -Andere leerling: “een contawatte?”-Flip: “Een contaminatie. Dat zijn verschillende woorden die vermengd zijn tot één woord, wat niet klopt. In dit geval is het nakijken OF checken, niet nachecken.”
3. -kinderen fluisteren tegen elkaar: “Die de Loep is maar een rare zeg!” “Ja inderdaad, ik vind hem ook maar vreemd”“Ja, maarja, het blijft een leraar he…”
4. *gesmoes op achtergrond, over de les van meneer de Loep*-een van de leerlingen: “Hee hoe kan dat nou, mijn telefoon is weg, net had ik hem nog!” -Flip: “Dat is wel frappant zeg, vorige week was er ook een telefoon kwijt en er is ook een portemonnee ontvreemd”-andere leerling: “Zou .. dat hebben gedaan, ik hoorde dat hij zoiets vaker deed!”*gesmoes op achtergrond
5. Als meneer van Schie net bezig is met breuken en kommagetallen klopt de directeur aan.
6. -directeur: “ik heb een vervelende mededeling. Een aantal van jullie hebben misschien al gehoord dat er waardevolle spullen zijn verdwenen. Ik vind het heel vervelend dat zoiets op mijn school gebeurd. Aan de andere kant wil ik ook benadrukken dat het niet nodig is om zulke waardevolle spullen mee naar school te nemen, je hebt ze immers nergens voor nodig. Maar ik zal alles voor doen om er achter te komen wie de dader is, en persoonlijk zorgen voor vervelende consequenties voor de dader.”
7. De les is afgelopen, de kinderen praten nog wat na over wat de directeur vertelde. Flip rommelt een beetje in zijn tas.-Flip: “Oh nee, ik ben mijn rekenmachine verloren! Hij zou toch niet ook gejat zijn he.. Ik loop even terug naar het lokaal, want net tijdens Nederlands had ik hem nog, toen had ik er nog wat formules in gezet. Houden jullie mijn plaats bezet?”-andere leerling: “is goed, tot zo”
8. Flip loopt naar het lokaal om te kijken of zijn rekenmachine er nog ligt. De deur staat op een kier. Net als Flip binnen wil lopen hoort hij Meneer de Loep op een wel heel geheimzinnige manier telefoneren.-Meneer de Loep: “Met de Loep hier, geheim agent 006, op het Mirakkel-College. Mijn missie, de zoektocht naar de dief hier op school, draait op volle toeren. Ik heb een paar aantekeningen gemaakt. Ik kom vanmiddag even langs, baas, om de zaak door te spreken.”
9. Flip zit buiten te denken over wat hij gehoord heeft. Flip: “Wat heb ik nou toch gehoord… Dan waren mijn bedenkingen over meneer de Loep toch terecht. We vonden hem immers allemaal al iets aparts hebben. Blijktie geheim agent te zijn!!Ik ga meneer de Loep voortaan in de gaten houden, zodat ik misschien ook op het spoor kom van de dief. Dan is mijn carrière als geheim agent vandaag eindelijk gestart.”
10. De directeur zit in zijn kamer met een dikke sigaar achterovergeleund. Opeens gaat de telefoon.*telefoon gaat over*-Directeur: “Goedemiddag, met Directeur Zondaar van het Mirakkel-college, kan ik u helpen?”-Commissaris: “Goedemiddag, u spreekt met commissaris van Loon. Er is een aantal keer aangifte gedaan door ouders en leerlingen, voor diefstal binnen uw school. Wij zouden graag een onderzoek starten.”-Directeur: “Aangifte?! Wat overdreven zeg! Die kinderen moeten eens wat beter op hun spullen letten! Een onderzoek is absoluut niet nodig! Neem die aangiftes maar niet te serieus, het zullen vast streken zijn van de kinderen. Die jeugd van tegenwoordig! Doe me een lol en val me met dit soort onzin niet meer lastig.”-Commissaris: “Zoals u wilt meneer, we zullen geen onderzoek starten. U begrijpt natuurlijk wel dat het onze plicht is om klaar te staan voor de burgers en aangiftes aan te nemen.”-Directeur: “Natuurlijk begrijp ik dat, maar in dit geval is het gewoon niet nodig. Ik hou zelf wel een oogje in het zijl.”-Commissaris: “Goedemiddag” -Directeur: “Dag commissaris.”*De directeur zucht diep*-Directeur: “Poepoe, geen politie in mijn school!”
11. Terwijl meneer de Loep aan het nakijken is en Flip aan het werk is, zegt een meisje aan de andere kant van de klas: -“Mijn mobieltje is weg!” Flip en meneer de Loep kijken meteen op.
12. -Andere leerling: “Echt?! En je had hem nog maar net, die nieuwe rode toch?”-Leerling 1: “Klopt ja, had ik hem maar niet meegenomen naar school.”In de klas hoort Flip een paar kinderen smoezen dat meneer de Loep de dader is. Hij weet dat het niet zo is, maar bemoeit zich er niet mee omdat hij meneer de Loep niet wil verraden. Hij wil immers zelf ook aan de missie werken en dat kan niet als iedereen weet dat er ook een geheim agent op school rondloopt.
13. Flip loopt door de gang. Hij moet bij de directeur langs voor toestemming om mee op wiskundekamp te mogen.
14. Flip staat bij de deur, deze staat op een kier.Flip vertrouwd de directeur niet helemaal en besluit te luisteren naar het gesprek van de directeur. -Directeur: “Ik heb zojuist een splinternieuw rood exemplaar kunnen bemachtigen, die zal heel wat geld opleveren! Ik heb de plattegrond met de nieuwe opdracht ontvangen. Ik ga hem zo ontcijferen om erachter te komen op welke locatie ik de tas met spullen voor je neerleg. De opbrengst delen we zoals we hadden afgesproken.” Daarna hangt de directeur op, hij roept Flip naar binnen.
15. Flip komt binnen bij de directeur. -Directeur: “Ga zitten, Flip, waar kwam je ook alweer voor?”-Flip: “De formulieren voor het wiskundekamp, meneer. Daar heb ik uw toestemming voor nodig.”-Directeur: “Dat is waar ja, waar had ik ze ook alweer liggen…”*De directeur rommelt in wat stapels papier. Flip kijkt mee. Zijn oog valt opeens op een plattegrond. En de directeur had het net over een plattegrond met een opdracht. Zou de plattegrond met de opdracht leiden naar de plek waar de directeur heeft afgesproken voor de telefoontjes?*-Directeur: “Oh ik weet het al, ik had het formulier alleen op mijn computer staan en ik moet het nog printen. Ik druk het even af en dan loop ik naar de printer, blijf jij maar even zitten.”-Flip: “Dat is goed, meneer.”
16. De directeur is wegelopen om het toestemmingsformulier te halen. Flip rommelt snel tussen de stapel papieren. Hij komt de plattegrond weer tegen. Snel pakt hij zijn telefoon uit zijn zak om er een foto van te maken. Ook de achterkant vergeet hij niet, want daar staat de opdracht op.
17. Net als hij zijn telefoon heeft teruggestopt hoort hij voetstappen op de gang. De directeur komt er weer aan! Snel stopt hij de plattegrond weer tussen de stapel met andere papieren.
18. Flip vindt de tas met gestolen spullen.-Flip: “Gelukkig, de tas is er nog! Dan heb ik wel talent als ik er eerder achter ben gekomen dan meneer de Loep.Ik ga ermee naar meneer de Loep, die zal versteld staan en die zal ook weten hoe we het verder aan moeten pakken. Ik hoop dat hij trots op me is. Misschien kan hij me later zelfs wel aan een baan helpen.”
19. Flip heeft de tas meegenomen naar meneer de Loep.Meneer zit net met de eerste opdracht en de plattegrond in zijn handen. -Flip: “Meneer de Loep, u kunt de opdracht wel wegleggen want ik heb ze allemaal al opgelost, ik was u voor.”-Meneer de Loep: “Wat bedoel je, hoe weet jij iets van de opdrachten?”-Flip: “Ik heb mijn ogen en oren goed gebruikt. Ik heb ontdekt dat u geheim agent bent en ben zelf ook een onderzoek gestart. Al snel kwam ik directeur Zondaar op het spoor. Ik heb een telefoongesprek afgeluisterd, en daardoor kwam ik erachter dat hij de dader is.Toen heb ik de plattegrond stiekem gefotografeerd met mijn mobieltje, en ben ik snel alle opdrachten gaan ontcijferen.Nadat ik alle opdrachten had ontcijferd kwam ik erachter dat de directeur alle gestolen spullen in het bos had achtergelaten.En die heb ik hier!”-Meneer de Loep: “Geweldig werk, Flip! Wat knap dat je daar allemaal achter bent gekomen! Je mag trots op jezelf zijn. Ik zal alle leerlingen en leraren bij elkaar roepen, dan kunnen we de spullen weer teruggeven.”
20. De directeur wordt in de boeien geslagen en Flip wordt toegejuicht terwijl hij op een tafel staat. Flip is de held van de school!
21. meneer de Loep: “ Goedemorgen jongens en meisjes, juffrouw van Dijk had zoveel klassen dat ik deze periode bijspring, en ik zal jullie voortaan Nederlands geven. Mijn naam is meneer de Loep. Ik ga even de klassenlijst langs om jullie aanwezigheid na te checken.” -Flip: “Meneer, dat is een contaminatie!” -Andere leerling: “een contawatte?”-Flip: “Een contaminatie. Dat zijn verschillende woorden die vermengd zijn tot één woord, wat niet klopt. In dit geval is het nakijken OF checken, niet nachecken.”
22. -kinderen fluisteren tegen elkaar: “Die de Loep is maar een rare zeg!” “Ja inderdaad, ik vind hem ook maar vreemd”“Ja, maarja, het blijft een leraar he…”
23. *gesmoes op achtergrond, over de les van meneer de Loep*-een van de leerlingen: “Hee hoe kan dat nou, mijn telefoon is weg, net had ik hem nog!” -Flip: “Dat is wel frappant zeg, vorige week was er ook een telefoon kwijt en er is ook een portemonnee ontvreemd”-andere leerling: “Zou .. dat hebben gedaan, ik hoorde dat hij zoiets vaker deed!”*gesmoes op achtergrond*
24. Als meneer van Schie net bezig is met breuken en kommagetallen klopt de directeur aan.-directeur: “ik heb een vervelende mededeling. Een aantal van jullie hebben misschien al gehoord dat er waardevolle spullen zijn verdwenen. Ik vind het heel vervelend dat zoiets op mijn school gebeurd. Aan de andere kant wil ik ook benadrukken dat het niet nodig is om zulke waardevolle spullen mee naar school te nemen, je hebt ze immers nergens voor nodig. Maar ik zal alles voor doen om er achter te komen wie de dader is, en persoonlijk zorgen voor vervelende consequenties voor de dader.”
25. De les is afgelopen, de kinderen praten nog wat na over wat de directeur vertelde. Flip rommelt een beetje in zijn tas.-Flip: “Oh nee, ik ben mijn rekenmachine verloren! Hij zou toch niet ook gejat zijn he.. Ik loop even terug naar het lokaal, want net tijdens Nederlands had ik hem nog, toen had ik er nog wat formules in gezet. Houden jullie mijn plaats bezet?”-andere leerling: “is goed, tot zo”
26. Flip loopt naar het lokaal om te kijken of zijn rekenmachine er nog ligt. De deur staat op een kier. Net als Flip binnen wil lopen hoort hij Meneer de Loep op een wel heel geheimzinnige manier telefoneren.-Meneer de Loep: “Met de Loep hier, geheim agent 006, op het Mirakkel-College. Mijn missie, de zoektocht naar de dief hier op school, draait op volle toeren. Ik heb een paar aantekeningen gemaakt. Ik kom vanmiddag even langs, baas, om de zaak door te spreken.”
27. Flip zit buiten te denken over wat hij gehoord heeft. -Flip: “Wat heb ik nou toch gehoord… Dan waren mijn bedenkingen over meneer de Loep toch terecht. We vonden hem immers allemaal al iets aparts hebben. Blijktie geheim agent te zijn!!Ik ga meneer de Loep voortaan in de gaten houden, zodat ik misschien ook op het spoor kom van de dief. Dan is mijn carrière als geheim agent vandaag eindelijk gestart.”
28. De directeur zit in zijn kamer met een dikke sigaar achterovergeleund. Opeens gaat de telefoon.*telefoon gaat over*-Directeur: “Goedemiddag, met Directeur Zondaar van het Mirakkel-college, kan ik u helpen?”-Commissaris: “Goedemiddag, u spreekt met commissaris van Loon. Er is een aantal keer aangifte gedaan door ouders en leerlingen, voor diefstal binnen uw school. Wij zouden graag een onderzoek starten.”-Directeur: “Aangifte?! Wat overdreven zeg! Die kinderen moeten eens wat beter op hun spullen letten! Een onderzoek is absoluut niet nodig! Neem die aangiftes maar niet te serieus, het zullen vast streken zijn van de kinderen. Die jeugd van tegenwoordig! Doe me een lol en val me met dit soort onzin niet meer lastig.”-Commissaris: “Zoals u wilt meneer, we zullen geen onderzoek starten. U begrijpt natuurlijk wel dat het onze plicht is om klaar te staan voor de burgers en aangiftes aan te nemen.”-Directeur: “Natuurlijk begrijp ik dat, maar in dit geval is het gewoon niet nodig. Ik hou zelf wel een oogje in het zijl.”-Commissaris: “Goedemiddag” -Directeur: “Dag commissaris.”*De directeur zucht diep*-Directeur: “Poepoe, geen politie in mijn school!”
29. Terwijl meneer de Loep aan het nakijken is en Flip aan het werk is, zegt een meisje aan de andere kant van de klas: -“Mijn mobieltje is weg!” Flip en meneer de Loep kijken meteen op.  -Andere leerling: “Echt?! En je had hem nog maar net, die nieuwe rode toch?”-Leerling 1: “Klopt ja, had ik hem maar niet meegenomen naar school.”In de klas hoort Flip een paar kinderen smoezen dat meneer de Loep de dader is. Hij weet dat het niet zo is, maar bemoeit zich er niet mee omdat hij meneer de Loep niet wil verraden. Hij wil immers zelf ook aan de missie werken en dat kan niet als iedereen weet dat er ook een geheim agent op school rondloopt.
30. Flip loopt door de gang. Hij moet bij de directeur langs voor toestemming om mee op wiskundekamp te mogen.
31. Flip staat bij de deur, deze staat op een kier.Flip vertrouwd de directeur niet helemaal en besluit te luisteren naar het gesprek van de directeur. -Directeur: “Ik heb zojuist een splinternieuw rood exemplaar kunnen bemachtigen, die zal heel wat geld opleveren! Ik heb de plattegrond met de nieuwe opdracht ontvangen. Ik ga hem zo ontcijferen om erachter te komen op welke locatie ik de tas met spullen voor je neerleg. De opbrengst delen we zoals we hadden afgesproken.” Daarna hangt de directeur op, hij roept Flip naar binnen.
32. Flip komt binnen bij de directeur. -Directeur: “Ga zitten, Flip, waar kwam je ook alweer voor?”-Flip: “De formulieren voor het wiskundekamp, meneer. Daar heb ik uw toestemming voor nodig.”-Directeur: “Dat is waar ja, waar had ik ze ook alweer liggen…”*De directeur rommelt in wat stapels papier. Flip kijkt mee. Zijn oog valt opeens op een plattegrond. En de directeur had het net over een plattegrond met een opdracht. Zou de plattegrond met de opdracht leiden naar de plek waar de directeur heeft afgesproken voor de telefoontjes?*-Directeur: “Oh ik weet het al, ik had het formulier alleen op mijn computer staan en ik moet het nog printen. Ik druk het even af en dan loop ik naar de printer, blijf jij maar even zitten.”-Flip: “Dat is goed, meneer.”
33. De directeur is wegelopen om het toestemmingsformulier te halen. Flip rommelt snel tussen de stapel papieren. Hij komt de plattegrond weer tegen. Snel pakt hij zijn telefoon uit zijn zak om er een foto van te maken. Ook de achterkant vergeet hij niet, want daar staat de opdracht op.Net als hij zijn telefoon heeft teruggestopt hoort hij voetstappen op de gang. De directeur komt er weer aan! Snel stopt hij de plattegrond weer tussen de stapel met andere papieren.
34. Flip heeft de kaart van zijn telefoon op de computer gezet. Hij bekijkt de plattegrond, en ziet meteen dat het zijn schoolgebouw is. Daarna leest hij de opdracht.
35. Flip vindt de tas met gestolen spullen.-Flip: “Gelukkig, de tas is er nog! Dan heb ik wel talent als ik er eerder achter ben gekomen dan meneer de Loep.Ik ga ermee naar meneer de Loep, die zal versteld staan en die zal ook weten hoe we het verder aan moeten pakken. Ik hoop dat hij trots op me is. Misschien kan hij me later zelfs wel aan een baan helpen.”
36. Flip heeft de tas meegenomen naar meneer de Loep.Meneer zit net met de eerste opdracht en de plattegrond in zijn handen. -Flip: “Meneer de Loep, u kunt de opdracht wel wegleggen want ik heb ze allemaal al opgelost, ik was u voor.”-Meneer de Loep: “Wat bedoel je, hoe weet jij iets van de opdrachten?”-Flip: “Ik heb mijn ogen en oren goed gebruikt. Ik heb ontdekt dat u geheim agent bent en ben zelf ook een onderzoek gestart. Al snel kwam ik directeur Zondaar op het spoor. Ik heb een telefoongesprek afgeluisterd, en daardoor kwam ik erachter dat hij de dader is.Toen heb ik de plattegrond stiekem gefotografeerd met mijn mobieltje, en ben ik snel alle opdrachten gaan ontcijferen.Nadat ik alle opdrachten had ontcijferd kwam ik erachter dat de directeur alle gestolen spullen in het bos had achtergelaten.En die heb ik hier!”-Meneer de Loep: “Geweldig werk, Flip! Wat knap dat je daar allemaal achter bent gekomen! Je mag trots op jezelf zijn. Ik zal alle leerlingen en leraren bij elkaar roepen, dan kunnen we de spullen weer teruggeven.”