1. MENT HIEPSOHOGESCHOOL WEST-VLAANDEREN
Onderzoek
Ijshouder
Isabelle Swalus en Lieze Coulembier
Opleiding:Ergotherapie
Module: Professionalisering in de ergotherapeutische interventiedomeinen
Partim: Onderzoek (Design for Every One)
Lector: Bart Mistiaen
Academiejaar: 2008-2009
2. 1. Voorstelling van de cliënt
- S.D.
- Mannelijk
- Dwarslaesiepatiënt
o Continuïteitsonderbreking van stijgende en dalende zenuwstructuren van ruggenmerg en cauda
equina (paardenstaart)
o Met andere woorden : het ruggenmerg is onderbroken alsook de zenuwwortels (zowel stijgende
als dalende zenuwbanen)
- Tetraplegie (het ruggenmerg is beschadigd ter hoogte van de halswervels waardoor de 4 ledematen
verlamd/verzwakt zijn)
o Compleet motorisch niveau C6 (verlamming van de spieren)
o Incompleet sensorisch niveau Th8 (wegvallen of verminderen van het gevoel in het verlamde
deel: aanraken,pijn,warmte,koude worden niet of minder waargenomen)
- S. heeft een verlamming van de onderste ledematen en een verzwakking van de bovenste ledematen
- Verminderde spierkracht in bovenste ledematen
- Spasmen aanwezig in onderste ledematen
- Mogelijkheden:
o Kan de globaalgreep uitvoeren met minimum een diameter van 5 cm.
o Kan zelfstandig eten
o Goede oog-handcoördinatie
o Kan een maximum gewicht dragen van 5kg
o Er zijn geen sensibiliteitsstoornissen
o Zit in een actieve rolstoel en bedient deze zelf
o Positioneren vanuit de schouder is mogelijk
o De sleutelgreep en de ligamentgreep (een voorwerp klemmen tussen de 2de en 3de vinger vb om te
schrijven) kunnen ook uitgevoerd worden maar met verzwakte spierkracht
o Maakt gebruik van dorsiflexie van de pols om de vingers te sluiten bij een gerichte beweging (vb
bij het grijpen van de ijshouder) dit wordt de tenodesegreep genoemd
3. 2. Probleemomschrijving
S. heeft dit hulpmiddel nodig omdat hij zonder hulpmiddel moeilijk ijsjes kan eten.
Omwille van de verminderde spierkracht kan hij door middel van de sleutelgreep het ijsje wel vasthouden maar het
ijsje ligt ook deels op zijn hand. Daardoor smelt het ijsje snel met als gevolg dat S. niet proper zijn ijs kan opeten, of
dan moet hij zich haasten om het ijsje op te eten en ontstaat er hoofdpijn door te snel te koude voeding te eten.
3. Het hulpmiddel
3.1 Probleem met het huidige hulpmiddel:
- Kan het ijsje er moeilijk zelf insteken
- Kan enkel magnum-ijs eten
- Het uitzicht vormt een probleem
- Kan het einde van het ijsje niet opeten omdat er een schaaltje gemaakt is zodat het niet ijs niet lekt op zijn
kledij
- Staat niet stabiel op tafel
3.2 Voorwaarden waaraan het nieuwe hulpmiddel moet voldoen:
- Stevig
- Niet te zwaar (kan slechts maximaal 5 kg dragen), zo licht mogelijk (zou het graag meegeven bij 3-paks van
magnum)
- Compact, zodat het overal kan meegenomen worden, wil het overal kunnen meenemen in een klein zakje
- Stabiel, moet op tafel kunnen geplaatst worden
- Er moeten verschillende ijsjes in kunnen (niet enkel magnum)
o Cornetto (hoorntjes)
o Frisko (fijner stokje)
- Het ijsje moet hij er zelf kunnen insteken en terug uithalen
- Hij moet het einde van zijn ijsje kunnen opeten
- Het moet ook bruikbaar zijn voor kinderen
- Het handvat moet een minimum diameter van 5 cm hebben
- Het handvat moet ook 10cm lang zijn
- Het moet makkelijk afwasbaar zijn
- Mooier uitzicht
- Er moet nog steeds een schaaltje voorzien worden zodat het ijs niet kan uitlopen op zijn kledij of handen
(anti-leksysteem)
4. - Moet voldoen aan de Europese richtlijnen voor materialen en voorwerpen bestemd om met
levensmiddelen in aanraking te komen