Korte uitleg over het aanwijzend voornaamwoord

1. AANWIJZEND
VOORNAAMWOORD
D I G I T A A L K L A S L O K A A L
M A A I K E Z I J MDigitaal Klaslokaal: Maaike Zijm

2. AANWIJZEND VOORNAAMWOORD
Wijzen personen en zaken aan.
Kan soms in plaats van een lidwoord voor een
zelfstandig naamwoord staan.
Digitaal Klaslokaal: Maaike Zijm

3. VOORBEELD
De leerling -> die leerling
De jongen -> die jongen
Het meisje -> dat meisje
Digitaal Klaslokaal: Maaike Zijm

4. VOORBEELD
Je kunt die leraar niet overal
de schuld van geven.
Digitaal Klaslokaal: Maaike Zijm

5. AANWIJZEND VOORNAAMWOORD
Die Deze Dat
Dit
Digitaal Klaslokaal: Maaike Zijm

6. AANWIJZEND VOORNAAMWOORD
Zo'n Zulke Dergelijke Zelf
Diezelfde Dezelfde Hetzelfde
Digitaal Klaslokaal: Maaike Zijm

7. AANWIJZEND VOORNAAMWOORD
Je kunt een aanwijzend voornaamwoord
vervangen door een van de andere
aanwijzende voornaamwoorden.
Digitaal Klaslokaal: Maaike Zijm

8. VOORBEELD
Dat meisje kocht een boek.
Dit meisje kocht een boek.
Digitaal Klaslokaal: Maaike Zijm

9. AANWIJZEND VOORNAAMWOORD
Let goed op of het woord
echt iets 'aanwijst'.
Digitaal Klaslokaal: Maaike Zijm

10. EINDE
• Kijk voor meer: www.maaikezijm.com
Digitaal Klaslokaal: Maaike Zijm