De problematiek van niet-genormeerde parameters voor grondverzet. Presentatie tijdens IFEST 2012, op dinsdag 14 februari 2012 in Flanders Expo.
www.ifest.be
De problematiek van niet-genormeerde parameters voor grondverzet.
1. Grondverzet: hoe omgaan
met niet genormeerde en
vluchtige parameters?
In samenwerking met VEB en OVAM
Elisa Vermeulen – Grondbank vzw
Grondbank – uw partner voor grondverzet
6. Vlarebo: niet-genormeerde parameters
Uitgegraven bodem waarvan men weet of
redelijkerwijs kan aannemen dat hij
verontreinigende stoffen bevat die niet vermeld
zijn in bijlage IV, V of VI kan nog gebruikt worden
voor gebruik als bodem (buiten/binnen KWZ) of
bouwkundig bodemgebruik, onder de volgende
voorwaarden:
er wordt geen bijkomende verontreiniging van
het grondwater veroorzaakt;
de mogelijke blootstelling aan de verontreinigende
stoffen levert geen bijkomend risico op;
(Art. 161.§2, Art.164, Art.168.§3)
7. Standaardprocedure opmaak TV
Niet-genormeerde parameters:
“Voor parameters die niet opgenomen zijn in bijlage IV,
V of VI van het VLAREBO, gaat de erkende
bodemsaneringsdeskundige bij het evalueren van het
analyseresultaat uit van eigen opgestelde
toetsingswaarden.”
Vluchtige parameters – bemonstering
Bij zintuiglijke waarneming die kunnen wijzen op
aanrijking of verontreiniging, wordt een representatief
staal geanalyseerd op de relevante parameter(s). Bij
indicaties voor vluchtige verbindingen (vluchtige
oliederivaten, chloorverbindingen) wordt steeds een
enkelvoudig staal geanalyseerd.
8. Standaardprocedure opmaak TV -
algemeen
Bemonstering – algemeen
“Indien op de te onderzoeken gronden welbepaalde verdachte
zones met verdachte punten of verdachte materialen
voorkomen, worden deze zones afzonderlijk onderzocht…. in
functie van de relevantie van de verdachte zone ten opzichte
van de uit te voeren grondwerken… Het aantal bijkomende
analyses wordt bepaald volgens de richtlijnen van de
Standaardprocedure voor Oriënterend Bodemonderzoek
…”
Bestaande bodemonderzoeken
“Van bestaande bodemonderzoeken worden de relevante
gegevens in het technisch verslag overgenomen. … De van
toepassing zijnde plannen met de ligging van de
bemonsteringspunten, de boorprofielen en de
analyseresultaten worden in het technische verslag
opgenomen. Daarbij is het belangrijk dat de bestaande
resultaten worden getoetst aan de normen en voorwaarden
voor gebruik van uitgegraven bodem.”
9. Aandachtspunten tijdens
opmaak technisch verslag –
vluchtige parameters
Elisa Vermeulen, vzw Grondbank
Learnshop “Hoe omgaan met niet- genormeerde en vluchtige parameters?”
IFEST – 14/02/2012
Grondbank – uw partner voor grondverzet
10. Historisch onderzoek bemonsteringsstrategie
Welke verdachte parameters?
Evaluatie bestaande bodemonderzoeken
Doel TV ≠ doel OBO/BBO
Resultaten representatief?
Bodembedreigende activiteiten nog aanwezig?
Gewijzigde procedures OBO/BBO/CMA (bvb.
werd het vaste deel van de bodem wel
onderzocht?)
Toetsingswaarden kunnen niet losgekoppeld
worden van analysemethodes
11. Monsterneming en analyse – vluchtige
parameters
Staalnamemethode (cfr. CMA)
Geen mengstalen
Minimum aantal stalen van de
bemonsteringsstrategie respecteren
Voorbeeld: hoop van 600 m³
VOCl verdachte parameter op herkomst
2 MM + minstens 2 extra analyses op VOCl
12. Evaluatie van de gebruiksmogelijkheden
Van een partij uit te graven/uitgegraven bodem
Verontreinigingsbron gekend? Omvang
verontreiniging voldoende gekend?
Afbakening partijen met verschillende
gebruiksmogelijkheden mogelijk?
Indien specifieke uitvoeringsbepalingen:
Bouwheer op de hoogte brengen
Eindgebruiker op de hoogte brengen
TV vormt basis voor een prijsvraag
Begeleiding door EBSD tijdens de uitvoering als
alternatief voor intensieve bemonstering?
13. Evaluatie van de gebruiksmogelijkheden (2)
Opgelet bij saneringsnoodzaak – begeleiding door
EBSD
Terugsaneerwaarden versus omliggende
gebruiksmogelijkheden
Timing sanering versus bouwwerken
Vaak verschillende actoren – groter risico op
misverstanden
14. Toetsingswaarden
grondverzet voor niet-
genormeerde parameters
Elisa Vermeulen, vzw Grondbank
Learnshop “Hoe omgaan met niet- genormeerde en vluchtige parameters?”
IFEST – 14/02/2012
Grondbank – uw partner voor grondverzet
15. Algemene principes
Toetsingswaarde = indicatief voor
blootstellings- of uitloogrisico, uitgaande van
de aanwezige concentratie
Risico-inschatting op basis van beoogde
toepassing (bvb. onder vloeistofdichte
verharding) volstaat niet
Buitenlandse normen: toetsingswaarden
geschikt in Vlaamse context?
Achtergrond normering (afhankelijk van beleid)
Standaardbodem?
Vergelijkbare analysemethode?
16. Algemene principes (2)
Beoordeling in functie van het beoogde
gebruik (verschillend beschermingsniveau),
bvb.
Bodemsaneringsnorm niet per definitie
geschikt als toetsingswaarde, want:
BSN houdt geen rekening met uitloogrisico
Site-specifiek BSN is afhankelijk van
parameters op herkomst
17. Toetsingswaarden i.f.v. beoogde gebruik
Vrij gebruik als bodem
Gebruik als bodem met studie ontvangende
grond
Gebruik binnen de kadastrale werkzone
Gebruik binnen de ZvGtP
Bouwkundig bodemgebruik en vormvast
product
18. Vrij gebruik als bodem
= Richtwaarde: toegelaten concentraties aan
verontreinigende stoffen, waarbij de bodem al
zijn functies zonder beperkingen kan vervullen
60% BSN II voor standaardbodem (met
uitzonderingen)
Generieke waarde (geen onderscheid in
functie naargelang bestemmingstype of
beoogde toepassing)
19. Gebruik als bodem met studie ontvangende
grond
< 80 % bodemsaneringsnorm voor
bestemmingstype van de ontvangende grond
Geen blootstellingsrisico - o.b.v.
bodemsaneringsnorm (humaantoxicologische
en ecotoxicologische effecten)
Uitloogrisico toename grondwater-
verontreiniging :
Max 10% toename conc.
Nooit > 80%BSN grondwater
Periode van 500 jaar
Site-specifieke toetsingswaarde mogelijk
bestemming (en de bijhorende parameters)
moet gekend zijn!
20. Gebruik binnen de kadastrale werkzone
Afbakening KWZ (soortgelijke kenmerken)
Vrij gebruik indien < 80% BSN (x1z)
> 80% BSN (x2z)
Geen bijkomend blootstellingsrisico
Geen extra uitloging naar grondwater
Gelaagdheid respecteren (indien vereist)
Site-specifieke waarden mogelijk i.f.v. risico-
evaluatie
21. Afbakening kadastrale werkzone –
heterogene verontreiniging
Concentratiecontouren
<80% BSN II KWZ = projectzone
< 80% BSNi KWZ = zones met overschrijding 80%
BSN II
> 80% BSNi – KWZ = zone met overschrijding 80%
geen DAEB BSNi voor die parameter(groep) of
andere benadering mits motivatie
(bvb. Pb en benzo(a)pyreen)
> 80% BSNi – KWZ = zone met overschrijding 80%
DAEB BSNi en EAEB voor die
parameter(groep) of andere
benadering mits motivatie
Indien ≠ bestemmingstypes: de beoogde verplaatsing
mag geen aanleiding geven tot bijkomende
overschrijding van betreffende BSN
Minder verontreinigde partij kan gebruikt worden in of
op een sterker verontreinigde zone
(éénrichtingsverkeer)
22. Bouwkundig bodemgebruik en
vormvaste toepassingen
Basis uitgangspunten (naar analogie met
bouwstofnorm Vlarea) :
Metalen: marginale bodembelasting door
verontreinigende parameters (minimale
aanrijking over een periode van 100 jaar in een
bodemprofiel van 1 meter ten gevolge van
uitloging
Sulfaat, bromide, chloride: marginale
grondwaterbelasting
Organische parameter: BSN III (in praktijk
achterhaald?)
Begrensd door BSN V
Generieke waarden (geen onderscheid
naargelang toepassing)
23. Toetsingswaarden grondverzet o.b.v.
beschikbare studies (OVAM, VITO)
Bouwkundig bodemgebruik
Toetsingswaarden org. parameters (VOCl e.a.)
Toetsingswaarden uitloging voor metalen en
anorganische parameters
Vrij gebruik: toetsingswaarden metalen en
anorganische parameters
BSN (i.f.v. studie ontvangende grond/groeve) voor
PCB’s
Opgelet! De erkende bodemsaneringsdeskundige
blijft verantwoordelijk voor
correct inschatten van de gebruiksmogelijkheden
en eventuele risico’s
correcte toepassing en interpretatie van deze
toetsingswaarden (indicatief)
24. Toetsingswaarden BBG organische
parameters
Bron: “Bepaling van risico’s door uitloging en
beschrijving evolutie van de bodemkwaliteit, deel
1: opstellen methodiek” (OVAM, mei 2005)
Generieke toetsingswaarden voor de
totaalconcentratie, berekend voor
een standaardbodem,
een standaardklimatologie
een standaardgrondwater
Onverzadigde zone (toepassingen boven het
grondwaterniveau)
Indicatie voor een risico op uitloging
25. Toetsingswaarden BBG organische
parameters (2)
Berekende toetsingswaarden werden
bijkomend bijgesteld i.f.v.
bodemsaneringsnormen
Bij overschrijding van BSN voor
bestemmingstype III
Extra motivatie vereist
Eindgebruiker op hoogte brengen
Geen gebruik mogelijk bij overschrijding van
BSN voor bestemmingstype V
27. Toetsingswaarden WVG en uitloging
(kolomproef) voor anorganische parameters
Bron: “Synthesenota Normvoorstellen uitgegraven
bodem en secundaire grondstoffen” (VITO, juni 2009)
Normvoorstellen voor waarde vrij gebruik en uitloging
(bouwkundig bodemgebruik), rekening houdend met de
bescherming van het grondwater
Diverse waarden opgegeven voor diverse scenario’s
Opvulling onder grondwaterniveau (OV)
Ophoging, gemiddeld gevoelig voor uitloging (OH)
28. WVG Toetsingswaarde BBG
(mg/kg DS) kolomproef
Zware metalen OV OH (mg/kg DS)
Sb 2 8 0,1
Co 0,4 25 0,2
Mo 10 78 0,2
Se 2,2 18 0,04
V 4 36 0,8
Andere anorganische parameters
Ba 1,6
SO4 540
Cl 430
F 4,6
Br 0,25
29. Toetsingswaarden BSN PCB’s
Voorstel onderbouwing normen voor PCB's in
baggerspecie met het oog op gebruik als bodem
(VITO, 2005)
Indicatie bij aanvoer met studie ontvangende
grond/groeve
Equivalent voor bodemsaneringsnorm
mg/kg DS
I II III IV V
PCB (7) 0,044 0,044 0,91 2,57 10,44
30. Toetsingswaarden asbest voor grondverzet
Gebruik als bodem Gebruik binnen de Bouwkundig
buiten de KWZ (x) KWZ (y) (bodem of BBG) bodemgebruik (z)
(x≠9) (y=1) < 100 mg/kg (z=1) < 100 mg/kg
< 2 mg/kg DS = DS* als DS* als
detectielimiet toetsingswaarde BSN toetsingswaarde voor
bijlage VI
OF
(y=2) < 1000 mg/kg
DS**: mits specifieke
voorwaarden
(projectspecifiek i.f.v.
risico-evaluatie)
OF OF OF
(x=9) Geen gebruik (y=9) Geen gebruik (z=9) Geen gebruik
mogelijk mogelijk mogelijk
* Omrekeningsformule: C (mg/kg) = 10 x C (niet-hecht) + C (hecht-gebonden)
** Criterium gevaarlijke afvalstof