Dit is een presentatie van Groen Licht Vlaanderen voor De Stadswinkel met tips voor energiebesparing dankzij beter licht, voorbeelden van een energiezuinige verlichtingsinstallatie, een goed lichtplan, efficiënte lichtbronnen, informatie over fluorescentie, spaarlampen en LED, energiezuinige armaturen,...
Meer informatie vindt u ook op onze website: ttp://www.curbain.be/nl/energie/information/eclairage_ELE.php
10. IWT
IWT – Vlaanderen:
– Instituut voor de aanmoediging van innovatie door
Wetenschap en Technologie in Vlaanderen
– www.iwt.be
– 80% van de financiering
– Innovatie stimulering
Vlaams Innovatienetwerk (VIN)
2004-2008 en 2008-2012
14. Elektriciteitsverbruik verlichting
Aandeel verlichting tot totaal elektrisch
verbruik:
– 35-45% in kantoren en horeca
– tot 70% in scholen
– ~30% in industrie
– ~16% in woningen
Besparingspotentieel kan gemakkelijk oplopen
tot 50% (kW) en meer…
15. Waar zit het besparingspotentieel?
1/3 van de straatverlichting in Europa gebruikt oude, achterhaalde en
inefficiënte technologie
– Renovatiegraad bedraagt slechts 3% per jaar
– gemiddelde ouderdom van de installaties = 40 jaar
– nieuwe technologie bestaat nochtans die energie-efficiënter is en een beter
lichtcomfort oplevert
Meer dan 75% van de kantoorverlichting is nog altijd inefficiënt
– Renovatiegraad bedraagt slechts 7% per jaar
– gemiddelde ouderdom van de installaties = 25 jaar
– Grote verschillen in efficiëntie tussen de oude en de nieuwe systemen
(energiebesparing 30-80%)
Ongeveer 85% van de lampen die vandaag in de EU woningen
voorkomen zijn energieverslinders.
16. De 4 grootheden in lichttechniek
F Lichtstroom = lumen (lm)
I Lichtsterkte = candela (cd)
E Verlichtingssterkte = lux (lumen/m²)
L Luminantie = candela/m²
17. De 4 grootheden in lichttechniek
F Lichtstroom = lumen (lm)
I Lichtsterkte = candela (cd)
E Verlichtingssterkte = lux (lumen/m²)
L Luminantie = candela/m²
Lichtsterkte
18. De 4 grootheden in lichttechniek
F Lichtstroom = lumen (lm)
I Lichtsterkte = candela (cd)
E Verlichtingssterkte = lux (lumen/m²)
L Luminantie = candela/m²
19. De 4 grootheden in lichttechniek
F Lichtstroom = lumen (lm)
I Lichtsterkte = candela (cd)
E Verlichtingssterkte = lux (lumen/m²)
L Luminantie = candela/m²
22. Daglichtfactor
Verhouding van de hoeveelheid licht binnen en de
hoeveelheid licht buiten
Bij een daglichtfactor van 5 is er door daglicht een
verlichtingssterkte van 500 lux gedurende 70% van de
kantooruren
27. Energiezuinige Verlichtingsinstallatie
1. Efficiënte lichtbronnen
2. Armaturen met een hoog rendement
3. Elektronische voorschakelapparatuur
4. Optimalisatie van de lichtuitstraling, goed lichtplan
31. Kies voor efficiënte lichtbronnen
Referentiewaarden verbruik verlichting
(Nieuwe installaties)
– Gloei- en halogeenlampen
43,4 W/m²
– Spaarlampen
16W/m²
– Fluorescentielampen - EVSA
10W/m²
32. Gloeidraadlampen
Klassieke gloeilamp wordt uitgerangeerd op basis van
zijn efficiëntie
– Met onmiddellijke ingang: alle matte gloeilampen
– Gefaseerd volgens vermogen vanaf 1 september 2009:
heldere lampen
Halogeen lampen worden ook gefaseerd uitgesloten
op basis van hun efficiëntie.
Lichtopbrengsten nu:
– Gloeilampen: van 8 tot 17 lm/W
– Halogeen: van 12 tot 28 lm/W
33.
34.
35. Alle heldere lampen uitsluiten?
Neen: nieuwe
productintroducties
Verbeterde
halogeenlampen
met B-label
36. Recente innovaties gloeidraadlampen
Minder elektriciteitsverbruik (tot 30%) door
– IR(C) - technologie
IR coating op glas
Temperatuur↑
– Xenon - technologie
Wordt toegevoegd aan vulgas
Groter atomen in vulgas: warmteverliezen↓
Temperatuur↑
Langere levensduur
40. Kenmerken fluorescentie lampen
Kleurweergave (CRI)
– 80 en meer
Kleurtemperatuur (CCT)
– 2700K tot 6000K
– Warm-wit tot Koud-wit
Schakelcycli:
– 100.000 en meer
Levensduur:
– 6 jaar=6000 uren
– Beter >10.000 uren
– Soms tot 40.000 uren
41. Lineaire Fluorescentie
T12 (60-78 lm/W): 38 mm Ra 80 – CCT:3000K
niet meer gebruiken, vervangen door T8
T8 (52-100 lm/W): 25,4mm
Gespecificeerd bij 25°C
oudere types T8 (kleur 33,…) vervangen (830,..): <80lm/W
Let op bij lage temperaturen
T5 (83-104 lm/W): 16mm
Hoogste lichtopbrengst bij 35°C
Echter gespecificeerd bij 25°C
Let op bij lage temperaturen
5/8 inch= 16mm
42. Impact temperatuur
Opgelet!
In catalogi: lichtstroom T5 (in lumen) meestal bij 25°C
Maar armatuur is zo gemaakt dat lamp bij 35°C zou werken. Geeft
dus soms armaturen met rendementen >100%
48. Compacte fluorescentie
CFL-i:
– Met geïntegreerde ballast (E27 en E14)
– Huishoudelijke Spaarlampen
– vanaf 40 lm/W (CFL-I)
CFL-ni:
– Zonder geïntegreerde ballast (steekfitting)
– Professionele spaarlampen
– vanaf 70 lm/W (CFL-nI)
– Kies EVSA
2 pins
4 pins (mogelijkheid tot dimming, mits EVSA daarvoor bestemd)
Steeds meer modellen ter beschikking
Folder: “Feiten en Mythes rond Spaarlampen”
Voorbeelden via www.topten.be
51. Speciale spaarlampen
Spaarlampen met licht- of
bewegingssensor
Dimbare spaarlampen
– Spaarlampen met 2 standen
– Stapsgewijs dimmend
– Volledig dimbaar
E27
4 pins
Combinaties met andere
lampen:
– LED
59. Kies voor efficiënte armaturen
Rendement η of LOR liefst >70%
Hou rekening met het stralingsprofiel
Alles zit vervat in de flux (CIE) codes
– CIE (.N1/.N2/.N3/.N4/.N5): 0.60 / 0.99 / 1.00 / 1.00 / 0.92
Voorbeeld:
–Lamp : 58W - 5000 lm
–Rendement optiek (η, LOR): 92%
–Armatuurlichtsterkte : 4600 lm
–Lichtverlies : 400 lm
60. Introductie
Elektrisch verbruik in passieve gebouwen
– < 27 kWh/m².jaar
– (verlichting + andere elektrische toepassingen)
Verlichting in woningen ongeveer 15%
– < 4 kWh/m².jaar
Gemiddeld gebruik voor een lamp is 1000 uren/jaar
– < 4 W/m²
Niet alle verlichting brandt tegelijk: slechts 1 op 3
Een gemiddeld geïnstalleerd vermogen over het ganse
gebouw van 12W/m² is haalbaar
61. Voorbeeld
Berekening Relux
Belgisch armatuur: “Be Cool”
(η=59%)
Lights of the Year 2004
Totale lichtstroom van alle
lampen 8900 lm
Totaal vermogen 108.0 W
(2x59W)
Totaal vermogen per vlak
(15.00 m²): 7.20 W/m²
Gemiddelde
verlichtingssterkte Em 267 lx
67. 3. Kies voor een efficiënte ballast
Elektronisch voorschakelapparaat
– Klasse A (A1,A2,A3)
– A1: Dimming
Voordelen:
– Verbruik 20-25% lager dan elektromagnetische ballast
– Kleiner in omvang en gewicht
– Betere cos phi
– Efficiëntie lampen (vb. T8): 15-20% hoger
– Flikkervrije ontsteking van de lampen
– Levensduur lamp hoger
– Bij einde levensduur wordt de lamp uitgeschakeld
– Mogelijkheid tot dimming
– Mogelijkheid tot automatisering (daglichttoetreding, aanwezigheidsdetectie,..)
Klasse C (conventionele elektromagnetische ballast):
– verboden sinds 21 november 2005
68. 4. Kies voor een goed lichtplan
Laat u adviseren door lichtspecialisten
72. III. Automatisatie
Dimmen: beperken vermogen
– bij overdimensionering (Ei) Opgelet:
– bewegingsafhankelijke dimming – Lampen 100 uren laten
– persoonlijke dimming inbranden zonder dimming
– daglicht afhankelijke dimming Besparingspotentieel:
Centraal – 35 tot 45%
Lokaal
Energiebeheerssysteem
Uitschakelen: beperken branduren
– Bewegingsafhankelijk – Veelvuldig schakelen kan de
– Tijdsgestuurde schakeling levensduur van de lampen
– Manual on - Automatic Off beperken
73. Indirecte Besparingen
Op airconditioning
– dankzij lagere warmteafgifte van verlichting
Langere levensduur van lampen
– lagere onderhoudskost (kost lampen + plaatsing)
Lampen met extra lange levensduur
– bij moeilijk bereikbare armaturen
– productie
74. Andere aanbevelingen
Kies lichte kleuren voor plafond, vloer en muren en hou ze
proper
Doe geen aanpassingen aan commercieel te verkrijgen
armaturen
Zorg voor een goed onderhoudsplan van de armaturen
Gebruik lampen met goede referenties
Let op bij
– Koelruimtes vanwege lage temperatuur
– Hoge plafonds
– Smalle gangen
75. Tot slot
Dank aan
– Brussels Energie Agentschap
– IWT
– Laboratorium voor Lichttechnologie
– Partners consortium
– KaHo Sint-Lieven