1. Friesch Dagblad, 16 februari 2016, pagina 24.
Ban het roken op schoolpleinen volledig uit
Een volledig rookverbod op het plein blijkt
voor veel scholen een brug te ver. Om
rokende leerlingen tegemoet te komen én
ze in het zicht te houden, voeren ze veelal
afgebakende rookplekken in. Dit soort
halfbakken maatregelen ontmoedigen het
roken onvoldoende.
Opinie
V
Willem Bantema
Opinie
Vanaf 1 januari 2020 zullen
Nederlandse schoolpleinen
rookvrij zijn. De Tweede
Kamer heeft hiermee op 9 februari
ingestemd. In beleidsstukken over
dit onderwerp wordt vaak aangege-
ven dat de helft van de rokers ooit
begonnen is met roken op het
schoolplein. Om het roken te ver-
minderen, is het uitbannen van de
sigaret op deze plek dus van cruci-
aal belang.
Uit onderzoek (Mulier Instituut)
blijkt dat in het voortgezet onder-
wijs 53 procent van de scholen
rookvrij is, maar dat het bij het
middelbaar beroepsonderwijs om
slechts 6 procent gaat. Wél zijn bij
deze schooltypen vaak gedeeltelijke
rookverboden ingevoerd (46 en 77
procent). Deze gedeeltelijke rook-
verboden betekenen dat er bijvoor-
beeld afgebakende plekken zijn om
te roken of door gebruik te maken
van speciale rookruimtes.
Daarnaast zijn er veel gevallen
waarbij wordt toegestaan dat leer-
lingen vanaf een bepaalde leeftijd,
niveau of klas mogen roken of dat
uitsluitend medewerkers mogen
roken. Een volledig rookvrij school-
plein heeft voor deze scholen geen
prioriteit. Een meerderheid van de
scholen in het voortgezet en middel-
baar beroepsonderwijs geven aan
dat ze het huidige en daaropvolgen-
de schooljaar niet van plan zijn om
een volledig rookverbod op het
schoolplein in te voeren.
Er zijn uiteenlopende redenen
waarom scholen (nog) geen volledig
rookverbod willen invoeren. Het
meest genoemde argument is dat
het ‘uit het zicht raken van jonge-
ren en overlast’ als een groot pro-
bleem zien. Daarnaast geeft een op
de vier scholen met een gedeeltelijk
rookverbod aan dat hun conciërges
te veel tijd kwijt zouden zijn aan de
handhaving van een volledig rook-
verbod op het schoolplein. Ervaren
problemen na invoering van een
rookverbod zijn ‘het consequent
toezicht houden’, dat leerlingen
niet achter het beleid staan, dat
leerlingen soms bezwijken voor de
groepsdruk van andere leerlingen
en dat ouders van leerlingen niet
achter het beleid staan.
Niet aandurvenNiet aandurven
Het artikel ‘Dampen op het school-
plein’ (Onderwijsblad, 11 januari 2014)
schetst een beeld van bereidwillige
scholen die aangeven een voor-
beeldfunctie te willen vervullen.
Een van de genoemde scholen had
een volledig rookverbod ingevoerd.
In de uren dat de leerlingen zich op
school zouden bevinden, mocht er
ook door leraren niet worden ge-
rookt. In de praktijk bleek dat ner-
veuze rokende leraren zo nu en dan
toch naar buiten gingen om een
sigaret te roken. Ook uit een ander
recent nieuwsbericht (‘Rookvrije
school’, de Gelderlander 6 februari
2016) blijkt dat scholen het niet
aandurven om (ook) medewerkers
het roken te verbieden.
Bij het voorgezet onderwijs en
Als leraren wel
mogen roken en
leerlingen niet, kan
dat als
onrechtvaardig
worden gezien
het middelbaar beroepsonderwijs
zijn problemen te verwachten bij de
invoering van een (volledig) rookvrij
schoolplein. Het is mijn inziens
opvallend dat het ‘consequent toe-
zicht houden’ als een van de groot-
ste knelpunten wordt genoemd
door scholen met gedeeltelijke
rookverboden.
Dit zijn juist de scholen die crea-
tieve en dubieuze oplossingen heb-
ben bedacht om roken voor bepaal-
de groepen mensen of op bepaalde
plekken toe te kunnen staan. Juist
dergelijke vage uitzonderingen
maken handhaving bijna onmoge-
lijk, terwijl juist deze scholen ‘hand-
having’ als grootste probleem zien
voor de invoering van een volledig
rookverbod. Een ongewenst gevolg
van het toestaan van roken voor
specifieke groepen, bijvoorbeeld
voor zestienjarigen, is dat roken
weer stoer wordt, omdat het roken
laat zien wie bij de club van zestien
hoort.
Het invoeren van rookverboden
op schoolpleinen is een goed plan
om het roken onder jongeren te
verminderen of te ontmoedigen,
maar ik verwacht veel meer resul-
taat van volledige rookverboden,
dan van de omslachtige gedeeltelij-
ke rookverboden die weer tot nieu-
we discussies leiden en dientenge-
volge intensieve handhaving verei-
sen. Om dit rookverbod te laten
slagen, wordt ook een offer van
leraren gevraagd want als leraren
‘hand-
wel mogen roken en leerlingen niet,
kan dat als onrechtvaardig worden
gezien door leerlingen en zal dat de
effectiviteit van het beleid onder-
mijnen.
Tot slot verwacht ik dat het ver-
groten van draagvlak effectiever is
dan het inzetten op intensieve
handhaving. Wanneer alle partijen
begrijpen waarom het beleid is
ingevoerd, zullen zij eerder geneigd
zijn dit uit zichzelf te accepteren,
handhaving is dan minder essenti-
eel. Wanneer duidelijk is dat roken
voor alle partijen niet is toegestaan,
zullen brandjes rondom het beleid
snel doven.
Willem Bantema, geboren in
Minnertsga, is promovendus bij
de Faculteit Rechtsgeleerdheid
aan de Rijksuniversiteit Gronin-
gen. In zijn promotieonderzoek
staat de (niet-) naleving van het
rookverbod in de horeca centraal.
Hij verdedigt zijn proefschrift op
9 juni
Een brugklasser ondertekent een anti-rookcontract in het kader van Actie Tegengif. Deze campagne wordt
jaarlijks door GGD Fryslân georganiseerd. Diverse middelbare scholen doen eraan mee. Foto: ANP