2. Gelukkig worden, dat heeft tijd
nodig. En dat weet Lena. Geluk
koop je niet bij een pakje boter.
Als dat zou kunnen, dan kocht ze
tientallen pakjes boter en dan zou
ze voor de rest van haar leven
zielsgelukkig door het leven
gaan.
3. Lena staat aan het aanrecht haar
bord en bestek af te wassen,
terwijl haar hersenen overuren
draaien. Ze vraagt zich af
wanneer ze voor het laatst
gelukkig is geweest, écht
gelukkig. Het eerste beeld dat
voor haar geestesoog verschijnt
is haar huwelijksdag.
4. Ze haalt haar linkerhand uit het
warme sop en kijkt naar haar met
goud bewerkte trouwring. Ze
hield van Luke. En toen hij haar
vroeg of zij met hem wilde
trouwen, leek haar geluk
compleet. Na een half jaar
verloofd te zijn geweest;
trouwden ze op een warme
zomerdag in juli.
5. Vanaf die dag kreeg ze er een
heel nieuwe familie bij – de
familie van Luke. Lena was sinds
drie jaar alleen. Haar ouders
waren haar allebei binnen vijf
jaar ontvallen aan kanker. Broers
en zussen had ze niet. Het was
moeilijk, vooral omdat de band
met haar ouders zeer sterk en
hecht was.
6. Lena liet de wasbak leeglopen en
begon haar bord en bestek af te
drogen. Haar ouders hadden het
niet breed. En dat terwijl haar
moeder van goede huize kwam.
Maar dat haar moeder voor een
arme muzikant, haar vader, koos,
konden haar ouders niet
verkroppen.
7. Hoeveel haar moeder ook van
haar ouders hield; ze hield meer
van Lena’s vader. Hun liefde was
oprecht, sterk en werd bekroond
met een prachtige liefdesbaby.
Lena werd door haar ouders
geadoreerd. En daardoor was hun
dood een ijzige steek in het hart.
8. Een jaar later leerde ze Luke
kennen. Luke. Charmant, slim en
zorgzaam. Lena werd direct
hopeloos verliefd op hem. Na een
jaar woonden ze samen in het
prachtige huis van Luke, in een
dure villawijk in Zuiderdijk.
Opnieuw een jaar later waren ze
getrouwd.
9. De ouders van Luke namen haar
vol liefde op in hun familie. De
zus van Luke, Suzan, was niet dol
op Lena, maar Luke noemde dat
afgunst. Afgunst op haar
schoonheid en intelligentie. Ja,
Luke was een charmeur, maar hij
deed dan ook alles voor haar.
10. Lena ruimde haar bord en het
bestek op en staarde door een
raam naar buiten. De winter
kwam eraan. De bomen werden
langzaamaan kaal geplukt door
de wind. Nog even en het nu nog
groene gras zal bedekt zijn met
een dikke laag sneeuw.
11. Twee jaar was ze gelukkig
getrouwd met Luke. Maar precies
in de maand dat ze over kinderen
nemen begonnen, verongelukten
de ouders van Luke bij een
ernstig auto-ongeval. Het was een
verschrikkelijke tijd, want
opnieuw moest Lena afscheid
nemen van ouders, haar
schoonouders.
12. Luke zakte steeds verder weg in
zijn verdriet. Of hij stortte zich op
zijn werk of hij zat, lag of hing in
bed en dronk totdat hij de pijn en
het verdriet niet meer voelde en
buiten bewustzijn raakte. Lena
zag haar liefhebbende man
aftakelen en veranderen in een
monster…
13. Ze trok haar trouwring van haar
vinger en smeet hem in de
gootsteen. Ze opende de kraan
en met een nietsziende blik zag
ze hoe haar trouwring, zijn teken
van liefde voor haar, door het
water werd meegenomen en in
het donkere gat verdween.
14. Zo simpel kon het zijn. Bestond er
ook maar een donker gat voor
haar gedachten, haar
schuldgevoel, haar pijn en
verdriet, haar nachtmerries, haar
herinneringen… Bestond er ook
maar één manier om dat alles
weg te kunnen spoelen.
Voorgoed…