2. DE GROOTTE VAN DE VERDEELKAST BEPALEN
Het is op basis van het ééndraadsschema of het grondschema dat het aantal modulaire elementen bepaald wordt
die in de verdeelkast komen. De grootte van de verdeelkast wordt berekend door de totale breedte van alle modules
+ enige reserveruimte. Bij de keuze van een verdeelkast dien je rekening te houden met voldoende reserveruimte
voor bijkomende modules in de toekomst.
S. Bauters
Toestel Aantal
Moduul-
breedte
Totaal aantal
modules
Differentieel
300mA
1 2 2
Differentieel
30mA
1 2 2
Tweepolige
automaat
16A
3 2 6
Tweepolige
automaat
20A
3 2 6
Totaal - - 16
2
Het totaal aantal modules bedraagt 16.
3. DE GROOTTE VAN DE VERDEELKAST BEPALEN
S. Bauters 3
Het totaal aantal modules bedraagt 16.
Een verdeelkast bevat steeds 1 of meerdere rijen die uit 12, 14, 16 of 18 modules (voor huisinstallaties) bestaan.
Volgens het aantal modules per rij kan je bepalen hoeveel rijen (dinrails) de verdeelkast moet hebben
Voor ons voorbeeld nemen we een verdeelkast waar er 12 modules per rij kunnen:
16 modules
Aantal rails = 12 modules/rail = 1,333 rails
We zullen dus een verdeelkast van 2 rijen nodig hebben.
De kast kan dan in totaal 2 rails x 12 modules/rail = 24 modules inhouden.
24 modules – 16 modules (nodig) geeft 8 modules als reserve ruimte
4. DE GROOTTE VAN DE VERDEELKAST BEPALEN
S. Bauters 4
De reserve modules kunnen we dan gebruiken voor eventuele uitbreidingen zoals:
• Een nog aan te leggen voeding voor een elektrisch hekken
• Nog aan te leggen tuinpadverlichting en contactdozen voor elektrisch tuingereedschap
• Nog te installeren parlofonie / videofonie
• Eventueel voor domotica
De openingen van de reserve ruimtes moet, verplicht
door het AREI, opgevuld worden met afdekstrips!
7. PLAATSEN VAN DE VERDEELKAST
7S. Bauters
- Bij voorkeur in een droog lokaal, buiten de woonruimte, zo dicht mogelijk waar de elektriciteit binnen
komt ( zo word de lengte van de toevoerkabel niet te lang en niet te duur)
- Plaats de verdeelkast binnen handbereik op ongeveer 1,20 m boven de vloer
- Plaats of stapel nooit goederen voor de verdeelkast.
- De tellerkast wordt meestal naast, boven of onder de verdeelkast geplaatst.
- Een aangewezen plaats om de verdeelkast te plaatsen is veelal de garage, de berging of de traphal.
8. PLAATSINGSWIJZE
8S. Bauters
Afhankelijk van de wensen van de eigenaar/bouwheer kan de verdeelkast in de muur of op de muur geplaatst
worden. Bij verzonken plaatsing wordt de inbouwkast gebruikt. Bij plaatsing op de muur wordt de opbouwkast
gebruikt.
9. WERKMETHODE INBOUW
9S. Bauters
Bij inbouw moet de muur waar de kast in word geplaatst voldoende dik zijn.
Bij de kast worden inmetselhaken meegeleverd. Ze worden gebruikt om de juiste inbouwdiepte te
verkrijgen.
De buizen worden boven- of onderaan in de verdeelkast gebracht.
11. WERKMETHODE INBOUW
11S. Bauters
De meegeleverde positioneringshaken worden in de zijwanden aangebracht en geven de juiste
inbouwdiepte. Dit vereenvoudigt het installeren.
12. WERKMETHODE INBOUW
12S. Bauters
De verwijderbare invoerplaten vereenvoudigen het inbrengen van de kabels of buizen. Ze zijn voorzien van
zichtbare en eenvoudig uitsnijdbare ingangen en beschermen tegen het indringen van cement en/of
pleisterwerk.
15. WERKMETHODE INBOUW
15S. Bauters
De afschermplaat op de bodem bevestigen. Etiketten ter ding aanduiding van de stroomkring en de
etikethouders aanbrengen. Er is een speciale ruimte voorzien voor het opbergen van het
ééndraadschema.
17. SAMENSTELLING VAN EEN INBOUWKAST
17S. Bauters
1. Bodem
2. Steun met aardingsrail
3. Uitneembaar montageplaat met dinrails
4. Afschermplaat
5. Afdekkader deur
6. Invoerplaten
7. Positioneringhaken
8. Etikethouder
9. Opbergruimte voor het ééndraadsschema
10.Sluiting
18. WERKMETHODE OPBOUW
18S. Bauters
Bij opbouw kunnen de buizen naar de
verdeelkast op de muur, in de muur of in de
kabelgoten worden geplaatst.
De toegepaste werkwijze is afhankelijk van de
sterkte (dikte) van de muur waarop de kast
geplaatst wordt en van de keuze van de
elektricien.
19. PLAATSEN VAN DE
BUIZEN OP DE MUUR
Let er tijdens het plaatsen vooral op dat de buizen zo
efficiënt mogelijk verdeeld worden tussen boven- en
onderinvoering.
De totale buizenbreedte mag zeker 230 mm niet overtreffen.
Het meegeleverde kapje, bij de opbouwkast, kan als
maataanduiding gebruikt worden.
S. Bauters 19
20. PLAATSEN VAN BUIZEN EN KABELS IN KABELGOTEN
Bij deze plaatsingswijze wordt de bodem van de kabelgoot op de muur geplaatst.
S. Bauters 20
De buizen en kabels worden in de bodem bevestigd.
Teken de breedte van de kabelgoot af op ingang(en) boven- en/of onderaan.
Zaag de boven- en/of onderkant van de verdeelkast uit.
Plaats de kastbodem over de kabelgoot. Klik het deksel op de kabelgoot.
Vervolg de afwerking zoals "buizen op de muur".
21. PLAATSEN VAN DE
BUIZEN IN DE MUUR
De buizen worden nu achteraan de verdeelkast ingevoerd.
Opnieuw mag de breedte van 230 mm niet overschreden worden.
Verwijder de passende uitbreekpoorten in de rugwand van de
bodem. De pijlen tonen de plaats aan waar je de uitbreek-poorten
dient uit te slaan.
Afwerking vervolgen zoals bij "buizen op de muur".
S. Bauters 21
23. S. Bauters 23
BRONNEN
electric, S. (sd). Schneider electric België. Opgehaald van Schneider electric België: https://www.se.com/be/nl/
Eltra toolkit. (2016, 09 08). Een extra zekeringkast bijplaatsen. Opgehaald van You Tube:
https://www.youtube.com/watch?time_continue=1&v=amVD7ChB7YU&feature=emb_logo
Vrancken, R. (sd). Project huisinstallatie naslagwerk. België: Plantyn.